BUITENLAND. Belgis. Frankrijk. Engeland. Duitschland. Italië. Rusland. BINNENLAND. Dinsdag 11. heeft ds koning den heer Buis in particulier gehoor ontvangen, die Z. M. verslag gedaan heeft van zijne zending naar Marseille. Met groote voldoening heeft de koning inzage genomen van de bewijzen, dat de bekende verklaring van den heer Buis eene gunstige uitwerking gehad heeft op de publieke opinie in Frankrijk. Zaterdag ochtend te 9 uur is door een arbeider, Thinart geheeten, op den directeur der „werkplaatsen van Sclessin,"in de nabij heid van Luik, den heer Dewandre, een moord aanslag gepleegd. Drie revolverschoten door hem gelost, hebben alle den directeur ge troffen, wiens leven in groot gevaar verkeert. De arbeider Thinart is vroeger geruimen tijd werkzaam geweest aan de genoemde fa briek, maar na de werkstaking in Mei 11. als een der raddraaiers niet weder als arbeider aangenomen. Evenwel slaagde hij er in el ders werk te vinden, doch onlangs is hij ook daar ontslagen, zoodra men de reden vernam van zijn vroeger ontslag. Zaterdag ochtend heeft hij zich daarop naar den heer Dewan dre begeven met het verzoek, herplaatst te worden. Niet geslaagd zijnde, heeft hij zich waarschijnlijk daarover willen wreken. Een Parijsch bankier, Hoskier genaamd, is over het welslagen der Russische leening zoo verheugd, dat hij den prefect der Seine eene som van 10000 fr. heeft doen toekomen om die onder de armen te verdeelen. Prins Benjamin Rohan, hoofd V2ii den Oostenrijkschen tak van dit adelijk geslacht, moest dezer dagen te Parijs terechtstaan, ge daagd wegens oplichterij. Hij had van een kunstkooper te Parijs twee stukken van Te- niers gekocht voor f 30000 francs, onder voor waarde, dat hij na drie maanden betalen of de schilderijen teruggeven zou. De prins die geen eigen vermogen heeft, maar van zijn vrouw 50000 fr. per jaar ontvangt verkocht er terstond een, het beste van de stukken, voor t 3500 fr. en na verloop van drie maanden kon hij noch geld noch schil derijen geven. Hij werd voor het gerecht ge daagd, maar hij verscheen niet, en thans is hij bij verstek veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf, 2000 francs boete en restitu tie van 25000 francs. De rustelooze afgevaardigde Laur heeft het denkbeeld geopperd, om te Parijs een standbeeld op te richten voor zijn afgod Bou- langer, en dadelijk heeft het revisionistische comité in de vier gemeenten van het kanton Neuilly naar de pen gegrepen om voor 500 fr. in te teekenen. Een standbeeld voor Bou- langer Dat mag inderdaad wel fin de siècle heeten. Bij een brand in het Oosteind van Lon den (Ferry-road) zijn een oude vrouw, een jonge vrouw en drie kinderen, die, door het snel verspreiden van de vlammen de trap niet meer af konden komen, in de bovenka mers, waar zij waren, verstikt. Alle pogingen om hen te redden waren vruchteloos de rook en hitte waren te hevig, dan dat men er door kon dringen. LONDEN, 20 October. Er woedt op dit oogenblik een zware storm over groot Brit- lieden niet zeggen, fluisterde hij Iiudiger toe, die zijn oogmerk raadde en met hem ter zijde trad, het zou de burgers ontmoedigen; ik geloof niet heer graaf, dat het ontzet zeer spoedig zal komen. De hertog schijnt er niet op te nebben gerekend, dat Weenen het zou kunnen uithouden, hij wil eerst renboden naar den keizer zenden. Hebt gij hem gezegd, dat ik op hem ver trouw? Dat ik de stad niet zal overgeven? vroeg Starhemberg snel. Ik heb hem gezegd, dat de stad het zou uithouden tot de laatste man bezweek, maar dat iedere dag, dien de keizer talmde