Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Engeland.
Duitschland.
Italië.
Rusland.
Amerika.
BINNENLAND.
hoeveel leemten daarin worden aangetroffen;
maar toch meen ik tegen hen, die uit onze
handelingen opmaakten, dat daarin niets dan
zwart en donker valt te ontdekken, te mo
gen en te moeten zeggen dat die indruk een
verkeerde is enz
Van de burgerrechtelijke zaken afstappende
kom ik tot de onderwerpen van onze sociale
wetgeving, die ter sprake gebracht zijn.
Wij hebben hedenmorgen vernomen, hoe
verschillend het oordeel is over de arbeids
wet. Terwijl de eene spreker verklaarde, dat
niemand daarmede is ingenomen, als zijnde
te gestreng en ingrijpend, meende een ander
afgevaardigde, dat de weinige ingenomen
heid daaruit voortsproot, dat zij niet ver ge
noeg gaat.
Ik stel mij daarin geen partij. De waarheid
ligt misschien ook in het midden. Maar ik
wensch mij te houden aan de wet, zooals
die bestaat, daar ik niet voornemens ben mij
voor te bereiden tot eene wijziging. Wanneer
de wetgevende macht eenmaal na rijp beraad
uitspraak heeft gedaan in een zóó belang
rijk onderwerp, als dit hier is geschied, moet
men daaromtrent de lessen der ervaring at-
wachten, die eerst kunnen worden opgedaan
nadat de wet eenigen tijd zal hebben ge
werkt. In zoover er dus eene critiek van de
wet is geleverd, meen ik mij daarmede niet
te behoeven op te houden.
De geachte afgevaardigde uit Tilburg, de
heer Bahlmann, heeft echter ook eene cri
tiek ondernomen van de beide besluiten, tot
uitvoering der wet genomen. Daaromtrent
neem ik gaarne den raad aan van den ge-
achten afgevaardigde uit Amsterdam, den
heer Kerdijk, om een geopend oor te heb
ben voor de bedenkingen, die zich voordoen.
De door den heer Bahlmann aangevoerde
bijzonderheden meen ik grootendeels te mo
gen laten liggen. Hij zelf is trouwens ook
opgehouden na de bespreking van de eerste
bepalingen van het laatste koninlijk besluit,
dat van 15 Juli 11. (staatsblad no. 147.) Om
een gegrond oordeel te kunnen vellen over
de deugdelijkheid van de bepalingen der
beide algemeene maatregelen van bestuur,
zal de regeering gaarne kennis nemen van
elke critiek daarvan, maar dan toch ook het
audi et alteram partem in acht nemen.
Wat betreft het koninklijk besluit van 9
December 1889 (staatsblad no. 176), had de
geachte afgevaardigde vooral bezwaar tegen
de bepaling, dat in bleekerijen en schoenma
kerijen niet later mag worden gewerkt dan
tot 7 uren. Gaarne luister ik naar hem, doch
zou den geachten afgevaardigde toch wel wil
len vragen, hoe voor die bedrijven eene uit
zondering is te maken, die volgens de wet
in redelijken zin alleen geoorloofd is wan
neer de aard van het bedrijf haar vordert?
Waarom, vroeg de geachte afgevaardigde,
niet gebruik gemaakt van de bevoegdheid,
om eene uitzondering te maken voor bepaalde
gemeenten, gelijk art. 5 van de wet dit toe
laat Zijn er echter gemeenten, waar de
aard van het bedrijf zoodanig anders is dan
in andere gemeenten, om zulk eene locale
exceptie te wettigen Als dit zich inderdaad
voordoet, zou ik wenschen, dat de belang
hebbenden zich met opgave van die omstan
digheden, welke in dit opzicht de gemeente
en den aard van het daar uitgeoetend be
drijf kenmerken, tot de regeering vervoegden.
Het koninklijk besluit van 15 Juli 1891 is
eene hoogst belangrijke zaak, waarvan ik het
gewicht niet misken. Ik zou er grooten prijs
op stellen dat alle belanghebbenden op ge
motiveerde wijze te kennen gaven in welk
opzicht zij nadeel duchten van de werking
van dat besluit. Ik geef den geachten afge
vaardigde de verzekering, dat op de meest
conscientieuse wijze de bezwaren zullen wor
den onderzocht en dat, zoo het noodig blijkt,
daaraan ook zal worden tegemoet gekomen,
want het is de regeering om niets anders te
doen dan om de behartiging van de alge
meene zaak.
