Nummer 24 Zondag 22 Maart 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Bekendmaking. /K, ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Engeland. UITGEVER: Waalwijk. De Burgemeester van Waalwijk, roept bij deze op de hierna vermelde verlofgangers der Nationale Militie uit deze gemeente van de lichting van 1886, behoorende tot het 2e regement infanterie, ten einde op 6 April a. s. bij hun corps in garnizoen te 's Herto genbosch, tegenwoordig te zijn als: Cornelis Wijnand de Vries. Cornelis Bergmans. Lourens Lucas van Bavel. Johannes Remie. Petrus Reinirus Schoemans. Johannes Arnoldus van Rijen. Jacobus van Hest. Petrus Cornelis Mattie. Waalwijk, 22 Maart 1891. De Burgemeester voornoemd. De rij van hen, die in de geschiedenis, wel mogen we zeggen in het schitterend tijdperk van het Fransche keizerrijk, een hoofdrol hebben gespeeld, wordt immer dun ner. Uit het land van den zonneschijn, uit het heerlijke Italië is nu weder het bericht tot ons gekomen, dat een half vergeten, maar daarom niet minder beteekenende prins uit het huis der Bonapartesprins Napoleon Bonaparte, Woensdagavond ruim zeven uur het tijdelijke met het eeuwige heeft ver wisseld. Half vergeten is de prins op ruim 68jarigen leettijd overleden, half vergeten hoewel hij een veel bewogen leven heeft gehad. Prins Napoleon heeft immer een eerste plaats in genomen bij de gebeurtenissen, het Fransche keizerrijk betreffend. Hij was een zoon van koning Jerome van Westfalen, den broeder van Napoleon I. In 1845 kwam prins Napoleon voor de eerste maal in Parijs, maar moest spoedig die stad weer verlaten, als zijnde door repu- Donderdag werd voor de arrondissements-recht- bank te 's Hertogenbosch behandeld de vergifti gingszaak, contra Senderman. blikeinsche gevoelens besmet. In Februari 1847 kwam hij terug en was in de hoofdstad des Franschen rijks ook gedurende de Febr.- revolulie, waarin hij een rol speelde door onmiddellijk na de afkondiging der republiek naar het stadhuis te gaan om aan de mannen die voorloopig het bewind hadden aanvaard, plec.htiglijk te verklaren, dat hij zich aan het nieuwe regeeringsbeginsel onderwierp. In 1848 werd hij lid der constituante voor Cor sica en in 1849 lid der wetgevende macht, om daarna zitting te nemen in het huis van afgevaardigden en wel op de linkerbanken, zoodat hij al spoedig den bijnaam van den „rooden prins" kreeg, een titel, dien de ware democraten, de bestrijders van het pausdom en tyrannie, echter niet vertrouwden of ten minste maar half. Onder het presidentschap van zijn neef, Louis Napoleon, was de nu overledene steeds in de oppositie. De coup d'état was tegen z:jn zin en om onaange naamheden te vermijden, week hij naar Brussel uit. Teruggekeerd werd hij met keizerlijke weldaden overladenhij werd keizerlijke prins, senator, lid van den raad van state en zelfs divisie-generaal, in welke laatste positie hij echter geen lauweren ver wierf. Op het gebied der buitenlandsche politiek en de diplomatie heeft prins Napoleon groolen invloed gehad, 's Prinsen huwelijk met Clotilde, dochter van koning Victor Emmanuel van Italië, was niet gelukkig. In 1865 kwam 't tussehen den prins en Napoleon III tot een ernstig conflict door min aange name uitingen van den prins aan het adres van den keizer, zoo zelfs dat hij een ernstige berisping kreeg en zich gedrongen gevoelde al zijn waardigheden neer te leggen. Het bericht van de oorlogsverklaring van 1870 ontving hij op een reis naar Spitsbergen. Onder de republiek speelde de prins geen rol meer, alleen publiceerde hij in 1872 een oproerig manifest, waaraan hij zijn arrestatie en zijn verbanning te wijten had. Een oogen- blik herleefde zijn hoop bij den dood van den keizerlijken prins, maar de verdeeldheid in de rijen der bonapartisten een groot deel koos de zijde van 's prinsen zoon Victor sloeg zijn verwachting den bodem in en zelfs op zijn sterfbed heeft prins Na poleon zijn zoon niet vergeven. Volgens vertrouwbare berichten heeft de prins, die een vurig vrijdenker was, toch de sacramen ten der stervenden ontvangen. Het politieke feit van den aag is cie be noeming van Jules Ferry tot president der commissie van