met hulp te verschaffen, hem het edelste bloed kostte. Gij zijt een man, die verdient dat ik u mijn geheel vertrouwen schenk, hernam Rudiger. Gij ebt gelijk, men moet aan de burgers niets zeggen, dat hen zou kunnen ontmoedigen, of schoon zij trouw bij hun eed blijven volharden. Maar u kan ik wel meedeelen, dat ik niets beters heb gehoopt, en daarnaar mijne beschikkingen heb gemaakt. Ik zag vooruit dat de hertog geen vertrouwen stelde in mijne verwachtingen en dat de hulp, die de keizer zal krijgen, zich niet zal haasten; daarom heb ik reeds thans beslag gelegd op de levensmiddelen, en de rantsoenen beperkt. De oogen van den Pool schitterden. Die ge dachte heeft God u ingegeven, edele heer, riep hij en in u gaf Hij Weenen een redder! Ieder doet zijn plicht, maar gij hebt meer gedaan I zei Rudiger en drukte den Pool de hand; daarop liet hij hem over aan Guido, die brandde van ongeduld om hem te spreken. Wij laten het aan den lezer over, zich de blijd schap voor te stellen van Guido, toen hij vernam, dat de hemel zijn dierbare Eleonora tot dusverre had bewaard voor het verschrikkelijk lot, dat zijn beangstigde verbeelding hem in de ijselijkste tafereelen had afgemaald. Wel is waar kon nog iedere dag haar het vreeselijkste brengen; zij was afhankelijk van de luim van den vizier; maar had God haar tot nu toe op wonderbare wijze in het gevaar behoed, dan mocht hij hopen, dat zijne genade het ergste van hem en Eleonora zou afwenden, dat de Heer hun slechts een bittere beproeving had opgelegd, maar toch hunne ge beden haa verhoord. En het was eene zonderlinge beschikking, dat de eer en het leven der prinses Liechtenstein een jnachtige bescherming hadden gevonden om den Itannie en Ierland. Op verscheidene plaatsen vooral op de kusten van Ierland, van mid- den-Engeland en het Zuiden van Wales heb ben overstroomingen plaats gehad. Er is veel vee verdronkenen er worden een aantal zeerampen uit het Kanaal gemeld, met ver lies van menschenlevens. De sarcophaag in het mausoleum voor kei zer Frederik, nabij de Vredeskerk, te Pots dam gebouwd, weid Zondagmorgen in allen eenvoud door den keizer onthuld, die er zich te voet met de keizerin en de prinsen had heen begeven en de trap afdaalde om een krans op de sarcophaag neder te leggen. Ook de keizerin en de prinsen legden bloemstuk ken neder, waarop het keizerpaar in stilte bij den gedenksteen nederknielde. Daarna woonden allen de godsdienstoefening in de Vredeskerk bij, alwaar bijna alle vorstelijke personen tegenwoordig waren, die in Berlijn vertoefden. De keizerlijke familie keerde te voet terug naar het nieuwe paleis, terwijl de anderen het mausoleum bezochten, 's Mid dags 1 uur was er een groote aandrang van publiek om het monument te bezoeken. De sarcophaag stelt den keizer liggende voor, als kurassier met den keten van den Zwarten Adelaar; de degen is met een palmtak gedekt. Het stuk marmer weegt 10,000 kilo. De sneltrein No. 2 van Breslau is Zon dag nacht ten 12.50 tengevolge van botsing met eene rangeermachine ontspoord. Voor zoover tot nu toe kan worden geconstateerd zijn er twee reizigers gedood, en drie ge kwetst, alsook de machinist der rangeer machine is gekwetst. Te Rome is bij het meteorologisch cen- traal-bureau bericht ontvangen, dat Vrijdag, op diie kilometers afstand van het eiland Pantellaria, in de richting naar het Westen eene hevige zeebeving heett plaats gehad. Volgens een der Italiaansche bladen heeft men hier te doen met de verheffing van een onderzeeschen vulkaan. Rookkolommen zijn omhoog gestegen en tot op