Nummer 15 Zondag 21 Februari 1892. 15e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TXELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. Eene geschiedenis uil de Engclsche rechtspleging. WaalwyksÉe en Langstrantscne Courank Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames '15 cent per regel. In Frankrijk heeft men weer eens een ministerieele crisis; het werd tijd ook, het tegenwoordige kabinet had reeds zoo lang 't bewind in handen. Ziehier hoe de zaken zich hebben toege dragen In de kamer heelt Hérissé Donderdag de regeering geïnterpelleerd over de redenen, waarom het openbaar ministerie zich niet bemoeid heeft met het voorgevallene tusschen den minister Constans en den afgevaardigde Laur. Door De Faillières werd ten antwoord gegeven, dat het openbaar ministerie geen termen had gevonden eene vervolging in te stellen. Eene daarop door Hérissé voorge stelde motie van orde, strekkende om de kamer te doen verklaren dat de toepassing van het recht voor allen gelijk behoort te zijn, werd aangenomen. Hubbard verzocht vervolgens de urgentie voor een wetsontwerp in zake de kerkelijke vereenigingen. Naar aanleiding daarvan trad de minister De Freycinet in eene bestrijding van Paul de Cassagnac, verklarende dat deze te ver geefs tracht verdeeldheid te zaaien in de republiek. Het door de regeering ingediende wetsontwerp, zeide hij verder, beoogt niet eene vervolging van de kerk. Sprekende van het manifest der kardinalen, zeide de minister, dat daardoor het bewijs wordt geleverd, dat de opvattingen in zake de scheiding van Kerk en Staat niet meer dezelfde zijn als vroeger (beweging). De Heilige Stoel keurt van dat manifest niet alle onderdeelen goed. De minister bracht den Paus hulde, wegens de door dezen betoonde sympathie voor Frank rijk, en verklaarde ten slotte dat de regeering de urgentie aanvaardde, ten einde de be handeling van het wetsontwerp te bespoedigen, doch niet omdat zij het wilde beschouwd zien als eene inleiding tot de scheiding van Kerk en Staat. Wil de meerderheid die schei ding, dan bevele zij haarandere ministers VI. 9. Ook dit werd door William goedgekeurd, en Hetty nam op zich, den volgenden morgen deze zaak met de vrouw, die in velerlei opzicht van haar afhankelijk was, te regelende uitslag was dan ook naar wensch. Het verhuizen kon echter eerst in den laten na middag van den volgenden dag plaats hebben Elisabeth was te zwak geweest om voor den mid dag haar bed te verlaten, en toen zij eindelijk opstond en te voorschijn kwam, maakte zij, on danks hare nu weder zindelijke en betamelijke kleeding, toch zulk een onbeschrijfelijk treurigen indruk, dat juffrouw Lyon den moed niet had het bevel, dat zij terstond het huis moest verla ten, in al ziin strengheid te handhaven. •""""Bij het volle daglicht kon men nog beter dan des avonds bij het flikkerende, onzekere licht van het vuur, zien, hoe vreeselijk de ongelukkige moest hebben geleden. Hare schoonheid was verwoest; het was alsof de voormalige Elisabeth Canning gestorven en thans, na eenige dagen in het graf gelegen te hebbenteruggekeerd was naar de plaatswaar zij vroeger had rondge wandeld. Bijna nog meer in het oog vallend dan de verandering van haar uiterlijk voorkomen, was die >an haar gemoed. Wel was zij altijd van een gesloten, in zichzelf gekeerd karakter geweest, maar zij had aan alles, wat om haar heen gebeurde het levendigste aandeel genomen, was onvermoei baar ijverig geweest en nad op iedere vraag, die men haar deedeen kort en gepast antwoord gehad. Nu zat zij ineengehurkt, met het hoofd op de borst gezonkenin een hoek van de keuken, en scheen van alles wat er voorviel, niets te zien of te lioorer.. Zij had des avonds toegelaten dat Kate haar ontkleedde, wiesch en te bed bracht gewillig als een kind liet zij zich, toen zij zich eindelijk had laten overhalen om op te staan, door echter dan de