Nummer 28. Donderdag 7 April 1892.
15e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht'.
FEUILLETON.
Eenc geschiedenis uil de Engehche rechtspleging.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijkschv en Langstraatsche Courant
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1.00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enzfranco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naarplaatsruimt.e. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscl;-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Ravachol, wiens wandaden 't niemand doen
wagen hem als een politiek martelaar af te
beelden, Ravachol, die enkele weken lang
bijna onafgebroken de aandacht op Frankrijk;
in 't algemeen, op de hoofdstad der groote
republiek in 't bijzonder heeft weten gevestigd
te houden, Ravachol heeft 't nuttig en noodig
geacht uit de door hem tot nog toe gespeelde
rol te tredenovereenkomstig zijn belofte
heeft hij bekendZoowel van de ontploffing
op den boulevard St. Germain als van die
in de rue Clichy is hij de hoofdaanlegger en
hoofddader geweest, en aan de ontploffing
aan de kazerne Lobau, heeft hij zijn zedelij
ken steun verleend.
Hoe Ravachol tot bekentenis is gekomen
en hoe 't er bij de ontploffing is toegegaan,
kan men hieronder lezen, en duidelijk blijkt
daaruit, dat hij geen ondergeschikte rol heeft
gespeeld, zooals hij bij herhaling heeft willen
doen gelooven, doch wel degelijk de ziel en
de leider is geweest van den boozen toeleg,
Ómtrent den moord op den kluizenaar van
Chambles, bestaat geen twijfel meer en ook
de dood van de dames Marcou te St. Etienne,
is Ravachol's werk.
't Is zoo goed als zeker, dat Ravachol's
hoofd geen vier weken meer op zijn romp
zal staan. Over een paar weken zou de zaak
reeds voor de rechtbank te Parijs komen, ei)
als de heeren van den gerechte, die in deze
de regeering gaarne ter wille zijn, er in sla
gen hun zin door te drijven, dan zal dé
zaak vóór 1 Mei beslist zijn, ter leering voor
anderenDat zou nog eens gauw en goed
recht heeten
Onderwijl heeft de regeering haar maatre
gelen ten aanzien van de provincie, zoowel
als van Parijs, krachtdadig doorgezet: de
huiszoekingen, arrestatiën en uitwijzingen
houden aan en hebben reeds tot de meest
bevredigende resultaten geleid, ja zóó gunstig
is de uitslag, dat de bladen, die zooveel
mogelijk alles willen meedeelen, wat zij mee
21 XI.
William sloeg de hand aan de klink van de
deur, zij was niet geslotenmaar hij ging nog
niet binnengoed bekend met de plaatselijke
gesteldheid, ging hij het huis om, en keek door
een klein venster aan de achterzijde in een klein
kamertje.
Er brandde geen licht, maar de maan scheen
er in en verlichtte het tot in den versten hoek,
waar het met witte gordijnen omhangen ledi
kant stond. Op den vloer teekende zich de scha
duw van het met bladeren omkranste venster af;
het witte licht bescheen als een geest het hoofd
van een jong meisje, dat met den rug naar het
venster gekeerd, op een lagen stoel zat; het maan
licht speelde nog om de rechterhand, waarop het
hooid rustte, terwijl de linkerhand en het overige
gedeelte van het lichaam, door de schaduw van
een groote kast bedekt, in het donker bleef.
Zoo als Elisabeth Canning daar zat, had zij
reeds gezeten van dat haar oom Colly haar voor
verscheidene uren van de terechtzitting had te
huis gebracht. Zij was nog in dezelfde kleeding
en had nog geen bete genuttigd, ofschoon haar
gastvrouw haar vriendelijk spijs en drank aan
geboden, en toen zij alles weigerde, het welvoor
ziene blad op de tafel gezet had, waar het nog
onaangeroerd stond.
Elisabeth staarde dof voor zich; slechts nu en
dan sprong zij op, liep zwaar ademend het kleine
vertreK rond, en viel dan weder op haar stoel.
