Nummer 28.
Zondag 5 April 1891.
14e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER:
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Wadwpcfe en Laiiptraatsclie Courant,
DH blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te eenden
ean den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
't Is in Belgie Woensdag nog tot geen
staking gekomen in de kolendistricten, maar
wat de toekomst zal baren, ligt in 't duister,
hoewel de verhandelingen van het Parijsche
congres hoop geven, dat 't niet zoo licht tot
een algemeene staking zal komen. Behalve
de heethoofden, die alles met geweld meenen
te kunnen verkrijgen, zijn er gelukkig ook
nog mannen van doorzicht en verstand, die
de kracht kennen van de wapenen, waar
mede zij strijden en die voor de verant
woordelijkheid van een zoo grooten stap als
de algemeene staking in alle kolendistricten
terugdeinzen, of er ten minste nog eens
rijpelijk over nadenken, 't Is ongeveer als
met den oorlog in Europa. Zelts hij, die graag
zou willen, durft er niet aan de lont in het
kruit te steken. De meerderheid van de ge
delegeerden te Parijs is voor 't oogenblik
tegen een algemeene staking.
Of 't desondanks zal komen tot de stichting
van een internationalen mijnwerkershond en
tot een overeenstemming betrekkelijk de
wettelijke vaststelling van den werkdag op
8 uur
John Buil heeft in Indie een nederlaag ge
leden, die veel bloed heeft gekost en alleen
door bloed kan worden uitgewischt. De
algemeene commissaris van Assam, Quinton
genaamd, was met twee regimenten Ghoorka's
naar Manipore getrokken om daar den rajah
hij te staan, die door weerspannige stammen
was afgezet. Over de grenzen gekomen, werd
midden in den nacht het kamp, door Quinton
en zijn mannen betrokken, overvallen door
oproerige henden en in twee dagen tijds
verloren zeven officieren en 470 man het
leven, terwijl Quinton zelf, kolonel Skine en
de politieke agent Grunwood zijn gevangen
genomen.
Als een donderbui hij heidei en zonneschijn
is het bericht van dit incident te Londen
ontvangen, maar van beslist ernstigen aard
is het gebeurde toch niet; eenige regimenten,
21.
VI.
DE GEHEIMZINNIGE BOODSCHAP.
Indien ooit het lot u de prinses Liechtenstein
weder doet ontmoetenbreng haar dan mijne
groeten en zeg haar, dat mij in dit uur de over
tuiging heeft getroost, dat zij met mijn ongeluk
onbekend was, en dat zij niet tot mij kon komen,
anders zou zij mij haar deelnemenden handdruk
niet hebben unthouden.
De prinses wendde haar bleek gelaat af, de ca
valier bracht haar den dom uit, waar een draag
stoel haar wachtte. Max volgde op eenigen af
stand. Hij zag nog hoe de prinses den cavalier
omhelsde, zich daarop van hem losrukte, en met
de duenna in den draagstoel steeg.
VI.
Het VRIENDSCHAPSVERBOND.
De lezer zal dón naam van den cavalier wel
reeds geraden hebben, hij was dezelfde, van wien
Eleonora op het slot Lichtenstein tot hare vrien
din had gesproken hij was zijne geliefde ook in
haar ongeluk trouw gebleven. Guido van Star
hemberg, uit een jongeren tak van het oud
adellijk geslacht gesproten, was, met het oog op
zijn vader en op diens stiefbroeder, het hoofd
der familie, die beiden staatkundige tegenstanders
en persoonlijke vijanden van vorst Lobkowitz
waren, genoodzaakt geweest zijne liefde voor
Eleonora geheim te houden. Under de tegen
woordige omstandigheden had noch hij noch
zij hoopooit de toestemming der ouders tot
hunne verbintenis te zullen verkrijgen; de ont
dekking van hunne wederkeerige genegenheid
zou tengevolge gehad hebben, dat men het hun
nog moeielijker, wellicht geheel onmogelijk had
gemaakt, elkander van tijd tot tijd te zien. Er
naar de plaats des gevechts gezonden, een
flinke kastijding van de overmoedige oproer
lingen en het zaakje is weer gezond.
Bismarck's verjaardag is in Duitschland in
vele gemeenten herdacht, 't heeft den ex-
kanselier aan geschenken, gelukwenschen en
huldebetuigingen niet ontbroken, zoo van
corporatien als van particulieren, maar van
's keizers belangstelling in den geboortedag
van zijn vroegeren eersten staatsdienaar en
leermeester heeft men niets vernomen, terwijl
ook de Duitsche leading-papers zich over
het geheel bepalen tot korte mededeelingen
en men van een warm enthousiasme voor
den „grondvester des Duitschen Rijks" maar
weinig bemerkt.
