Nummer 38.
Zondag 10 Mei 1891.
14e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Bekendmaking.
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER:
Waalwijk.
UITVOERINGEN.
en Miigstraatschc Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door liet geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
*an den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regeJ
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Burgemeester en wethouders van Waalwijk
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
de herijk van maten en gewichten zal plaats
hebben op 13, 14, 15, en 16 Mei a.s., telken
dage van des voormiddags 10 tot des na
middags 273 uur, in het lokaal der botermijn
alhier.
Waalwijk, 5 Mei 1891.
Burgemeester en wethouders
voornoemd.
„L'état c'est moi" heeft, zooals bekend is,
Lodewijk XIV gezegd en deze weinige, maar
veelzeggende woorden, zouden volgens som
mige bladen een echo gevonden hebben in
de redevoering, Maandag door den jeugdigen
Duitschsn keizer te Dusseldorf aan het feest
banket uitgesproken. Over de handhaving
van den vrede liet de keizer zich allergun
stigst uit, alle middelenter bewaring er van
zullen door hem worden aangewend; ook voor
de industrie had hij een goed woord en hij
deed de mededeeling dat de onderteekening
van het handelsverdrag met Oostenrijk juist
den vorigen dag had plaats gevonden. De
vorst zou aldus geëindigd hebbïn „Ik heb
de overtuiging, dat slechts in samen wei king
heil is te vinden; één is meester in het land
en dat ben ik, geen anderen zal ik dulden."
Die woorden zeggen veel, de persoonlijke
macht spreekt er uit op een niet te misken
nen wijze, maar de vraag is of zij werkelijk
geuit zijn of wel of ze anders bedoeld zijn
in den officieelen tekst vinden we ze ten
minste niet terug. Of er nu een rectificatie
heeft plaats gevonden, weten wij nietmaar
onmogelijk is het nietde keizer komt niet
tot rust, men weet bijna niet hoe hij onder al
dat reizen en trekken nog tijd en lust heeft
redevoeringen uit te spreken en als er dan
bijgeval eens een of ander in voorkomt van
29.
X.
DE GOUDMAKER.
Wat eischt ge van mij vroeg hij. Ieder
vijandig oogmerk tegen u is verre van mij ik
zal het ook niet meer wagen aan uwe kennis of
aan uwe kunst te twijfelen, maar gij hebt zelf
gezegd dat gij in mijn hart een vioom geloof
hebt gevonden vergeef mij derhalve als ik u
zeg dat ik u niet kan noch mag dienen.
Graaf Caetano had wel een ander antwoord
verwachtmaar de vaste toon, waarop die laatste
woorden werden uitgesproken, overtuigde hem,
dat Max door geen beloften was te winnen, en
dat zelfs bedreigingen hem slechts tot aan zekere
grens konden bevreesd maken. Maar het was
Caetano ook reeds voldoende dat hij dit resultaat
had verkregenhij was er voor beveiligd, dat
Max in den eersten tijd twijfel tegen hem zou
uiten. Ik heb geen diensten of hulp noodig, zei
hij met een trotschen glimlach, ik waarschuw
slechts onbedachtzamen mij in den weg te treden,
om hun zelfs wil. Ik verleen hulp aan hen, die
deze bij mij zoeken, en de dag zal komen, dat
ook gij u daartoe aanmeldt. Ik zal het u gemak
kelijk maken om te voorkomen dat gij mijn weg
kruist; vraag van de gunst des keizers, dar. hij
u aan zijn gezantschap naar Siamboul toevoegt;
daar bloeil voor u het geluk daar, gii.g de
graaf, die uit de verrassing op Gundaekers gelaat,
en uit de oogen des jongen man las dat dit
denkbeeld bijzondere gevoelens in hem had op
gewekt levendiger voortdaar zullen zich ge
heimzinnige raadsels voor u oplossen.
Het was Max alsof hij gebukt giDg onder den
last van het wonderbare. Een heimelijk ver
langen trok hem naar het Oosten, de oude
vrouw had hem gisteren voorspeld, dat hij de
zee zou overstekenen, nu zei Caetano dat in
Stamboul voor hem raadsels zouden opgelost
worden. De waarschuwing op zijn amulet om
dingen, die men wel denkl, maar niet zegt
„men moet niet alles zeggen wat men
meent, maar wel alles meenen wat men zegt"
is een wijze leer moet men 't maar zoo
ernstig niet nemen de keizer is nog jong
en hij kan nog veel leeren.
