Nummer 101
Zondag 20 December 1891, 14e Jaargang.
Glück A ui.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
>Zij, die zich voor het
volgend kwartaal op
„de Echo van het Zuiden" abon-
neeren, ontvangen de nog deze
maand verschijnende nummers
Altijd handelsverdragen en niets dan han
delsverdragen, dat is waarlijk geschikt oin
den geduldigsten mensch tot razernij te
brengen.
En toch zal 31 moeilijk gaan beraadslagin
gen te negeeren, die in gansch de beschaaf
de wereld met aandacht worden gevolgd.
Woensdag heeft in Duitschlands rijksdag de
tweede lezing van de handelsverdragen een
einde genomen en men had alle hoop reeds
Vrijdag geheel gereed te komen, wat een
overwinning zou zijn voor de regeering en
een aanzienlijke nederlaag voor de agrariërs,
die het samengaan van de regeering, de vrij
zinnigen en het centrum, maar niet kunnen
verkroppen. In Oostenrijk toont de regeering
niet al tc zeer bij Duitschland te willen
achterblijven: nog voor Kerstmis zal de be
raadslaging in de commissie afloopen en in
de eerste zitting dier commissie is den mi
nister van koophandel alle hulde gebracht,
terwijl deze zelf een redevoeriug van twee
uur heeft gehouden, de geschiedenis der han
delsverdragen nagaande en een woord van
lof wijdend aan Von Caprivi's houding in
den rijksdag. Von Bacquchem drong aan op
spoedige aanneming der verdragen.
In Erankrijk schijnen velen nu te gaan
begrijpen, dat men al te hard van stal is
geloopen met zijn protectionistische maatre
gelen, dat men al te veel heeft willen doen
1 E. WERNER
en nu kans loopt na korter of langer tijd
zelf in den put te tuimelen, dien men voor
de andere mogendheden gegraven heelt.
Frankrijk gaat inderdaad een economisch iso
lement tegemoet, erger wellicht en noodlot-
tiger in zijn gevolgen dan zijn politiek iso
lement, dat eerst voor eenigen tijd is geëin
digd. Ribots ijveren voor een minimum-tarief
voor enkele mogendheden, lijkt ons een eerste
stap op den goeden weg, 3t schijnt, dat de
regeer'ing eenigszins duidelijker wil doen uit
komen, dat 't noodig is achterdeurtjes open
te houden of ten minste tijd te winnen.
De senaat heeft met 219 tegen 11 stem
men de wet betreffende de douanerechten in
haar geheel aangenomen.
Rusland en Duitschland hebben 3t nimmer
goed met elkaar kunnen vinden en in den
laatsten tijd was die min gunstige verhou
ding er waarlijk niet op verbeterd: men ont
ziet elkaar, men neemt de gewone beleefd
heden in acht, maar alles op een afstand.
Daar werd Woensdag eensklaps het gerucht
verspreid, dat een Berlijnsch bankiershuis
geld zou voorschieten aan de maatschappij,
die den spoorweg Kursk-Kieuw exploiteert
en dus zou Rusland indirect met Duitsch
geld worden geholpen. Daar is elkeen op
zijn stokpaardje, nadere bijzonderheden weet
men nog niet, doch men is buiten zichzelf
van. woede en enkele bladen doen duidelijk
uitkomen, dat zoo'n bankier eigenlijk een
verrader des lands is, 't schijnt namelijk de
bedoeling der Duitsche regeering Rusland te
laten boeten voor zijn politiek, zoolang tot
het genoodzaakt is om vergeving te vra
gen en ongelijk te erkennen.
Misschien is 3t een ideaal, dat nimmer tot
verwezenlijking komt, doch de gansche po
litiek van Duitschland vis-a-vis Rusland is
er op berekend.
Lafargue, de socialistische afgevaardigde
bezette kerk met een enkelen oogopslag overzag,
vertoonde zich een uitdrukking van haat of toorn
in zijn wezenstrekken en trokken zijne lippen
zich krampachtig samen.
van Erankrijks kamer, wil, 'naar 't schijnt
eens probeeren of hij geen naam kan maken
door zicli ook eens te mengen in het ker-
kelijke vraagstuk. D.iartoc zal hij voorstellen
de opheffing van het budget van eeredienst
en van het concordaat. Alle eigendommen
der geestelijke corporatiën wil hij lot natio
naal eigendom maken en de vijftig millioen
van het budget van eeredienst wil hij bezi
gen om den onderwijzers en onderwijzeressen
liooger salaris te geven en den leerlingen
kleederen en brood te verschaffen. Van de
eigendommen der geestelijken wil hij een
fonds stichten ter ondersteuning van ouden
en zwakken.
