Buitenland.
Belgie.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
Duitsehland.
Italië.
Amerika.
BINNENLAND.
De heele reis van den president der ka
mer is eigenlijk niets anders geweest dan een
manoeuvre van de radicalen, om aan de be
volking te laten zien wat zij wel durven. Twee
struikelblokken zijn het ministerie dan ook
bij de volgende kamerzittingen in den weg
gelegd, n.l. de dubbeltjesquaestie, die den
minister Freycinet al heel wat hoofdbrekens
heeft gekost, en het overmoedige gedrag der
radicalen, verpersoonlijkt in Floquet's zege
tocht. Maar als het ministerie over een van
beide moet struikelen, dan zal het liever op
fiscaal terrein sneuvelen, dan het onderspit
te moeten delven voor de brutaliteit van een
man, van wie een oud vrouwtje van Corsica
zeide, op het oogenblik dat hij te Ajaccio
aan wal stapte„Die man heeft een goed
hoofd die zal ons Napoleon terugbrengen
Bij het te Brussel in garnizoen zijnde re
giment karabiniers bestaat een afdeeling
wielrijders van 12 man. Hiervoor worden
korporaals uitgekozendiebehalve in het
wielrijden, in het lezen van de kaart worden
geoetend en met de indeeling van een divi
sie bekend gemaakt worden.
Bij de dezen zomer te houden divisie
manoeuvres zullen zij ter beschikking van den
generalen staf worden gesteld.
In een klein logement te Brussel kwam
onlangs een jong Franschman logeeren een
musicus, die buitengewoon mager was, maar
goed eten kon en nooit naar de reke
ning vroeg. Als men hem van betalen sprak,
praatte hij er over heen. Dat begon den
waard te vervelen en op zekeren avond
wees hij den musicus de deur. Den volgen
den morgen z"ag hij zijn vroegeren gast voor
de deur heen en weer loopen,met een groot pa
pieren schild op de borstwaarop te lezen
stond „Ik ben in de kost geweest bij den
hotelhouder X„ hetgeen, bij de buitengewone
magerheid van dezen „Sandwichman alles
behalve een mooie reclame was voor het
logement.
Weer heeft er te Parijs eene door het co
mité ter bevordering van Frankrijks uitvoer
handel bijeengeroepene vergadering plaats
gehad die door omstreeks 1500 personen
werd bijgewoond, onder welke tal van sena
toren, afgevaardigden.vertegenwoordigers van
de Fransche kamers van koophandel in het
buitenland, van de werklieden-partij, van
republikeinsche comités, enz. Het voorzit
terschap werd aangenomen door den oud
minister Lockroy.
Een der sprekers, de heer Valère-Mabille,
voorzitter der Fransche kamer van koop
handel te Charleroilegde in zijne rede er
den nadruk op, dat bij het ontwerpen van
het tarief de belangen van den landbouw en
de nijverheid met bijzondere zorg in het oog
gehouden zijn, maar op die der verbruikers
is niet gelet, en deze toch zijn het grootste
aantal. Hij rekende uit met hoeveel de uit
gaven voor het huishouden van een werkman
met een gegeven aantal kinderen zou ver
meerderen, indien de kamers het tarief van
de commissie aannam eene vermeerdering
die inderdaad zeer drukkend mag heeten.
Geen pogingen, sprak hij verder, mogen na
gelaten worden om het parlement te behoe
den voor eene beslissing, die eene ramp zou
zijn voor het vaderland. Allerwege moeten
openbare vergaderingen georganiseerd worden
om verzet aan te teekenen tegen de protec
tionistische staatkunde. „Op tot den strijd
aangegord! en wij zullen overwinnen.*
De vergadering heeft bij acclamatie een
uitvoerig gemotiveerd voorstel aangenomen
waarbij ten krachtigste wordt geprotesteerd
tegen elke verhooging van het bestaande
tariet en aangedrongen wordt op een terug
keer tot het stelsel der handelstractaten, dat
aan Frankrijk dertig jaren van onbetwistbaren
voorspoed heeft geschonken.
Ook de Parijsche gemeenteraad heeft zijne
stem doen hooren tegen het protectionisme
van de commissie voor het tarief en der re
geering dringend verzocht al haren invloed
aan te wenden ter bestrijding dier voor de
algemeene belangen van Parijs zoo nadeeli-
ge richting.
