Nummer 25, Zondag 27 Maart 1892. 15e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FETJILLETOü. Eeoc geschiedenis uil de Engelsche rechtspleging. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, Wuliyksdr en Langstraalsfbe Courant, Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. "Waalwijk. Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steieer, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De Reichsanzeiger heeft gesproken: Duitsch- land behoudt zijn kanselier, Pruisen behoudt zijn minister van buitenlandsche zaken (beide ambten in den persoon van Caprivi vereenigd) en laatstgenoemd koninkrijk mag zich ver heugen in een nieuwen premier (Botho zu Eulenburg) en een nieuwen minister van eere- dienst (Bosse). Dus is de crisis opgelost, dus vangt er voor Duitschland in 't algemeen voor Pruisen in 't bijzonder een nieuw tijdperk van rust en kalmte aan zal men zeggen. 't Zou inderdaad te hopen zijn, dat er onder instemming van de groote meederheid des volks een tijd van gemeenschappelijken arbeid aanving tusschen regeering en parlement; dat men zich, met terzijdestelling van kleinzielige partijgeschillen en kinderachtige vooroordee- len, flink aan den arbeid zette, doch tusschen dien wensch en de werkelijkheid ligt een zeer breede kloof. Inderdaad behoort er groote zelfverblinding toe om te durven be weren, dat de crisis de regeering, met den keizer aan 't hoofd, heeft gelouterd; dat die beide elementen als herboren en van nieuwe krachten voorzien, zijn te voorschijn getreden, hoogstens kan gezegd worden dat zij de nieuwe vrienden (conservatieven en katholie ken) niet nog meer hebben verbitterd, ja dat zelfs de val van den zoo vurig vereerden VonZedlitz reeds weer vergeven en vergeten is. En juist in die tevredenheid der behoudspar- tijen schuilt eigenlijk het gevaar, juist daarop gronden we ons beweren, dat zóó voor als na deze, de toestand verward blijft, dat men nieuwen wijn in oude zakken heeft gedaan. En dan blijft men de regeling nog maar als voorloopig beschouwen, men houdt vast aan de meening, dat graaf Eulenburg is uit verkoren voor het kanselierschapdat hem echter nog niet is opgedragen, wijl Wilhelm II voor 't oogenblik Caprivi wilde handhaven als leider der buitenlandsche politiek. Ook graaf Eulenburg is geen man met een 18 X. Dat arme, lieve kind I Zoo schoon, zoo onschuldig," zoo braaf De monsters, die haar zoo gruwelijk mis handeld hebben, verdienen geradbraakt en gevie rendeeld te wordeu, met een eenvoudig ophangen is het hier niet afgedaan Zoo hoorde men van verschillende zijden. Men moet een voorbeeld stellen, de heidens moet de lust vergaan de handen naar christen meisjes uit te strekken. Ziet, daar komen zij, werd er geroepen en overal werden dreigende vuisten opgestoken. Onder een stroom van vloeken en smaadredenen werden de beschuldigden voorbij geleid; slechts met moeite konden de politiedienaren hen voor feitelijke mishandelingen van het volk bescher men. De drie vrouwen hadden zich diep in hare mantels gewikkeld, zoodat van hare aangezichten niet veel te zien was; Fortune Natus zag dof voor zich; George Squires daarentegen mat de drei genden met onbevreesde en verachtelijke blikken. In schoonheid kan de heiden met de beide andere mededingers wedijveren; ik zou niet weten aan wien ik den voorrang moest geven, fluisterde eene jonge vrouw eene andere toe. Daar komt de eenel En dicht achter hem de andere I Meester Lyon met zijne vrouw, gevolgd door Scarrat, Kate en de overige huisgenooten, nader den het rechthuis; op eenigen afstand achter hen kwamen William Davistown en Charles, de beide medeminnaars, die nog steeds veel omgang met elkander hadden. Het teeken tot den aanvang der zitting werd gegeven, gerechtsdienaren verschenen aan de deuren en geboden stilte onder de tot razernij opgewonden menigte, waarna spoedig alles in de gerechtszaal tot rust kwam. De leden van het hof, en onder hen