3t Is de vraag of de man zelf wel gelooft
aan de mogelijkheid zijn plannen te verwe
zenlijken
In den Oostenrijkschen rijksraad heeft
Woensdag de jong-Czechische afgevaardigde
Gregr namens zijne partij verklaard, dat ze
tegen de begrooting zal stemmen.
//Vorige regeeringen/' zeide bij in plastische
beeldspraak, //hebben het Czechische volk
getrapt met klompen. Het ministerie-Taaffe
echter deelt die trappen uit met gelakte
bottines, dat is het geheele onderscheid.*
Het bericht dat de gouverneur-generaal
van Canada het ministerie te Quebec ont
slagen heeft op grond van het verslag der
commissie van enquête nopens de orakoope-
rijen en andere schandalen, maakt eene ge
weldige opschudding in Canada. De com
missie moet eenparig verklaard hebben, dat
de ministers medeplichtig aan knoeierijen
zijn.
De regeering vau Canada heeft een mail
contract gesloten voor een subsidie van
125,000 dollars jaarlijks met de Allan-maat-
schappij. De overeenkomst behelst dat de
maatschappij geen hoogere vracht naar Hali-
ophief. Het regelmatig gevormde, bleeke gelaat,
waarlangs de bruidssluier aan beide zijden ne-
dergolfde, had de aristocratische uitdrukking die
wel aangeboren, maar niet aangenomen kan wor
den. En niet alleen openbaarde zich dit aristo
cratische element in de zachte en edel gevormde
trekken, ook in hare houding en haar gansche
voorkomen verried het zich zoo onmiskenbaar,
dat alle andere haar wellicht nog meer karakte
ristieke eigenschappen hierdoor op den achter
grond traden.
fax berekenen mag dan de vracht naar de
Ainerikaansche havens.
De Amerikaansclie Iersche Clan-na-Gaël
partij heeft eene geheime circulaire verzon
den, waarin de Ieren worden opgezet tot het
hervatte der middelen van geweld, ten einde
hunne onafhankelijkheid te verkrijgen. Vol
gens de World staan twintigduizend Ieren
daartoe gereed.
Admiraal Gervais is benoemd tot chef van
den generalen staf aan het ministerie van
marine. Het schijnt, dat het ministerie niet
minder kon doen voor den modernen Jason,
die te Kroonstad het Gulden Vlies voor de
vereeniging met Rusland is gaan halen.
- Het heet, dat de regeering voornemens
is een bereden corps gendarmen te vormen,
uit 150 man bestaande, om des nachts in de
omgeving van Parijs politiedienst te kunnen
verrichten o. a. bij werkstakingen tot be
scherming van hen, die werken willen.
In politieke kringen verlangt men er
sterk naar, dat de zitting gesloten worde; bij
de heerschende agitatie kan men niet met
overleg werken en staat het te vreezen, dat
de intransigeanten er onverwacht in slagen
zullen het ministerie De Freycinet te doen
vallen.
De Temps houdt niet op te waarschu
wen voor de onheilen, waarin de beschermings
waanzin het land onvermijdelijk zal storten, al
is de senaat aan het einde van de tariefwet
gekomen. Frankrijk, schrijft dit blad, staat
op het punt van buiten het gemeene recht
geplaatst te worden, in zekeren zin verbannen
uit den kring der beschaafde volken. Heeft
het met de wereld niets meer te maken
willen hebben? De wereld harerzijds wil
niets meer van Frankrijk weten, Frankrijk,
en nu stond hij even onverschillig naast haar en
hiekl even gevoelloos hare hand in de zijne. Noch
het gewicht van den stap, dien hij op het punt
stond van te doen, noch de schoonheid der vrouw,
die de zijne zou worden, scheen eenigen indruk
op hem te maken.
Echo van het Zuiden,
iViialwijhschr en Langstraalsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
GRATIS.
De hoofdkerk der residentie was ondanks het
vergevorderd namiddaguur nog druk bezocht.
