Nummer 47. Donderdag 11 Juni 1891 4° Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. Ce Goudsmid van Weenen. BUITENLAND. Frankrijk, UITGEVER: Waalwijk. >Zij, die zich voor het volgend kwartaal op „de Echo van het Zuiden" abon- neeren, ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers De Echo van het Zuiden, Waalwpsche en Langslraalsclie Conrant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het gekeele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels j 0,60 daarboven 8 cent per reg-el groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. GRATIS. Indien men de Köln. Ztg. mag gelooven, zou in den Zaterdag gehouden Pruisischen ministerraad besloten zijn, het materiaal te publiceeren, dat door de regeering als grond slag is genomen voor haar besluit in zake de handhaving der graanrechten, en welks publicatie door de vrijzinnigen zoo vurig werd verlangd. Zoo zou dus het „frappez toujours" geholpen hebben en te meer op vallend is dit besluit der regeering, wijl juist Zaterdagmorgen enkele bladen, die nog im mer een schreefje voor hebben, al heet 't dan ook officieel dat de officieuse pers niet meer bestaat, wisten te melden, dat er nog zooveel voor 't mes lag, dat er van een na dere bespreking over de opheffing der graan rechten wel niets zou komente meer daar de meerderheid der afgevaardigden niet geneigd scheen de geleidelijke opvolging der disc.ussien af te breken. 't Had er dus zoo iets van of men in par lementaire kringen in zijn schik was zoo'i. ezelbruggetje te hebben ontdekt, maar of men toch maar beter vond voor den aandrang van de zijde der oppositie te wijken, dan wel of de protestvergaderingen ook iets in deze hebben bijgedragen in de vergade ringen, Vrijdagavond te Berlijn gehouden werd door 30,000 man tegen de douanerech ten op graan geprotesteerd weten we niet, in elk geval is de mededeeling van de Köl- nische vrij belangrijk. Misschien heeft Von Caprivi wel ingezien, dat hij door een ge heimzinnig en hardnekkig stilzwijgen de op positie niet den „mort sans phrase" zou doen 35. XII. VORST EN WERKMAN. Het was verklaarbaar, dat hij in zijn wrevel zijn gezel niet kon verontschuldigen. Ik weet niet, zei hij met een donker gelaat tot Max, wat den vorst aanleiding geeft, zich in uwe en mijne zaken te mengen, maar gij jaagt mijne klanten weg; wat heb ik aan uwe bekwaamheid en aan uwe vlijt als gij mij van mijne beste klanten berooft Vader Bockel, antwoordde Max op een be- zadïgden toon, maar juist dat woord vader wond Bo.ckel op dezen oogenblik nog meer op. Zwijg I viel hij uit. Ja, ik heb als een vader met u gehandeld, maar uw trots erkent dat niet.Wilt gij wijzer zijn dan menschen van ondervinding, en acht gij in uw laatdunkendheid u te goed voor mijn huis, dan zijt gij mij te gering. Zoek een anderen meester, die er misschien respect voor heeft, dat gij wellicht een paar droppels adellijk bloed in *de aderen hebt; ik wil u niet langer houden. Het woord was er uit, en kon niet weer terug genomen worden meester Bockel zou dit ook niqt gedaan hebben, ofschoon het hem berouwde zoódra hij Max zag verbleeken. Het deed hem leed, dat hij in zijn drift Max had gegriefd; maar naar zijn innigste overtuiging verdiende Max eens in zijn hoogvliegende droo- men te worden gekortwiekt, en Bockel was de man niet om uit goedhartigheid eeri woord terug te nemen, dat wel is waar hard, maar naar zijne meening niet onbillijk was. De houding, die Max aannam, was echter ook niet geschikt om hem tot zulk eene goedhartig heid aan te sporen. Max moest uit zijn scherpe woorden opmaken dat de weigering om zijn schoonzoon te worden hem kwetste, dat Bockel dus dezen wensch had gekoesterd en dan was het onvermijdelijk, dat hij jdiens huis verliet. Maar het griefde hem diep, dat Bockel hem juist op zijn gevoeligste plek trof en een geheim sterven, maar integendeel den sociaal-demo craten