tegenwoordige zullen haar alsdan ten uitvoer moeten brengen. Nadat Clemenceau nadere inlichtingen had verzocht, zeide De Freycinet Het schijnt dat men de regeering wil nopen eene uit spraak te doen over conclusion, welke op verschillende wijzen kunnen worden uitgelegd. Men stelle eene duidelijk omschreven formule; daarop zal de regeering antwoorden. Floquet leest nu verschillende motien van orde voor. De Freycinet aanvaardt de motie van orde, voorgesteld door Pourquéry, de regeering uitnoodigende de republikeinsche politiek voort te zetten. Pichon verlangt den voorrang voor eene motie, behelzende dat de kamer overtuigd is van de noodzakelijk heid, dat de strijd van het burgerlijk gezag tegen de Kerk worde voortgezet. Dit wordt verworpen. De Freycinet verklaart dat, als de kamer de motie-Pourquéry niet aanneemt, het be wind zal worden overgedragen aan andere handen. De motie-Pourquéry wordt daarop verwor pen met 304 tegen 202 stemmen. De ministers verlaten de zaal. Er wordt nu eene hoofdelijke stemming gehouden over de motie-Pichon, welke ver worpen wordt met 299 tegen 131 stemmen. Er heerscht groote beweging; het centrum geeft teekenen van blijdschap. De urgentie van het wetsontwerp betreffende de kerkelijke vereenigingen wordt verworpen met 266 stemmen tegen 246. De zitting wordt te acht ure des avonds opgeheven. Onmiddellijk nadat de kamer uiteen was gegaan, heeft het geheele ministerie zijn ontslag genomen. Leerrijk in hooge mate is het debat, dat sinds Maandag dezer week iu Duitschlands rijksdag is gevoerd over de begrooting van oorlog en meer in 't bijzonder over de mis handelingen der soldaten door hun meerderen. Die vrijheid van 't woord en die vrijheid der drukpers zijn toch maar heerlijke dingen de meid weder aankleeden alleen het terugzien der voor haar bewaarde kleedingstukken scheen haar een vluchtig glimlachje te ontlokken. Werktuigelijk gebruikte zij de spijzen, die haar werden voorgezet, en sloeg niet de minste acht noch op de nieuwsgierige blikken en vragen der huisgenooten, noch op de liefderijke deelneming van haar meesternoch op het stroeve, donkere gelaat van de huisvrouw. Ondanks de scherpe wachtdie zijne moeder hield, ondanks hare bedreiging dat zij de deerne onmiddellijk op straat zou zetten, zoodra haar zoon haar slechts één woord van lielde toesprak, vond Charles hiertoe toch gelegenheid. Elisabeth zag hem eene poos stijf aan, alsof zij zich moest bezinnen, waarvan gesproken werdtoen schoot er als een straal van herinnering over haar ge laat, en met een afwerende beweging fluisterde zij laat mij, laat mij Elisabeth, sprak hij op den toon der innigste liefde, ik wachtte u op dien bewusten avond, gij zoudt mij antwoord geven. Ik kon niet komen, zij wilden mij niet la ten gaan, zeide zij eentonig, als in zichzelve. Gij kondet niet komen, herhaalde hij; hoe heb ik om u gejammerd en naar u gezochtO, het was verschrikkelijk! Verschrikkelijk! ver.chrikkelijkl zuchtte zij. Nu zijt gij echter weer terug, Elisabeth, geef mij nu antwoord, smeekte hij, en wilde zijn arm om haar middel slaan. Maar zij weerde hem af. De Elisabeth van vroeger is dood I zeide zij dof. Zij zal weer herleven, als gij maar eerst van al uw doorgestaan lijden zult hersteld zijn, hernam hij vroolijk. Onder zijn liefdevolle trouwe blikken scheen de ijskorst om haar hart eenigszins te smelten haar oog werd zachter en met een levendige stem vroeg zij: Verlangt gij niet te weten, waar ik geweest ben Uit deze vraag klonk zooveel angst en ontzet ting, dat de goede jongen het bevestigend ant woord, dat hem reeds op de lippen zweefde, ter stond weder terugdrong. Neen, neen, kwel u daarmede niet, zeide hij, ik zal alles wel verne men; gij moet immers het voorgevallene nog he den aan den squire Wintlebury mededeelen. Squire Wintlebury? vroeg zij, zichtbaar verschrikt, waarom? beiden instellingen dankt men de