Nummer 25 Woensdag 25 Maart 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. P o s t w et. (teadimid vai Weeïgs. De Legerwet. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Wailw(jksrbr en Laigstrulsrkf Conrant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden ann den Uitgever. Advertentiën 17 regel» f 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Verleden week heeft de tweede kamer de nieuwe Postwet aangenomen. Wij laten hier de voornaamste bepalingen volgen De Post alleen mag alle soorten van brie ven vervoeren en dat is nog al scherp in de wet uitgedrukt. Alleen als zij zwaarder zijn dan een half kilo mogen wij ze als pakjes meegeven per spoor, of Van Gend Loos of per schipper. 't ls echter te vreezen datals het niet om bijzonderen spoed te doen is, velen voor taan zullen gebruik maken van het nieuwe goedkoope stadsport; men zal nl. voor taan voor 3 cents een brief aan een stad genoot kunnen frankeeren en als het een pakketje is tot 200 gram, voor 5 cents; als wij nu nog vrijheid krijgen waar kans op is, om zelve onze briefkaarten te maken dan halen wij op de massa zeker nog wel menig hallcentje uitdat wij er nu voor betalen aan den staat en kost ons de briefkaart maar 21/«j cent. Het overige briefport is onveran derd gebleven alleen zal men voor 2 blauwe postzegels een pakketje tot 200 gram buiten de stad kunnen verzenden en voor 3 blauwe postzegels een pakje V2n 500 gram (een half kilo); voor elk half kilo meer moet er nog een postzegel bij; als wij niet genoeg postzegels op de brieven hebben geplakt moeten wij bijbeta len de gebruikte zegels zullen dus voortaan niet verloren zijn. Voor gedrukte stukken van hooger gewicht dan 250 gram is het port iets goedkooper geworden in evenredigheid tot de zwaarte. Denkelijk zullen wij hectografische en der gelijke afdrukken niet meer bij 25 tegelijk op de post behoeven te doen. De kleine couranten zullen met bijvoegsel waarschijnlijk niet meer dan een halven cent kosten; voor een gewicht tot 40 gram toe kan men daarmee frankeeren. De groote couranten zonder bijvoegsel zullen daar ook wel onder vallen. Maar men moet al over de 150 gram gewicht komen om meer dan 18. VI. DE GEHEIMZINNIGE BOODSCHAP. Verscheidene jaren zijn verloopen sedert den dag, waarop de Ilongaarsche magnaten het slot Liechtenstein verlieten, en aan het raeerendeel der toenmalige gasten van den vorst is intus- schen een treurig lot ten deel geworden. De pa- latijn, graaf Wesseleny, stierf aan een slepende koorts, het gerucht liep dat hij vergiftigd was. Nicolaas Zryni, de achterkleinzoon van den ver dediger van Szigeth, kwam op de jacht om, het heette dat een wild zwijn hem gedood had, maar men vond een kogel in het hoofd van het lijk Peter Zriny, zijn opvolger als ban van Croafie, stelde zich aan het hoofd der opstandelingen. Keizerlijke troepen onder bevel van hertog Karei van Lotharingen rukten het land binnen, en ver sloegen met de hulp der trouw gebleven magna ten van Hongarije, derebellen; gravin Wesseleny gaf zich over en werd zachter behandeld dan de overige vrouwen der magnate, die in de gevan genis werden geworpen. Graaf Nadnsty, graaf Zryni, graaf Frangipanie, werden terecht gesteld en hunne goederen verbeurd verklaard. Tokoly ontkwam door de vlucht. De Hongaren kwamen in opstand, toen men hunne edelen in hechtenis had genomen, en riepen de Turken te hulp, maar dezen aarzelden nog die te verleenen. De bur- ferkrijg woedde daardoor voort, en werd steeds reigender, steeds verbitterderde opstandelin gen, aan wier hoofd Emmerich Tokoly zich ge plaatst had, rekenden er op, dat de Turken hun nog wel te hulp zouden komen; hun haat tegen Oostenrijk ging zooverdat zij zich liever aan de Porte dan aan den keizer wilden onderwerpen. De gemalin van den keizer was gestorven; hij had later de Tyroolsche prinses Claudia gehuwd een persoonlijke vijandin van vorst Lobkowitz er. nu zou ae hofpartij zegevieren, die het den vorst had ten lasie gelegd, dat toenmaals de rad draaiers der Hongaarsche samenzwering waren een cent te betalen