't Is er met de werkstaking in Belgie's
kolendistricten maar niet beter op geworden
cn zelfs zijn de kansen op een algemeene
en algeheele staking in al de districten van
het Belgenland, niet onaanzienlijk toegeno
men, doordien de algemeene arbeidsraad
door den nood of liever door het fait ac
compli gedwongen, besloten heeft de staking
der mijnwerkers te steunen. Lang heeft men
er over beraadslaagd hoe men zich in 't oog
van 't publiek kon rechtvaardigen door vóór
enkele dagen een besluit te nemen tegen de
staking en nu eensklaps zich er vóór te ver
klaren, maar men heeft er toch iets op ge
vonden de patroons, de lage salarissen en
ten slotte ook de noodzakelijkheid van grond
wetsherziening in den geest van algemeen
stemrecht, hebben den doorslag gegeven en
er bestaat kans, dat het aantal stakers we
der met eenige duizenden zal zijn aange
groeid, dank zij der agitatie, die nu op ruime
schaal wordt gaande gehouden. In enkele
streken beginnen de stakers met geweldple
gingen, de winkels zijn niet veilig meer en
de doorwerkenden loopen ernstig gevaar, ter
wijl reeds pogingen zijn aangewend om bos-
schen in brand te steken en zelfs een twee
tal dynamiet-aanslagen zijn gepleegd, zooals
wij reeds in ons vorig nummer mededeelden.
Erg vertrouwbaar is de toestand dus niet en
de regeering gaat voort de garnizoenen te
versterken.
Elders gaat de toestand vooruitin Four-
mies, in Frankrijk's noorderdepartement wordt
de staking als geëindigd beschouwd en men
heeft hoop, dat de kalmte geleidelijk zal we-
derkeeren al vreest men voor het slechte
voorbeeld, door Belgie gegeven; ook in Spanje
is alles kalm, alleen te Saragossa, Cadix en
Bilbao komen gedeeltelijke stakingen voor.
niet inet geweldige hand in zijn lot in te grijpen,
en zijne vrijheid te bewaren tot zijn dertigste
jaar, had hem tot dusver belet het roer van zijn
levensschip te wenden naar een vast doel
en een onbestemd verlangen te volgen. En
nu kreeg hij van twee zijden een geheimzinnigen
wenk.
Hoe zou de keizer mij zulk een gunst ver-
leenen, stamelde hij; hoe zou ik het wagen.
Ik geef geen raad, welks opvolging andere
zwarigheden medebrengt, dan dat de betrokken
persoon den wil heeft om zijn geluk te zoeken,
hernam Caetano, de schouders optrekkende;
wacht af wat er gebeuren zal en aan zult gij
vernemen dat ik spelend uw lot bestuur. Een
gunstige wind drijft uwe boot naar dc haven,
maar wildet gij u verzetten, dan zal zij tegen
de rotsen geslingerd en verbrijzeld worden.
XI.
VADER EN DOCHTER.
In een bevallig boudoir van het paleis van
Liechtenstein te Weenen russtte prinses Maria op
een divan in droomen verzonken. Alles, wat smaak
en rijkdom konden aanbieden, omgaf haar; maar
haar ontbrak datgene, wat het het oog den
schoonsten glans verleentde gelukkige tevreden
heid des harten. Daar sta: n op prachtige Ooster-
sche tapijten kostbare meubels, fraaie met paar
lemoer en edelgesteenten ingelegde tafels en kastjes
en deze weder bedekt met zeldzaamheden van
allerlei aard Chineeseh porcelein, beeldjes en
vazen; hier onder den prachtigen Veiietiaanschen
spiegel een Genueesch toiletkistje; daar een
kostbaar mandje van gouddraad gevlochten
ginds tusschen bloemen een zeldzame vogel in
een kunstig bewerkte kooi; terwijl de zijden be
hangsels bedekt waren met schilderingen inolieverf.
Een aromatische geur vervult het warme be
haaglijke vertrek, dat geheel ingericht schijnt
voor een verwend troetelkind der fortuin, maar
de bleeke wangen van Maria getuigen van ver
borgen tranen en verraden dat haar eene smart
drukt, die zwaarder te dragen is dan lichamelijk
lijden. Er. evenwel gevoelde Maria zich heden
beter dan vroeger, evenwel had ook hare moeder
heden aan het ontbijt gevonden, dat hare stem
ming opgeruimder begon te worden.
