Nummer 35. Donderdag 30 April 1891.
14e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
He Goudsmid van Woosts.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig- overzicht.
FEUILLETON.
UITGEVER:
Waalwijk.
Waalipsrte en LangsMsche Courant.
DU blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1.00.
Franco per post door het geherle rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscl»
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolp Steinïr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Over gebrek aan slof, voor zoover het bui-
land betreft, hebben wet op 't oogenblik nie
te klagen.
Zelfs indien we ons er toe wilden bepalen
onzen lezers slechts een resumé te geven van
den lof, die door de groote organen van
Europa in 't algemeen, door die van Ger-
manie in 't bijzonder, wordt toegezwaaid aan
den grootsten veldheer onzer eeuw, den ou
den Von Moltke, die nimmer een slag heeft
verloren -- zelfs dan zouden we kolommen
druks kunnen vullen.
Tot de bloote vermelding van de eerbe-
wijzingen aan de nagedachtenis van Von
Moltke, zullen we ons dan ook moeten be
palen. De jeugdige keizer des rijks, welks
voorname plaats in de rij der volkeren voor
een groot deel aan Von Moltke's nimmer
falende berekeningen moet worden toege
schreven, gaf het voorbeeld: niet zoodra had
hij het bericht ontvangen van het zware ver
lies, dat land en volk had getroffen, of hij
haastte zich der familie een telegram van
deelneming te zenden, waarin hij zegt in den
veldmaarschalk zoo goed als een geheel le
ger te hebben verloren en in den morgen
van Zaterdag reisde Wilhelm II, die bij ont
vangst der doodstijding verstijfd van schrik
had gestaan, naar Berlijn en ging rechtstieeks
naar het gebouw van den algemeenen staf,
waar hij een tijdlang bij Von Moltke's stof
felijk overschot vertoefde.
Het huis van afgevaardigden, de rijksdag
en het heerenhuis hadden in den loop van
den dag reeds blijken gegeven van de ach
ting, den overledene toegedragen, door de
opheffing der zittingen als teeken van rouw
na de uitspreking van redevoeringen, getui
gend van waardeering en liefde. Hoe de man,
die drie veldtochten leidde en den generalen
staf naar zijne meening organiseerde, wordt
gehuldigd door de Duitsche pers, gaat alle
begrip te boven. Sinds keizer Wilhems dood
is het hart van den Duitscher door geen en
kele tijding zoozeer getroffen zegt men
als door de treurmare dat de veldmaarschalk
aan de natuur zijn tol had moeten betalen
en dan voegt men er bij dat hij geen enkelen
vijand had, hoe hoog hij ook stond en met
hoeveel vereering zijn naam ook werd ge
noemd. Von Moltke's bescheidenheid was dan
ook waarlijk bewonderenswaardig, van veel
ophef hield hij niet, hij berekende de veld
slagen en hij behaalde de overwinningen en
dan gedoogde hij niet dat men daarvan groote
drukte maakte, hij achtte het de natuurlijkste
zaak ter wereld. Den oorlog noemde hij noo-
dig om de deugd, den moed en de vader
landsliefde aan te kweeken.
Tot in 't laatst van zijn leven was Von
Moltke werkzaam in 't belang van den staat,
de verdedigingswerken van Helgoland en het
Noord-Oostzeekanaal werden door hem be
studeerd en vóór jaren reeds had hij zorg
gedragen, dat er met zijn heengaan uit de
rij der levenden geen leegte ontstond toen
de hooge militaire ambten en commando's
moesten overgaan in jongere handen, had
hijzelf de leiding bij de reorganisatie geno
men en het gevolg is dan nu ook, dat Molt-
kes dood geen verandering of consternatie
brengt in de militaire organisatie.
Van Von Molrke op Bismarck „il n'y a
q'un pas," maar de bladen die werkelijk dien
stap doen en een vergelijking stellen tusschen
beide mannen, die zulke onschatbare dien
sten hebben bewezen aan Duitschlands een
heid, macht en roem, doen die niet ten gunste
van laatstgenoemde uitvallen. Von Moltke
kende geen zelfzucht, hij ging toen 't tijd
was om voor de jongeren plaats te maken,
doch Bismarck werd bitter, hij kwam in de
oppositie en als hij dezer dagen in den rijks
dag komt, zal zijn heftigheid blijken tegen
hervormingen, die de vorst en zijn raadslie
den gewenscht achten Dat Bismarck bij de
herstemming slagen zal, is zoo goed als zeker
de agitatie voor zijn persoon wordt met kracht
geleid en zelfs heeft de Hamburgsche „Reichs-
wahlverein" tot steuning van zijn candidatuur
15.000 mark toegestaan.
