Nummer '18. Donderdag 3 Maart 1892 15e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. Eene gescbieJcnis uit de Engehche rechtspleging. BUITENLAND. Frankrijk. Spanje. De Mo van het Zuiden, Waalwijhsciie en kigslrealscie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te /enden uan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Het is een week van drukte en agitatie op politiek gebied geweest, de week die achter ons ligt en al zijn wij het nu niet eens met hen, die spreken van een wind als die van 't jaar 48 en die zelfs de aanwassing tot een formeelen politieken orkaan na korter of langer tijd niet onmogelijk heeten, ge loochend worden kan 't toch niet, dat 't er in den laatsten tijd hier en daar ontstuimig is toegegaan. Wie getrouw zijn dagblad door snuffelt, leest onafgebroken van financieele nooden, van ontevredenheid, van ongeregeld heden van meer of min ernstigen aard, van aanslagen op personen en zaken en van der gelijke narigheden meer, die alle te zamen wel te denken geven. Iti Parijs heeft een dynamiet-diefstal den waakzamen politie mannen volop werk gegeven en die waak zaamheid heeft tot belangwekkende ontdek kingen gevoerd, terwijl men een verband zoekt tusschen het offensief optreden van de aanhangers der anarchie in Spanje en de handelingen hunner partijgangers in Frankrijk en Duitschland. Erg geruststellend is dat alles niet, maar om uit die verschijnselen nu de gevolgtrekking te maken, dat we voor een herhaling staan van de gebeurtenissen, die 't jaar 1848 hebben gekenmerkt, dat lijkt ons toch wel wat al te kras. Anarchisten en ander dergelijk gevaarlijk goedje behooren een pnnt van onafgebroken zorg uit te maken van alle regeeringen en als men nu en dan eens hoort van belangwekkende ontdekkingen door de politie gedaan, dan is dat doorgaans een gevolg van de meerdere waakzaamheid der overmacht. Zóó levendig als 't er in de laatste dagen in de politiek is toegegaan, is 't in lang niet geweest, en wellicht zitten we weder heel spoedig in de dagen der reactie, in de dagen van politieke rust en kalmte, van politieke verveling. Het eenige, dat voor eenigen tijd de aandacht kan bezig houden, is hetgeen het nieuwe kabinet der Fransche republiek Afgemat zonk zij in haar stoel achterover; het lange verhaal scheen hare krachten geheel te hebben uitgeput. De squire liet haar tot versterking wijn brengen, en verzocht haar op eene canapé, die tegen een der zijwanden van* de kamer stond, te gaan uitrusten," onderwijl hij diegenen onder vroeg, die bij hare komst te Aldermanbury haar het eerst ontmoet hadden, en getuigen van hare eerste openbaringen waren geweest. Zij konden weinig mededeelen; uit datgene wat zij vertelden, bleek toch dat Elisabeth in den toestand der grootste lichamelijke zwakte in af gebroken woorden hetzelfde had gezegd, wat zij nu geregelder en breedvoeriger had verhaald. Alleen Scarrat was onzeker of liii niet, toen hij haar naar binnen droeg, en zij van het huis aan den straatweg naar Hertfordshire had gesproken, den naam van moeder Wells had genoemd, waar tegen Charles en Kate verklaarden, dat zij dien naam als in de koorts had gemonpeld, er. ook de timmerman opmerkte, dat zijn knecht hem het eerst zijn vermoeden had toegefluisterd. Gij weet dus niet zeker of gij het eerst tegen Elisabeth den naam van moeder Wells genoemd hebt? vroeg de vrederechter aan den knecht. Neen, genadige heer, wie kan als hij zoo geschrikt is aan alles denken, antwoordde Scarrat; als ik mij echter goed bezin, dan zal het wel zijn zooals de meester zegt. Kent gij moeder Wells P Sedert vele jaren. Hoe ziet zij er uit? Zij is eene kleine blonde vrouw van mid delbaren leeftijd. Elisabeth Canning heeft eene oude donker bruine vrouw met grijze haren en scherpe oogen gezien. Dan is zij het niet geweest, riep Scarrat terstond. op zijn eerste levensdagen zal