een grooten afstand zijn onderaard- sche schokken waargenomen. Men gelooft dat een groote krater zich op drie kilometer afstands van Pantellarie gevormd heeft. Onder alle voorbehoud wordt uit St. Pe tersburg gemeld, dat geheime Russische politieagenten te Berlijn in den persoon van een der koks van de keizerlijke keukens, wiens spoor men plotseling was verloren, den bewerker van het déraillement bij Borki hebben gearresteerd. De ex-kok zou zelfs reeds hebben bekend. De „Daily Telegraph" bevat eenige interessante mededeelingen omtrent de kort geleden ontdekte nihilistische samenzwering. Het blad is echter niet geheel vrij te pleiten van anti Russische gezindheid. De nihilistische vereeniging dan, die te Kiew werd ontdekt, wilde van den hongers nood gebruik maken, om het volk tot oproer en politieke moorden aan te zetten. Du ver eeniging werd van uit Zwitserland en Frankrijk door daar vertoevende Russen bestuurd. Verscheiden studenten te Kiew waren lid der vereeniging en velen hunner werden gearresteerd. De studenten hadden zich echter uitsluitend bij de vereeniging aangesloten wil van Max Gundacker, er. dat Eleonora het eveneens aan dezen had te danken, dat de gemalin van Kara Mustapha haar in hare bijzondei'e hoede had genomen. Het was Guido alsof de Hemel er hem voor beloonde, dat zij de vriendin van Maria was gebleven; alsof hij alles zoo wonder baar had geschikt om vorst Liechtenstein te nood zaken in Max Gundacker den redder van zijn kind te erkennen. De profetische woorden van Wlaska waren in zooverre vervuld, dat het raad sel van de geboorte van Gundacker was opgelost; zijne moeder leefde, zij was eene door de Turken geroofde inboqp-ling van Candia, haar eerste ge maal had Gundacker geheeten, het vermoeden der oude was zeker juist als zij zeide, dat Max een Starhemberg en de zoon was van dien Gundacker- Starhemberg, die naar het Oosten was getrokken. Guido behoefde geen verdere bewijzen, dat Max tot zijn geslacht behoorde, zijn hart had hem reeds lang als een broeder erkend en lief gekre- Ëen. Hij bracht Ötephan naar het huis van Bockel. »e huisdeur stond open, maar niemand kwam de binnentredenden te gemoet, Leopold was op het bastion, Bockel en zijn andere zoon waren elders in dienst van de stad, vrouw Emerentia was uit gegaan om medicijnen voor den zieke te halen. Het huis maakte een indruk alsof het was uit gestorven; men zag hier in het klein, wat de stad in het groot aanbood. Het gebouw was beschadigd door een brand, die in het belendende huis had gewoed, dat door een gloeienden kogel was getroffen; men had aan die zijde den muur moeten stutten, de vensters waren grootendeels verbrijzeld; de werkplaats stond sedert weken stil; waar vroeger bij een vroolijk gezang de nijvere handen hadden gear beid lagen de gereedschappen in het stol; het magazijn van voorhanden wapenen was ledig, even als de provisiekamers van het huishouden, en uit de keuken kwam tegen den middagtijd niet de geur van krachtige voedzame spijzen den binnentredende te gemoet. De bedden in de slaapkamers stonden meest iuist zoo, als men ze na een korte rust had verlatende uiterste zindelijkheid er orde, die vroeger in het geheele huis hadden geheerscht, waren verdwenen, Eme rentia en Louisa hadden nu wel wat anders te doeu dan voor het huis te zorgen hier was een zieke te verplegen, de spijzen voor allen gereed te maken, en den een naar dit, den andere naar om Tolstoi's en Soltikow's werken in het ge heim te lezen. Toch worden zij met de overige samenzweerders over denzelfden kam geschoren. De