Mannen, die 't weten kunnen, spreken van
een wijziging ten goede in de handelspolitiek
van vele leden der Fransche kamerzoodat
er zelfs kans zou bestaan dat de wijsheid
ten slotte nog zegeviert over de zoogenaamde
vaderlandsliefde der ultra-protectionisten. De
gewone commissiezoowel als de douane
commissie heeft zich verklaard ten gunste
van verlaging der invoerrechten op meel en
graan met het oog op den slechten oogst.
De jongste telegrammen uit Chili, via Lis
sabon ontvangen, bevestigen dat de aanhan
gers van Balmacedaonder kolonel Camus
eene verpletterende nederlaag hebben geleden
bij Antofagasta. De insurgenten telden 1700
manterwijl de Balmacedisten 2500 welge
wapende mannen hadden. Den laatstgenoem
den ontbrak het evenwel aan de geestdrift,
welke de parlementairen bezielde, te meer
daar de Balmacedisten sedert 4 maanden
geen soldij hadden gehad. Camus zag zich
genoodzaaktzijne wapenen en legertros ach
terlatende, met zijne manschappen naar Boli
via te wijken.
Ondanks de strengste maatregelen, liep een
vierde gedeelte terstond over naar den vijand,
terwijl anderen uit Bolivia wegliepen of naar
Argentinië vloden. Slechts weinigen bereikten
weder het Chileensch gebied. De Boliviaan-
sche regeering liet eenige officieren van Bal
maceda in den kerker werpen, daar zij de
soldaten mishandelden op het gebied der
republiek. De aanhangers van Balmaceda
te Santiago en Valparaiso moeten ook lang
zonder soldij gebleven zijn; aldaar moeten
de prijzen der levensmiddelen buitensporig
gestegen en de volksnood verschrikkelijk zijn.
De parlementaire regeering heeft gedelegeer
den gezonden naar Buenos Ayres, waar dezen
ontvangen werden door den minister van
buitenlandsche zakenhetgeen beschouwd
wordt als een voorbode van de erkenning
door Argentinië.
Gelijk reeds vroeger is gemeld, had het steeds
als een zware last op Maria gedrukt, dat zij de
innige liefde van haar ouders zooals haar 'hart
die verlangde, moest ontberen, Het was gebleken
dat zij hen hierin niet verkeerd had beoordeeld,
toen zij haar van hare liefste vriendin hadden
gescheiden, zonder te gevoelen dat hunne streng
heid hunne dochter het hart brak.
De vorst en zijne gemalin beschouwden Maria
als een kind, dat men slechts behoeft te verbieden,
wat men nadeelig voor hem oordeelt, dat men
eenvoudig buiten de mogelijkheid stelt om onge
hoorzaam te zijn; alsof er bij haar slechts sprake
was van een kinderlijke dwaasheid of luim en
niet van een diep gevoel des harten. Men meende
haar niet genoeg bewaakt, haar te veel vrijheid
gelaten te hebben men behandelde haar als een
kind, dat op een dwaalweg was geraaktmen
bekommerde er zich niet om, of aie strengheid
niet te wreed was, en moest verbitteren in plaats
van verbeteren.
De vorst had door bedreigingen Elisabeth de
bekentenis afgedwongen, dat de gezel van den
wapensmid Bockel de overbrenger was geweest
van een brief van prinses Lobkowitz aan haar
vader, en dat de beide jonge dames Max in den
bastiontuin laat in den avond heimelijk hadden
gesproken. Elisabeth Sperling, die in weerwil ran
de geringe opmerkzaamheid, die Max haar had
betoond, dezen toch welgezind was gebleven, en
ook hare meesteres onaangenaamheden wilde be
sparen, had in haar verhaal van het voorgeval
lene Eleonora als de verleidster afgeschilderd, en
daar het den vorst reeds verbitterde dat Eleonora
op zijn slot voor spion van haar vader had ge
speeld, meende hij thans dubbele reden te hebben
om vertoornd te zijnhij legde het haar ten
laste, dat zijne dochter zoozeer de waardigheid
van haar stand had vergeten om vertrouwelijke
betrekkingen aan te Knoopen met een hand
werksman.