MADRID, 27 April. Te Barcelona, Ca-
dixSevillaCorunna, Valencia en andere
plaatsen zijn tal van bijeenkomsten gehouden
ten gunste van eenen werkdag van 8 uren
en van eene algemeene werkstaking op den
lsten Mei. De regeering heeft allerwege po-
litie-maatregelen genomen. Tot nu toe
heett erondanks het woelen der socia-
cialistische partij, zich geen enkel incident
voorgedaan.
Er hebben ernstige ongeregeldheden plaats
gehad te Thurles in westelijk Ierlandnaar
aanleiding van het besluit der Parnellieten
op de protest-meeting te Londen tegen de
houding van den aartsbisschop Crokesdie
vroeger tot Parnell's vrienden behoord heeft en
thans omgekeerd is. Daarop besloten de
anti-parnellieten tot eene contra-meeting, het
geen tot herhaalde verwoede straatgevechten
aanleiding gaf. Aan weerszijden bediende
men zich van stokken en steenen, waarmede
vele wonden toegebracht werden. De politie
was machteloos. Parnell was weggebleven.
Eindelijk zegepraalden de anti-parnellieten
tot wie de aartsbisschop van de trap van het
bisschoppelijk paleis eene toespraak hield,
waarin hij hen geluk wenschte dat zij man
nelijk hun plicht vervuld hadden en hun be-
leedigden aartsbisschop wisten te wreken.
Later kwam Parnell, die in eene redevoering
zeide dat hij en Gladstone eigenlijk altijd te
genstanders geweest waren van het zooge
naamde veldtochtplan.
Volgens berichten uit Lissabon stelt de
Portugeesche regeering aan de Engelsche
voor den „modus vivendi" eene maand te
verlengen. Engeland heeft nog niet geant
woord maar zal vermoedelijk geen bezwaar
maken.
De „Times" meldt uit Zanzibar dat de
Engelsche oorlogsschepen «Brisk» en„Pigeon"
vertrokken zijn met verzegelde ordersver
moedelijk naar Mozambique. De Arabieren
en de ingoorlingen van Tabarah hebben den
eisch der Duitsche beambten tot het afgeven
hunner wapenen afgewezen.
Voorwaar Duitschland is een gelukkig land:
niet alleen dat het zich in den loop dezer
eeuw met name in de tweede helft
dezer eeuw, heeft kunnen beroemen onder
zijn zonen mannen te tellen, corypheeën op
alle gebied, maar ook kan Germanie er op
bogen die mannen tot in hoogen leeftijd rond
zich te zien, getuige de onvergetelijke helden-
keizer, die immer in der herinnering des
volks zal voortleven getuige de grijze Bis
marck, die op 70jarigen leeftijd nog in volle
functie was als kanselier, premier en minister
van buitenlandsche zaken, getuige de grijze
generaal-veldmaarschalk graaf Hellmuth Von
Moltke, die in October des vorigen jaars
onder zoovele en zoo velerlei blijken van
warme vereering en hartelijke toegenegenheid
zoo van vorst als volk zijn 90en verjaardag
mocht vieren. Maar de dood met zijn sikkel
spaart niemand, uitstel is bij hem nimmer
afstel, ook de groote krijgskundige Von Moltke
kon niet gespaard blijven, en toch, toen ons
de tijding gewerd, dat de nog immer krachtige,
over alle geestelijke en lichamelijke vermogens
nog beschikkende Von Moltke, Vrijdagavond,
om 93/4 uur het tijdige met het eeuwige had
verwisseld na 's middags nog zijn plichten
als rijksdag afgevaardigde en lid van het
heerenhuis te hebben vervuld, toen was het
ons een oogenblik als duizelde 't ons; even
als wijlen Thomas uit het bijbelverhaal meen
den we eerst te kunnen gelooven na eigen
aanschouwing.
En toch, 't is waarheid, 't is werkelijkheid,
treurige werkelijkheid en dat we een oogen
blik twijfelden of we wel goed zagen, of er
wellicht geen naam- of persoonsverwisseling
hud plaats gevonden, vond alleen zijn oorzaak
in Helmuth Karei Bernhard van Moltke's
krachtig lichaamsgestel, dat hem niet verhin
derde, ondanks zijn hoogen leeft:jd, te Berlijn
en elders tegenwoordig te zijn als zijn keizer
hem riep. Bij buitengewone feestelijkheden,
bij ceremonieele plechtigheden Moltke
ontbrak nimmer evenmin als in de wetgevende
lichamen waar de woorden van den weinig
sprekenden „Schlachtendenker" als gouden
vruchten op zilveren schalen werden geschat
en waar zijn woord een machtigen indruk
maakte op mannen alle partijen.
