Nummer 19,
Donderdag 5 Maart 1891.
14e Jaargang.
Toegewijd aan Hande!, Industrie en Gemeentebelangen.
Qoadsnld vaa Wees sa.
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Wel ontwikkeling, maar geen ge
leerdheid s. v. p.!
De Eeho van het Zuiden
Wialipsfls! «ii UBCsirulsrkr Uireil,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door liet geheele rijk f 1,15
brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regeJ
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolp Steineb, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De verbetering van het onderwijs heeft
zich jaren lang bewogen in eene richting,
die groote uitbreiding van de leerstof mede
bracht. Daartegenover zijn in den laatsten
tijd vele stemmen opgegaan, die waarschu
wen tegen overlading en vooral ook meer
gelet willen hebben op de eischen van het
practisch leven In dien geest heeft de Duit-
sche keizer zich voor eenige maanden uit
gelaten, toen hij de zittingen opende van
een staatscommissie voor een onderwijsher
vorming.
In gelijken geest luidde een kort te voren
verschenen vlugschrift van Herman Walter,
dat thans door den heer W. J. N. Landré,
notaris te Vlijmen, vrij in het Nederlansch
bewe.kt en bij Blom en Olivierse te Kuilen
burg is verschenen, onder den titel „Ontwik
keling, geen geleerdheid
De grondslag dezer beschouwing is leer
den kinderen niet tal van dingen, die öfhun
bevattelijkheid te boven g">an, öf waarvan
zij voor hun volgend leven geen nut hebben;
vermoei hen niet door veel geheugenwerk
en afgetrokken begrippen van allerlei aard,
maar laat hen veel lezen en zien, en vorm
hen daardoor tot denkende, practische men-
schen. Hebben zij voor hun toekomstigen
werkkring bijzondere opleiding noodig, begin
daarmede dan na afloop van het gewone, al
gemeen ontwikkelend onderwijs, aan beroep-
scholen, volgens de plaatselijke behoeften,
waar zij in weinige jaren kunnen leeren wat
zij noodig hebben, 't zij vreemde talen, 't
zij wiskunde, enz. enz. De geest van het
werkje kan blijken uit het slot, dat aldus
luidt
„Men verbeelde zich toch niet, dat wij
knap, ontwikkeld en logisch zijn, omdat wij
de stelling van Phythagoras bewijzen kun
nen Neen, hebben kunnen bewijzen? Of
omdat wij de moeitlijke latijnsche taal woor
delijk en in Nederlandschen klank kunnen
weergeven Omdat wij voor den logischen
13.
IV.
GOUDSMID en PRINSES.
Stoutheidmoed en ridderlijke bedrevenheid
boeien steeds de belangstelling der vrouwen de
triomf van üundacker toen hij het wilde paard
getemd en de spotternijen der Hongaren be
schaamd had moest echter op een jongmeisje,
wier belangstelling zich reeds te voren met den
bekwamen goudsmid had bezig gehouden, des te
krachtiger werken, nu de ruwheid van de gasten
haars vaders Maria geërgerd, en haar bittere
stemming tegen de laatsten verhoogd had. Het
beviel haar, dat Gundacker de aanbiedingen der
magnaten oin in hun dienst te treden afwees
haar geheele hart zou hem te gemoet gevlogen
zijn, indien hij bij de woorden, dat hij slechts
den keizer wilde dienen was geblevenen er
niet had bijgevoegd, dat hij zich bij den hand
werksman had verbonden. Zij was van jongs af
gewoon in die beschouwingen te deelen, volgens
welke slechts het zwaard kon adelen slechts de
ridderslag den raensch uit het stof kon verheffen,
het moest haar dus een lage denkwijze, een ge
brek aan edele eerzucht toeschijnen, dat deze
jonge man liever in de werkplaats geld, dan on
der de vanen eer wilde verwerven.
Vorst Liechtenstein verklaarde, nadat Max
zich uit de zaal had verwijderd, dat hij niet zou
dulden, dat Graaf Zriny den wapensmid strafte,
indien diens werk hem niet beviel, de graaf
hadindien hij het niet vertrouwde, den man
moeten laten gaan. Zriny gaf toe; hij was, zooals
zijn wapenmeester had gezegd, een driftig mensch,
maar als zijne drift voorbij was, voor verstandi-
fe redenen vatbaar, er was hem veel aan gelegen
at zijn wapenrusting hersteld werd en hij be
loofde den werkman op geenerlei wijze te zullen
bemoeilijken, en hem alle vrijheid te zullen la
ten. Zoo scheen dan Eleonora de gelegenheid
gunstig om Max tot overbrenger van hare be
bouw der grammaticale regels ons het hoofd
hebben gebroken Knap, ontwikkeld, logisch
zal men veeleer worden door de voorgestelde
regeling van het onderwijsniet geschikt
voor de studeerkamer, maar wel voor het
practische leven. Wij willen eene vorming
als de oude Grieken hadden, een practische
vorming, eene van vleesch en bloed. Laat de
kinderen rekenen, laat hun raadsels oplossen,
laat hen schijnbevvijzen omhullen dat is gees
telijke vorming, dat zijn ontwikkelende gees
telijke oefeningen, maar beware de hemel ons
voor het spook der „formeele vorming," het
gevaarlijke spook der 19e eeuwLaat ons
zorgvuldig vorming, beschaving en ontwikke
ling afscheiden van geleerdheid vereeren
wij levensvorming en bekeeren we ons van
den al te diepen eerbied voor geleerdheid en
voor van buiten geleerde kennis
„Lezen vormt, leeren niet(R.N.)