enquête voor Algiers, terwijl hij nog onlangs tot president der douanen- commissie uit den senaat werd gekozen. Het rapport over de sperrgelder-com- missiedat geheel na het inzicht van het centrum gewijzigd is, zal direct na de Paasch- vacantie behandeld worden; dat het zal wor den aangenomen is nu reeds zoo goed als zeker. Van alle zijden en van alle partijen zijn aan Windthorst's nagedachtenis woorden van lof, van hulde en waardeering gewijd, maar ernstig dringt zich nu de vraag op, wat zal het politieke gevolg zijn van zjjn heengaan en wie zal de man zijn, aangewezen om de grootte van het verlies zoo weinig mogelijk te doen uitkomen m. a. w. wie moet be schouwd worden in staat te zijn evenals Windthorst de meest uiteenloopende elemen ten als de nood dringt eenparig te doen samengaan Windthorst's dood bespoedigt de verdaging van den rijksdag en eveneens van het huis van afgevaardigden. Donderdag is dit laatste lichaam zeker niet „beschlussfahig" door de afwezigheid van al de centrummannen. De bezuinigingen, op de Italiaansche be grooting gemaakt, loopen nu lot 62,300,000 lires, doch de rapporteur der budget-com missie verklaart, dat de voorgeslagen maat regelen het evenwicht op de begrooting niet kunnen herstellen. Hoe slecht bij kas het ministerie-Crispi in den laatsten tijd was, blijkt uit het feit, dat bij de algemeene stoomvaart-maatschappij 300,000 lires geleend werden om de zending van Filonardi te kunnen betalen. Een der radicalen wil voorstellen, die 300000 lires klaagde niet de brave man was, waarvoor S. zich aanvankelijk had uitgegeven, dat hij integendeel een dronkaard was en misschien wel de voorna me schuld van de slechte verhouding, die tus sehen het echtpaar bestond. Op den morgen van de vergiftiging was de houding van beklaagde hem zeer zonderling voorgekomen, daar S., an ders zeer bedaard, toen vreeselijk gejaagd was. geleend zonder machtiging der kamer, op particuliere rekening van Crispi te brengen. De agitatie onder de Italianen in de Ver- eenigde Staten over het gebeurde te New- Orleans is nog niet verminderd en of de tenuitvoerleggers der lynchwet hun doel om verdere misdrijven der Mafia, de Italiaansche moordenaarsbent te voorkomen, hebben be reikt door hun vreeselijke daad, is te betwij felen. Zij hebben voorbeeldig willen straffen, maar dat belet het geheim genootschap niet, een der leiders van den aanslag, den advo caat Packerson, met den dood te bedreigen. Acht van de gedooden hielden sinds 20 jaar verblijf te New Orleans. Of de regeering der Vereenigde Staten tegen de lijdelijke houding der autoriteiten van New-Orleans veel kan doen is de vraag: de pers en de meerderheid der burgerij bil lijken het gebeurde bij voortduring. Het Engelsche stoomschip „Utopia," van Triest naar New-York, met 700 Italiaansche landverhuizers aan boord, is in aanvaring ge komen met een Engelsch pantserschip en zonk onmiddellijk. Nadere depêches uit Gibraltar nopens het zinken van de stoomboot //Utopia" der Anchor Line" ten gevolge van aanvaring, met het Britsche pantserschip „Anson", be helzen het volgende De aanvaring vond Woensdagavond om streeks 7 uren plaats. De ram der „Anson" maakte een gat van 30 voet lengte in de „Utopia", nabij den achtersteven. De„Utopia" zonk achterwaarts in 10 minuten. Er bevon den zich 880 passagiers op. De golfslagen opgejaagd door den hevigen zuidwestelijke» windsloegen alles overboord wat zich op het dek bevond. Men vreest dat van de passagiers twee derden omgekomen zijn, of schoon eenige andere bootengezamenlijk met de Britsche pantservloot, terstond te hulp strichnine-vergiftiging voordoen, welke echter niet juist overeenkwamen met die, welke getuige juffrouw Gloudemans had waargenomen. en Lanffstraafsche Courant Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door liet gebeele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te /enden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regeJ groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steintcr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De beschuldigde W. J. Senderman, provisor in de apotheek des heeren Zeegers, firma P. J. van Gils, te