Von Moltke werd 26 October 1800 te
Parchim in Mecklenburg geborep; eerst trad
hij in Deenschen dienst om in 1822 in Prui-
sischen over te gaan. In 1835 maakle hij
een reis naar het Oosten, waar hij lange
jaren bleef in dienst van het Ottomaansche
rijk, om hervormingen in het legerbestuur
aan te brengen. In 1858 werd hij tot chef
van den generalen staf van het Pruisische
leger benoemd, nam in 1864 deel aan den
oorlog tegen Denemarken, bereidde den veld
tocht voor tegen Oostenrijk in 1866 en maakte
den slag van Sadowa mede. Het plan de
campagne voor den oorlog van 1870—71 is
Von Moltke's meesterstuk als „Schlachten-
lenker" en „Schlachtendenker"; hij nam als
grondslag van zijn berekeningen aan de
inneming van Parijs, het bombardement ge
schiedde op zijn raad tegen den zin van den
koning en Bismarck. Veldmaarschalk werd
Von Moltke in 1871 en lid van het heeren
huis 28 Januari 1872. De bewapening der
troepen en de versterking van den Elzas
vroegen en verkregen sinds dien tijd Von
Moltke's zorg.
Von Moltke behoorde tot de mannen, die
eerst bekend werden toen zij hun proefjaren,
hun „Streit- und Drangjahren" reeds achter
zich hadden. Den oorlog heette hij de voort
zetting der politiek met andere middelen en
aan de verbetering van die middelen heeft
hij gearbeid jaren lang, zoolang, tot gansch
Europa, gansch de beschaafde wereld, vol
was van bewondering voor Moltke den her
vormer der krijgskunde, die de spreuk„erst
wilgen dann wagen" tot de zijne had ge
maakt.
BERLIJN, 28 April. Aan den lijkdienst
voor Moltke werd deelgenomen door den
keizer, de keizerin, twee prinsen, den koning
van Saksen en andere Duitsche bondsvorsten,
de ministers en het corps diplomatique. De
keizer bracht een krans mede in den trant
als de zegevierende Romeinsche veldheeren
verkregen. Na afloop van den lijkdienst, die
in het gebouw van den generalen staf werd
gehouden, is de lijkstoet rondom de Zegezuil
naar het Lehrter station gegaan, vanwaar
het lijk morgen naar Kreisau zal worden
overgebracht.
De buskruitontploffing te Rome. De velden
en tuinen, in den omtrek van het kruithuis
gelegen, bieden een treurigen aanblik aan.
Geen boom, geen grashalmpje zelfs, is ver
schoond gebleven; alles is als door vuur
verzengd. Van de boerenwoningen is geen
enkele blijven staan. Alles ligt op en door
elkander. De Pieterskerk is evenals de Pauls-
kerk voorloopig gesloten voor het verrichten
van de noodige herstellingen.
Tot laat in den avond werd Zaterdag onder
leiding van den minister van binnenlandsche
zaken Nicotera, het onderzoek voortgezet,
dat aan den dag bracht, dat alle gedachte
aan opzet moet buitengesloten worden. Het
gemeentebestuur zorgt er voor, dat zij, die
alles bij de ramp verloren, onder dak worden
gebracht, telwijl zij ook van levensmiddelen
worden voorzien. Er gaat door Rome één
roep over de menschlievendheid van den
koning, die weder de grootste belangstelling
aan den dag legt.
Voor zoover thans bekend is werden 20
kinderen, 3 soldaten, 2 officieren en 60 boeren
min of meer ernstig gewond. Het aantal
dooden bedraagt 7, waaronder 2 vrouwen.
De officier van de wacht, die ernstige ver
wondingen bekwam, was Zondag stervende.