De heer de Burlet is tot Belgisch minister
van binnenlandsche zaken benoemd, ter ver
vanging van den heer Melot.
Vreesachtige zielen, alsook dezulken, die
alleen eens in de krant kijken als er wat
akeligs of opzienbarends instaat, hebben een
paar onrustige dagen achter zich in hun
verbeelding zagen zij den fakkel des oorlogs
reeds rondzwaaien en menigeen schilderde
in hooge wijsheid en in niet weinig schelle
kleuren de rampen des oorlogsvan een
Europeeschen verdelgingsoorlog sprak men of
liever droomde men twee- of driemaal 24
uren lang. En als bij tooverslag kwam men
toen op eens tot de ontdekking dat die
„akelige kerels van de krant" al die bewe
ging hadden gewekt, dat de groote menigte
er eigenlijk leelijk was ingeloopen, want wel
was er strijd geweest en zelfs duurt hij
nog voort maar 't was een strijd, waarin
geen gewonden of dooden zijn gevallen 't
was er een met de pen.
Maar waar rook is, moet toch vuur zijn
richten aan haar vader te kiezen, en de kamenier
van Maria scheen haar hiertoe een geschikt werk
tuig, want de trouw en stilzwijgendheid van
Elisabeth Sperling waren beproefd.
Eleonora was niet weinig verrast, toen zij na
het eindigen van haar moeilijken brief, dat toen
maals zelfs bij wel opgevoede personen geens
zins zulk een gemakkelijk werk was als tegen
woordig, bij haar vriendin op onverwachte be
denkingen stiet. Ofschoon zij de zaak reeds af
gesproken hadden, was, zooals wij gemeld heb
ben, de stemming van Maria veranderd, en was
zij bevreesd geworden om behulpzaam te zijn
bij eene daaddie misschien haar vader bloot
stelde.
Ik vertrouw den vreemdeling niet, zei zij
om een voorwendsel te vinden voor haar aarze
len. Het sluit mij tegen de borst om zaken, die
aanzienlijke personengasten mijns vaders, ja
mogelijk hem zeiven betreffen, in handen te stel
len van iemand, die geen adellijke denkwijze,
geen begrip daarvan heeft. Kies een ander, een page
zoo gij wilt, maar niet een man die, indien hem
eenig leed overkomt, ons misschien zal verwijten,
dat hij nu zijn brood niet kan verdienen.
Eleonora staarde haar vriendin aan, alsof zij
niet wist of zij goed verstond, of dat deze
schertste. Zijn gij dwaas, vroeg zij, toen Maria
ernstig bleef, zouden wij, zelfs indien mijn vader
mij niet tot dezen man had verwezen, iemand
kunnen vinden die meer vertrouwen verdient?
Hij is stout in woord en daad, een ridderlijke
knaap, die ons dat geloof ik vast gaarne
dien dienst zal bewijzen.
Als hem geen ander beter betaalt om ons
te verraden I hernam Maria met bitterheid, maar
op een toon, waaraan men kon merken dat het
niet uit het hart kwam, ja dat zij een .betere
inwendige overtuiging koesterde. Hoe kunt gij
met uw vertrouwen willen afdalen tot iemand,
die zich in het stof gelukkig gevoelt?
Gij zijt mij onbegrijpelijk, gij kunt niet zoo
denken als gij spreekt. Wat hebt gij zoo plotse
ling tegen den braven man, die u niets heeft
gedaan Dezen morgen waagden wij het niet
hem geld aan te bieden en thans, nu hij getoond
heeft dat hij niet alleen buitengewoon bekwaam
is in zijne ïsunst, maar ook bedreven in ridder
lijke oefeningen, nu spreekt gij zoo verachtelijk
van hem Gij twijfelt of hij vertrouwen verdient
ook zegt de een en een ander voegt er
aan toe Men noemt geen koe bont of er
is een vlekje aan. Ongetwijfelder was vuur
en juist omdat het spelen niet vuur zoo ge
vaarlijk is, vooral als het buskruit zoo dicht
b'j dc hand ligt, verdienen Déroulède en zijn
vaderlandsche vrienden benevens de pers, die
hem ten dienste staat, verdient ook de Köln.