De strijd- en scheldlust is den leden der
Fransche kamer Vrijdag blijkbaar al strij
dende en scheldende vergaan of wel de nacht
heeft raad gebracht: Zaterdag ten minste
was 't vrij wat kalmer in Frankrijks volks
vertegenwoordiging, wel werd er weder veel
en velerlei gepraat, doch de betreurenswaar
dige voorvallen van den vorigen dag hebben
zich in het ongeveer zes uur aanhoudende
debat gelukkig niet herhaald.
Na veel gepraat nam de Freycinet, de
premier, opnieuw het woord om namens de
regeering even duidelijke verklaringen af te
leggen als Woensdag in den senaat. Uit
s premiers woorden sprak kalme vastbera
denheid, hij gaf blijk noch de clericalen,
noch de radicalen naar de oogen te willen
zien; het verschil evenwel tusschen zijn ver
klaringen in den senaat en die in de kamer
afgelegd, bestaat daarin, dat de Freycinet in
den senaat meer bepaald tegen de rechter
zijde sprak, die de strijdlustige geestelijkheid
in bescherming neemt en in de kamer tegen
de radicalen en tegen allen, die met hen een
onmiddellijke scheiding tusschen Kerk en
Staat wenschen. Een wetsvoorstel over de
associatiën werd tegen Januari aangekondigd,
doch heet niet tegen de geestelijkheid in 't
bijzonder gericht te zijn.
Bisschop Freppel wilde overgaan tot de
orde van den dag, doch dat plan stiet af op
den onwil van de groote meerderheid zijner
medeafgevaardigdeu. Hubbard's voorstel aan
gaande \oorbereidende maatregelen ter be
reiking van de door hem en zijn vrienden
beoogde scheiding, werd, bestreden door de
regeering, verworpen met 321 tegen 179
stemmen, (172 republikeinen, 145 leden der
rechterzijde en 4 boulangisten tegen 159
leden der linkerzijde, voor de helft radicalen
of socialisten en 20 boulangisten) en ten
slotte werd de motie van den senaat, over
genomen door de afgevaardigden Rivet en
Delpreuch en gesteund door de regeering,
in wier beleid alle vertrouwen wordt betuigd,
aangenomen met 24-3 tegen 223 stemmen,
te midden van een hevige agitatie.
Daarmede is de zaak voorloopig uit
Duitschlands rijksdag heelt de eerste lezing
van de handelsverdragen voortgezet en ge
lukkig ten einde gebracht en nam Maandag
reeds de tweede lezing ter hand, wijl de
verzending naar de commissie alleen was ge
steund door de conservatieven, de anti-se
mieten en enkele nationaal liberalen. Men
kan nu nog vóór Kerstmis gereed komen
met de handelsverdragen.
De Hongaarsche kamer belastte eene com
missie met het onderzoek der handelsver
dragen.
Reeds ving deze haren arbeid aan. De
minister van koophandel leidde de behande
ling in met de verklaring, dat de verdragen
beschouwd moeten worden als een samen
werkend geheel, dat heilzame gevolgen zal
hebben. Er behoort dan ook in het samenstel
niets te worden veranderd.
De commissie besloot onmiddellijk tot de
nadere behandeling over te gaan.
In de Italiaansche kamer is thans een
debat gaande over de aangelegenheden in
Massowah, met name over de aan de Italiaan
sche commandanten ten laste gelegde wreed
heden tegenover de inboorlingen. Het ge
schiedt naar aanleiding van niet minder dan
acht interpellatiën, deswege door verschillende
leden tot de regeering gericht.
Op de ingebrachte beschuldigingen heeft
de minister-president Di Rudini geantwoord,
dat vele beschuldigingen ongegrond zijn ge
bleken en dat voor vele andere, als b. v. de
geheime executie van eenige, voor de rust
des lands gevaarlijke personen, verzachtende
omstandigheden moeten worden aangenomen.
Terecht verklaarde, volgens den minister,
generaal Baldissera, dat het niet aangaat in
Afrika altijd gestrengelijk de beginselen toe
te passen van het internationaal recht.