Naast Moltke's dood staat de werkstaking
in de kolenmijnen op den voorgrond. Hoewel
er Zondag in eene groote vergadering van
afgevaardigden tot eene algemeene staking
besloten werd is deze tot dusver nog niet
ingetreden. Van 127,000 kolemijnwerkers in
het Rijnsch-Westfaalsche gebied staakt op
het oogenblik hoogstens een zesde. In de
ai beiderskringen zeiven doen zich voortdurend
nog ontradende stemmen hooren. Daarbij
komtdat de mijnbezitters de contractver-
brekende werklieden met definitief ontslag
bedreigen en dat de regeering elke bemid
deling ten gunste van conti actverbrekende
stakers afwijst. Tegelijkertijd zijn eenige
groote Rijnlandsche ijzer-industrieelen terstond
begonnen den omvang van hun werk te be
perken en talrijke arbeiders af te danken
zoodat de arbeiderswereld in de staaklustige
districten voor een tweeledig onheil staat.
Mocht het onder deze omstandigheden noch
tans tot eene algemeene staking komen, dan
zou de strijd tusschen arbeidgevers en arbeid-
nemers vermoedelijk het beslissende en prin-
cipieele karakter aannemen tot hetwelk bij
de eerstgenoemden, ook wegens de houding
der regeering, neiging schijnt te bestaan.
In de Fransche kamer zijn de poppen
Maandag aan 't dansen gegaan en er bestaat
veel kans, dat zij, eenmaal in beweging, niet
zoo spoedig tot rust zullen komen. De be
raadslaging over het algemeene douane-tarief
moest een aanvang nemen en vier dagen per
week zal men zich er mee bezighouden, de
beide overige dagen worden aan quaesties
van algemeenen aard gewijd.
Wegens ongesteldheid van Lockroy is echter
de behandeling van de algemeene toltarieven
een dag uitgesteld.
Minister Ribot zal namens zijn collega's
een verklaring afleggen en men zegt, dat de
regeering altra- protectionisme zal bestrijden;
de regeering schijnt huiverig zoo maar voet
stoots de wapens op te vatten, die de com
missie gesmeed heeft. Alle overdrijving schaadt
en overdrijving in deze kan leiden tot het
ergste.
De radicalen in Frankrijk houden er de
eigenaardige gewoonle op na, om den tijd
van de parlementaire vacanties te besteden
aan het voorbereiden van interpellaties. Zoo
dra de kamer thans weder bijeenkomt zal het
ministerie geïnterpelleerd worden over de te
genwoordigheid van den hertog van Orleans
achter de coulissen der opera, en over Ton
kin, het stokpaardje der radicalen.
En Floquet's oud-ministers, evenals hij zelf,
maakten zich den rusttijd ten nutte om Frank
rijk in alle richtingen te doorkruisen. Floquet
landde te Nizza, zonder vooraf van zijn be
zoek kennis gegeven te hebben, en zijn komst
viel heel toevallig samen met die van
het oefeningskader ter rede van Villefranche-
sur-Mer.
Maar daarbij bleef het nog niet.
In gezelschap van den prefect derZee-Alpen
scheepte Floquet zich aan boord van het ad
miraalsschip „Formidable" in, waarmede hij
zich, omringd door 16 schepen, naar Corsica
lie'c brengen. Daar werd hem hulde gebracht
door den prefect en de plaatselijke autoritei
ten van het eiland. De generale raad verga
derde er onder de oogen van den hoofdman
van het Palais Bourbon, en onmiddellijk wer
den officieele feesten georganiseerd, ter eere
van den president der kamer, die, tijdens het
recès, toch niets meer is dan een gewoon
afgevaardigde.
Het spreekt van zelf, dat men in Frankrijk
nu niet zoo heel erg ingenomen was met die
huldiging van een oud-minister, aan wien
Boulanger nog wel zijn gelukkigste uren te
danken heeft. De beide prefecten, die zich
aan de vergoding van Floquet schuldig maak
ten, zullen er van daag of morgen nog wel
het een of ander van den minister van bin-
nenlandsche zaken over moeten hooren. Bo
vendien, al mag de president der republiek
nu ook al van de rijksschepen voor zijn rei
zen gebruik maken, daarom zijn zij nog niet
gebouwd voor de pleizierreisjes van het een
of andere kamerlid, hoe zeer die ook in zijn
tijd aan den politieken hemel geschitterd
moge hebben.
27.
X.
DE GOUDMAKER.