en dan nog maar één hal ven cent méér tot 150 gram. Als men een uitgever of een drukker drukwerk zendt, kunnen de proeven niet alleen met het daarbij behoorend handschrift naar het tarief van de drukwerken verzonden worden, maar mag men er zelfs bijvoegen het handschrift voor vervolg-afleveringen van dezelfde zaak. Voortaan zal men brieven met geld of andere waarde behalve wissels en dergelijke moeten aanteekenen. Als men 't niet doet, zal de post 't doen vuor rekening van den geadresseerde. Het kan niet meer kosten dan i0 cent voor gewone aanteekening en bij aangifte van de waarde niet minder dan 12V2 cent, maar ook niet meer dan 2l/i cent opklimming voor elke f 100. De schadever goeding bij verlies blijft zooals zij geweest is: f 25 als de waarde niet aangegeven was en het volle bedrag van hetgeen wel aange geven was en verloren ging. Postwissels zullen, even als nu, 5 cents voor f 12,50 kosten (even als postbewijzen), maar als men niet hooger verzendt dan f5. zal 't maar 2Vs cent kosten. Behalve quitanties zullen ook wissels, as signatien en ander handelspapier per post kunnen worden geïncasseerd. Het zal altijd maar vijf cents kosten aan den afzender maar daarentegen zal men bij ontvangst van het geld de kosten moeten betalen naar rato van den postwissel. Als wij zeggen dat een en ander nu voort aan zal kunnen gebeuren, bedoelen wij er natuurlijk mee als de nieuwe wet er zal zijn. Voorat moet de eerste kamer haar nog aan nemen (maar daar behoeft men geen oogen- blik aan te twijfelen) en dan moet de mi nister nóg allerlei bepalingen maken om trent verschillende zaken, die de wet niet kan vermelden. Pas heeft hij den heer Le- vysson Norman beloofd te zullen nagaan of men ook belasting per post zou kunnen over maken en dan zal er waarschijnlijk ook nog het een en ander geregeld worden om den Zondagsdienst nog wat te verlichten. Maar daar kan het publiek veel meer aan doen, als het eenvoudig tot Zondagavond of Maan dagochtend laat liggen wat niet strikt noodig is op Zondag besteld te worden. ontkomen. Plotseling verspreidde zich in Weenen het gerucht, dat de vorst, juist terwijl hij zich op zijn gewone audiëntie bij den keizer wilde bege ven, door den bevelhebber van de lijfwacht der hellebardiers, vorst Pio, in zijn paleis was gear resteerd. Nog den vorigen avand had vorst Lob kowitz aan het hof schijnbaar de gunst des keizers genoten, thans werd hij eensklaps van al zijne ambten ontzeten voor een commissie van on derzoek gebracht, die speciaal voor dit geval was benoemd. Weinige dagen later werd hij naar zijne goederen verbannen, zonder de redenen van zijne veroordee'ing te vernemen; drie corapagniën dragonders escorteerden hem in een open kales ten aanschouwe van het gapende volk, over de Donaubrug, en voerden hem naar het slot liaud- nitz in Bonemen, waar hij onder bewaking moest verblijven. Terstond daarop verklaarde Leopold den oorlog aan Frankrijk en wekte daardoor den onverzoen- lijken haat van dit rijk op, waarvan het gevolg zou zijn, dat Lodewijk XIV zich later door ver raad van Straatsburg meester maakte en de Tur ken tegen Oostenrijk opstookte. Ir.tusschen had Max Gundacker te Weenen een stil werkzaam leven geleid; hij had slechts ver nomen, dat vorst Liechtenstein met zijn familie naar Silezië was getrokken dat hij met vorst Lobkowitz in vijandschap was geraakt, en er aldus geen hoop meer bestond Maria nog eens te ontmoeten, of zelfs maar haar uit de verte te zien. Meester Bockel was over zijn gezel zeer tevreden, hij kreeg hem met eiken dag liever, maar hij had wel gewenscht dat deze zich opgeruimder, vroo- lijker, minder in zich zeiven gekeerd, had betoond; ja, hij zou zelfs gaarne hebben gezien, dat Max oogen had gehad voor zijne lieve Louise, die zich in die jaren tot een bloeiende maagd had ont wikkeld, en iederen wensch van Max vervulde, dien zij op zijn gelaat meende te kunnen lezen. Maar de gezel was en bleef een zonderling mensch. Hij deed niets wat kon doen vermoeden, dat hij zich voor beter hield dan de zonen van zijn mees