Nummer 90, Donderdag 12 November 1891. 14e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Dr. SCHAEPMAN te Hengeloo,
ANTOON TIELEN,
^FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
m Laiptrjalscne Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Frauco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, geldèn enz., franco te zenden
«.an den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Vrijdag is dr. Schaepman als spreker op
getreden in een vergadering door de katho
lieke kiesvereeniging van het kiesdistrict Al-
meloo te Hengeloo gehouden. De hr. Schaep
man heeft in zijne rede uitvoerig uiteengezet
welke staatkunde door de katholieken in Ne
derland naar zijn inzien moet worden ge
volgd. Vooraf wees hij er echter op, dat de
katholieken met twee gewichtige verschijnse
len rekening hebben te houden, ten eerste
dat hetgeen men pleegde te noemen de po
litiek, op dit oogenblik is geworden sociale
politiek, en dan dat eene democratische stroo
ming deze eeuw beheerscht.
Geen andere staatkunde nu is denkbaar,
dan die, welke met beide teiten rekening
houdt. En dat zal geschieden langs den weg
van wetgeving en staathuishoudkunde, maar
in de eerste plaats door den geest, d ie wet
gever en staatsbestier beheerscht.
Welke punten verdienen daarbij de meeste
aandacht
Ten eerste het kiesrecht. Spreker verklaarde
zich voor uitbreiding er van het huismans
kiesrecht zal echter niet baten. Dan geeft
hrj de voorkeur aan een kiesrecht met uit
sluiting (van onbekwaamheid).
Van evenredig kiesrecht wil hij niets we
ten dat geeft een kabaai-parlement met ze
ven of acht partijen, zonder meerderneid.
Niet vertegenwoordiging van partijen, doch
vertegenwoordiging van het volk is noodig
één kiezer hebbe één stem en dus moet er
voor enkelvoudige districten gestreden wor
den.
In de tweede plaats het onderwijs. Spre
ker is geen principieel tegenstander van leer
plicht, doch de omstandigheden moeten be
slissen of de invoering er van gewenscht is.
Intusschen, leerplicht moet nimmer ingevoerd
worden zonder eerbiediging van de bijzon
dere school en van ieders gemoedsbezwaren.
Wordt bijv. niet te gemoet gekomen aan de
71.
XXVII.
DE SLAG.
Kolschitzky erkende thans zijn koning, hij
viel op de knieën, een juichtoon ontwrong zich
aan zijne borst en daarop zakte hij uitgeput in
een.
Sobieski nam een gouden keten van zijn hals,
reikte die den dappere over. Daarop liet hij door
drie kanonschoten en tallooze vuurpijlen aan de
inwoners van Weenen zijne komst aankondigen.
In den vroegen morgen van den 12 September,
nog eer de Zondagzon het uitspansel kleurde,
traden Sobieski en de voornaamste aanvoerders
van het leger der Christenen, eene op den Leo-
poldsberg gelegen, half verbrande kapel binnen.
Een Capucijner, Marco d'Aviano, door Paus
lnnocentius XI gezonden, om het christelijke
leger zijn zegen over te brengen las de mis, en
Sobieski r.am den altaardienst waar. De koning
ging te communie en deed een vroom gebed.
Het leger der Christenen had de hoogten van
den Khalenberg en van den Leopoldsberg bezet.
Van deze hoogten konden zij, die den koning
van Polen vergezelden, de stad en het geheele
Turksclie leger overzien.
In de stad had men reeds den vorigen avond
eer het nog geheel donker was geworden, op alle
hoogten de bewegingen van het leger waargeno
men, en de vuurpijlen hadden de aankomst van
Sobieski aangekondigd. De duizenden legervuren
waren voor de belegerden evenveel sterren van
vreugde en hoop in aen nacht, den laatsten ban-
gen nacht van twee maanden strijd, angst, ont
bering en lijden.
Allen omhelsden elkander met heete tranen,
alle kerken waren gevuld, overal weerklonk het
lofgezang.
Het was geen gemakkelijke taak voor Sobieski,
op de begroeide hoogten zijn leger in slagorde te
stellen. Hij vertrouwde den rechtervleugel toe
aan den opperhetman Jablonowsky, den linker
bezwaren tegen de vaccinatie, dan zal spr. de
invoering van den leerplicht bestrijden.