Ztg. een strenge berisping.
En toch kunnen Déroulède c. s. juichen
dat hebben ze dan ook gedaan, want wel be
hoeven de zwaarden niet gescherpt,maar de pen
nen zijn dat dan toch en zoo'n pen doet soms
heel wat kwaad. Zoo'n kleine, oogenschijnlijk
geringe en onbeteekenende minderheid is dus
in Parijs nog immer in staat de hoofden van
streek en de gemoederen in agitatie te bren
gen en dat is een heel ernstig, een heel treu
rig, een heel bedroevend feit, omdat Parijs
nog altijd Frankrijk is. En dan is gebleken,
dat men tusschen Parijs en Berlijn niet vriend
schappelijk kan verkeeren, dat koelheid, te
ruggetrokkenheid en wantrouwen van beide
zijden weer de plaats moeten innemen van
gunstiger verhoudingen.
Dat alles is bedroevend, is ontmoedigend,
maar bepaald onrustbarend voor de naaste
toekomst i3 het nietde groote massa wil
geen strijd, wil geen oorlog, noch in Frank
rijk, noch in Duitschland, maar tot een over
brugging kan 't zoo maar niet komen.
Elzas-Lotharingen is een kloof van niet
geringe breedte en van onmetelijke diepte
en als er eens een poging tot overbrugging
wordt gedaan, zelfs al is 't een indirecte,
dan zijn er al spoedig van die „ware va
derlanders die eiken stap in dien zin met
alle denkbare middelen zoeken te verijdelen;
hun streven is 't oorlog en vrede van een
niets afhankelijk te doen blijven en in dat
streven zijn zij ook ditmaal weer geslaagd.
In Duitschland zit men ook niet lang ver
legen van verzachting in de toepassing der
dwangmaatregelen aan de grenzen van het
Rijksland komt voorloopig weer niets er. de
Elzassers blijven dus alweer aan 't korste
eind, dank zij hun dierbaren vrienden in de
en gij hebt gehoord hoe hij schitterende aanbie
dingen van de hand wees, en den moed had, den
magnaten in hun aangezicht te zeggen, dat, als
hij diende, hij alleen den keizer wilde dienen?
Dat zei hij, omdat de keizer geen oorlog
voert, hij dient den handwerksman. Dat is een
kwestie van smaak, maar gij schijnt geheel door
hem betooverd. Doe wat gij wilt, maar laat mij
buiten het spel.
Gij zijt in een zonderlinge luim. Ja, ik ben,
zoo al niet betooverd gelijk gij zegt, toch vol
vertrouwen op den jongen man. Van eene mede
werking van uw persoon is volstrekt geen sprake,
maar ik moet iemand tot hem zenden, en daartoe
is niemand beter geschikt dan Elisabeth.
Spreek dan met haar, ik wil niets van de
zaak weten.
Eleonora riep Elisabeth. De hupsche kamenier
hoorde nauwelijks wat er tc doen was, of haar
oog werd levendig. Dat is een flink mensch,
zeide zij, zou men hem niet aanzien, dat hij zoo
krachtig en moedig is, wij hebben ons allen har
telijk verheugd dat hij de overmoedige Hongaren
heeft beschaamd. Hij zal zeker ook trouw en
stilzwijgend zijn, als hij verneemt dat het de
genadige freules zijn, wie hij een dienst bewijzen
kan.
Mij niet, riep Maria, die door de geestdx'ift
der kamenier nog meer ontstemd geraakte, op
een bitsen toon. Van mij zegt gij niets. Gij
echter, vervolgde zij, tot Eleonora gekeerd, kunt
beloven wat gij wilt.
Eleonora bloosde van misnoegdheid over dit
bittere woord. Uwe meesteres, zeide zij tot Eli
sabeth, twijfelt of de jonge man ons vertrouwen
wel verdient, ik heb betere gedachten van hem.
Stel hem op de proef, gij zijt slim en ook een
knap meisjemisschien kon de vreemdeling een
man voor u zijnbetoont hij zich even trouw
en eerlijk als hij moedig en bekwaam voor zijn
werk is, dan zal men hem helpen om zijn fortuin
te maken.
