Nummer 45. Donderdag 4 Juni 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. van ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Engeland. Duitschland. UITGEVER: Waalwijk. ►Wij hebben maatrege len genomen om den uitslag der verkiezingen voor de tweede kamer der staten generaal te kunnen opnemen in het nummer dezer courant, dat Woensdag 10 Juni tegen den avond, dus iets later dan gewoonlijk, zal verschijnen. Onze abonné's zullen wij gaarne in de gelegenheid stellen kennis te nemen van de verschillende tele grafische dépêcheswelke wij in den loop van dien dag zullen ontvangen. >Zij, die zich voor het volgend kwartaal op „de Echo van het Zuiden" abon- neeren, ontvangen vanaf 10 Juni de nog die maand verschijnende nummers gratis. WaalwyksclM en LanptraalsÉe Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden •om den Uitgever. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnotnen door het advertentiebureau van A.dolp Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De politieke quaesties zullen wei eenigen tijd het veld moeten ruimen voor de econo mische vraagstukken. Protectie of vrijhandel is allerwege het parool, handelstractaten zijn in wording en andere zijn op weg om 'tbin- nenkort voor goed af te leggen. In Duitschland is 't de strijd voor en te gen de graanrechten, de algeheele opheffing of ten minste tijdelijke matiging er van, die de politieke wereld in agitatie houdt, en de pers vult kolommen druks met beschouwin gen en statistische gegevens over de wer king der beschermende rechten op dit voe dingsmiddel. Wie spoedig helpt, helpt dub bel, roept de vrijzinnige pers en zij dringt 34. XII. VORST EN WERKMAN. Het was de vader van Maria, die met zijn meester sprak. Het beeld van den vorst stond Max nog voor den geest, toer. deze hem in be scherming had genomen tegen de overmoedige Hongaren. Kon de vorst vermoeden wat Max tot zijn dochter had gezegd, toen deze nog bijna een kind was? Dat was moeielijk aan te nemen; sedert dien tijd waren jaren verloopen, Maria zou wel gezwegen en hem dat stoute woord vergeven hebben. Kon hij gelooven, dat zij hem niet had vergeten Hij was niet zoo ijdel om uit de wenken, die hem gegeven waren, beelden te scheppen tot waanzinnige droomen, maar hij wist dat Maria leed en dat zij nog vrij was, en zijn bloed stroomde hem sneller door de aderen, zijn hart beefde van bange verwachting om te ver nemen wat de vorst wilde. De keizer had Liechtenstein laten roepen, nadat hij Max had gesproken. Zou deze met den vorst over hem hebben gesproken? Z011 de vorst boos zijn, omdat Max het liad gewaagd, de reeds lang vergaten zaak van vorst Lobkovvitz aan te roeren Of kwam de vorst om hem zelf daarover nader te ondervragen, nadat hij eerst bij Bockel inlichtingen over Iiem had ingewonnen Het gelaat van Bockel verried vroolijke ver rassingen, de vorst scheen hem iets aangenaams te zeggen. Bockel boog zich alsof hem een hooge eer te beurt viel; daarop scheen hij weer beden kingen te maken, zijn oog gluurde steelsgewijze naar de werkplaats. Max kon er nauwelijks meer aan twijfelen, dat men van hem sprak, en dit vermoeden zou spoedig bevestigd worden, want Bockel kwam thans om hem te roepen. De meester had de deur van zijn kantoor ge opend, en terwijl de vorst daar binnentrad, fluis terde hij Max toe, dat Liechtenstein hem verlangde te spreken; hij begreep niet, hoe de vorst er toe kwam om zich plotseling zoo voor hem te inte resseeren, maar hij moest niet onbedacht ant- krachtig bij de regeering aan op een besluit of de rijksdag inderdaad zal worden saam- geroepen. 