ook Fielding, zelfstandig karakter en in vakkennis staat hij bij von Caprivi veel ten achter, zoodat keizer Wilhelm in hem een nog gewilliger werktuig zou hebben dan in Von Caprivi, die in ma rine-, koloniale - en militaire aangelegenheden thuis is en zich als zoodanig ook weet te doen gelden. In dr. Bosse, tot nog toe staatssecretaris aan het departement van justitie, zien we een man, die de conservatieve richting aan hangt en ten aanzien van wien dus de vraag gerechtigd schijnt, welke houding hij tegen over het onderwijs vraagstuk zal aannemen, of hij namelijk alsnog zal trachten in deze een beslissing uittelokken met een volksver tegenwoordiging, welke ten klaarste gebleken is in haar meerderheid niet weer te geven de stemming des volks. Moeilijk evenwel zal 't den nieuwen titularis vallen 't der coalitie der behoudsmannen geheel naar den zin te maken; zijn voorganger heeft de luitjes ver wend en hen veeleischend gemaakt, te veel- eischend wellicht tegenover een combinatie- Eulenburg-Bosse, die hen 't leven waarlijk niet zuur zal maken! De verzoening der mid delpartijen schijnt dus uitgesteld, „ad calen- das graecas" oftewel in zuiver Hollandsch tot de kalveren op 't ijs dansen Een definitieve oplossing der crisis zien we in de nieuwe regeling nietde crisis is verdaagd, dat is alles en men wil trachten rustig verder te laveeren, zonder een be paalde richting te houden. Terwijl de mijnwerkers in Durham 't niet bij hun neiging om den arbeid te hervatten laten, maar hun iedigen tijd aanvullen met allerlei baldadigheden en vergrijpen aan an- derer eigendom, heeft te Westminster Don derdag de mijnwerkersbond vergaderd en een besluit aangenomen, waarbij den kiezers wordt aanbevolen bij de aanstaande verkie zingen, zonder aanzien van politieke kleur, alle candidaten af te wijzen, die Woensdag gestemd heben tegen de wettelijke regeling van den arbeidsdag, terwijl nieuwe Candida ten eerst de verplichting moeten aanvaarden die het voorloopig onderzoek liad geleid, namen in hunne pruiken en mantels hunne plaatsen in, de jury werd beëedigd, de beschuldigden werden voorgebracht en de acte van beschuldiging werd voorgelezen. Al de beschuldigden betuigden hunne onschuld, maar vonden bij de rechters en bij de gezwore nen weinig geloof. Moeder Wells stond in een slechten naam en hare medebeschuldigden waren immers heidens. En nu begon een zeer lang getuigenverhoor. Squire Winlebury, de timmerman Lyon en zijne vrouw, over het vroegere leven van Elisabeth Canning ondervraagd, gaven de beste getuigenis van haar gedrag; de meester verklaarde zelfs, zonder zich aan de waarschuwende blikken van zijne vrouw te storen, dat hij zijn zoon de toe stemming had gegeven haar te huwen. En zoo mogelijk nog grooteren lof zwaaiden Colley en zijne vrouw haar toe, die tevens ver haalden, hoe Elisabeth den laatsten dag voor haar verdwijnen bij hen had doorgebracht en zij haar tot Houndsditch hadden vergezeld. Indien William Davistown en Charles Lyon niet al te zeer door de in behandeling zijnde beschuldiging waren ingenomen geweest, dan had het Eun moeten opvallen, dat vrouw Colley, die zich vroeger zoo hatelijk over hare nicht had uitge laten, thans veel kwistiger was in haren lof aan haar man en dat het bezoek van het graf te Whitefield geheel niet werd aangeroerd. Bij den loop, dien ae zaak genomen had, was deze om standigheid, die vroeger gewichtig had geschenen, thans van geen belang meer, en wat was natuur lijker dan dat, uithoofde van het lijden en de bevalligheid van het slachtoffer, ook het koudste hart warm voor Elisabeth begon te kloppen Zoo dachten de beide jonge mannen, zoo dach ten de meeste aanwezigen, toen nu de hoofdge tuige verscheen. Zij was eenvoudig burgerlijk in het zwart gekleed, met een witten halsdoek en boezelaar, er. eenvoudig gescheiden, gevlochten haren. Met nedergeslagen oogen trad zij naar hare plaats op de getuigenbank, en diep blozend