De beslistheid van uwe uitspraak zei de
graaf tot Max, met het blijkbare oogmerk dezen
voor zich in te nemen, verrast mij niet, daar gij
het geheim van het roode poeder kent, maar ik
wist niet dat er te Weenen iemand was, die zoo
diep in de wetenschap der alchemie is doorge
drongen als gij, anders had ik u verzocht mij te
assisteeren dan had ik zijne Majesteit nog een
verrassende omzetting van onedele metalen in
goud kunnen doen zien.
De keizer wendde zicli thans met zichtbaar
welgevallen tot Max en zeiMen heeft ons veel
van uwe bekwaamheid verteld, wij zullen gele
genheid vinden uwe kunst op de proef testellen
en valt die naar wensch uit, waaraan wij niet
twijfelen, dat kunt gij van onze gunst verzekerd
zijnhet 'is ons aangenaam te vernemen, dat
onze Weener handwerklieden met die van Italië
beginnen te wedijveren. Graaf Caetano. gij treedt
van dezen oogenblik in onzen keizerlijken dienst
op eene jaarwedde van vijftienduizend gulden
ook zullen wij de kosten dragen voor de berei
ding uwer wonderbare tincturen, benevens de
bezoldiging van dezen jongen man, indien gij
hem bruikbaar vindt als uw helper.
De graaf boog zich diep, maar tot aller ver
bazing waagde Gundacker het, de keizerlijke
gunst op de hem aangeboden wijze te weigeren.
Uwe majesteit verschoone mijmaar ik wil in
niemar.ds dienst treden, tenzij in dien van uwe
keizerlijke majesteit.
Dat doet gij, wanneer gij de medehelper
van graaf Caetano wordt, of schijnt u de werk
plaats van een wapensmid meer eervol dan die
van den graaf?
Deze laatste, die waarschijnlijk van het ant
woord van Gundacker niet veel goeds verwacht
te, voorkwam dit door te zeggen: Majesteit,
bij de bereiding mijner tinctureu heb ik geen
helper noodig en zou ook ongaarne zoo iemand
toelatendie mij mijne geheimen zou kunnen
afzien.
Een oogenblik 'scheen de keizer verstoord over
de stoute taal van den jongen man in zijne te
genwoordigheid, maar toen hij hem aanzag,
week zijn misnoegen en hij zei glimlachend
Indien wij uwe bekwaamheid niet hadden hooren
prijzen zouden wij denken, dat een zwaard u
beter paste dan het schootsvel, gij spreekt zoo
stout alsof gij geen vrees kendet.
Kon ik in dienst van uwe majesteit het
zwaard voeren, antwoordde Max en zijn gelaat
gloeide van geestdrift, dan zou niemand mij
voorbijstreven, waar het er op aan kwam voor
uwe majesteit te strijden" en te sterven.
Leopold glimlachte, terwijl zijn oog met toe
nemend welgevallen op den jonden man rustte.
Zoo zijn mijne Weeners, zei hij tot Caetano,
indien uw middel zulk echt goud verschaft als
het goud van hunne trouw, dan zal ik tevreden
zijn. Morgen zal ik uw werk zien, jongmensch,
zei hij tot Max, en dan zal ik u mijn verdere
bevelen doen weten.
Hierop verliet de keizer het laboratorium.
Gij moet eens bij mij komen, fluisterde Caetano
Max toe, eer deze zich met Helmuth verwijder
de, ik wensch u te spreken en het zal u niet be
rouwen als gij aan mijn verzoek voldoet.
Wat wilde de Italiaan van u vroeg Hel
muth, toen Max, nadat hij den graaf zijn bezoek
had toegezegd, met hem den hoiburg verliet, als
dat niet nog grooter schurk is dan ae vorigen
laat ik mij hangen.
Meester, hernam Max, het antwoord op de
vraag ontwijkende, als de keizer bedrogen wordt,
dan is het zijn eigen schuld, maar de inhoud
der kroezen was echt metaal.
Gelooft gij aan die duivelskunsten
Max trok ae schouders op. Het vergulden
van het geldstuk was een meesterstuk, indien de
graaf het voor de oogen van den keizer heeft
gedaan. Maar het is de vraag wat die tincturen
kosten, waarmee hij onedele metalen in goud
wil veranderen.
Ik wil wedden dat hij het echte metaal
heeft ondergeschoven, maar gij hebt gelijk, het
is het verstandigste niet meer te zeggen dan men
bewijzen kan.