Het kon aan de ouders van Maria niet ont
gaan, dat het gelaat van hunne dochter steeds
meer de jeugdige vroolijkheid verloor, daar de
neiging tot mijmerij steeds aangroeide en Maria
steeds minder lust toonde om deel te nemen aan
het gezellig verkeer en aan de schitterende fees
ten des huizes. Max-ia vond geen behagen in de
personen, die bij hare ouders bijzonder gezien
waren, omdat zij den trots en den rijkdom van
Een vuurwerkfabriek te Bressoux van de
Luiksche firma Debrus en Debrus en Dresse,
is in de lucht gesprongen. Een werkman
van 22 jaren kwam daarbij om het leven en
twee andere arbeiders alsmede twee vrouwen
bekwamen ernstige wondenzij bluschten
hunne brandende kleederen door in het water
te springen.
Verleden jaar had in diezelfde fabriek een
ontploffing plaats, welke alleen stoffelijke
schade veroorzaakte.
BRUSSEL, 7 Mei. De minister van oor
log heeft bevel gegeven tot het onder de
wapenen roepen van twee lichtingen der
militie, die zich met onbepaald verlof be
vinden.
Uit Charleroi, het Centrum, de Borinage
en Luik wordt bericht, dat daar volkomen
rust heerscht en er in den toestand niet de
minste verandering op te merken is.
8 Mei. Drie bataljons van het regi
ment karabiniers zijn gisteren naar het Cen
trum vertrokken.
WAALWIJK.
Op Zondag 10 dezer 's middags 12 uur
door de Liedertafel „Oefening en Vermaak"
van Waalwijk en Besoijen, op Musis Sacrum.
PROGRAMMA AD LIBITUM.
DRUNEN.
Maandag 11 Mei, MATINÉE, door de
harmonie „De Eendracht", van Drunen, in
de zaal van den heer C. van Huiten. Aan
vang 10 ure.
Zie programma's.
het huis Liechtenstein huldigdendie vleiers en
tafelschuimers stonden haar tegen zij gevoelde
zich eenzamer en ongelukkiger dan ooit, de rozen
begonnen van hare wangen te verdwijnen.
De geneesheeren, die ae vorst raadpleegde, toen
het uitzicht van zijne dochter hem begon te ver
ontrusten, spraken al spoedig het vermoeden uit,
dat een onbevredigd verlangen des harten aan
haar levenslast knaagde en baardeed wegkwijnen;
de verdenking, dat eene geheime liefde in haar
hart woonde kreeg daardoor voedsel, dat zij de
caveliers ontweek, die de rijke erfgename hunne
hulde brachtenen hoe het den trotschen vorst
ook ergerde, dat zijn eenige dochter het oog had
laten vallen op iemand, die zoo ver beneden
haar stond, kreeg toch het vermoeden dat deze
liefde de oorzaak van haar sombere afgetrokken
heid was, steeds meer zekerheid.
Men gaf den vorst den raad om tooverij door
tooverij te verdrijven. Het bijgeloof, dat er liefde
dranken bestonden, lieerschte toen nog onder alle
standen, men verkeerde r.og in de meening dat
menschen en dieren konden betooverd worden,
en slechts door geheimemidleien van de uitwer
king dier betoovering konden worden bevrijd.
De vorst, wiens haat tegen Lobkowitz nog was
vermeerderd door de gedachte, dat lui het aan
hem en aan Leonora nad te wijten, dai Maria
zoo ongelukkig geworden was, trok weder naar
de nabijheid van Weenen, toen de hofcamarilla
uitzicht kreeg Lobkowitz te kunnen doen vallen.
Toen hij hoorde dat te Brunn de oude vrouw
nog leefde, van wier wonderbare genezingen en
profetische gaven hij vroeger wel had gehoord,
liet hij haar op het slot ontbieden.
Het was verklaarbaar, dat bij het wederzien
van het slot bij Maria de oude herinneringen des
te levendiger ontwaakten, daar men het niet voor
haar verborgen had gehouden dat tegen vorst
Lobkowitz, eene beschuldiging van verraad was
ingebracht. Vorst Liechtenstein had gedacht, dat
dit bericht Maria zou overtuigd hebben, hoe
weinig Eleonora hare vriendschap waardig ge
weest was, maar het ongelukkige meisje bemerkte
met afgrijzen den blinden haat baars vaders tegen
een voorraaligen vriend en toen zij op zekeren
dag waagde een woord ten gunste van dezen in
het midden te brengen, werd haar vader zoo
driftig, dat zij sidderend hare smart in haar eigen
boezem verkropte. (Wordt vervolga.)