stond zij op, toen de voorzitter haar opriep om hare getuigenis af te leggen. In net eerst bleef zij gedurig steken, en sprak zacht, nauwlijks verstaanbaar; maar hoe verder zij kwam, hoe luider en vloeiender hare stem werd. de regeling bij nieuwe indiening te zullen verdedigen. Het schandaal in de kerk St. Merri, te Parijs, dat wellicht de reeds ingesluimerde hartstochten inzake de kerkelijke aangelegenheden in lichter laaie zal doen opvlammen, zal ook in de kamer ter sprake komen; conservatieve en radicale afgevaardigden bereiden zich op een heftigen kamp voor. Natuurlijk roepen de katholieken moord en brand over de schen ding der kerk en over de lijdelijke houding der autoriteiten en 't spreekt van zelf, dat de radicalen spreken van provocatie en van misbruik der kerk voor politieke doeleinden. 't Kan weer fideel worden Te Anderlues is in mijn no. 2 opnieuw brand uitgebroken. Daarom mogen er geen mannen afdalen in no 3, om te trachten de plaats der ontploffing te bereiken. Die zullen opnieuw onder water gezet worden en er zullen nog wel een paar weken verloopen voor men de dooden kan boven brengen. BRUSSEL, 24 Maart. De rechterzijde heeft heden voormiddag eene vergadering gehou den, die zeer geagiteerd was. Het schijnt dat er nog altoos een groot verschil van gevoe len bestaat tusschen de regeering en leden van de rechterzijde betreffende het referen dum. De regeering eischte van de leden der rechterzijde, dat zij ten aanzien der quaestie geen verbintenis zouden aangaan tegenover hunne kiezers. Na deze verklaring der re geering verlieten de ministers de vergadering, welke voortgezet werd. De moord in de rue Taitbout. Hoewel de justitie er nog niet in slaagde den moorde- daar te ontdekken van Lucie Dubois, zijn Toen zij het huis van moeder Wells en de kamer, waarin zij opgesloten was geweest be schreef, riep de beschuldigdeDat alles kan zij gemakkelijk zeggen, want zij is er immers met den politie-beambte geweest De voorzitter legde haar het zwijgnn op, en maakte hare tegenwerping terstond krachteloos, door de gedane verklaringen in het eerste ver hoor voor den vrederechter Wintlebury en den alderman Chitty te laten voorlezen, welker juist heid door de aanwezige lieeren werd bevestigd. Elisabeth beschreef nu hoe men haar wegge sleept en mishandeld had, haar lijden gedurende hare gevangenschap en de moeielijkheden van hare vlucht; aan alle zijden openbaarde zich eene diepe verontwaardiging, die nog toenam toen Scarrat, Kate, de familie Lyon en William Davi stown verhaalden, in welken jammerlijken toe stand de ongelukkige te Aldermanbury gekomen was. Een geringe twijfel ontstond er intusschen of Scarrat haar het eerst den „Lintworm* als de vermoedelijke plaats harer opsluiting had genoemd, toen hij Elisabeth in huis droeg, of dat zij zelve het eenzame huis te Erifxeld als het tooneel vnn haar lijden had opgegeven de knecht kon zich niet goed herinneren. Daarin werd echter ook geen bijzonder belang gesteld. Het meisje had het huis en zijne ligging nauwkeurig beschreven, en dat zij van daar gekomen was, was ook be wezen. De boer, dien zij in haar treurige plunje ontmoet had, was opgespoord, en had een getui genis afgelegd, dat met hare opgaven volkomen overeenstemde. Na deze getuigen verscheen Vir tue Hall, en herhaalde nog uitvoeriger en stel liger datgene, wat zij voor Fielding had gezegd hare tegenwoordige verklaring stond in verhou ding tot de vroegere als een voltooid schilderstuk tot eene ontworpen schets. Zij liegt 1 Zij liegt onbeschaamd! snikte moeder Wells; George Squires echter, die tot dusverre somber, in zichzelven gekeerd, had ge zeten, sprong op, schudde dreigend de vuist, en riep de leelijke kat krabt en bijt, omdat ik haar niet wil streelen. Neem haar geen eed af, zij liegt 1 riep moe der Wells, toen Virtue zich gereed maakte hare verklaring te bezweren, en een oogenblik scheen Virtue verbluft te weifelen daar stond