een machtig wapen in de hand speelde, dat onder een groot krijgsgeschrei dagelijks zou worden rondgezwaaid. Op d'uitslag hier de opheffing der graanrechten ziet men in sociaal-democratische kringen door gaans niet, het doel hier de verspreiding van het zaad der ontevredenheid is en blijft bij die partij doorgaans hoofdzaak. De Fransche Senaat heeft het wetsontwerp tot verlaging der inkomende rechten op gra nen in zijn geheel aangenomen. De kamer van afgevaardigden van Portu gal heeft van de nood een deugd weten te maken: met 105 tegen 10 stemmen heeft zij Zaterdag de laatste, door Engeland voorge stelde regeling betreffende Afrika aangeno men. Daarmede heeft zij wijs gehandeld, immers 't is op den duur toch een vechten tegen de bierkaai, een zoo op koloniën beluste natie als de Engelsche te willen chvarsboo- men, buigen is beter dan breken de moeie- lijkheden, die in de streek van de Zanbezi waren ontstaan tusschen de Engelsche en de Portugeesche kolonisten, zijn tegelijk met de bepaling der wederzijdsche grenzen uit den weg geruimd. Drie ministers van Portugal zijn tekort ge schoten in hun taak tegenover de vrij hooge eischen door Engeland gesteld en zelfs de monarchie is er door in gevaar gekomen en wie weet of alles wel zoo gunstig zou zijn afgeloopen, indien de andere mogendheden bij John Buil niet een goed woordje hadden gedaan ten gunste van het kleine Portugal. „Ote toi de lü, que je m'y mette" is immer John Bull's machtspreuk geweest en als 't een kleine mogendheid betrof, dan heeft hij doorgaans weinig omslag gemaakt bij de ont ruiming te zijnen gunste ook. Londen bood Zondag zoo ongeveer den zelfden aanblik als voor enkele dagen Parijs tijdens de staking der omnibus- en trambe ambten. Wel hadden de beide groote omni- aanroerde, dat hij hem in het volste vertrouwen had medegedeeld. Zijn meester wees hem de deur als ecu vreemde, die zijn vertrouwen had teleurgesteldzonder verschooning'op een on vriendelijke wijze, alsof het hem berouwde, dat hij hem ooit had gezien. Meester Bockel, antwoordde hij, ik zal nooit vergeten dat ik mij bij u heb gevoeid als in een ou derlijk huismaar het woord, dat gij hebt ge sproken, bewijst dat £ij toch geen hart voor mij hebt. Ik weet, dat ik voor uw huis te gering ben, maar ik wist niet, dat ik mij had verhoo- vaardigd. Ik zal gaan, maar laten wij niet met wrok van elkander scheiden. Wat Bockel ook mocht verwacht hebben, niet dat Max zijn ontslag zou aannemen zonder eenig verzoek hem nog tot den tijd van zijn vertrek te laten blijvenhij had het met dit ontslag volstrekt niet ernstig gemeend en de mogelijk heid dat het aangenomen zou worden geheel niet overwogen en nu scheen het bijna alsof Max blijde was van zijne overijling te kunnen ge bruik maken om hem aan zijn woord te houden. Afgezien daarvandat hij zulk een werkman niet gaarne verloor, dat llax hem bijna onmis baar was bij verscheidene bestellingen, die hij slechts had kunnen aannemen omdat deze tege lijk goudwerker en wapensraid was, moest het plotselinge ontslag van een gezel, die door hem overal was geprezen, die bij hem als een lid van het gezin had gewoond, een onaangenaam opzien baren. Hij kon de ware reden der verwijdering niet noemen zonder te blozen, zonder zijne dochter in opspraak te brengenoverigens wist hij, dat alle huisgenooten hem over dit ontslag nog bitter der verwijten zouden doen, dan hij zichzelve. Maar dit alles wist Max ook, en evenwel, of misschien juist daarom toonde hij zich zoo stijf. Verlangde Max, dat hij het gesproken woord te rugnemen en zich tot een verzoek vernederen zou, of gevoelde de ijdele jonge man zich door de gunst van den keizer zoo overmoedig, dat de werkplaats van den meester hem evenmin genoeg was als diens dochter. De wrevel, de toorn maakten Bockel blind; hij nam de hem aangeboden hand niet aan. Daar gij zoo met uw ontslag zijt ingenomen, dat