Bij de bespreking van een derde punt, de
landsveidediging, beoogde de heer Schaep
man, dat het tot een definitieve regeling
moet komen, waarbij het leger zoo ingericht
wordt, dat het een kracht zij in, uit en voor
het volk, maar dat alles zonder opoffering
van andere krachten. Spr. doet hier een per
soonlijke verklaring op volgen
Men heeft, zegt hij, mijne houding ten opzichte
van den persoonlijken dienstplicht en de plaats
vervanging aan beschouwingen onderworpen, die
mijnerzijds geen nadere beschouwing behoeven
en dit mijnerzijds ook niet waard zijn. Wat ik
dan te dien aanzien wensch te zeggen Ditik
meen dat tegen de afschaffing van de plaatsver
vanging geen enkel bezwaar, uit een Katholiek
beginsel voorkomende, kan worden aangevoerd.
Ik meen derhalve dat in die quaestie iedere mee
ning vrij is en geëerbiedigd behoort te worden.
De invoering van den persoonlijken dienstplicht
heb ik bestreden. Al deelde ik niet al de bezwa
ren, ik kon niet ontkennen dat er practische be
zwaren bestaan, bezwaren, die men zoo maar
niet ter zijde mag schuiven. Ik heb mij tegen de
invoering verzet, omdat het goede, dat er van te
hopen was (de verbetering van de kazerne) ook
op andere wijze kon worden verkregen. Daarom
zag ik in die invoering geen heil voor het volk;
geen man uit het volk ging minder naar de ka
zerne. Men denke aan de vier vijfden van de mi
liciens dienstplichtigen die geen plaatsvervanger
kunnen stellen 1 Ik meen in gemoede te kunnen
zeggen dat de invoering van den persoonlijken
dienstplicht kan worden bestreden. Ik heb mij
dan ook tegen de invoering verzet. Op welke
wijze? Op mijne wijze. Ik deed het op gevaar af
van te worden uitgekreten, want ik achtte mij
niet verplicht den strijd te voeren in strijd met
eer en geweten. Ik achtte mij niet verplicht or
ders af te wachten en te volgen van anderen, die
geen verantwoordelijkheid hadden te dragen, noch
tegenover het volk, noch tegenover God. Maar
in ééne zaak heb ik mij vergist en ik schaam
mij daarover, niet echter voor mij zeiven, maar
voor anderen. Waar eenmaal het belang van al
len was gesteld tegenover dat van enkelen, had
het belang van allen behooren te zegevieren. En
wat geschiedde? Het belang van allen vorderde
het behoud van de parlementaire meerderheid.
Het behoud van de plaatsvervanging bevorderde
slechts het belang van één vijfde en toen heb
ik mij over anderen geschaamd en ik schaam
mij nog.
aan den hertog van Lotharingen; hij zelf stelde
zich in het centrum op. Jablonowsky stond aan
hellingen, van waar hij het geheele westelijk deel
met een moorddadig geschutvuur kon bestrijken,
maar het punt, van waar het kanonvuur het he
vigst woedde, was de Leopoldsberg, die door den
hertog van Lotharingen was bezet; van hier uit
bestreek deze den geheelen oostelijken vleugel
van het Turksche leger, en verspreidde daar dood
en verderf; Sobieski had het middelpunt der stad
in het front, en bestreek dat deel van het Turk
sche leger, dat aan de noordzijde van Weenen
was gelegerd, zoodat het laatste van drie zijden
werd beschoten.
In weerwil van het vreeselijk kanonvuur, dat
de Turken niet konden beantwoorden, want de
stelling van het leger der Christenen beheersclite
het hunne volkomen, verdedigden de oneeloovi-
gen met een heldhaftige volharding ae holle
wegen van den Nuszberg, van Nuszdorf en van
Heiligenstadt. Sobieski zag plotseling lange treinen
van kameelen zich uit het leger verwijderen in
de richting naar Raab; hij vreesde dat de groot
vizier den slag wilde afbreken, en beval den
aanval met de blanke wapens.
Met den koning vooraan stortte alles zich als
een woeste stroom van de bergen op den vijand;
de Polen wendden zich op Dombach, de keur
vorst viel met zijne troepen en met de Beierschen
de Turken bij Nuszdorf in de flank.
Het bloedbad was vreeselijk, maar de Polen
konden de dichte drommen der Turken niet over
hoop werpen; telkens opnieuw kwamen zij aan
stormen, doch ook telkens moesten zij weder
terug; toen maakte zich eene paniek van hen
meester, een ulanen-regiment sloeg op de vlucht
en sleepte alles met zich mede; de siag zou een
ongelukkige wending hebben kunnen nemen, in
dien de Lotharinger zich thans niet met alle macht
op de groote Döblinger batterij geworpen en deze
veroverd had.
Dit voordeel gaf aan de Polen verademing; So
bieski, die steeds in de voorste gelederen gestre
den, en met eigen hand een paaraestaart veroverd
had, bracht zijne troepen tot staan, voerde hen
opnieuw tegen den vijand aan, en dreef hem
terug.