Zelfs de Duitsche regeering schijnt voor
het „frappez toujours" niet ongevoelig te'zijn,
getuige het leit, dat na of waarschijnlijk door
het courantengeschrijf over het YVelfenfonds,
besloten is van officieele zijde een authentieke
lezing te geven van de administratie van
genoemd fonds. Een soort rekenschap dus,
door de hooge en hoogste oomes te geven
van het gebruik der dubbeltjes, tevens be
doelende een nieuwe regeling van administra
tie dier gelden. Uit deze mededeeling van
den „Reichs - Anzeiger" blijkt dus, dat de
hertog van Cumberland voorloopig nog niet
vet za) soppen van de in beslag genomen
millioentjes Buigen of breken eischt de
regeering en de hertog heeft naar 't schijnt
in geen van beide zin. De regeering zoekt
nu naar een bron om de rente nuttig te be
steden en wil dan ook rekening en verant
woording doen, behalve van een gedeelte,
ten bedrage van 350.000 mark, dat men
nog steeds bestemd voor de bestrijding van
het Weltendom.
Von Bötticher heeft Vrijdag 11. van den
keizer een brief ontvangen met betrekking
tot de bekende aangelegenheid (de schenking
van 350.000 mark aan Bötticher's schoon
vader) en dat schrijven zal wellicht openbaar
gemaakt worden.
Er komt dus licht in de duisternis.
was een groote partij aan het hof, die reeds lang
naar den val van minister Von Lobkowitz had
verlangd; het was een openbaar geheim, dat ook
thans alle aanklachten tegen den vorst niets zou
den gebaat hebben, indien niet de invloed van
de keizerin bij Leopold had weten te bewerken
dat hij eindelijk aan de lasteringen geloof sloeg
en eene commissie van onderzoek benoemde maar
men wist ook, dat de keizer in werkelijkheid zijn
gunsteling om geheel andere reden had laten
vallen dan die, welke men gerechtelijk zou on
derzoeken. Vooral Lobkowitz wist dan ook zeer
goed, dat geen bewijs van onschuld hem kon
redden.
Men tast mijne eer aan, had hij tot Eleonora
gezegd, om mij in het verderf te storten; men zal
zich nauwelijks de moeite geven de tegen mij
ingebrachte beschuldigingen te onderzoeken. Mij
zou alleen een vriend kunnen helpen, die den
keizer het bewijs leverde, dat de haat der keizerin
mij wil vernietigen, en dat mijne vijanden mij
door valsche beweringen dien haat hebben be
rokkend. De eenige, die dit den keizer zou kun
nen zeggen, en wien deze misschien ook geloof
zou schenken, is Liechtenstein, maar die is mijn
vriend niet meer.
Bij deze woorden van haar vader kwam bij
Eleonora de gedachte op, dat zij wellicht in staat
zou zijn hem te redden, Maria was haar vriendin,
en al was ook ten gevolge van den onmin tus-
schen de beide vaders haar omgang afgebroken,
al hadden de vriendinnen elkander ook in jaren
niet gezien, zoo twijfelde zij in haar hart er toch
volstrekt niet aan, dat Maria, zoodra zij slechts
vernam, dat zij haar helpen kon, alles in het
werk zou stellen om het hart haars vaders te
vermurwen, Zij schreef aan Guido, en verzocht
hem Maria kennis te geven van haar ongeluk,
en daar Guido had vernomen, dat vorst Liechten
stein op zijn slot bij Brunn op de jacht was, had
hij zich derwaarts begeven om zich van zijn last
te kwijten.
Vorst Liechtenstein had den jongen graaf Star-
lieraberg vriendelijk ontvangen, maar nauwelijks
uit diens woorden opgemaakt, dat deze sym
pathie koesterde voor vorst Lobkowitz, of hij werd
in het oogvallend koel, en scheen opzettelijk te
willen verhinderen, dat hij zijn dochter ontmoette,
want hij merkte op, dat deze ongesteld was. Hij
noodigde Guido niet uit om zijn bezoek te her-
't Is tusschen de Oude en de Nieuwe We
reld of liever tusschen de Vereen igde Staten
en Italië mis en wel naar aanleiding van het
zoo betreurenswaardige incident van Nieuw-
Orleans, waarover we juist in de laatste dagen
weinig anders hadden kunnen boekstaven
dan de mededeeling van eenige wraakne
mingen. Men wist de aangelegenheid in de
phase der diplomatieke onderhandelingen
getreden en dan is geduld geboden: langzaam
en netjes is dan de vaan, waaronder men
vaart. Als aan Italië voldoening werd ge
schonken voor den moord, (toepassing der
lynchwet) gepleegd op de van sluipmoord
verdachte leden der Mafia dan meende men
dat alles wel in 't reine zou zijn.