gij terstond wilt gaan, zei hij, moest gij geen comedie spelen. Ja, ik heb het u herinnerd, dat bus-maatschapp:jen pogingen gedaan den dienst gaande te houden, maar daarvan kon niets komen, geweldpleging kwam den gan- schen dag voorgeen omnibus werd onge moeid gelaten, en een opmerking van John Burns aan het adres van een koetsier en een conducteur, om ook den arbeid er aan te geven, kostte dezen leider voor eenige uren de vrijheid. In Frankrijk zal er van een sta king der spoorwegbeambten niets komen, de machinisten willen er niet aan en de geheele agitatie draagt het karakter van gedwongen heid. Dat de begrooting van oorlog voor Italië den steen des aanstoots blijft, is Zaterdag weer gebleken toen de minister van de schat kist een klein overzicht gaf van den finan- cieelen toestand des lands. Besparingen (43millioen)en verminderde uit gaven voor den aanleg van spoorwegen heb ben het deficit over den dienst 1891—'92 tot 5 millioen doen inkrimpen, ja zelfs hoopt men dat deficit nog gansch en al te kunnen bestrijden, maar dan moeten er bij alle nieuwe uitgaven nieuwe inkomsten worden uitgedacht. Intusschen was gedurende Mei de opbrengst der douanerechten weder minder en wel ö1/* millioen lires beneden het voorgaande jaar. Van 1 Juli 1890 tot 31 Mei '91 werd 38 mil lioen minder in de schatkist gestort. De jodenuitwijzing uit Rusland wordt maar immer op groote schaal voortgezet. Alleen naar Palestina zijn in deze week weer 700 joodsche families uit Zuid-Rusland vertrok ken en in de beide voorgaande weken heb ben uit Kiew 400, uit Odessa 2500 en uit Berditschew 5000 joden de wijk genomen naar Engeland, Amerika en Australië. Uit Moskou worden dagelijks 50 joden verdreven. De Engelsche consul te Libau heeft van zijne regeering de opdracht ontvangen de Russische joden dringend te waarschuwen tegen verhuizing naar Engeland, wijl zij daar wegens overvloed van arbeidskrachten geen werk zouden vinden. gij u eens schaamdet geen tehuis te hebben, thans schijnt gij er u op te verlioovaardigen, dat gij misschien buiten huwelijk Meester I riep Max, hem in de rede vallende en zijne oogen schoten vuur, pas op uwe tong Schendt gij mijn vertrouwen, eerbiedig dan ten minste mijn ongeluk. Ik duld geen hoon. Max had deze woorden zoo luid gesproken, dat de zonen van Bockel, die reeds gemerkt hadden, dat er iets bijzonders gaande was, ontsteld kwamen toeloopen; ook Louisa verscheen op den drempel van de deur der woonkamer. Er ontbreekt slechts aan, dat gij de hand tegen mij opheft, riep Bockel, half in töó'rn, half in schaamte en spijt, dat hij het zoover had ge dreven. Meester, hernam Max, gij miskent mij grootelijks. Daarop verwijderde hij zich snel, om iedere verklaring te vermijden, die de ver baasde, ontstelde blikken van Bockel's kinderen scheften te verwachten, en spoedde zich naar zijn kamer, waarvan hij de deur achter zich sloot. Bockel deelde aan de zijner, mede, dat hij met Max twist had gehad, dat hij in zijn drift had gezegd, dat hij kon heengaan en dat Max zich had gehaast daaraan gevolg te geven. Niemand sprak een woord, allen voelden zich onder den druk van een plotseling, onverwacht maar onvermijdelijk ongeluk. Allen wisten hoe lief Bockel Max had gehad, en het was alsof ieder begreep, dat de breuk onherstelbaar was, want niemand geloofde van Max dat hij kon heengaan, indien hem dit niet door de uiterste noodzakelijkheid werd geboden; het vermoeden van Louisa kwam wel het naast bij de waar heid gelijk bleek uit de bleekheid van hare wangen en het krampachtig trekken van hare lippen. Max verliet tegen den avond het huis; na ver loop van eer. uur keerde hij terug en zocht Bockel op. -- Meester, zei hij, ik heb lang nage dacht, hoe ik uw huis kan verlaten zonder het gepraat van de menschen uit te lokken, die toch de oorzaak onzer oneenigheid niet mogen ver nemen. Graaf Guido Starhemberg heeft