Max scheidde weldra van Helmuth en sloeg
langzaam den weg naar huis in; ook hem hield
de gedachte bezig, dat de graaf een bedrieger
was, en dat het misschien zijn plicht was geweest
deze meening ronduit te zeggen. Maar hij zou
daarvoor geen anderen grond hebben gehad dan
zijn instincmatig gevoel, en dat had hij onmo
gelijk voor den vorst, die zelf de geheime we
tenschappen beoefende, kunnen uitspreken. Thans,
nu de graaf hem heimelijk bij zich had genoo-
digd, groeide zijn vermoeden aan, dat deze geen
zelfbedrogene, maar een ware bedrieger was. Hij
hield zich overtuigd, dat de graaf zijn twijfel
had geraden, en de gedachte koesterde hem door
beloften of bedreigingen over te halen, om den
keizer, ingeval deze hem zijn gunst verleende,
zijne vermoedens te verzwijgen. Het was mogelijk
dat keizer Leopold, indien hij hem te eeniger
tijd buiten tegenwoordigheid van Caetano sprak,
het onderwerp weer zou aanroeren. Het berouw
de hem, dat hij den graaf zijn komst had beloofd,
maar een onverklaarbaar gevoel, dat hem tot
die toestemming had aangespoord, belieerschte
hem ook thans. Vrees voor menschen lag niet
in zijn aard, bijgeloof nog minder, maar de door
dringende blik van den graaf had een onaange-
namen indruk op hem gemaakt, en tevens een
zekere nieuwsgierigheid opgewekt niet zoozeer
om de geheimen van dien man uit te vorschen
en zijn karakter te doorgronden, al3 wel het
verlangen om den drukkenden invloed, dien gene
op hem uitoefende, te bestrijden en zich daarvan
te bevrijden.
Nog had hij zijne woning niet bereikt, toen
uit een donkeren hoek bij een muur eene ge
daante te voorschijn kwam en hem bij de hand
greep. Schrik niet, fluisterde de stem van een
oude vrouw, in wien hij de Heidin van Brunn
herkende, ik ben het, die over u waak. Neem u
in acht voor den Italiaan. In den tand der slang
is doodelijk vergift. Binnenkort zult gij over de
zee varen, daar waar de zon opgaaten daar
zullen de wolken verdwijnen, die uwe ster be
dekken. Hoop en vertrouw, zij, wier beeld u in
den droom toelacht, bidt voor u. Wek den toorn
der slang niet op, die u zou omstrengelen; spaar
u zelve voor haar, die op uwe ster in hope
vertrouwt.
De gedaante verdween gelijk zij gekomen was,
eer Max zich van zijn eersten schrik en van zijn
verbazing had kunnen herstellen, en eer hij tijd
had gehad eene vraag te doen. De betoovering
van het onverklaarbare en geheimzinnige oefende
hare macht op hem uit. Wat boeide deze vrouw
aan hem, hoe wist zij alles wat hij deed en wat
hem betrof? Moest clit onoplosbaar raadsel van
hare woorden bij hem ingang doen vinden, de
inhoud daarvan wekte sluimerende gevoelens in
zijn borst op. Wat hij naar het rijk der droomen
had verbannen, begon werkelijkheid te worden;
van wie anders had zij kunnen spreken, indien
zij naar het scheen zijn geheimste gedachten
kénde, dan van Maria Liechtenstein
Kon zij weten dat eerst in den afgeloopen
nacht hem het beeld der prinses had toegelachen?
Een terugdeinzen voor het bovennatuurlijke, ge
paard met de zaligste hoop, maakte zich van
hem meester. Max wist van Guido Starhemberg
dat de oude toegang tot het slot Liechtenstein
had gehad; had zij hem aan Maria herinnerd, had
Maria tot haar over hem gesproken Het bloed
stroomde hem onstuimig door de aderen, zulke
stoute gedachten zou hij niet hebben durven
koesteren, maar een vreemde sloeg die snaar aan,
welker klank hem bedwelmde.
Hij wilde boos worden op zich zeiven, dat hij
zich als een ijdele dwaas aan zulke gedachten
overgaf, maar hij had de kracht niet om die
zoete begoocheling te verdriivcn. Zij heeft u een
tocht over de zee voorspeld, klonk het in zijn
binnenste, wordt dit vervuld, dan moogt gij het
w: gen u aan het geluk der hoop over te geven
maar het is dolzinnigheid wat zou mij aanspo
ren om het Oosten te bezoeken, anders dan een
dwaas bijgeloof, waartoe die oude vrouw u wil
verleiden
Den volgenden morgen begaf Max zich naar
de woning van graaf Caetano; hij bevond zich
eer meer aan minder onder den druk der gisteren
gehoorde woorden hoe meer hij nadachthoe
langer hij gewikt en gewogen bad, des te dieper
prentte zicli de indruk daarvan in zijn hart; de
vrouw, die zijne droomen kende, had door hare
waarschuwing voor den Italiaan getoond, dat
haar oog ook door den sluier van andere gehei
men wi9t te dringen.
(Word vervolgd.)