wedervaren. Het is met voorspellingen dienaangaande voor de naaste en vedere toekomst, dat de Fransche bladen van alle kleur en richting zich bezighouden, doch daar men in zijn opinie omtrent de mogelijke gebeurlijkheden nog al aardig verschilt, is het eigenlijk beter vooralsnog eene afwachtende houding aan te nemen. De hoofdzaak is, dat de Fransche republiek na negen dagen getob en gesukkel eindelijk een nieuwe regeering heeft, die voor drie vijfde gedeelten zes der ministers uit het vorige kabinet hebben opnieuw zitting, uit bekende factoren bestaat. De portefeuille van binnenlandsche zaken is in handen van premier Loubet, die van marine is aanvaard door Cavaignac, die van openbare werken heeft Victte op zich genomen en voor justitie en eerdienst zorgt Richard. Inderdaad is deze combinatie in het Journal Officieel gekomen, doch de ministerieele verklaring zal eerst Donderdag in kamer en senaat ter voorlezing komen en zij zal weinig opvallends be vatten het kabinet-Loubet aanvaardt de erfenis van het kabinet-Freycinet, bewandelt dezelfde wegen, maar heeft voor de vervulling van zijn taak minder sterke beenen. De Freycinet was een premier met een verleden, een man van gezag en van invloed, Loubet kan zich op dat alles niet beroemen en bo vendien verliest men in Constans als minister van binnenlandsche zaken een geduchte kracht, welker gemis men dikwerf zal gevoelen, zoodat de stabiliteit der regeering aan geen al te krachtige proefnemingen moet worden onderworpen of zij stort ineen. Wel zijn de Franschen na een negendaagsch getob minder veeleischend geworden, doch erg verrukt over het nieuwe kabinet schijnen zij toch niet te zijn, 't is of er over de gansche combinatie de waarschuwing ligt„voorzichtig niet schud den" en een bepaalde goed aaneengesloten republikeinsche meerderheid is er eigenlijk niet voor te vinden, zelfs zijn de radicalen meer en meer in de richting der oppositie gedrongen. En Elisabeth is toch in dat befaamde huis geweest, dat gespuis moet ten strengste gestraft worden! viel William Davistown in, die ook tot liet verhoor was opgeroepen. Squire Wintlebury richtte zich met waardigheid op. Mr. Davistown, gij staat hier voor den vre derechter van uw district, ik verzoek u slechts te spreken als gij gevraagd wordt. Verschoon mij, squire Wintlebury, stamelde William verlegen maar ik neem zooveel deel in deze zaak. Dat komt hier niet te pas, viel de squire hem in de rede. Op zijn verzoek werd Elisabeth nogmaals voorgebracht. Elisabeth Canning, begon hij op plechtigen toon, ik vraag u voor God en deze getuigenis datgene, wat gij ons verhaald hebt, de zuivere volle waarheid? Elisabeth zag eenige oogenblikken voor zich, alsof zij nadacht over ieder woord, dat zij ge sproken had; daarop haalde zij diep adem, stak de rechterhand op als tot een eed, en zeide het is de zuivere waarheid. Blijft gij er ook bij, dat gij in het huis van moeder Wells geweest zijt? Ik heb slechts gezegd, dat ik dien naam had hooren noemen. Gelooft gij het huis, waarin gij opgesloten waart, te kunnen herkennen Zeer zeker. Goed, voor heden is het verhoor afgeloopen, hernam de vrederechter en hief de zitting op. jf^Yoen hij met den alderman alleen gebleven Ivas, zeide de laatste: Er zijn verscheidene pun ten in het verhaal van het meisje, die mij niet duidelijk zijn, en als er sprake was van een ander huis dan het beruchte van moeder Wells, dan zou ik misschien zwarigheid maken een bevel tot huiszoeking uit te vaardigen. Maar wat is uw gevoelen vroeg de squire. Dat wij die morgen zoo vroeg mogelijk moeten bewerkstelligen. Juffrouw Lyon had zich bij het verlaten der Abdy van haar zoon meester gemaakt, en niet toegelaten dat hij Elisabeth naderde; daarentegen was William Davistown tot haar gegaan, had haar den arm geboden en haar toegefluisterd Kom, dierbaar meisje, ginds wacht mijn