Het pijnigen van gevangenen om hen tot
bekentenis te brengen heeft plaats gehad,
maar door ondergeschikte ambtenaren, buiten
weten hunner chefs.
Overigens heeft de minister van oorlog
aan een jury van drie generaals de vraag
voorgelegd: of de generaals Baldissera, Orero
en Cassati aan de discipline te kort hadden
gedaan. En deze heeft hierop ontkennend
geantwoord.
Deze bondige, duidelijke verklaring maakte
een zeer gunstigen indruk.
Maandag is het debat voortgezet. De
meerderheid der kamer schijnt inderdaad
geneigd aan le nemen, dat hier rekening
moet gehouden worden met zeer buitenge
wone bij-omstandigheden, die tot overmatig
machtsvertoon en zeer krachtig doortasten
noopten.
Bulgarije's Sobranje heeft Zaterdag met
algemeene stemmen aangenomen het op aan
drang van prins Ferdinand door de regeering
ingediende voorstel, strekkende tot de ver
leening van een dotatie van 50.000 fr. 's jaars,
aan den ex-vorst van Bulgarije, Alexander,
graaf van Hartenau.
In Brazilië wordt het rustiger. Tusschen
de verschillende partijen schijnt over eene
schikking te worden onderhandeld. In het
belang daarvan is de regeling der financiëele
aangelegenheden voorshands uitgesteld.
De politie te Gent heeft twee beruchte
boeven gepakt, die nu al een paar weken
lang avond aan avond een onbewoond huis
in de Dalstraat zijn binnengedrongen, waar
zij zich aan fijne wijnen te goed deden,
allerlei fraais en kostbaars stalen, wat van
hunne gading was en vernielden wat zij niet
konden meenemen.
Een paar buren, die onlangs twee mannen
met groote zakken op den rug uit een ach
terdeur zagen komen, waarschuwden de politie.
Het huis werd nu omsingeld en doorzocht.
Overal vond men de sporen van de plunde
raars en eindelijk werden de twee dieven
ontdekt, in een kast verscholen.
Vermoedelijk zijn zij slechts leden van een
geheele bende. Want twee brandkasten zijn
naar een ander gedeelte van het huis ge
bracht (opdat de buren het gedruisch van
het openbreken niet zouden hoorei),en voor
dat werk zijn minstens zes mannen noodig.
De politie doet ijverig onderzoek.
Het geplunderde huis behoort aan eene
76jarige barones, die tegenwoordig meestal
in een klooster bij Antwerpen verblijf houdt.
De commissie voor het tarief nam, na van
de ministers van buitenlandsche zaken en
van koophandel ophelderingen vernomen te
hebben, de volgende besluitenDe regeering
wordt gemachtigd voorloopig, hetzij voor het
geheel of voor gedeelten, tractaten of over
eenkomsten die den eersten Februari 1892
vervallen, te verlengen, uitgezonderd de be
palingen waarbij in het tarief concessien
gedaan worden ten opzichte van bepaald
aangewezen handelsartikelen; voorts wordt
aan de regeering machtiging verleend om de
overeenkomsten betreffende den wederkeeri-
gen waarborg van den letterkundigen, artistie-
ken en industrieelen eigendom voorloopig te
verlengen.
De regeering wordt gemachtigd het minimum
tarief in zijn geheel of voor een gedeelte toe
te passen op de voortbrengselen en handels
waren afkomstig uit landen, die tegenwoordig
nog een conventioneel tarief met Frankrijk
hebben en die gezind zijn de voortbrengselen
van Frankrijk toe te laten op den voet der
meest begunstigde natie.
Het bericht dat er 50 Franschen gedood
zijn bij de jongste onlusten te Rio Janeiro,
is onjuist. Slechts één Franschman is gedood.
De Eransche zaakgelastigde te Rio Janeiro
heeft instructie gekregen om deswege ver-
toogen aan de Braziliaansche regeering te
doen.
Zondag heett te Waterfort een zeer woe
lige vergadering van anti-parnellisten plaats
gehad. De bevolking uit den omtrek trok op
ter bijeenkomst, doch vond de stadspoort
gebarricadeerd en bezet door 200 aanhangers
van Parnell. De poort werd stormenderhand
genomen en het gevecht langs de kaden
voortgezet, waarbij de wederzijdsche banieren
te water werden geworpen.