Uit de saamgevloeide menigte en de vele bloe
men op het altaar daar binnen, uit de lange
reeks van sierlijke equipages daar buiten was
het blijkbaar, dat het huwelijk, hetwelk hier
voltrokken zou worden, meer dan gewone be
langstelling en deelneming wekte. Zooals meestal
bij dergelijke gelegenheden, waren de toeschou
wers echter le zeer doordrongen van de heiligheid
der plaats om overluid aan hunne nieuwsgierigheid
of andere gewaarwordingen lucht tc geven on
rust en gespannen verwachting stonden op hun
gelaat te lezen fluisterend staken zij de hoofden
bij elkanderaller oogen waren bij voorkeur op
de deuren der sacristie gericht Eindelijk! daar
werden deze opengeworpen, het orgel begon te
spelen en tevens klonk een algemeen *0 van
bewondering den bruidsstoet te gemoet.
Het was inderdaad een aanzienlijke en luister
rijke schaar, die zich hier rondom het bruids
paar en het altaar groepeerde. Blinkende unifor
men, ruischende japonnen van fluweel en zijde,
kostbare kanten, welriekende bloemen, schitte
rende diamanten, dit alles ritselde en glinsterde
en woelde met waarlijk verblindende pracht door
een. De voornaamste vertegenwoordigers der ge
boorte- en geldaristocratie schenen zich hier ver-
eenigd te hebben, om de plechtigheid op te luis
teren.
Rechts van de bruid, als de eerste onder de
gasten, stond een lang en statig man, een officier
wiens uniform en menigvuldige ridderorden een
hoogen militairen rang aanduidden. Zijne hou
ding was eenvoudig en waardig, zooals de op
handen zijnde plechtigheid vereischte, maar toch
scheen het, alsof hij achter dat ernstig voorko
men iets verborg, dat niet met zulk een heuglijke
gebeurtenis strookte. Het was een eigenaardige,
droevige blik, waarmede hij het bruidspaar be
schouwde, en toen hij dezen ophief en de dicht
Tegenover hem, naast den bruidegom, stond
een ander heer in burgerkleeding, ook reeds van
middelbaren leeftijd en evenals hij tot de naaste
bloedverwanten behoorendemaar noch de dia
manten, die hij met kwistige overdaad aan zijn
horlogeketting, ringen en doekspelden ten toon
spreidde, noch de trotsche, zelfbewuste houding
die hij aannam, konden hem slechts een schijn
van dat fatsoenlijk voorkomen geven, dat de man
tegenover hem in zoo hooge mate bezat. Zijn
gansche uiterlijk was zeer alledaagsch, om niet
te zeggen burgerlijk, en zelfs de uitdrukking van
onverholen triomf, die thans op zijn gelaat ze
telde, was niet in staat, er een anderen stempel
op te drukken. Het was werkelijk een blik van
on begrensden triomf, dien hij op het bruidspaar
wierp en vervolgens over de toegestroomde me
nigte liet wijden, een blik, die van voldane ijdel-
heid en bevredigde eerzucht getuigde zijne blijd
schap over de aanstaande plechtigheid was zeker
onvermengd.
Deze beide mannen schenen echter ook de eeni
gen te zijn, die de gewichtige handeling met
meer dan gewone belangstelling volgdenhet
bruidspaar althans deed het niet. De minst deel
nemende onder de gasten had haar niet onver
schilliger kunnen bijwonen, dan deze beide men-
schen, die binnen weinige minuten voor altijd
met elkaar verbonden zouden zijn. De omstreeks
negentienjarige bruid was ontegenzeglijk een
schoon meisje, maar haar gansche uiterlijk had
iets kils en kouds, dat weinig in overeenstemming
was met de handeling van het oogenblik. De
waslichten, die op het altaar brandden, schenen
op de zware plooien van het wit satijnen kleed
en in de diamanten, waarmede het versierd was
maar ook op een gelaat, dat met de schoonheid
van het marmer tevens al zijne kilheid en on
gevoeligheid scheen te hebben ontvangen, gedu
rende deze oogenblikken ten minste, waarin de
kalmste wezenstrekken gewoonlijk leven en be
zieling verkrijgen. De dikke blonde vlechten, met
den mirtekrans getooid, staken zonderling af bij
haar donkere wenkbrauwen en bijna zwarte oogen
die zij gedurende de gansche plechtigheid nau
welijks eens of tweemaal naar den geestelijke
De jonge dame scheen als het ware geschapen,
om zich enkel in de hoogste sferen der maat
schappij te bewegen en zoo weinig mogelijk in
aanraking te komen met menschen en zaken, die
daar in de lagere kringen te huis mochten be-
hooren. En toch lag er in die donkere oogen iets,
dat meer geestkracht en karakter verried, dan men
gewoonlijk bij een jonge, in de salons der groote
wereld opgevoede dame aantreft, en misschien was
bet noodig, dat zij voor het oogenblik al die
geestkracht en dat karakter niet in al hun omvang
ten toon spreidde, daar de oogen van den in uni
form gekleeden heer aan hare rechterhand en die
van drie jonge officieren achter hem, zich, naar
mate de plechtigheid ten einde liep, des te vor-
schender en angstiger op haar gelaat vestigden,
dat nochtans even koud en kalm bleef, als liet
van het eerste oogenblik af was geweest.