Waalwijk, is een man van 49 jaar, blijk baar vóói zijn tijd vergrijsd. In 1884 gehuwd met de toen 38jarige O. M. Sheeft hij sedert een zeer ongelukkig leven gehad. Uit het strenge verhoor, waaraan de president, Mr. J. T. Boelens, beklaagde onderwierp, bleek dat zijn vrouw, na het overlijden van een kindje, in het lste jaar van dat huwelijk geboren, dezelfde niet meer was van vroeger. Zij heeft zich dit zeer aangetrokken, is aan den drank geraakt en het heeft ook slecht gewerkt op haar geestver mogens zóó dat zij zelfs eenigen tijd wegens hysterisch zenuwlijden verpleegd is geweest in het gesticht Coudewater. In Augustus 1889 daaruit zoogenaamd hersteld ontslagen, was, volgens be klaagde, de toestand weldra weder even onhoud- baarals vroeger, daar zij zich voortdurend schuldig maakte aan grof drankmisbruik en groote hoe veelheden cognac gebruikte, zoodat de verhouding tussehen de echtgenooten zeer gespannen was. Ook bekende beklaagde, dat hij-zelf gebruik maak te van cognacmorphine en opiumnaar zijn zeggen, om zijn leed te verzetten, terwijl hij zelfs tot tweemaal toe beproefde een einde aan zijn leven te maken, de tweede maal zoo, dat hij be diend moest worden en ook niet anders dacht dan te zullen sterven. Later heeft hij het voor nemen opgevat zich te verdrinken, doch hij zeide, dat hij daarvan was teruggehouden door gods dienstige overweging waarop de president opmerktedat die toch ook cn zeker nog meer gelden mochten bij moord op een ander aan bij iclfmoord. Vervolgens is, na weer met zijn vrouw een verschrikkelijken nacht te hebben doorge bracht, den 16en Januari 1890 het denkbeeld bij hem opgekomen haar het leven te benemen waaraan hij uitvoering heeft gegeven door dien morgen in hel steenen kruikje, waaruit zijn vrouw zich gewoonlijk van cognac bediende, naar zijn gissing "200 milligram strichnine te doen, die hij zich uit de apotheek heeft toegeëigend, of eigen lijk uit het magazijn, daar de 6leutel van de vergiftkast in de apotheek zelf s edert de vroegere gevallen van vergiftiging niet meer onder zijn bereik was. Toen is hij uitgegaan, na zijne vrouw nog gekust te hebben, doch spoedig weer naar huis terugge keerd om, naar hij zeide, het kruikje weg te ne- nemendoch toen was het reeds te laat: zijn vrouw had blijkbaar er van gebruikt, want zij zeide, dat de cognac zoo bitter was, waarop hij geantwoord had, dat dit zeker verbeelding was zelf hopende, dat de toegediende hoeveelheid niet voldoende zou zijn. Later, toen zich de verschijn selen der vergiftiging voordeden, door de dochter van Gloudetnans, bij wien het echtpaar inwoonde, uit de apotheek geroepen, had beklaagde nog als tegengift chloralhydraat toegediend, dodi zonder vrucht, daar zijn vrouw dienzelfden dag, 's mid dags ongeveer 1 uur is overleden. Opmerkzaam gemaakt op het slechte zijner daad, merkte beklaagde op, dat hij in een op welling van radeloosheid ze had begaan. Om de leefwijze zijner vrouw uit een goede betrekking te Amsterdam geraakt, zag hij daarna een eigen zaak ten gronde gaan en zou hij ook weer uit Waalwijk weg moeten, zuodat hij den bedelstaf in het verschiet- zag en lang dan ook reeds het denkbeeld zich bij hem had opgedrongen, dat op een of andere wijze een eind er aan moest komen. Dr. Van Gils uit Waalwijk, als getuige en deskundige gehoordgaf verslag over den toe stand der vrouw en deelde mede, dat de schielij ke dood wel eenig kwaad vermoeden bij hem gewekt had, waarvan liij ook nog meedeeling had gedaan aan den heer Zeegersals tweede getuige gehoorddoch dat dit slechts op vage fegevens berustte, daar hij de zieke, die eenige ugen reeds aan influenza leed, slechts vluchtig had gezien en enkel lievige tusschenpozeude stuip trekkingen had waargenomen. Op de vraag van den ambtshalve toegevoeg de verdediger, Mr. J. A. Loeff, adv.