ter; integendeel h bewees veeleer door zijn om gang, dat hij het dankbaar erkende, dat zij hem als hun broeder beschouwden, maar in deze be scheidenheid lag iets dat ook weder voor trots kon gehouden worden. Ook de omstandigheid Het rapport over de legervvet is versche nen. Het vormt met hetregeeringsantwoord een boekdeel van 186 bladzijden, behalve 25 bladzijden, die over het mondeling overleg handelen. In hoofdzaak is het ontwerp on veranderd gebleven. Betreffende den persoonlijken dienstplicht, het bepaalde contingent en de vrijstellingen bleven de bepalingen ongewijzigd. Behalve van het leger en de landweer zal ook van de actieve zeemacht en zeeweer de samenstelling bij koninklijk besluit worden bepaald. Het onderscheid tusschen veldle ger, bezettings en depottroepen is vervallen; gezamenlijk heet het „leger". De inschrijvingsplicht is beperkt tot de vol brenging van het 28e levensjaar. De regeering erkennende de noodzake lijkheid van kazerneverbetering, oordeelt dat daarvan de invoering van den persoon lijken dienstplicht niet afhankelijk mag zijn. Zij blijft de uitgaven voor eens op 6 mil- lioenvervolgens per jaar op 2 millioen be rekenen. Nummerverwisseling onder een en dezelfde lichting wordt niet toegestaan. Wel voor het zoogenaamd blijvend gedeelte, onder bepaalde voorwaarden. De commissie van voorbereiding overweegt of zij amendementen zal voorstellen welke overweging nog eenigen tijd zal vorderen. De zich patriotten noemende volgelingen van Déroulède hebben met fatsoenlijke lieden gemeen hun afkeer van gevange nisstraf. Zoolang zij ongestraft kunnen ageeren, agiteeren en manifesteeren laten zij geen gelegenheid ongebruikt tot berijding dat hij nooit over zijne jeugd of over zijne plannen voor de toekomst sprak, gaf aanleiding, dat hij in het huisgezin van Bockel als een vreemde gast bleef verkeeren hoe lief men hem ook had ge kregen, en hoe vast men ook overtuigd was, aat hij liunne vriendschappelijke gevoelens van gan- scher harte beantwoordde. De beide zonen van Bockel erkenden de meer derheid van Gundacker niet alleen met betrek king tot hetgeen hij volbracht, maar ook in ken nis zij gevoelden dat hij hooger aanspraken mocht maken dan zij en zij benijdden hem niet; zij zouden hem gaarne gegund hebben, dat het lot hem een betere, hoogere plaats had aange wezen. Een zeker "oorgevoel, een instinckt zeide het, dat Max Gundacker op eene andere plaats behoorde, en slechts door de stormen van het noodlot in hun kring was geworpenhet zou hen volstrekt niet verwonderd hebben, indien hij eensklaps veranderd was in een aanzienlijk heer die zich slechts vermomd onder hen had opge houden. In het tijdsverloop van zijn verblijf onder hen had men zoo menige opmerking gedaan en zoo veel gezien, wat die geheimzinnige betoovering, die Gundacker omringde, verhoogde. De amulet, die hij aan niemand liet zien, was toch aan zijn hals ontdektin het Venetiaansche kistje, welks fijne bewerking Bockel reeds bij den „Stock im Eisen'' had bewonderd, bewaarde hij een zijden, fraai geborduurd doekje, dat hij eens bij gelegen heid had vertoond, en in welks hoeken graven kronen met het Maltezer kruis stonden; hij zei echter, dat hij zich niet meer kon herinneren hoe dit in zijn bezit was gekomen, hij had het van zijn vroegste jeugd gehad. Toen Bockel eens voor zaken in Brunn was geweest, had hij daar ver nomen, dat Max op Liechtenstein een wild paard had getemd, dat Hongaarsche magnaten hem daarover lof hadden toegezwaaid, en hem hadden willen overhalen om in hun dienst te treden. Max had daarvan niets verteld, en toen zijn mees ter hem hierover een verwijt deed, had hij een kleur gekregen en geantwoord, dat dit ijdele pocherij zou hebben geschenen en dat hij zich niet wilde verhoovaardigen op dingen, die niets met zijne kunst te maken hadden. Men kon hem aanzien dat dit onderwerp hem onaangenaam was, en toen Bockel eens weder naar van hun stokpaardje de verstoring van rust en orde en de aankweeking van tweedracht en verdeeldheid, maar zoodra de regeering of een of ander hooggeplaatst