rijtuig, ik zal u naar de woning geleiden, die ik voor Maandagavond hielden de heeren minister raad cn Dinsdag alweer, onder presidium van Carnot, en Donderdag zullen zij dan doen blijken, hoe zij zoowel de geit (de rechterzijde) als de kool (de radicalen) weten te ontzien, door het concordaat te handhaven en te gelijkertijd de radicalen te verheugen met de belofte nimmer mei den Paus te zullen onderhandelen over binnen- of buitenlandsche aangelegenheden. Tegenover een dergelijk kabinet doet men wel onafgebroken te reke nen op verrassingen van allen aardDe moeielijkheden, waardoor De Freycinet's ka binet is ten val gebracht, blijven voortbestaan en het weerstandsvermogen der nieuwe regeerders is aanmerkelijk geringer. Misschien handhaaft men 't een tijdlang, om erger te voorkomen Terwijl de berichten omtrent de betoogin gen der zoogenaamde werkeloozen te Berlijn minder ernstig zijn, (Zaterdag is het bij ver zet tegen de openbare macht gebleven en Zondag bleef alles kalm, ondanks een groote menigte nieuwsgierigen) luiden de berichten omtrent de crisis in de mijnindustrie in Engeland alles behalve gunstiggrooter en grooter worden de kansen, dat binnen drie weken een driehonderdduizend mijnwerkers een stakingsperiode beginnen ter verdere voorkoming van overproductie en ter protes teering tegen een loonsverlaging van 7 en een half percent. De mijnwerkers van de verschillende districten van Engeland, Schot land en Wales, hebben vergaderingen ge houden en eenparig is tot staking besloten, ten einde een verlaging van loon te voorko men en de steenkolenprijzen te verhoogen. Nadat er twee dagen lang in de Italiaan- sche kamer gedebatteerd was over een voorstel om het oorlogs-budget met 15 millioen te besnoeien, werd er Zaterdag op verzoek van Di Rudini een motie aangenomen, gesteld door Garibaldi, waarbij de kamer zich wel verklaart voor den vrede en de ontwapening, doch waarbij zij tevens de meening uitspreekt, dat Italië steèds gereed moet zijn. De meer derheid voor de regeering was enorm. Fn de steeds wassende deficits zullen dus ook wel bij he'c oude blijven u bezorgd heb, en waar gij blijven kunt, tot ik u naar net huis breng, welks meesteres gij zijn zult. Elisabeth zag hem met groote, verbaasde oogen aan, en vroeg Wat wilt gij van mij mr. Davistown Ik begrijp u niet. Gij zult mij terstond begrijpenik bemin u en heb u altijd bemind Zij liet zijn arm los. Mr. Davistown, drijf den spot niet met mij. liet is geen spot, maar heilige ernst; stap spoedig in. Zij hadden het stalplein bereikt, waar de lichte jachtwagen van mr. Davistown stond. Op het oogenblik toen hij Elisabeth er in hielp, reed lord Waversford, door een rijknecht gevolgd, het plein op. De oogen der beide mannen ontmoetten elkander juist niet op de vriendelijkste wijze, terwijl de lord het jonge meisje, die thans toch de heldin van den geheelen omtrek was, nauwe lijks scheen te zien. Daar is hij alweer, zijne bezoeken worden steeds menigvuldiger, mompelde William. Deze opmerking hield hem zoozeer bezig, dat hij de naast hem zittende Elisabeth geheel vergat; een lichte kreet deed hem omzien het meisje was in zwijm gevallen; bewusteloos bracht hij haar bij Nancy Forbes, aan wier zorg hij haar over gaf, om snel naar de Abdy terug te keeren. VII. Tien of elf mijlen van het toenmalige Londen verwijderd, aan den straatweg naar Hertford, in de omstreken von Enfield, niet ver van Ching- ford-IIill, stond een tamelijk groot, somber ge bouw. Het was een huis van ééne verdieping met een klein voorportaal, in het midden woon kamers en andere vertrekken, aan beide zijden eene keuken en over het geheel een groote zol der, waarop nog een paar kamers afgeschoten waren. De tuin, die aan het huis grensde, was door een paar stalgebouwen ingsloten, waartoe eene poort een afzonderlijken toegang verleende. Het verweerde