openbare bespreking van menschonteerende handelingen, die vóór dezen binnen de dikke muren der kazernes plaats vonden en dat wel voor 't meerendeel ongestraft en onbesproken. Afdoende maatregelen voor 't heden en voor de toekomst hebben zoo nationaal- liberalen als vrijzinnigen geeischt, het systeem van de openbare militaire rechtspraak wilden die heeren uitgestrekt hebben tot het gansche leger des rijks evenals dat in Beieren ge schiedt met een verdediging incluis. Dat was der regeering, dat was den conservatieven te kras, zij wilden geen inmenging der wets- mannen in de beraadslagingen der krijgsra den gedoogen en Von Caprivi sloegbij afwezigheid van den minister van oorlog, een zoo heftigen toon aan als ware hij Bis marck en als had hij met diens post ook diens gezag overgenomen. Met de zaken des legers heeft het nationale parlement niets te maken, aldus meende Von Caprivi, de leger- zaken staan onder den souverein als „Kriegs- herr», in deze bijgestaan door militaire raads lieden. Dat is een echt Pruisisch leerstukhet parlement, in deze vertegenwoordigende de natie, mag de vele millioenen aanbrengen om de legerhorden in stand te houden en uit te breiden, maar op den voorgrond tre dende euvels van hetgeen door diezelfde millioenen is tot stand gebracht, aanduiden en verbeteren, dat mag het parlement niet En von Caprivi is ontsteld en ontstemd over de „Frechheit" der afgevaardigden, hij ver liest zijn goed humeur en loopt kans zoo geleidelijk weg dezelfde ontevredenheid te wekken als zijn voorganger, zonder evenwel te kunnen beschikken over diens prestige gegrondvest op een roemrijk verleden. Wan neer twee hetzelfde doen, is dat nog niet immer 't zelfde Richter zoowel als Bebel (de woordvoerder der socialisten) hebben von Caprivi van repliek gediend hem doorslaande bewijzen gevend van de kracht des woords en van de voor deden van een kalm gemoed en in verte- Wel, hij is de vrederechterhij heeft al la ten vragen, wanneer gij komen kunt; de alder man Chitty zal er ook Dij tegenwoordig zijn. Elisabeth kromp ineen. Zij willen mij ver- hooren mompelde zij. Wees niet bevreesd, zeide hij geruststellend, gij behoeft immers slechts te verhalen, wat u overkomen i3. Zij sloeg de handen voor de oogen, huiverde en zat eenige minuten sprakeloos; daarop riep zij snel: Breng mij naar den vrederechter, ik wil alles vertellen maar spoedig, spoedig, opdat het van mijn hart afkome! Zoodra gij daartoe in staat zijt, kunt gij gaan vader is heden in den vroegen morgen al in de Abdy geweest, en miss Wintlebury en miss Davistown zijn ook al hier geweest, voegde hij er eenigszins aarzelend bij. Wat wilden die? U naar Nancy Forbes brengen, wij hebben u daar een onderkomen bezorgd, want want Uwe moeder wil mij niet langer hier hou den, vulde zij den zin aan, dien hij niet durfde uitspreken ik zal maken, dat ik weg kom, voegde zij er, opstaande, bij: eerst naar den vrederechter, dan naar Nancy Forbes maar ik zal daar ook niet lang blijven. Neen, dat zult gij ook niet, verzekerde Char les, gij zult spoedig weer hier komen. Zij schudde ontkennend het hoofd. Weinige uren later reed Elisabeth in gezelschap van den timmerman naar de Abdy, waarheen zich op uitnoodiging van den Squire ook de alderman Chitty begeven had. De Squire liet het jonge meisje met haar ge leider in zijn kantoor komen en verzocht haar met ernstige, vriendnlijke woorden te vertellen, wat er met haar gebeurd waszonder iets te verzwijgen. Ga zitten, Elisabeth, zeide hij en wees haar een stoel tegenover zijn schrijftafel, terwijl hij zelf daarachter naast alderman Chitty plaats nam. Gij zijt ontsteld en moogt niet blijven staan. Spreek nu, wat is u overkomen En zeg de waarheid. Gij zijt altijd goed voor mij geweest, mr. Wintlebury, ik heb geen reden iets voor u te verzwijgen, antwoordde zij met een zachte, aar zelende stem en neergeslagen