Zaterdag was de ontploffing het onderwerp
van bespreking in den gemeenteraad, waarbij
afkeurende stemmen opgingen over de zorg
loosheid der militaire autoriteiten, die niet
de minste voorzorgsmaatregelen hadden ge
nomen om de in de nabijheid van het kruit
huis staande gebouwen tegen een eventueele
ontploffing te beschermen. Met klem wordt
op verplaatsing aangedrongen van de drie
andere kruithuizen en verdeeling van den
daarin aanwezigen kruitvoorraad. En niet
zonder reden is men ontevreden over de
militaire bevelhebbers, als men nagaat, dat
aan stedelijke eigendommen voor f 200.000
schade werd aangericht. Aan de Pieterskerk
voor f 100.000, aan de Pauls-Basilica voor
f 250.000 en aan de apostolische gebouwen
en paleizen voor f 150.000. Ook de schade
aan de Jezus-kerk aangericht, wordt op
f 150.000 geschat. Voeg hier nu nog bij een
schade van f 500.000 aan oorlogsmaterieel
en een e/en groot bedrag aan particuliere
eigendommen, dan zal het geen verwondering
baren, dat men in Rome alle mogelijke
kruithuizen verwenscht.
In de haven te Genua werden den
laatsten tijd herhaaldelijk talrijke balen koffie,
suiker, tabak, enz. enz. vermist, hetgeen het
bestaan van eene groote dievenbende deed
vermoeden.
Thans heeft de politie ontdekt, dat de
gestolen goederen door de riolen, welke in
de haven uitkomen, werden ontvoerd; op
deze wijze werd ook een uitgebreide smok
kelhandel gedreven, naar men vermoedt.
Het „South American Journal," meldt, dat
de revolutiepartij in Chili thans in de noor
delijke provinciën vast gevestigd is en er
een voorloopig bewind heeft gevormd, waar
toe de gewezen staats vicepresident Siva, de
gewezen kamerpresident Luco en de revolu
tionaire vlootvoogd Monti behooren. Dat
bewind neemt de rechten op salpeter in
ontvangst en beschikt daardoor over voldoende
middelen, waaruit het aanbiedt de deserteurs
uit het leger van Balmacedes te bezoldigen.
Men verwacht, dat dit weldra eene desertie
in massa zal te weeg brengen, daar de Bal-
macedisten van middelen ontbloot zijn. Ter
wijl het revolutionair bewind heeft aange
kondigd, geen leeningscontract van Balmacedes
te zullen erkennen, wordt in bovengenoemd
blad gemeld, dat de Argentijnsche regeering
met Engelschen en Argentijnsche mannen
van invloed een plan steunen voor eene
combinatie ter bevordering eener krachtige
landverhuizing, ten behoeve van kolonisatie
der landerijen, waarop de cedula's gedeelte
lijk gehypothekeerd zijn.
V WAALWIJK, 29 April 1891.
In enkele bladen, die blijkbaar niet op
de hoogte der zaak zijn, komt een fantas
tisch bericht voor over de schoenen- en laar
zenindustrie in de Langstraat. Daarin wordt
gezegd, dat zij zich thans mag verheugen in
een ongekenden bloei, zooals in geen jaren
heeft plaats gehad. Sommige schoenfabri
kanten^, heet het verder, „zijn niet bij
machte aan de talrijke bestellingen, die van
wijd en zijd gedaan worden, te voldoen. De
prijzen der schoenen zijn evenwel eenigszins
gedaald, hetgeen echter door de verminde
ring van de lederprijzen, direct geen schade
berokkent. Voornamelijk is deze drukte
aan de soliditeit van het werk te danken
dat daardoor der buitenlandsche concurren
tie het hoofd kan bieden.
Dit laatste onderschrijven wij volgaarne
en zouden ook wenschen dat al het overige
goede, wat van de Langstraatsche schoenen
industrie gezegd wordt, waarheid bevatte.
Uit door ons bij verschillende bazen en fa
brikanten ingewonnen inlichtingen blijkt ons
echter, dat juist op het oogenblik de schoen
makerij verkeert in een tijdperk van kalmte,
andere jaren om dezen tijd nagenoeg
onbekend; er komen zoo goed als geen com
missies in. De reden hiervan is niet ver
te zoeken.
In Februari hebben de afnemers in Hol
land ingeslagen, wat zij toen noodig oor
deelden. Sedert is echter het weder voort
durend zoo geweest, dat er van den opge—
danen voorraad om zoo te zeggen niets is
afgegaan en de winkeliers dus huiverig zijn
hunnen voorraad zomer werk tc vergrooteu.