uithangbord met een rooden draak op een blauw veld, en een nog minder kenbare ridder, die het monster te lij f ging, e^en als het moeilijk te ontcijferen opschrift«In der. Lintworm/ gaf aan de voorbijgangers te kennen, dat dit huis bereid en bevoegd was, den ver- De koele ontvangst, die het nieuwe ka binet ontmoet van de zijde der opportunis tische bladen, was te verwachten, daar de politieke leiders dezer organen hunne ver kiezing als afgevaardigden aan Constans te danken hebben. De oppossitie tegen Constans werd van uit het Elysée gesteund en vond medewerking bij de Freycinet en Ribot, daar de eerzucht van Constans hem dreef naar de portefeuille van buitenlandsche zaken en het voorzitterschap van den ministerraad. Het nieuwe ministerie heeft dus van vele kanten tegenwerking te wachten, enkelen bespreken nu reeds de gevolgen, die de val van deze combinatie moet veroorzaken, en zien zelfs een aftreden van den president der republiek in het verschiet, dat ernstiger gevolgen na zich zou sleepen, dan het vertrek van Grévy uit het Elysée, Etienne, staatssecretaris voor koloniën, heeft nu zijne betrekking definitief nedergelegd zijn opvolger is nog niet benoemd. De Parijsche „worgers," die een paar jaren geleden eenige wijken der Fransche hoofdstad onveilig maakten, laten weder van zich hooren. In de rue Alsace is omstreeks 10 uren 's avonds een man aangevallen en beroofd door vier kerels, die hem een strop om den hals wierpen en hem half geworgd lieten liggen. Dienzelfden avond, drie uren later, werd in de rue de la Santé een schrijnwerker op de zelfde manier aangevallen. Hij wist echter den strop los te trekken en hij dreef door luid hulpgeroep de aanvallers op de vlucht. Een zware storm woedde over de stad Huelva, die gedeeltelijk onder water liep moeiden reiziger gastvrij zijne deuren te openen; maar iemand moest wel zeer vreemd in die streek en wel weinig kieskeurig zijn, om aan die uit- noodiging gevolg te geven, De „Lintworm/ die sedert vele jaren in het bezit was van eene weduwe, Wells of kortweg moeder Wells geheeten, stond in den kwaden naam het oponthoud te zijn van landloopers, die ven, heidens en allerlei rondtrekkend volk; moe der Wells werd verdacht als heelster. Het was wel is waar nog nooit gelukt haar op de daad te betrappen, maar evenwel beschouwde men het, wanneer er in de nabijheid een diefstal, straat roof of iets dergelijks was gepleegd, alsof het van zelf sprak, dat de draden daarvan op den Lintworm* moesten uitloopen. Het verschijnen van ambtenaren van het gerecht om een huis zoeking te doen, was aldaar dan ook zoo iets al- ledaagsch, dat moeder Wells geen grooten schrik aan den dag legde, toen zij op den morgen van den 3en November weder met zulk een bezoek werd verrast. Nu, bedelaar, wat moet ik nu weer uitge voerd hebben riep zij met eene soort van gal genhumor tot den politiebeambte, die reeds zoo dikwijls bij haar geweest was, dat er tusschen hen eene zekere gemeenschap was ontstaan. Scherts niet, moeder Wells, heden is er uw hals mede gemoeid, hernam de beambte op een toon van gewicht. Dat zegt ge telkens; ik zou sedert lang geen hoofd of hals meer hebben, als het altijd ernst was. Thans is het hoogeernst; ontvoering, maag denroof, zeide de politieman, terwijl hij zijn be vel tot huiszoeking voor den dag haaldenie mand verlate deze kamer! De laatste woorden waren tot de overige per sonen gericht, en in het bijzonder tot een jongen heiden, die voornemens geweest was door eene andere deur uit het vertrek weg te sluipen. Mismoedig wierp hij zich nu op een stoel en bromde: Dit is de laatste keer, dat ik bij umijn intrek neem, moeder W.eJlls, men is hier immers geen uur veilig. De naam van den „Lintworm* zal er zeker niet bij lijden als gij wegblijft, zeide de beambte, maar nu stil en opgepast. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1