Times verneemt uit Petersburg, dat de hongersnood aan het Russische oorlogs- ministerie een schoon voorwendsel biedt om krachtig te laten voortwerken aan den bouw van strategische sporen en wegenbouw ook nabij de westergrenzen. Verontrustende berichten over de be doelingen der Russische expeditie tegen de Pamirs worden nog steeds te Peking ont vangen. De nieuwe gouverneur van Chineesch Turkestan, die op weg naar zijnen post is, heeft last gekregen geen tijd te verliezen om Kashgar te bereiken. Inmiddels heeft de gezant van China te Petersburg de opdracht ontvangen om aan de Russische regeering opheldering te vragen over de aanwezigheid van Russische troepen op Chineesch grond gebied. WAALWIJK, 21 October 1891. Bij den minister van oorlog bestaat het plan om de miliciens voortaan, in plaats van in Mei, in Maart onder de wapenen te doen komen en hen dan vóór den winter vier maanden met verlof huiswaarts te doen keeren. Natuurlijk zouden vooraf eenige bepalingen der wet op de nationale militie worden ge wijzigd. N. R. Ingevolge een besluit van den minister van waterstaat kan de invoering van de „Zo- nenzeit" (eenheid in spoorwegtijd) op de Ne- derlandsche spoorwegen met den aanvang der nieuwe zomerdienstregeling, 1 Mei of 1 Juni 1892, tegemoet gezien worden. Eveneens is de Groote Belgische Centraal Spoorweg-Maatschappij door onze regeering gemachtigd geworden om ook op haar lijnen, op Nederlandsch grondgebied gelegen, met den aanvang der zomerdienstregeling van 1892 de „Zonenzeit" in te voeren. De handel in paarden begint in het Noord Westen van Noord Brabant weder le vendig te worden. Dezer dagen werden er verscheidene in het land van Altena en Heusden voor Italiaansche rekening gekocht, meerendeels tegen prijzen tusschen f 500 en f 700. De Bosschenaars, die in zak en asch zaten over 't vertrek van 2 compagnien in fanterie, hebben nu reden tot tevredenheid Dun 30en April komen uit Maastricht te 's Bosch in garnizoen kolonel J. H. Michaelis, majoor M. G. W. A. Schumann, kapt.-adj. P. J. Ie Jolle, kapt.-kwartierm. J. L. Nederburgh, de stafmuziek van het 2e reg. inf en het 4e bat. onder majoor H. G. J. van Hoogstraten, benevens 2 of 3 kapiteins voor speciale dien sten, welke tevens zijn aangewezen voor .het commando der ingeval van mobilisatie op te richten depot-compagniedn. Men schrijft uit 's Hertogenbosch Alhoewel men vreesde voor den Zaterdag avond, die geld in zoo menig leege porte- monnaie brengt, en dus meer gereede aan leiding geeft tot het vatten» van een »kik- vorsch" gelijk de Bosschenaars zich, over een „borrel" sprekende, eigenaardig uitdrukken, die vrees is gélukkig ongegrond gebleken. De maréchaussée, in de kazerne gereed om op het eerste teeken uit te rukken, mocht blijven en ook de gemeentepolitie kon zich tot den gewonen dienst bepalen. een ander bastion te brengen; daar was pluksel te maken voor de hospitalen; ginds arme gekwets ten, die zich door de straten voortsleepten, te verbinden; elders zieken in de buurt de eerste hulp te verleenen. In dezen nood vormde immers alles wat in Weenen ademde één gezin, men stond den naaste bij, en vond bij hem hulp wanneer men die zelf behoefde. De beide mannen stapten zacht door de woon kamers, zij wilden de rust van den zieke niet storen, indien hij sliep. Daar hoorden zij plotse ling door deur een zacht snikken. Verschrikt bleven de mannen staan, maar hun eerste gedachte, dat Max Gundacker dood was, werd niet bevestigd, want zij hoorden zijn stem, maar wat hij zei, deed den Pool verbleeken. Ja, goed meisje, zei hij, ik