-procureur, of niet de toestand van het gestel der vrouw, het misbruik maken van sterken drank en de in fluenza, te zamen, den dood hadden kunnen ten gevolge hebben, guf Dr. van Gils dan ook te ken nen, dat hij geenszins positief kon zeggen, dat de dood veroorzaakt was door strichnine-vergiftiging maar de vrouw ook best kon overleden zijn aan andere oorzaken. Getuige Zeegers verklaarde, dat hij reeds sedert lang tot de overtuiging was gekomen, dat be- Naar aanleiding van het vroeger voorgevallene was de sleutel aer vergiftkast niet meer onder bereik van beklaagde, doch heeft deze zich de strichnine verschaft uit het magazijn. Juffrouw Gloudetnans en haar dochters gaven mededeelingen omtrent de verhouding tussehen man en vrouw dikwijls was er oneenigheid, vaak was de vrouw dronken, door overmatig gebruik van cognac, waarvan een der dochters eens bin nen 14 dagen tijd 9 flesschen had moeten halen. De heer I'. Woltering, apotheker te'sBosch wien het scheikundige onderzoek was opgedragen, kon noch in de deelen van het lijk, die hem trouwens eerst negen maanden na het overlijden werden verstrekt,noch in 't cognackruikje, dat echter negen maanden in het water had gelegen, sporen van strichnine ontdekken en gaf als deskundige als zijn overtuiging te kennen, dat een veel mindere hoeveelheid dan 200 miligram doodelijk kon zijn; dit hing slechts af van de omstandigheden, waarin de vergiftigde verkeerde, en van de mate var. oplossing, die het vergift had ondergaan. De heer Heijmans, arts te 's Bosch, die op verzoek der justitie bereidwillig de vrij gevaarlijke sectie op het natuurlijk reeds in gevorderden staat van ontbinding verlteerende lijk had verricht, consta teerde omtrent de hoeveelheid strichnine, die doodelijk is, dat er een geval bekend is, dat 15 a 30 miligram strichnine voldoende waren om den dood te veroorzaken en verschillende gevallen van 30 tot 45 milligram. Dr. Van der Hagen, ook als deskundige gehoord, verklaarde dat gemiddeld 100 a 125 milligram als doodelijk werd beschouwd, doch dat dit samen hing met verschillende omstandigheden en beant woordde, evenals Dr. Van Gils, bevestigend de vraag van den verdediger, of 'tzenuwlijden der vrouw, 't misbruik maken van sterken drank en de influenza, waaraan zij leed, te zamen den dood konden hebben veroorzaakt. Vervolgens deelde hij de verschijnselen mee, die zich bij Het M., waargenomen door jhr. mr. W. E. Th. M. Van der Does de Willebois, substituut officier van justitie, betoogde dat de moord niet was bewezen, doch wel de poging tot moord. Men had toch de volledige, zeer omstandige bekentenis van den beklaagde, welke werd be vestigd door verschillende aanwijzingen, die, hoewel op zich zelf zwak, in verband met de bekentenis, het wettig en het overtuigend bewijs leverden zooals de juiste aanduiding der plaats waar beklaagde het vergift heeft gehaala, het terugvinden van 't cognackruikje, waar beklaagde gezegd heeft, het te hebben weggeworpen. Daar strichnine op zichzelf een doodelijk vergift is, deed de gebruikte hoeveelheid, die men trou wens niet kende, niets at aan het aanwezig zijn der poging tot rroord, terwijl het tijdsverloop, verstreken tussehen het voornemen en het uit voeren der misda d, genoeg ruimte liet om tot bezinning te komen en dus de daad gepleegd is met voorbedachten rade, hetgeen trouwens be klaagde zelf erkent. Spreker zag in beklaagde een diep ongelukkig man, meer ongelukkig dan misdadig, en al is hier ook een der afschuwelijkste misdrijven ge pleegd zijn daad is geheel anders dan die van de vrouw, welke haren man vergiftigt om een anderen te kunnen huwen, geheel anders dan die van de moeder, welke hare dochter vermoordt om aan een erfenis te komen. Het O. M. betoogde, dat de roeping der straf wet is misdadigers, die voortdurend gevaarlijk zijn voor de samenleving door levensberooving, levenslange opsluiting of verbanning naar een bepaald oord, onschadelijk te maken, alsook hen te verbeteren en als afschrikwekkend voorbeeld te stellen. Te velen nog loopen rond, die door herhaalde afschuwelijke daden niet meer behoor den, zich vrij in de maatschappij te bewegen doch deze beklaagde rangschikte spreker niet onder hen, die onverbeterlijk zijn en voortdurend gevaar voor de samenleving opleveren. En wat liet afschrikwekkend voorbeeld aangaat, sedert het oogenblik van den dood zijner vrouw heeft beklaagde geen rust meer gehad; hij heeft zich willen van kant maken, heeft getracht opgenomen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1