't Schijnt, dat zoo'n beslissing moeilijk te nemen valtde regeering zal misschien nog immer hoop hebben, dat de commissie, met een onderzoek in deze be last, gunstige resultaten zal opleveren. IJdele hoop misschien, maar 't is ook een ernstige zaak zoo maar opeens met een regime te breken, dat men jarenlang als het alleen za ligmakende heeft beschouwd en als zoodanig gehuldigd. Nu kan men wel spreken van den nood, die dringt, van de uitzondering, die den regel bevestigt, maar dat zijn van die holle phrases, waarmede men de groote meer derheid niet vangthet feit staat vast, dat men Bismarcks's economische politiek zoo zachtjes aan laat schieten de partijdag der nationaal-liberalen, te Berlijn gehouden, heeft zelfs het besluit genomen, dat de econo mische vraagstukken niet tot grondslag moe ten dienen aan politieke partijen een ne gatie van Bismarck's politiek, die juist gaarne een strijd tegen de handels- en douane-po litiek der regeering zou aangebonden zien. 't Schijnt, dat de minister van financien en zijn collega van landbouw van Pruisen, 't samen niet eens zijn de eerste acht de hooge rechten voor een groot deel de schuld van de hooge prijzen der voedingsmiddelen, de tweede meent de oorzaak van die duurte te moeten zoeken in de beursspeculatie en zou dus in 't belang van den landbouw de zaak liefst maar blauw blauw laten zonder te denken, dat de welvaart van den landbouw in zekeren zin een particulier belang is te genover het algemeen belangde prijzen der granen in overeenstemming te houden met de loonen der arbeidende klasse. Maandag nu heeft de kanselier Von Ca- privi in het huis van afgevaardigden mede gedeeld, dat de regeering nog niet heett kunnen besluiten om bij den Bondsraad eene verlaging van graanrechten aan te bevelen. Een toestand van algemeenen nood is niet voorhanden. De vooruitzichten omtrent den oogst zijn beter dan veertien dagen geleden. woorden, anders kon hij licht zijn fortuin van zich werpen. Meeater Bockel was in het oogvallend opge wonden; het moest iets zeer bijzonders zijn, wat de vorst met hem had verhandeld. Max werd door zijn woorden, door zijn voorkomen nog meer uit zijn anders zoo kalme stemming ge bracht. De vorst zog den jongen man scherp aan, maar er lag geen welwillendheid, in zijn trekken, zoo a's Max na de woorden van zijn meester had mogen verwachten, veeleer het tegendeel; het was alsof hij een inwendigen weerzin trachtte te be strijden, alsof hij vriendelijk, onbezorgd, rond borstig wilde schijnen. Gij zijt de jonge man, dus begon hij, die op mijn slot een wild paard hebt getemd, ofschoon men van u slechts had geéischt eer. kleinood te herstellen; gij hebt toen aanbiedingen afgeslagen, die voor een eerzuchtige verleidelijk zouden ge weest zijn, en ik heb u in bescherming genomen tegen dén spot en den smaad mijner gasten. Ik hoor van alle zijden, dat gij een bekwaam kun stenaar en een bescheiden, braaf menscli zijt, en ik verneem van Zijne Majesteit den Keizer, dat gij door uwe verklaringen een dwaling hebt opgehelderd, waarin ik ook was vervallen, en dat ilc u derhalve dank verschuldigd ben. Het verheugt mij een braaf handwerksman te kunnen beloonen, ik wil u daarom de middelen verschaffen om het meesterschap te verkrijgen en een eigen zaak te beginnen. Meester Bockel zegt mij, dat hij u als schoonzoon wil aannemen, ik 2al u een uitzet geven. De vorst sprak deze welwillend klinkende woorden op een toon, alsof hij geen tegenspraak verwachtte, alsof Gundacker zich dankbaar naar zijn wil moest voegen; toen hij uitgesproken had, keerde hij zich om en maakte het daardoor Max nog moeilijker er iets tegen in te brengen. De jonge man was geheel uit het veld geslagen. De vader van Maria sprak nog altijd vriendelijke woorden tot hem, sprak zelfs van dankbaarheid; Max kon dus niet gelooven, dat de vorst zijn woorden had berekend om hein te overrompelen, veeleer drong zich het vermoeden aan hem op, dat Bockel het denkbeeld had opgeworpen, dat hij met Louise zou huwen en dat de vorst hem werkelijk een gunst