weet hoe uw hart mij is toegedaan; uw vader heeft het mij doen raden, toen hij mij van mijn reis naar Constan- tinopel wilde terughouden; en indien ik nog had getwijfeld, dan zou het mij thans zijn bewezen door uwe trouwe liefderijke verpleging, die mij het leven heeft gered. Ik weet u niet beter te danken, dan door u te zeggen, hoe lief en dier baar gij ook voor mijn hart zijt. De beide luisteraars moesten gelooven, dat Max Maria had vergeten, en dat hier een hartverbond werd gesloten. Zij konden niet vermoeden, welke woorden waren voorafgegaan die het snikken van Louise hadden veroorzaakt. Max had zich reeds zoo wel gevoeld dat hij had gesproken, van zijne hoop weldra weer op de schans te staan. Toen Louise daarop had geantwoord, dat hij zulk een hoop niet mocht koesteren, want dat hij binnen acht dagen zelfs het bed nog niet mocht verlaten, gelijk Wlaska had gezegd, had hij met een treu- rigen glimlach te kennen gegeven, dat hij naar den dood verlangde als het slechts een roemvolle was, want dat hij niets meer op de wereld had, waaraan zijn hart hing, sedert Maria in de handen der Turken was gevallen. Louise verweet hem, dat hij zijn vriend vergat, en schudde het hoofd, toen hij zei, dat Guido ook niet meer aan het leven hechtte, maar dat zij hem dierbaar wus als een zuster. De woorden, die de luisteraars hadden gehoord, waren het antwoord op de smartelijke tegenwer ping van Louise, dat hij den spot met haar dreef, dat hij altijd wel had gevoeld hoe ver zij bene den hem stond, dat hij niet eens had opgemerkt Of we deze rust want de stuk of wat zingende jongens, die zich in kleine troepjes door de straten bewogen, hadden maar heel weinig bekijks te danken hebben aan de gewone Zaterdagsche vacantie der „Nuttige en Beeldende Kunstenaars" in knop, dan wel of de stokjes, waarmede onze politieagenten sedert enkele dagen gewapend zijn en die Vrijdagavond voor het eerst kennis maakten met de achterdeelen van de Bossche spes- patriae als zoovele „ruwaards" moeten wor den aangemerkt, is moeielijk uit te maken hoe het iij, er was rust en dat is hier tegen woordig heel wat waardMein Liebchen, was willst du noch mehr Volgens het „Vaderland" zou de bur gemeester van 's Bosch, Jhr. van der Does de Willebois, zijn ontslag aangevraagd hebben. Wij vernemen echter van daar, dat dit bericht stellig niet juist is. Vermoed wordt dat de heer van der Does de regeering zal stellen voor het dilemma öf aan den commissaris van politie öf aan hemzelf ontslag te geven. Men schrijft uit Amsterdam De baldadigheid der straatjeugd heeft geen grenzen meer. Zoolang het werk aan de nieuwe brug bij de Westermarkt duurt, vinden zij er vermaak in om de nieuwe metselsteenen en het zand, dat daar op den wal is opgetast, in het water te werpen; er is daar reeds een geheele dam langs den walkant. Maandag middag waren weder eenige van die bengels daarmee bezig; iemand, daar in de nabijheid wonende, tikte tegen zijn vensterglas, maar dit bekwam hem slechtde deugniet stak de tong tegen hem uit, nam een stuk steen op, vvierp een groote ruit bij dien bewoner in en liep toen ijlings weg. Een ergerlijke snijpartij had Zaterdag te Oeffeit plaats. Geheel zonder aanleiding en alleen uit lust om te kerven, werd zekere H. dusdanig met messteken verwond, dat zijne opneming in het gasthuis noodzakelijk werd geacht en men voor het behoud van zijn leven vreest. Een ander toeschouwer kreeg een haal over de wang, terwijl een der vechtersbazen een oog in den strijd ach terliet. Miuder gelukkig waren de aanvallers met den heer