Sedert de maan opgegaan was, waagde zij het
echter niet meer op te staan; ineengedoken bleef
zij zitten, zonder kracht te hebben de gordijn te
gaan neerlaten, en daardoor het licht, dat haar
hinderde, buiten te sluiten. Die arm Die arm I
mompelde zij; o! o! Wat gegil! Ik hoor het nog
altijd! Hoe dreigt die heiden! Hoe huilt die oude
en smeekt: Zweer niet, mijne dochter, gij
zweert ons leven wegHeb ik gezworen Ik
moest immersIk moest bezweren, wat ik ge
nen, dat hun lezers kan interesseeren, kolom
men druks voor al dat belangwekkends moe
ten beschikbaar stellen. Een paar staaltjes
buiten Parijs is een clandestine dynamiet-
fabriek ontdekt, die reeds zes maanden werd
geëxploiteerd door een anarchist; aan het
station te Lourdes is uit een van Toulouse
komenden trein een kist dynainietpatronen
gestolen en steeds worden in de Parijsche
straten dynamietpatronen gevonden, terwijl
in de provincie, met name te Toulouse, te
Bellegarde, te Vienne, te Bordeaux en elders,
den anarchisten 't vuur na aan de schenen
wordt gelegd en telkenmale arrestaties plaats
vinden. Terwijl dus de bewerkers van zoo
veel onheil, angst en schrik, worden vervolgd
en gestraft, blijft de jonge Lhérot onafgebro
ken het voorwerp der nieuwsgierigheid en
belangstelling van lieden van allen rang en
stand en 's mans beurs vaart er het best bij,
zóó zelfs, dat hij hij geen acht meer slaat
op de hem toegezonden dreigbrieven. Tot
ridders van 't legioen van eer zijn benoemd
de commissaris van politie Dresch en de
„officier de paix" Fedée, terwijl zilveren
medailles zijn uitgereikt, aan Lhérot en de
politiebeambten, die Ravachol hebben inge
pikt en daarbij moeite genoeg hebben gehad.
Frankrijk, dat zoo langen tijd 't middelpunt
is geweest der algemeene belangstelling, kan
nu weer de rustige rust gaan genieten, noo
dig voor de regelmatige ontwikkeling der
politiek, in 't belang van land en volk.
Door kiesbewegingen zullen gedurende het
pas begonnen voorjaar en den aanstaanden
zomer bezocht worden Denemarken, waar de
nieuwe verkiezingen voor de Folkething reeds
20 dezer plaats vinden, Griekenland en Por
tugal, dat zich tegen Augusus zal mogen
verheugen in de nieuwe verkiezingen. De
vlugheid der Denen schijnt aan den premier
Estrup te wijten te zijn, die de kiezers wil
overrompelen, terwijl de Grieksche regeering
een programma heeft gepubliceerd, dat zelfs
een anarchist zou kunnen doen watertanden.
Over de manifestatie met een bijbedoeling,
zien had! Zij of ik!... Virtue Hall heeft ook alles
gezien en bezworende heidens konden geen
alibi bewijzen o, die maan I die maan Zoo
scheen zij ook in dien nacht, toen zij mij over
vielen Zij heeft alles gezien Zij weet het
Nog weinige dagen, dan zijn de heidens terecht
gesteld, dan zijn zij doodZij herademde en zag
met groote doffe oogen in het rond.
De dooden spreken niet, dedooden getui
gen niet, het grai is stom. Was ik ook maar
doodNeen, ik wil nog niet sterven In het
graf is het vreeselijk, nog vreeselijker dan daar
dan daar En dan? En dan? ik heb im
mers niets kwaads gedaan, ik heb slechts gezegd
wat ik moest; staat niet in den bijbel: «oog om
oog, en tand Om tand?"... Virtue Hall heeftalles
bezworen, en die moet het weten.... Als ik maar
eerst dat roode ijzer en die roode beulsknechten
niet meer zagO, het is ijselijk I
Een zacht geklop tegen het venster deed haar
met een luiden gil opspringen.
Zij zag om zich heen en bemerkte met schrik
een gelaat tegen de ruiten gedrukt.
Elisabeth I zeide een zachte stem.
Wat wilt gij? vroeg zij bevende, de heidens
zijn veroordeeld, wie moet dan nog iets van mij
hebben
Schrik niet, ik ben het, William Davistown.
Wat wilt gij van mij, mijnheer? Het is laat
zeide zij, zich herstellende op haar zachten, be
scheiden toon, Nancy Forbes slaapt reeds lang.
Ik heb niet met Nancy Forbes te spreken,
maar met u.
Wacht tot morgen.
Neen, wat ik u te zeggen heb,, lijdt geen
uitstel.
Kom niet hier, bid ik u,
Ik moet, en gij kunt het mij niet beletten:
de deur is open en ik weet den weg.
Het hoofd verdween van het venster, na wei
nige seconden stond William Davistown in de
kamer.
Wat wilt gij van mij, mijnheer? herhaalde
zij op een zachten, verwijtenden toon haar ge
laat was nog zeer bleek, hare oogen hadden nog
steeds een starende, waterige uitdrukkingan
ders was er echter aan het meisje geen spoor van
opgewondenheid of angst meer te bemerken,
Ivwel mij niet, smeekte zij zacht, heb ik, arm
meisje, nog niet genoeg moeten doorstaan Wat
die vorst Bismarck ter gelegenheid van zijn
77en verjaardag is ten deel gevallen, weten
vele Duitsche bladen wonderen te vertellen.