Daarbij komt nog het onlochenbaar feit, dat
er nog altijd lui te vinden zijn, die voor
klinkende munt beneden de markt, ja zelfs
als zij goed rekenen, beneden den kostprijs
verkoopen. Nu is 't natuurlijk dat de af
nemers,als zij iets noodig hebben, zich bij voor
keur tot die lui wenden, liever dan voor 't
zelfde goed bij de degelijke fabrikanten
hoogere prijzen te betalen.
Op den duur aan werken zulke marktbe-
dervers zich zelf er onvermijdelijk onder,
maar in afwachting daarvan zijn zij een
ware kanker voor de gansche schoenen
industrie.
Dat de daling der schoenprijzen door de
vermindering der lederprijzen geen directe
schade berokkentzooals in bovenstaand
berichtje gezegd wordt, is ook maar ge
deeltelijk waar, voor schoeisel, geheel uit
nilandsch leder vervaardigd. Bij het werk
echter, dat in Waalwijk, Baardwijken Besoijen
enz. gefabriceerd wordt, vertegenwoordigt
inlandsch leder maar 1/6 van de waarde van
den schoen.
Al de andere artikelen: kalfs, lak, kam-
garen, glacé, elastiek, zijn 10 it 15o/0 duur
der dan vroeger.
Wij hopen, dat met gunstiger weder spoe
dig meer levendigheid in de schoenmakerij
zal komen en de fabrikanten door onder
linge samenwerking de prijzen zullen weten te
maken, waarop zij volkomen recht hebben.
Bij de algemeene discussien over de
legerwet in de 2e kamer vermeerdert niet
alleen het getal der tegenstanders van de wet,
die de reeds aangevoerde bezwaren deelen
maar worden ook nieuwe bezwaren te berde
gebracht waardoor de kansen op het tot
stand komen der wet nog verminderd worden.
Het vergelijk
Reeds nu kan geconstateerd worden --
zegt de Standaard dat de vlieger van het
vergelijk niet opgaat.
Slechts ten deele zouden wij kunnen mee
gaan. En de mannen van den «Maasbode»
en «Tijd» stellen zich zoo norsch aan, dat
ze, ook al werd zelfs de plaatsvervanging op
den tegenwoordigen voet bestendigd, toch
tegen de legerwet gekant zouden blijven. Dit
bevestigt het vermoeden, dat terstond bij het
opkomen van deze actie rees, dat namelijk
het verzet tegen de legerwet buiten de le
gerwet zijn doelwit koos.
Deels moet dit verklaard worden uit de
eigenaardige politieke gezindheid van de be
volking in Noordbrabant en Limburg, die
dank zij haar eigenaardig verleden, anders
leeft en bestaat dan de roomsche bevolking
benoorden Moerdijk.
Maar deels ook uit zekeren kleingeestigen
naijver op den invloed van dr. Schaepman.
Dit nu is niet een Beneden-Moerdijksche,
maar een schadelijke Nederlandsche karak
tertrek.
De groote Grieksche staatsman moest val
len voor het Ostracisme.
Zoo hebben een deel van Thorbecke's vol
gelingen ook met Thorbecke gedaan, en daar
door hun eigen kracht ondermijnd.
En zoo is het ook Groen Van Prinsterer
vergaan in 1857 en 1863.
Liever nog laat men zijn schip op de bank
stuk stooten en lijdt zelf schipbreuk, dan dat
men het hinderlijke en tartende gezicht zou
kunnen uithouden van een knap man aan
het roer, die heel het schip stuurt.
Protectie
De Haagsche kamer van koophandel be
leeft tot dusver niet veel genoegen van hare
poging om een protectionistische tariefsbe
weging in het leven te roepen. De kamersin
de groote steden hebben de uitnoodiging tot
aansluiting voor kennisgeving aangenomen.
Die van Deventer deelt haar nu mede, dat
zij een district van nijverheid vertegenwoor
digt en protesteert tegen eene beschouwing
der nijverheidsbelangen, die zij geheel on
waar en in hare mogelijke gevolgen hoogst
verderfelijk acht.
In korte trekken hare meening stellende
tegenover die van de Haagsche kamer, zegt
zij o. a.:
„De snellere vooruitgang van de nijverheid
in dit district, ook in den jongsten tijd, de
algemeene welvaart in hetzelve, zijn, behalve
aan den ondernemingsgeest en de volharding
zijner bevolking, te danken aan het vrijge
vige handelsstelsel, dat een allergunstigen in
vloed oefende op de ontwikkeling van de