oogen. Goed, spreek danof nog beterik zal u genwoordiging van den rijkskanselier heeft de staatssecretaris Von Bötticher nu een schrifte lijk verzoek tot Bebel gericht, om de namen te noemen van hen, die hem (Bebel) over schandelijke feiten van mishandeling hebben ingelicht een verzoek, dat Bebel zal in willigen. Woensdag heeft de rijksdag met 122 tegen 120 stemmen verworpen een onder- voorstel, waarbij den mishandelden soldaat de verplichting wordt opgelegd een aanklacht in te dienen; aangenomen werd de openbaar heid der procedure met 143 tegen 100 stemmen. Eigenaardig is de taktiek der oppositie van de Rumeesche kamer van afgevaardigden. Zooals men weet, zijn de laatste verkiezin gen beslist te hunnen nadeele uitgevallen van de 183 zetels veroverden de regeerings- candidaten er 142. Dat konden de oppositie mannen niet verkroppen en liever dan zich met een povere 28 zetels tevreden te stellen (er zijn 13 herstemmingen) hebben zij besloten te protesteerèn tegen de gansche verkiezing en de kamer te boycotten, door er namelijk niet te komen! Graaf Taaffe, Oostenrijks premier, zit leelijk in 't nauw: de oud-Czechen toonden tot dusver het Czechisch-Duitsche compromis te willen steunen en nu vereenigen zij zich eensklaps met de Duitsche feodalen van Bohemen, om in den landdag van Bohemen de verdaging van het compromis te vragen en dus de jong- Czechen in de hand te werken. Opzienbarend niet te verwarren met ver trouwbaar s.v.p.l is hetgeen men uit Berlijn meldt omtrent de redenen, die geleid hebben tot een uitstel van den datum van oprichting van een standbeeld voor Bismarck, voor welke daad van dankbaarheid en vereering de Duit sche onderdanen de som van 1.014.438 mark hebben bijeengebracht. Keizer Wilhelm zou het plan hoogst ongunstig gezind zijn en zelfs in heftigen toom zijn ontstoken, toen men hem er over sprak, ja hij zou gedreigd hebben met confiscatie van het sommetje. In de ondervragen, antwoord slechts. Waar zijt gij op St. Michiel, 29 September, geweest? Bij mijn oom Colley te Londen', Salpetre Bank, met goedvinden van mijne meesters. Zijt gij des morgens rechtstreeks van Alder- manbury naar de Salpetre Bank gegaan Het meisje ontstelde bij deze vraag, die haar naar allen schijn onverwacht voorkwam, maar antwoordde daarna zonder bedenken. Neen, ik ben eerst naar Whitefield geweest om het graf mijns vaders te bezoeken. En toen? Heb ik mijn weg vervolgd, ben te Londen gekomen, ben met mijn oom en zijne vrouw naar het graf mijner moeder en naar de kerk geweest en des avonds hebben zij mij een eind weegs teruggebracht. Hoe ver? Tot aan Houdsditch. En van daar zijt gij alleen gegaan. Ja, tot Moorfield En daar vroeg de squire toen zij bleef steken. Het was reeds donker, vervolgde zij, want de maan ging eerst later op en alles was doodstil. Eensklaps hoorde ik een gefluit, een groote, zwarte man sprong vari achter een boom te voorschijn en eer ik wist wat mij overkwam, had hij mij een doek over het hoofd geworpen. Ik hoorde dat er een tweede bij kwam, zij wierpen mij op den grond, een zware knuppel viel een paar ma len op mijn hoofd, en toen geraakte ik buiten kennis. Hoe lang hebt gij bewusteloos gelegen? Dat weet ik niet, maar het moet vrij lang geweest zijn, want toen ik weer tot mij zelve kwam, scheen de maan helder. Hoe weet ge dat, daar gij immers een doek over het hoofd hadt Dien hadden zij mij afgenomenzij hadden mij op een kar geworpen en daarover een laken gespannen, zoodat ik niet om mij heen kon zien, maar het maanlicht drong toch door eene reet en later ook het licht van den aanbrekenden dag. Bleven zij zoo lang met u onderweg? Ja, de een trok de kar, de ander schoof er achter; het ging langzaam; misschien was het vier uur in den morgen, toen zij eindelijk met mij stil hielden voor een huis aan den straatweg naar Hertfordshire. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1