De bruidegom aan hare zijde was een jong
man van omstreeks achtentwintig jaren, een van
die niet zelden voorkomende personen, die zich
bij voorkeur in een schitterend salon op hun
plaats gevoelen, op dezen bodera welig tieren,
hier veroveringen bij de vleet maken en aldus
hun leven slijten. Hoe onberispelijk ook, wat
kleeding en uiterlijk betreft, was hij het type van
een jong man, die het leven reeds volop heeft
genoten. Zijn anders welgevormd en innemend
gelaat drukte zulk een grenzenlooze onverschil
ligheid omtrent allen en alles, zulk een onuitspre
kelijke minachting van al het hem omringende
uit, dat men er onwillekeurig den blik van af
wendde. Alles was daar even mat en kleurloos:
goed spoor van eenigen blos op de wangen, geen
schijn van eenig leven in die wezenstrekken, die
er uitzagen, alsof vreugde noch smart er de min
ste verandering op kon teweegbrengen. Ilij had
zijne bruid naar het altaar geleid, zooals men
zijne danseuse op een bal naar hare plaats brengt,
Thans had de geestelijke zijn toespraak geëin
digd en ging tot de eigenlijke huwelijksinzege
ning over. Luid en duidelijk klonk zijne stem
door de gansche kerk, toen hij aan den heer
Arthur Berkow en aan de barones Eugenie Maria
Anna Van YVindeg-Rabenau vroeg, of zij elkan
der tot man en vrouw wilden nemen.
Weer vertoonde zich een pijnlijke trek op het
gelaat van den officier aan de overzijde, terwijl
Hij een blik vol haat, als het ware, naar den an
deren kant wierp het volgend oogenblik reeds
was het dubbele ja uitgesproken, waardoor een
der oudste en bekendste aristocratische namen
tegen den eenvoudigen en burgerlijken van Ber
kow werd verwisseld.
Nauwelijks was de plechtigheid afgcloopen en
de zegen uitgesproken, toen de met diamanten
getooide heer haastig voorwaarts drong, blijkbaar
met het doel om de jonge vrouw met veel ver
toon te omhelzen; eer hij echter hieraan gevolg
kon geven, was de officier hem reeds voor. Kalm
en bedaard, alsof dit recht hem en niemand an
ders toekwam, trad hij tusschenbeide en was de
eerste, die de jonggehuwde in de armen sloot;
doch de lippen, die haar voorhoofd aanraakten,
waren koud, en zijn gelaat, dat gedurende eenige
seconden, terwijl hij zich tot haar overboog, voor
ieder ander verborgen bleef, had thans een ge
heel andere uitdrukking dan straks, toen hij het
zoo fier en waardig hield opgeheven.
♦Goeden moed, vader! Het kon immers niet
anders."
Deze woorden, alleen voor hem verstaanbaar,
werden hem zacht, bijna onhoorbaar in het oor
gefluisterd ze gaver, hem echter zijne vroegere
bedaardheid weaer. Nog eens drukte hij zijne
dochter aan het hart; 't was een onstuimige be
weging, een bede om vergiffenis, als het ware;
daarop trok hij zich terug en gaf haar aan de
thans onvermijdelijke omhelzing van den ande
ren heer prijs, die tot dnsver met zichtbaar on
geduld had staau wachten en zich nu niet langer
weerhouden liet, zijne //dierbare schoondochter*
geluk te wenschen, (Wordt vervolgd.)