De Turken hadden zich zoo zeker gewaand,
dat zij uit het geschut in de loopgraven bedaard
de stad hadden beschoten, onderwijl hunne mak-
Bij de bespreking van het belastingstelsel
spreekt hij de hoop uit, dat deze regeering
de belasting op het roerend vermogen zal
invoeren. Wat de sociale wetgeving betreft,
spreker is vóór staatsbemoeiing. De staat
organiseere echter niet de arbeiderswereld en
eerbiedige de vrijheid in de bedrijfsuitoefe
ning. Naar aanleiding van den eisch tot
scheiding van kerk en staat doet spr. de
vraag, waarom men de zilveren banden, die
hen aaneenhoudt, zou slaken Laat hetgeen
niemand schaadt in ruste; was de vrijheid van
eenig kerkgenootschap in het spel, het ware
iets anders, doch nu is geen beginsel bij de
zaak betrokken.
Aan onze koloniën wijdt hij slechts een
enkel woord, waarin hij aandringt op de be
vordering der zending. Ten slotte betoogt
hij, dat wij ten opzichte van de buitenland-
sche betrekkingen zeer geïsoleerd staan, zoo
als bij de Congoconferentie is gebleken en
stipt even aan, dat aanneming van het amen-
dement-Dumbar, tot opheffing der missie bij
den Paus, een groote fout is grweest.
Na de pauze behandelde de heer Schaep
man de quaestie van de centrumpartij. Van
de politiek der vrije hand verklaarde hij zich
een ernstig tegenstander. Dan heb ik, zegt
hij nog eene andere opvatting van onze
houding en van onzen plicht. Bij de verdeeld
heid en de troebelen van deze eeuw, moeten
wij trachten het middelpunt te worden, waar
omheen alles zich vereenigt. Wij moeten zijn
een centrum, ja, maar een centrum, dat niet
zijne kracht toont door afstooten maar door
aantrekken. Het moet niet een middelpunt
vliedend centrum zijn. Als wij op andere
wijze onzen plicht opvatten, doen wij te kort
aan onze roeping. Men noeme dit geen be
spiegeling, het kan voor het werkelijke leven
dienst doen. Het Duitsche centrum, zoo hoog
geroemd, heeft niet de rol gespeeld, die het
toekwam. Thans schijnt men het te willen
navolgen op eene wijze, die niet van groote
bekendheid met het onderwerp getuigt.
Spreker betoogt dat de katholieken en
kers met het aangerukte leger der Christenen
streden. Thans echter drongen de Oostenrijkers
onder den markgraaf van Baden tot aan de con-
trescarp van het Schottenbastion door, graaf Ru-
diger von Starhemberg deed een uitval tegen de
loopgraven, en met ontzetting zagen de lurken
dat alles verloren was. Te vergeefs woedde de
grootvizier bij St. Ulrich, en liet de viuchtelingen
met kanonnen beschieten om hen in het gevecht
terug te drijven, de verwarring werd onbeschrijf
lijk; aan alle zijden aangevallen, hield alle tucht
onder de massa's op, de stroom der vluchtenden
sleepte alles mede; weldra was de legerplaats ver
laten, met groote troepen vloden de Turken voor
de hen vervolgende keizerlijke dragonders en
Poolsche ulanen over den Weenerberg naar Raab.
Achter Starhemberg drong de bisschop, graaf
Kollonitz, met vrijwilligers in de Turksche leger
plaats, om de gevangen Christenvrouwen en
jongelingen te bevrijden; het invallen van den
'nacht maakte eerst een einde aan de vervolging,
op één dag werd Weenen verlost en het ontzet
tende leger der Turken vernietigd.
Groot was de buit, die den overwinnaars in
handen viel; terwijl de Lotharinger den graaf
Frans Karei van Auersperg met de tijding der
overwinning naar den keizer zond, verdeelden
de aanvoerders 370 kanonnen vermeldt Ilesse
in zijne geschiedenis van Oostenrijksche hof
5000 zwaar beladene kameelen, de groote roode
vaan van den grootvizier, (de groene heilige van
den Profeet was gered) vele paardenstaarten en
standaards, 15000 tenten, waarin nog de spijzen
op tafel stonden, het brood nog in aen bakoven
was.
De koning van Polen verkreeg de ter.t van
Kara Mustapha, waarin hij den nacht na den
strijd sliep, en daarenboven een schat van twee
millioen florijnen in goud, omstreeks zes honderd
zakken piasters, de van goud en edelgesteenten
schitterende wapenen van den grootvizier, zijn
prachtig opgetuigd rijpaard, en zijn geheime kan
selarij, die de briefwisseling der Hongaarsche
rebellen met Frankrijk bevatte. De voorraad der
Turken was zoo ongehoord, dat de soldaten den
volgenden dag van den buit slechts goud en kost
baarheden medenamen, en al het overige aan de
inwoners van Weenen overlieten. Vele bewoners
der voorsteden konden, toen zij uit de stad kwa
men, nauwelijks den weg vinden naar de straten,
orthodoxe-protestanteu in Duitschland samen
gingen.