Fielding op. Vrees niet, mijne dochter, gij staat onder er toch reeds enkele dingen aan het licht gekomen, die het voortzetten van het on derzoek niet weinig zullen vergemakkelijken. In de eerste plaats staat zoo goed als vast, dat de moord gepleegd werd met het doel om Lucie te bestelen. Vermist toch worden een diamanten broche, een gouden ketting en de portemonnaie van het slachtoffer; hare overige sieraden waren in een kistje gebor gen, dat de moordenaar waarschijnlijk geen tijd heeft gehad te doorsnuffelen. Lucie bezat overigens niet veel meer. Her haaldelijk had zij geld geleend aan haar vrienden, dikwijls zelfs vrij aanzienlijke be dragen, die zij echter zelden terug ontving. Men speculeerde op haar goedgeloovigheid. De poitemonnaie nu is reeds terecht; zij werd in het bezit gevonden van de zuster der verslagene, Anaïs Dubois, die, zooals wij in ons laatste nummer meldden, het huis houden van Lucie tijdelijk waarnam. Anaïs erkende de portemonnaie weggenomen te hebben, toen zij had gezien, dat haar zuster was vermoordzij ontkende echter het geringste aandeel aan den moord. In hoeverre aan haar woorden geloof kan wor den geslagen, zal nader moeten blijken. Voor loopig is zij echter in hechtenis genomen. Zware vermoedens rusten, behalve op Anaïs op een jongmensch, tot wien Anais in lief desbetrekkingen staat. Ook zijn arrestatie is bevolen. Het wapen, waarmede de moord werd ge pleegd, is nog niet gevonden. Anastay zal de doodstraf ondergaan. De crimineele kamer van het hof van cassatie heeft het appel verworpen van Anastay, den jeugdigen officier, die barones Dellard ver moordde. De politie is thans op het spoor van anarchisten, die door een nieuw middel werk zaam wilden zijn voor „de propaganda van de daad", gelijk het in hunne taal heet. Dat middel bestaat in vergif. Een dier anarchisten is gearresteerd. Hij had herhaaldelijk getracht als keukenknecht in dienst te komen bij een bescherming der wetu zal geen haar gekrenkt worden riep hij en Virtue deed den eed! Gij zweert ons leven wegGij zweert ons leven weg, huilde de heidin, zooals zij reeds bij de beëediging van Elisabeth geroepen had, en wij hebben u toch niets gedaan 1 Nogmaals gevraagd wat zij tot hunne verde diging hadden in te brengen, beriep moeder Wells zich op de getuigenis van Fortune Natus en Mary Spuires en haar zoon George, op de getui gen, die hun alibi konden bewijzen. De getuigenis van Fortune Natus en zijne vrouw wera als niet geloofwaardig afgewezen hij was medebeschuldigd een der ontvoerders van Elisabeth te zijn geweest. Aan het jonge meisje werd gevraagd, of zij de beide heidens herkende als degenen, die haar overvallen en weggesleept hadden. Elisabeth stond op en sloeg een langen onder zoekenden blik op ae beide mannen. Eene diepe ademlooze stilte heerschte in de zaal; ieder ge voelde, dat er op de lippen van het meisje eene ernstiee, gewichtige beslissing zweefde. Bedenk u wel, vermaande de voorzitter, toen zij nog steeds zweeg. Ook squire Wintlebury voelde zich genoopt haar op een vriendelijken, vaderlijken toon een woord van waarschuwing toe te voegen. Zij barstte in tranen uit. Moet ik het zeg gen Moet ik het zeggen? vroeg zij. Het is uw plicht de waarheid te spreken 1 riep Fielding. Dan, dan moet ik zeggen, dat ik die beide mannen als de roovers herken. Een luide jammerkreet, die door merg en been drong, klonk door de zaal. Hij kwam van de vrouw van Natus. Het is onwaar 1 Het is onwaar! Hijps op dien ongeluksavónd niet van mijne zijde geweestl Waar was dat? vroeg de voorzitter. In den „Lintworm,* bij moeder Wells. De leden van het hof trokken de schouders op. Hoe komt het, dat gij de beide heidens eerst thans als uwe roovers herkent, daar gij hen toch reeds vroeger hebt gezien? vroeg sir Cripe Gascoyne, de lordmayor van Londen, die als zoodanig insgelijks een zetel had in het hof van Old Bailey. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1