Maar men had buiten den waard gerekend
of liever buiten de voortvarendheid van de
driftige, opbruisende Italianen en daar wordt
eensklaps de regeering der Vereenigde Staten,
zetelend te Washington, verrast door de aan
bieding van de brieven van terugroeping van
den Italiaanschen gezant bij de Unie, Fava
genaamd. Zoo'n daad heeft in de politieke
en diplomatieke wereld een enorme beteekenis,
zij staat gelijk met de afbreking der relatien
tusschen de beide betrokken mogendheden
en menigwert wordt zoo'n breuk gevolgd door
een oorlog. Gelukkig zullen de zaken zoo'n
tragische wending wel niet nemen. Fava's
terugroeping is meer een gevolg of eigenlijk
gezegd een uiting van Italie's ontevredenheid
of wellicht ontstaan door een pressie, op
koning Humbert van Italië uitgeoefend en
reeds heeft Porter, de Amerikaansche gezant
te Rome, der regeering om eenig uitstel ver
zocht, terwijl zelfs van een samenroeping van
de beide huizen van het Amerikaansche con
gres wordt gesproken.
Alles saamgenomen is de gansche aange
legenheid een storm in een glas water te
noemen en zij, die in hun verbeelding het
wapengekletter reeds vernemen, zullen wèl
doen zich te herinneren dat zoo niet immer,
dan toch doorgaans alles ten goede keert als
men in 't begin wat hard van stal is geloopen:
Italië, zegt de Times, zal geen oorlog gaan
halen, en gaf hem zijn afscheid onder zulk een
nietig voorwendsel, dat Guido dnarin bijna een
beleediging, maar in ieder geval de bedoeling kon
zien, dat de vorst hem niet als gast wenschte uit
te noodigen om te blijven.
De stemming van den vorst was zoo in het
oogloopend veranderd dat Guido de reden wel
kon raden, en overtuigd werd, dat zelfs de voor
bede van Maria hier weinig zou uitwerken. Echter
hield hij zijn last nog niet voor volbracht; hij
wilde althans niet naar Weenen terugkeeren, zon
der beproefd te hebben Maria het verzoek van
Eleonora mee te deelen. Daar hem de toegang
tot het slot afgesneden was, wilde hij Maria hei
melijk een briefje doen toekomen en onderzocht
in Brunn naar een vertrouwden bode, wien het
verkeer met de bewoners van het slot vergund
was. Hij vernam dat in het dorp een oude
vrouw woonde, die ziekten kon bezweren en
drankjes bereiden, en dat men de kunst van deze
had ingeroepen ten behoeve van prinses Liech
tenstein, waarvoor geen dokter raad wist.
Guido zocht de oude op. Zij zag hem uitvor-
schetvd in het gelaat en scheen nauwelijks te
hooren wat hij zei.
Gij zijt een Starhemberg, sprak zij plotse
ling tot zijn grootste verbazing, want hij had
haar noch zijn naam gezegd, noch dien ook willen
noemen. Een Starheraberg uit Stiermarcken
staat gij ook naar het slot Liechtenstein? Laat
mij uw hand zien.
De oude zei dit met onrust, bijna mei angst.
Wat zal ik u zeggen? vervolgde zij eensklaps,
nadat zij lang de lijnen van zijn hand had be
schouwd. Uw levenslijn is recht, trotseh en vast.
Verlang niet naar datgene wat anderen is be
schoren. Voor u bloeit geluk, ik zie gevaren
maar geen strijd met bloedverwanten, de lijn
wordt niet gekruist. Wat wilt gij van de be
woonster van Liechtenstein?
Guido hield het voor geraden de oude te ver
trouwen, zoover hem dit vergund was.
Het is een boodschap van een vriendin, een
bedroefde, die gij de prinses moet ter hand stel
len, zeide hij, mij kent de dame niet, ik be
hoor een andere.