De politie deed daarop een aanval met
den stok en sloeg raak op alle vechtenden.
De vergadering kon nu doorgaan onder be
scherming der agenten en het gejouw der
parnellisten, die allen trachtten te overschreeu
wen. O'Brien en Michal Davitt, de laatste
gewond, spraken. Allen werden ten slotte
naar huis gedreven door den regen, die in
stroomen viel.
Volgens bericht uit Shanghai versloegen
de staatstroepen onder generaal Tsao 5000
opstandelingen, wier aanvoerder, een Lama
priester, gevangen werd genomen. Ondanks
de beweerde herhaalde zegenpralen der staats
troepen gaat de regeering voort met ver
sterkingen te zenden. De opstandelingen
erkennen thans dat zij eene verandering der
dynastie beoogen.
Het Eng. barkschip Hesper had, vol
gens mededeelingen, bijeengebracht door het
te Queenstown aangekomen stoomschip Ari
zona, een vreemd en gevaarlijk avontuur op
eene reis van Japan naar San Francisco. Op
75 mijlen van de Japausche kust hoorde de
bemanning een rommelend gedruisch en werd
het schip plotseling met kracht op zijde ge
worpen. Terstond daarop kwamen verbazend
groote golven op het schip aanrollen en van
alle kanten er omheen slaan. Men geloofde,
dat het schip zich onmiddellijk boven een
onderzeeschen vulkaan bevond, want het wa
ter, dat het dek overstroomde, was zeer heet.
Allen waren genoodzaakt in het tuig te vluch
ten, waar zij vijf uren bleven Gedurende al
dien tijd stegen dikke dampen van heet zwa
velig gas uit den kokenden oceaan op en
omringden het schip, waardoor de mannen
in het tuig bijna stikten. Dit opstijgen van
dampen geschiedde gelukkig bij tusschenpoo
zen, en daaraan dankten allen aan boord hun
leven. Het heete water smolt het pik en ver
schroeide het werk in de deknaden, en om
lekken te voorkomen, moest het scheepsvolk
die naden opnieuw van pik en werk voorzien.
De Hesper slingerde gedurende dit natuur
verschijnsel zoo hevig, dat de kruisboom der
groote steng de zee raakte cn de bemanning
ieder oogenblik vreesde al het tuig over boord
te zien gaan.
Van geloofwaardige zijde wordt aan de
Kreuzzeitung verzekert, dat de keizer binnen
kort in audiëntie zal ontvangen professor dr.
Delbrück, den uitgever der „Preuss. Jahr-
bücher," waarin onlangs de meermalen aan
gehaalde woorden van den keizer „suprema
lex regis voluntas", die hij in het gouden
boek te Munchen geschreven heett, bespro
ken zijn.
Ditzelfde devies van den keizer is de oor
zaak, dat de Berlijnsche rechtbank beslag
heeft gelegd, op het laatste nummer van een
tijdschrift, getiteld Lichtstralen, waarin het
devies beschouwd werd op een voor den kei
zer beleedigende wijze en waarbij verder ge
zegd werd, dat „de Duitsche onderdanen, die,
ondanks deze verklaring van de souverein,
nog zouden voortgaan de kroon getrouw te
gehoorzamen, overtuigd konden zijn tot die
ellendelingen te behooren, die bereid waren
de schoenzooien van den souverein te lekken."
In een kazerne te Milaan heeft een soldaat,
die arrest had, de deur van zijn gevangenis
opengebroken en met een geweer, dat hij
een schildwacht ontrukte, geschoten op de
officieren van de wacht. Een der officieren
werd gewond aan den arm. Slechts met moeite
werd men den woedenden soldaat meester.
ROME, 15 December. In eene gisteren
gehouden allocutie zeide de Paus het vol
gende
Het is duidelijk, dat de vijanden, die ons
omringen, ons van alle kanten hardnekkig in
het nauw trachten te drijven. Sommigen doen
dit zonder omwegen, terwijl anderen hun
oogmerk zoeken te bereiken door schijnbaar
mindere vijandige middelen. De eerstbedoei-
den brandmerken het Pausdom als eenen
zonder genade te bestrijden vijand en stoken
de Italiaansche bevolking op om den toestand
steeds moeilijker te maken. De anderen be
dienen zich van veinzerij, doch stellen intus-
schen den Paus den volke voor als eene
dreigende houding aannemende tegen Italië.