politie-man zijn tanden laat zien verdwenen zijn de lawaaischoppers met hun edele gevoelens en van liefde voor volk en vaderland getuigende denkbeelden. Men heeft reeds zóó menigvuldig boven medegedeelde theorie aan de praktijk kunnen toetsen, dat zij, die tegen Zaterdagavond 11. een of ander ernstigs tegemoetzagen, veilig kunnen gerekend worden tot de valsche pro feten ot tot de niet dieper ingeleiden in de politiek der heeren „patriotten." De patriot ten hebben met hun afgod Boulangerdiens afkeer gemeen van alles, wat naar gevaar riekt; leven en goed dragen zij nog meer liefde toe dan het vaderland. Déroulède is ook een weinig minder boud geworden, zelfs van zijn interpellatie betreffende de huiszoe kingen heeft hij ter elfder ure afgezien, zoodat de heeren afgevaardigden van Frankrijk Za terdag in alle kalmte en vrede voor een maand met vacantie naar huis zijn gegaan. Van een betooging tegen Ferry is Zaterdag niets gekomen Voor 400 leden van de „Association nationale républicaine" hield hij een redevoering in het Elysée Montmartre, hij betoogde de noodzakelijkheid van de opportunistische politiek en na afloop daar van reed hij kalm huiswaarts. Wel riep een honderdtal „Weg met FerryWeg met den Tonkinees," welk geschreeuw eenigen op een paar blauwe plekken en een ingedeukten hoed kwam te staan, maar daartoe bepaalde zich de de gansche betooging dan ook. Door de Fransche regeering zal bij de kamer een wetsontwerp worden aangeboden tot hervorming van de belasting op sterke dranken. Daardoor zullen 79 millioen afge nomen worden van de hygiënische dranken, opgewogen wordende door eene surtaxe op den alcohol, waarvan de belasting gebracht wordt van 156.25 op 195 tr. per hectoliter. Gelijk de afscheiding der Vereenigde Staten van Amerika van het Britsche moederland begon met een geschil over simpele thee- Brunn gereden was verzweeg hij bij zijn terug komst tegenover Max, dat hij wederom iets zon derlings had vernomen, maar aan de zijnen deelde hij in vertrouwen mede, dat het toeval hem al daar een oude vrouw had doen ontmoeten, die wonderlijke dingen had gezegd, toen zij gehoord had dat zijn medehelper Gundacker heette, en dezelfde was die te Brunn het aanbod van To koly had afgeslagen. De menschen zeggen, verhaalde Bockel, dat die vrouw met een helm is geboren en ir. de toe komst kan zien, ik zou haar anders voor een krankzinnige gehouden hebben. Zij was zoo blij als een kind, toen zij hoorde dat Max bij mij woonde, maar toen ik haar zijn naam noemde, staarde zij mij verschrikt aan, en vroeg hoe ik wist dat hij een Gundacker was. Zij bracht veel zotteklap uit, en droeg mij op aan Max te zeg gen, dat hij op den derden dag na volle maan naar de vesper in de Stephanuskerk moest gaan, daar zou iets gebeuren, aat van belang was voor zijn geheele leven. Meester Bockel had geen lust dezen last te vol brengen. De arme jongen, zeide hij, is reeds niet meer opgeruimd, hij gaat gedrukt onder een zwaarmoedig gevoelhij heeft mij eens in ver trouwen gezegd, dat het hem grieft niets van zijn onders te weten, en zoo als het ware zon der geboorteplaats in de wereld geworpen te zijn. Ik heb wel gemerkt dat hij toen ter tijd uit Brunn neerslachtig terugkwam, ofschoon hij daartoe eeen reden had, en zelfs van vorst Lobkowitz dank en belooning ontving; nu weet ik de reden, hij heeft zich laten waarzeggen, en het gesnap der zinnelooze oude heeft hem nog dieper terneerge drukt. Spoken blijven spoken, een mensch moet aannemen wat God hem zendt, en niet bij too- verij en waarzeggerij heil zoeken. Zoowel zijne vrouw als zijne dochter waren van een geheel tegenovergestelde meening. Men kon liet haar aanzien, dat zij van nieuwsgierig heid brandden en liefst Max naar de kerk zou den hebben vergezeld. Gij hebt geen recht, Jozef, zei vrouw Emerentia beslist, om voor voogd te spelen en een boodschap aan Gundacker ach terwege te houden. Droomen en voorgevoelens bevatten dikwijls waarheid, God zendt ze om ons of anderen daardoor te waarschuwen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1