Geloofd zij Jezu9 Christus I riep de oude
gerustgesteld. Uw oog bedriegt niet, uw hart
is zonder valschheid. Ik waag veel, indien ik
aan uw verlangen voldoe, maar het zal geschie-
voeren, want bezuinigingen maken 's lands
eerste levensvoorwaarde uit, en de Italiaan-
sche pantserschepen zijn te kostbaar, om ze
in de waagschaal te stellen tegenover de
Amerikaansche torpedo's.
De heer Blain heeft thans den Italiaanschen
gezant een brief doen toekomen, waarin hij
zijn leedwezen betuigt over het vertrek van
den gezant, dat veroorzaakt is door een mis
verstand. De bondsregeering heeft niet het
recht de verzekering te geven dat de schuldi
gen te New-Orleans gestraft zullen worden,
want elke beschuldigde heeft recht op eene
onpartijdige rechtspraak. De Amerikaansche
regeering neemt het beginsel van het verleenen
eener vergoeding aan. Dat de betrekkingen
der slachtoffers ongeduldig zijn, is natuurlijk,
maar de justitie mag niet met overhaasting
te werk gaan.
Uit de stadskast te Gent, welke door den
vroegeren kassier, den beruchten Engelbeen,
reeds zoo geplunderd was, is door een der
bedienden een brutale diefstal van 40,000 fr.
gepleegd, en wel door den kassier Victor
Gillis, als ware het onder de oogen van den
gemeenteontvanger, den heer de Pière. Den
3len Maart stelde deze laatste hem een som
van ruim 60,000 fr. ter hand, ten einde ge
lijk gewoonl'jk deze in verschillende enve
loppen te verdeelen naar gelang van het be
drag, hetwelk den len April aan de hoof
den van scholen, ook voor hun personeel,
en andere gemeenteambtenaren als bezoldi
ging moest worden uitbetaald. Die verdeeling
geschiedde steeds in tegenwoordigheid van
den ontvanger, en zoo ook 1 Dinsdag 11. Bij
het einde van den bureautijd waren er op
die wijze reeds ruim 20,000 frs. in de ver
schillende enveloppen gedaan, en deze wer
den met het pak nog onverdeeld bankpapier,
ten bedrage van omstreeks 40,000 fr., door
den kassier in de brandkast geborgen. Zoo
den, als gij rrij belooft te doen wat ik u zeggen
zal.
Als het niet strijdt tegen mijne eer, dan zal
het gebeuren.
De oude peinsde eenigen tijd, en zei eindelijk
Mijn dank zal ik vragen als ik de prinses
heb gesproken. Verwacht heden avond bescheid.
Het was Guido onaangenaam langer te Brunn
te vertoeven want vorst Liechtenstein kon dit
toevallig vernemen en achterdocht opvatten,
maar hij moest aan den wil der oude voldoen.
Toen het donker geworden was ging hij
weder tot haar, en vond haar reeds terugge
keerd.
Men heeft mij niet toegelaten, zeide zij, hem
achterdochtig aanziende. Maar ik wil niet
twijfelen aan uw woord, ik lees op uw gelaat.
Neem uw brief terug, men zou hem bij mij kun
nen vinden, op het slot is men wantrouwig. Deel
mij mede wat gij van de Liechtensteinsche verlangt,
dan zal ik het haar zeggen, zoodra ik er gelegenheid
toe heb. Doe dan wat ik begeer, om mijnent
maar ook om uwentwil. Ik zal u te Weenen
een boodschap zenden als het gelukt is, en mijn
loon van u eischen. Ik zeg u, sla acht op het
woord van een oude vrouw, die meer ziet en
meer weet dan gij, want zij ziet uit ds duisternis
in het heldere licht.
Guido moest zich ook naar dit verlangen
schikken, wilde hij niet geheel onverrichter zake
terugkeerenhij schond immers ook geen be
lofte van geheimhouding, als hij de oude in het
vertrouwen nam. De heidin luisterde opmerk
zaam, maar gaf door hoofdschudden te kennen
dat zij hem niet veel hoop kon geven op wel
slagen.
Grooten der aarde, zeide zij, toen hij geëin
digd had, zijn onverzadelijk in hun eerzucht; zij
verzamelen rijkdommen en streven naar macht;
zij willen voor hunne kinderen en kindskinderen
paleizen bouwen voor de toekomsthun geslacht
moet heerschen over andere; maar er staat ge
schreven God straft de misdaden der vaderen
tot in het derde en vierde gelid, maar Hij be
loont de deugd tot in het duizendste gelid.
Wordt yervolgd.