Het centrum moge in zeker opzicht nooit
blijvende allianties hebben gesloten maar
het heeft op sommige punten van recht geen
enkele alliantie versmaad en dat zou ook
hier het geval moeten zijn, telkens als de
vrijheid, door welke opvatting dan ook, zou
worden bedreigd. Dan, in den strijd voor
het gemeene recht, heeft men niet angstval
lig te zien wie de buurman in de gelederen
is. Anders handelende, zou het tot onze
schade en schande gedijen. „Wat men in het
oog moet houden, is dat men moet trachten
op staatkundig gebied invloed te kunnen oefe
nen. Een van de doeltreffendste middelen is
dat wij niet vorderen de eerste plaats op het
gebied van eer en vrijheidintegendeel, ik
wil geen eerbejag, geen ijdelen strijd, maar
wel geloof ik dat wij nu eindelijk lang ge
noeg geleefd hebben in stille bescheidenheid
en dat wij niet langer moeten rusten, Wij
staan op het volle arbeidsveld en moeten
toonen dat wij arbeiden kunnen. Wij moeten
inhalen wat wij verzuimden en wij moeten
dat doen met inspanning van alle krachten.
Door niets moeten wij ons van dien plicht
laten terughouden. Er schuilt een kracht in
ons, van welke men vermoedt dat men er
eerbied voor zal moeten hebben en haar
daarom liever niet in het veld ziet komen.
Wij willen met ieder samenwerken tot heil
van den staat. Wij moeten de vrijheid ver
dedigen en ons haar waardig maken, juist
door de verdediging van die vrijheid/'
Nadat de voorzitter den spreker dank had
betuigd voor deze meermalen warm toege-
juigde improvisatie, sloot hij de vergadering.
Tegenover het armbloedig rapport der
Belgische centrale sectie over de groote quaes
tie der stemrecht-uitbreiding, is het geen
wonder, dat de beweging zich weder verheft.
Zondag is te Brussel eene bijeenkomst ge
waar hun huizen hadden gestaan, zoo doorkruis,
als deze waren door afsnijdingen, grachten, kuilent
hekwerk en schansen.'; zij zagen echter hunne
erven en kelders zoo volgepropt met voorraad
van allerlei soort, dat zij hunne huizen gemak
kelijk, fraaier dan te voren, weer konden opbou
wen. De ongelooflijke hoeveelheid koffie, die
gevonden werd, zou de oorzaak zijn dat deze
van dien tijd af de lievelingsdrank der Weeners
is geworden.
XXVIII.
DE REDDING.
Wij hebben opzettelijk het verloop van den slag
geschetst, zonder te gewagen van de ons meer
bijzonder bekende personen, om de duidelijkheid
der voorstelling niet te benadeelen; daarbij speel
den ook de verdedigers van Weenen op dezen dag
een ondergeschikte rol.
Guido von Starhemberg en Max Gundacker
hadden beiden reeds lang de hoop opgegeven,
gene om Eleonora, deze om Maria weer te zien.
Hoe meer de kracht tot verdediging verflauwde,
des te waarschijnlijker werd het, dat de vizier de
stad tot een puinhoop zou schieten, eer hij het
ontzet liet aankomen, en dat hij zijn haren» in
veiligheid zou brengen, eer hij tegen het leger
der Christenen optroa.
De beide jonge mannen wisten door den Pool,
dat de geliefden van hun hart daar in die prach
tige tent op St. Ulrich vertoefden; zij zagen de
groene en roode vaan daar van de hoogte wap
peren; zij wisten, dat hunne dierbaren daar voor
nen sidderden; maar het hart van Gundacker was
met een ander verlangen vervuld dan dat van
Guido. Zijn vriend hadden de Tartaren de vrouw
ontroofd, die hem toebehoorde, die in heilige
liefde met hem was verbonden; Gundacker daar
entegen was het wel is waar door derden ver
zekerd, dat de prinses Liechtenstein hem in het
geheim liefde toedroeg, maar de gevangene over
wier lot heden de luim van den vizier kon be
schikken, zou zoodra zij weer vrij was, voor hem
weer de onbereikbare prinses zijn.
Maar men had hem verder ook gezegd, dat de
gemalin van den vizier zijn moeder was. Hij had
de woorden van Said, toen deze hem dat geheim
had geopenbaard, met zijn verstand niet geheel