wilde bewijzen. Max beminde Louise als eene zuster, Bockel Algemeen voordeel zou van eene verlaging van invoerrecht niet te verwachten zijn. In Italië acht de regeering een wijziging in de douane-rechten op het graan voorals nog niet noodig, doch in Frankrijk blijkt men te juister tijd het besluit tot tijdelijke ver mindering dier rechten te hebben genomen, tenminste afgaande op de statistieken, die voor de maand April 1891 den invoer van graan enorm boven dien van April 1890 stelt. Een 17-tal Spaansche republikeinsche ka merleden hebben het oogenblik geschikt ge acht om in de dagbladep een manifest open baar te maken, waarin geëischt wordtaf schaffing van de monarchie, inkrimping der staatsbemoeiing, herstel van het evenwicht dér staatsbegrooting en herziening van de belastingen en octrooien. Bilbao is in staat van beleg verklaard we gens ongeregeldheden, aldaar door werksta kers gepleegd. De voornaamste leiders zijn in hechtenis en de stad is geheel door mi litairen bezet. Er z:jn vele gekwetsten en één werkstaker, die het hoofd der politie met een steen smeetis gedood; De Engelsche pers weet heel veel naars mee te deelen omtrent de reis van den czaar naar Moskou of liever omtrent de aanleiding tot het uitstel van die reis van Dinsdag tot Vrijdag der vorige week. Op het terrein der tentoonstelling die ondertusschen Zaterdag gedurende enkele uren door den czaar en zijn familie is bezocht, zonder dat er iets is geschied zou inen namelijk de ontdek king hebben gedaan van een viertal kisten, met dynamiet gevuld. Zondag 24 Mei eerst, zou men er achter zijn gekomen en nu ver telt men, dat die gevaarlijke specie er reeds sinds 1882 zou staan; zij zou toen namelijk vergeten zijn Ondertusschen moet de politie op de spoor lijn bij Twer een dynamietmijn ontdekt heb ben, ja zelfs zou het onbewoonde paleis van den gouverneur van Moskou als uitgangspunt voor een mijn zijn gebezigd, die zich onder was hem dierbaar als een tweede vader en voor niets ter wereld had hij een lid der familie willen krenken of beleedigenzijn eerste gevoel was daarom een mengsel van verrassing en schrik; hij vroeg zichzelven af, of hij wellicht onwille keurig aanleiding had gegeven, om te doen denken dat hij den heimelijken wensch koesterde Louise te huwen. De gedachte was nog nooit in hem opgekomen. Hij had eer gevreesd, dat men zijn eerzuchtige droomen, zijn neimlijk verlangen zou ontdekken, en hem voor een ijdelen dwaas houden, dan dat hij zou gedacht hebben, dat men zijne vriendschap voor Louise anders zou uitleggen. Het was in de gegeven omstandigheden in alle gevallen voor hem eene eer, dat hem de hand van de dochter van een welgezeten en geacht gildemeester werd aangeboden zulk een eer te weigeren moest voor ijdele zelfverheffing en voor een zware beleediging van een braaf meisje en hare bloedverwanten worden gehouden. Aan een vriend en vertrouwde had Max kunnen ant woorden, dat een andere liefde zijn hart vervul de, maar het was hem alsof de vorst, indien hij dit woord sprak, hem zijn kwaad geweten moest kunnen aanzien en zijn geheim raden. Het bloed steeg hem in het aangezicht. Zoolang zijn ideaal heiu een onbereikbaar droombeeld toe scheen was zijne liefde rein; zoodra hij echter eene hoop koesterde, was zij waanzin en in de zen ©ogenblik betrapte hij zichzelven op zulke gedachten. Maar hij mocht niet zwijgen, dat zou bedrog zijn, want hij zag aan den vorst, dat deze zijn stilzwijgen voor toestemming scheen te hou den. Doorluchtig vorst, zei hij, en het som bere vuur in het oog van den vorst joeg hem geen vrees aan, vergeef mij, dat ik uwe gunst niet kan aannemen. De genade van den keizer heeft mij toegestaan in zijn dienst een verre,gevaar volle reis te ondernemen, daarom mag ik er niet aan denken hier eene zaak te beginnen. Ik ben dankbaar voor