Maria had zich omgekeerd, een purpergloed
bedekte haar gelaat, maar het was niet het rood
der schaamte, omdat zij hare vriendin onrecht
had gedaan, het was bijna of het haar ergerde,
dat Eleonora had gezegd dat Max Gundacker
geschikt was voor Elisabeth. Niets had haar hart,
dat van twijfelingen en tegenstrijdige gevoelens
onrustig klopte, gevoeliger kunnen treffen dan
Seinestad die er tenminste zorg voor heb
ben gedragen, dat we ons geen illusieu vor
men omtrent een broederschap tusschen de
beide natiën, die in 187071 tegenover el
kaar in 't veld stonden. Geen gevaren zijn
meer te duchten dan die, van welker aan
zijn men geen kennis draagt, we weten nu
waar we aan toe zijn en al is 't een treurige
wetenschap, een nuttige is 't toch ook. En
nu zij er Fransche bladen, die berouw too-
nen over het gebeurde en de patriotten eens
flink doornemen maar 't berouw komt na
de zonde, te laat dus een schaduw is neer
gedaald op de relatien tusschen Frankrijk en
Duitschland.
Eenige bladen spreken van deelneming
van een zeker aantal bekende Fransche schil
ders aan de tentoonstelling te Berlijn, on
danks het gebeurde andere bladen spreken
van een interpellatie, in de kamer te ver
wachten over de aanwezigheid der keizerin
in Parijs, ja zelfs over een samenkomst tus
schen den president der republiek en den
Duitschen gezant.
Zoo zoekt men een zaakje warm te hou
den, dat al aardig op weg is aftekoelen.
De Figaro meldt in een telegram uit Ber
lijn, dat de toestand ernstiger is dan het
publiek gelooft.
Het gerucht omtrent het terugroepen van
de gezanten Herbette en Munster schijnt zich
echter niet te zullen bevestigen.
In de koninklijke boodschap in Spanie
wordt esne amnestie voor staatkundige ver
grijpen aangekondigd. De verhouding van
Spanje tot de andere mogendheden is gun
stig. De onderhandelingen met Frankrijk
betreffende Guinea worden met goede
vooruitzichten voortgezet. De tot Marokko
gerichte reclamatien hebben het gewenschte
gevolg gehad. De regeering heeft de handels-
tractaten opgezegd en acht het noodzakelijk,
de tariefwetgeving op nieuwe grondslagen te
regelen. Er worden verbeteringen in het
wetboek van strafrecht aangekondigd, alsmede
maatregelen tot versterking der landsverde-
deze gedachte, die nog daarenboven werd uit
gesproken op een toon, alsof het iets heel na
tuurlijks betrof. Het was geen adeltrots, verachting
van een lage geboorte, wat Maria bezielde, maar
haar hart gloeide voor adelijke en edele gevoe
lens, had een afschuw van alle valschheid en
oneerlijkheid en verachtte het gebrek aan een
edel streven in een karakter, dat hare belang
stelling had opgewekt.
Was Max het vertrouwen van Eleonora waar
dig, dan was hij te goed voor eene kamenier,
dan had Maria hem onrecht gedaanwas hij dit
niet, dan was zelfs Elisabeth te goed voor hem.
De omstandigheid, dat Marie zich eer afkeurend
dan toestemmend gedroeg, bracht Elisabeth in de
war; zij begon te gelooven, dat haar meesteres
misschien reden had om den vreemdeling minder
gunstig te beroordeelcn dan prinses Lobkowitz,
en de houding, die Max tegenover haar aannam,
toen zij hem opzocht, nam hare illusie geheel
weg. Zij was een verwend meisje, zeer ijdel,
en liet krenkte haar daarom dat de knappe vreem
deling zoo koel en zoo weinig beminnelijk was;
zijn bezwaren verbitterden haar, het scheen im
mers alsof hij geloofde, dat de prinses onge
oorloofde geheimen had.
Elisabeth bracht aan de prinses haar bericht
over met al de bitterheid van een afgezant, wiens
diplomatisch talent schipbreuk had geleden,waar
hij met zekerheid op het tegendeel had gerekend;
hoe meer zij echter trachtte te bewijzen, dat zij
wel een dozijn betere boden zou weten te vin
den, des te meer werd Maria overtuigd, dat zij
Max verkeerd had beoordeeld, en dat naar ver
moeden, dat lnj een spion van Vorst Lobkowitz
zou zijn, geheel ongegrond was. Eleonora daaren
tegen was natuurlijk zeer ontstemd zij begreep
niet waarom Max bezwaren opwierp, daar toen
haar vader had geschreven, dat hij een geschikte
bode was.
Het vermoeden rees in haar op, dat Maria,
die immers zoo plotseling van gevoelen was
veranderd, heimelijk iets had gedaan om deze
bezwaren in het leven te roepen. Dan zal ik zelve
op reis gaan, riep zij plotseling vast besloten,
toen Maria nog steeds bleef zwijgen laat de
Hongaren dan achterdocht kriigen. Er schijct u
weinig aan gelegen, dat een schurkenstreek ver
hinderd wordt.
(Wordt vervolgd).