Men beweert dat vreemdelingen vrijelijk naar
Rome kunnen komendoch zij hebben er
beducht te zijn voor de ruwheid van het.
gepeupel, 's Pausen vrijheid tot omgang met
de geloovigen is verminderd; en indien er
reeds in vredestijd zoo ernstige moeilijkheden
rijzen, hoe zal het dan wezen in tijden van
troebelen De Paus verklaarde dat hij zal
volharden in de door Pius IX en door hem
zeiven aangenomen houding, door voort te
gaan met op te komen voor zijne onafhan
kelijkheid en vol te houden dat Rome de
zetel moet zijn van het Pausdom. De Paus
gelooft dat de rechten des Pausdoms overeen
te brengen zijn met de grootheid van Italië.
De hoofden van den Staat behoorden ernstig
te overwegen aan welke gevaren de gods
dienst onder den tegenwoordigen staat van
zaken is blootgesteld.
De leeraar aan de artillerie-academie te
Petersburg, kapitein Paupuschko, werd Zater
dag door een sterk met ontplofbare stoffen
geladen bom gedood. Het ongeval verwekt
de algemeene deelneming.
De Standard verneemt uit St. Peters
burg, dat de politie vele personen in alle
standen gearresteerd heeft wepens een kom-
plot, en wel vijftig alleen te Warschau. Zij
ontdekte het ontwerp eener proclamatie, aan
dringend op bewilliging eener grondwet.
Volgens bericht van het patent- en
technisch bureau van Richard Lüders, te
Görlitz, heeft de geniale Edison het vraag
stuk der electrische spoorwegen tot eene ge
lukkige oplossing gebracht. De beroemde uit
vinder verklaart stout en beslist
„De dagen der stoom-locomotief zijn ge
teld." Naar zijn systeem zal de electriciteit
niet alleen op de spoorweglijnen, maar ook
bij het vervoer door de straten der steden
de beweegkracht zijn der toekomst.
Voor de uitvoering zijner plannen zijn in
de eerste plaats eenige centrums noodig voor
de vereischte stoommachines en dynamo's.
Verder legt hij midden tusschen de beide
reeds bestaande rails eene derde, voert den
stroom door deze laatste naar de electrische
locomotief en leidt hem verder door de wie
len en buitenste rails naar de plaats van
oorsprong terug.
Voor de zekerheid van het verkeer door
de straten gebruikt Edison daarbij sterke
stroomen van slechts geringe spanning, welke
voor menschen en dieren volkomen onscha
delijk zijn. Ook de constructie van den elec-
trischen motor en zijne verbinding met de
wielassen is zoo doelmatig, dat er wellicht
niets meer aan valt te verbeteren.
Op de spoorlijnen wil hij bij voldoenden
sterken onderbouw, met rails van 50 KG. per
strekkenden meter, de enorme snelheid be
reiken van 160 KM. (ong. 30 uren gaans)
per uur, terwijl hij bij het verkeer door de
stralen de snelheid kan verminderen tot 6
KM. per uur. Daarbij worden volgens zijn
systeem hellingen overwonnen van 12 pet.
Het remmen geschiedt op de gewone wijze.
Daar buitendien, dank zij de rustige en
zachte beweging der wagens, de kosten van
onderhoud en exploitatie aanzienlijk minder
zijn dan die van eenig ander vervoermiddel,
schijnt het succes zijner vinding verzekerd.
Tusschen Chicago en Milwaukee wordt een
electrische lijn, volgens ontwerp Edison, aan
gelegd, welke lijn tegelijk met de wereldten-
toanstelling zal worden geopend.
WAALWIJK, 16 December 1891.
Tot het brengen van eene luisterrijke
serenade aan haren nieuwen beschermheer,
den heer Henri Witlox, had de harmonie
l'Esperance den dag van verleden Maandag
uitgekozen, zijnde de dertigste verjaardag
van ZEd. Onder het spelen van een vroo-
lijken marsch en te midden van een grooten
«MDrnrrftianwiiui» mrnafUMTWI n iiimi mit—a—ji