de hooge eer en gunstmaar ik bid De vorst, wiens uitzicht somber en dreigend was geworden, viel hem in de rede. Spreek geen woord uit, waardoor gij uw fortuin met voeten zoudt treden en dat u even dwaas als ondankbaar zou doen schijnen. De keizer zal in uwe plaats een ander zenden, als ik dat hem verzoek. Maar indien gij volstrekt de reis wilt een door den keizer te berijden straat zou uitstrekken. Toen de keizer kwam, waren de straten met troepen dicht bezet, alle vensters moesten gesloten zijn, de balcons moesten onbezet blijven en het hotel, van waaruit de journalisten den intocht gadesloegen, was met politiemannen gevuld. Een aangename reis De beweging, veroorzaakt door de uitzet ting der koningin, neemt in Servie toe, naar het schijnt. Er worden openbare bijeenkom sten georganiseerd om daartegen te protes- teeren. De kleermakersciisis te Londen is eene acute periode ingetreden. Na het houden van twee monstermeetings besloot de inter nationale gezellenbond eene algemeene werk staking te decreteeren, tot het verkrijgen van een en even langen arbeidsdag, afschaffing der tusschenpersonen en gezondere werk plaatsen. De internationale gezellenbond kondigt aan dat 10.000 mannelijke en vrou welijke snijdersgezellen in Oost-Londen er aan deelnemen. Toen Vrijdagavond 8 uur de keizer en de keizerin zich in een galarijtuig naar het operagebouw begavenhad hen bijna een ongeluk getroffen, dat echter door het inhou den der paarden voorkomen werd. Op een kruispunt namelijk kwamen van tegenover gestelde richting een omnibus en het keizer lijke rijtuig snel aangereden. Een botsing scheen onvermijdelijk, maar de beide koet siers wisten hunne paarden nog zoo spoedig in te houden, dat slechts de disselboomen elkander even aanraakten. Onder de hoerah's der getuigen van dit meedoen, vervolgde hij, toen hij zag dat Max tegenwerpingen wilde maken, dan belet dit u niet, u vooraf te vestigen. Er zullen nog maanden verloopen eer het gezantschap Weenen verlaat. Gij zoudt dus een groote dwaas zijn, indien gij het fortuin liet glippen, dat u wordt aangeboden. Laat uwe doorluchtigheid mij voor dwaa9 houden, maar niet voor ondankbaar, hernam Max met vastheid; ik kan, ik mag mij niet ver binden. Het gelaat van den vorst begon te gloeien zulk een liardnekkigen trots had hij niet ver wacht; hij vond een tegenstand, die hem des te meer verbitterde, daar het hem een groote zelf overwinning had gekost welwillendheid te huiche len voor zulk een laaggeboren mensch. Doe dan wat gij wilt I riep hij in hevigen toorn; ieder moet zelf weten, waar hij zijn fortuin wil zoeken, en wijst uw dwaasheid en uweijdelheid de gunst van welgezinden af, zoo zorg dat toorn van machtigen u niet verplettert! Daarop verliet hij het vertrek. Toen hij in het voorhuis meester Bockel voorbijging, die hem daar had staan wachten en hem naar het rijtuig had willen geleiden, wees hij dezen op een'bar- sche wijze terug. Gij hebt mij voorgelogen, zei hij, ik heb mijne goedheid aan een dwaas >e meester waagde het niet een woord te ant woorden, maar deze beleediging joeg hem het bloed naar het aangezicht. Het verwijt dat hij gelogen had, trof hem niet; hij had tot clen vorst gezegd, dat hij geen beter schoonzoon kon wenschen, maar er sterk aan twijfelde of deze daartoe genegen was; thans vervulde zich zijn hart met wrevel en bitterheid tegen Max, om wiens wil hij dezen smaad had moeten verduren. Hij moest aannemen, dat Max het aanbod van den vorst had afgewezen op eene wijze, die dezen het recht gaf, hem een dwaas te noemen. De trots van den vader en van den burger werd gekwetst door de gedachte, dat Max de hem aangeboden eer misschien niet als zoo danig had beschouwd, en dit vermoeden kwam geheel overeen met zijn oordeel over Gundacker. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1