mij eens zijn bescherming aangeboden, indien ik die mocht noodig hebben. Hij heeft mij thans op mijn ver zoek een verblijf aangewezen, waar ik het werk voor den keizer ongestoord kan afmaken. Als gij verkiest wil ik daar ook wel het werk In het Lagerhuis deelde de minister Fer- gusson mede, dat bij de tusschen de Ver- eenigde Staten en Brazilië gesloten overeen komst, aan de Amerikaansche voortbrengselen differentieele rechten toegestaan worden. Een soortgelijk tractaat moet door deVereenigde Staten met Spanje gesloten zijn doch de bepalingen daarvan zijn nog niet openbaar gemaakt. De instructie in de zaak betreffende het verklappen van het geheim der vervaardiging van meliniet en het ontvreemden van teeke- ningen, berustende in de wapenfabriek te Puteaux, of het maken van afschriften daar van, is thans geëindigd. De instructie is ge richt tegen vier personen Turpin en Tripo- né de beide eerste beklaagden, en Fesseler en Feuvrier. Fesseler is secretaris bij de direciie van de wapenfabriek te Puteaux. Hij is het die aan Triponé de teekeningen of afschriften heefeter hand gesteld. Te zijner verdediging heeft hij aangevoerd, dat hij ge meend heeft dit gerust te kunnen doen, daar Triponé kapitein is bij het territoriale leger en ridder van het legioen van eer. Feuvrier is een bloedverwant van Triponé. Wat hier strafbaar gesteld is, is nader voorzien bij de wet tegen het spionneeren. Maar nu doet zich, volgens den „Temps", eene andere quaestie voor. Die wet heeft geen uitzondering op de gewone wet gemaakt omtrent den termijn voor het verjaren der vervolging. Alzoo geldt hier de termijn van drie jaren voor delicten. Daar nu reeds meer dan drie jaren verloopen zijn sedert de ge heimen openbaar zijn gemaakt (Maart 1888), zoo zou het recht tot vervolging vervallen zijn. Het gerucht wil dat er meer personen bij de zaak zijn betrokken; men noemt eenge- neraal en een kolonel, en de minister van afmaken, dat ik nog van u onderhanden heb. Meester Bockel drukte geroerd de hand van Gundacker. Hij gevoelde dat zijn argwaan, dien hij trouwens ook slechts in zijn booze drift had. kunnen koesteren, ongegrond washij had tijd gehad om over het gebeurde kalm na te denken en was tot de erkentenis gekomen, dat Max het beste besluit had genomen; na hetgeen nu was voorgevallen, mocht hij niet langer met Louisa onder een dak vertoeven. XIII. DONKERE WOLKEN. Wij laten weer eenige jaren voorbijgaan en vermelden slechts kort datgene, wat onze lezers eenig belang kan inboezemen. Maria Liechtenstein had, eer hare ouders haar naar het klooster der II. U rsula brachten, de voldoening gesmaakt, dat haar vader haar had medegedeeld, dat de keizer op zijn verzoek aan vorst Lobkowitz zijne gunst had teruggeschonken, ofschoon hij hem ook niet weer naar Weenen had teruggeroepen. De dood van keizerin Claudia, de onverzoenlijke vijandin van den vorst, had den keizer aanleiding gegeven zeer kort daarna in prinses Eleonora von Pfalz- Neuburg een derde gemalin te kiezen. Deze dame was buitengewoon vroom; zij had aan het klooster de voorkeur gegeven boven het huwelijk, en toen zij van het oogmerk des keizers hoorde, stelde zij haar gelaat aan de zon en het weder bloot, om hare kleur te bederven en Leopold van zijn aanzoek te doen afzien. Zij geeselde zichzelve dikwijls ten bloede en droeg bij boetedoeningen armbanden met ijzeren puntenbij processies ging zij barrevoets, maar zelden heeft zeker een gekroonde keizerin de plichten eener zorgvuldige huisvrouw jegens haar gemaal zoo ijverig en met zooveel toewijding vervuld als zij. Graaf Guido Starhemberg kreeg na de eerher stelling van vorst Lobkowitz van zijne bloedver wanten verlof om aanzoek te doen om Eleonora Lobkowitz, en weinige maanden voor zijn dood legde de vorst de hand zijner dochter in die van haar gelukkigen bruidegom. (Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1