P., die, aan een gehavende parapluie boven een gekorven gezicht de voorkeur gevende, er zoo geducht op los ran selde, dat de lappen er bij hingen en zij ten slotte hun heil in de vlucht zochten. Gereed om naar Pruisen de wijk te nemen, werd de belhamel in zijne woning gearresteerd en ge vankelijk naar Boxmeer overgebracht. Eenige familieleden van den tuinier M. V., te Roermond, wonen op een bovenkamer in een huis, waarin door den bewoner van het benedengedeelte herberg wordt gehouden. Toen V. nu onlangs zijne familieleden bezocht, werd hij, naar huis willende gaan, door de politie aangetroffen in den gang, leidende naar de buitendeur. Hij werd toen bekeurd, wegens overtreding der verordening op het sluiten der herbergen, en stond nu deswege jl. Woensdag voor het kantongerecht te Roer mond terecht. Alhoewel èn de herbergier èn een der gasten onder eede verklaarden, dat V. niet in de herbergkamer was geweest, werd toch door het openbaar ministerie ver oordeeling aangevraagd, omdat de Roermond- sche verordening uitdrukkelijk zegt, dat het verboden is, na het sluitingsuur in die huizen te vertoeven. Zaterdagmiddag is te Numansdorp de geheele hoeve van den landbouwer H. van der Waal Az. afgebrand. Het in de schuur aanwezige hooi en koren werd eene prooi der vlammen. Uit het huis zijn slechts en- e——iiiimh II 11. _j!EjJ'lü!l'ww hoe dikwijls hij haar had gegriefd, als hij haar niet als aan een zuster zijne bekommernissen had toevertrouwd. Guido bemerkte niet, dat de Pool daar als be dwelmd en vernietigd stond; wat hij had gehoord, deed hem bijna aan Max twijfelen; zou deze zich bij de dochter van den wapensmid willen troosten over het verlies van Maria; had hij zijn diepe smart, toen hij haar lot had vernomen, slechts gehuicheld, of had Max met de prinses gedweept, zonder haar bezit te begeeren. Het was Guido in dezen oogenblik, alsof het beeld, dat hij zich van Max had gevormd, was ontadeld. Wij zijn hier te veel, zei hij zacht tot den Pool, ik zal op een anderen tijd terug komen. Daarna vewijderde hij zich even stil als hij gekomen was. Stephan deed hem uitgeleide tot aan de deur, en zette zich toen op een bankje in de werkplaats, waar hij wenschte dat hij had kunnen uitweenen. Had men hem onderweg maar gedood I Maar hij - was van een karakter, dat weldra ook de bitterste slagen van het lot trot seert. Hij zei tot zichzelver., dat hij niet boos op Louise mocht zijn, hij had immers geweten dat zij Gundacker had bemind. Hij kon het ook Gundacker niet kwalijk nemen, dat Louise's na bijheid zijn gevoel had opgewekt; indien Max het nu slechts trouw en eerlijk meende en het lieve meisje niet bedroog! Kolschitzky gevoelde, dat het voor hem beter was, dat een toeval hem nu de oogen had geopend en zijn schoonsten levensdroom had verwoest, eer hij Max het be richt had gebracht dat Maria nog leefde, dan in dien dit later was geschied. Nu kon Gundacker handelen gelijk hij wilde en Kolschitzky ge loofde niet van hem, dat hij met Louise een snood spel zou drijven hij zelf wist thans zeker dat hij niets had te hopen, want Louise kon slechts één man beminnen. Het was hem alsof hij zichzelven een scherp staal in de borst drukte, maar zijn besluit stona vast, de hoop, die al zijne gedachte had bezield, werd in zijn hart begraven, en niemand zou ooit kunnen vermoeden hoeveel deze strijd hem had gekost, niemand zou het hem kunnen aanzien, aat zijn hart was gebroken. Jezus Maria! riep een vrouwenstem, zie ik goed, zijt gij het Kolschitzky Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 2