Eén ding is zeker zij is grootscher geweest
dan vorige jaren en dat is een teeken des
tijds, waarmee men wèl doet rekening te
houden.
Volgens berichten, van den reiziger Kurt
Ehler te Weenen ontvangen, valt er niet aan
te twijfelen of het is Emin Pacha gelukt, de
provincie Wadelai, waar hij vroeger gouver
neur was, te heroveren. Hij had al met een
een flinke troepenmacht een paar overwin
ningen op de inboorlingen behaald en zou,
zoo vermelden de berichten, weldra zijn stout
plan geheel hebben uitgevoerd.
Als Stanley hem nu maar niet weer gaat
opzoeken
Uit Alexandrië wordt gemeld, dat Ahmed
Eyoub daar met den investituur-firman van
den sultan voor den nieuwen khedive is aan
gekomen.
Om den gezant des sultans te begroeten
d. w. z. bij de plechtige ontvangst de hoofd
rol te spelen was het Engelsche eskader,
dat, des wachtens moede, reeds zee gekozen
had, weder naar Alexandrië teruggestevend.
In Argentinië is eene samenzwering der
radicalen, ten doel hebbende den tegenwoor
dige» president Pellegrini, gelijk ook de ge
neraals Mitre en Rocca (die de meeste kan
sen hebben om zijne opvolgers te worden), te
dooden en den radicalen leider dr. Allem tot
dictator uit te roepen, nog intijds ontdekt en
verijdeld.
Het is geschied vóór het tot bloedvergieten
kon komen en louter door middel van pre
ventieve maatregelen. De voornaamste rad
draaiers zijn gearresteerd, bommen werden
in beslag genomen, de telegraaf hier en daar
onbruikbaar gemaakt, opdat de medeplichti
gen in de provinciën zonder tijding zouden
blijven, de staat van beleg afgekondigd, enz.
enz! Gisteren, Zondag, zou aan de samen
zwering een begin van uitvoering zijn gege
ven door het doen springen, op een aantal
heeft men al niet van mij vermoed
Gij zijt heden schitterend gerechtvaardigd,
zeide William, die zich door het voorkomen van
Elisabeth, hij wist zelf niet waarom, onaange
naam aangedaan gevoelde. Onwillekeurig verge
leek hij haar met zijne zuster cn met Mary
geen van beiden zou eene zinspeling, gelijk zij
zooeven maakte, over hare lippen hebben laten
komen.
Zij zal wel leeren wat betamelijk is, dacht
hij, en liet het oog gaan over hare kleeding en
hare houding, want zij was op een stoel gaan
zitten en had hare beenen over elkander gesla
gen, Hoe konden zulke uiterlijkheden hem toch
hinderenhij was er boos om op zichzelven, en
ging in het gevoel van zijne onbillijkheid met
des to meer warmte voortElisabeth, gij weet
wel wat mij tot u voertik bemin u grenze
loos!
Zij schudde het hoofd. Gij hebt mij dat reeds
meermalen gezegd, mr. Davistown, maar ik kan
het niet gelooven. Gij hebt immers eer eer ik
weg raakte het viel haar blijkbaar zeer moei
lijk het juiste woord voor haar verdwijnen te
vinden nooit een woord met mij gesproken.
Ik heb u evenwel gezien, Elisabeth, en dat
was mij genoeg. Ik wist zelf niet, dat ik u be
minde, dat gij mijn beste deel waart, sprak hij
verder, terwiji hij zich naast haar zette en hare
hand vatte eerst toen ik u voor mij verlo
ren achtte, gevoelde ik hoe lief ik u had en dat
ik zonder u niet leven kon
Zij schudde twijfelachtig het hoofd.
Wees niet ongeloovig, geliefde, smeekte hij,
én hoe langer hij sprak, des te meer geraakte hij
weer onder den invloed van den waanzinnigen
hartstocht, die hem rusteloos rondgedreven had,
zoolang hij haar voor zich onbereikbaar had ge
acht. Toen Robert Wintlebury in de Abdy het
bericht bracht van uw onverklaarbaar verdwij
nen, was het alsof mij de oogen opengingen,
nadat ik zoolang in duisternis had verkeerd. Ik
bemin haar! ik bemin haar I klonk het in mijn
binnenste, ik moet haar zoeken, en zal niet rus
ten, eer ik haar gevonden heb Het ging mij als
Hamlet, die ook eerst zijne liefde voor Ophelia
kende, toen zij voor hem verloren was.
Ik heb hooren vertellen, dat gij naar mij
gezocht hebt, zeide zij kalm, onverschillig, alsof
zij niet van zichzelve, maar van eene andere
plaatsen van Buenos-Ayres tegelijk, van voor
zegde bommen. Onder de hierdoor veroor
zaakte paniek zou dan verder gehandeld
worden.
Volgens de laatste berichten is alies nu
rustig. De gevangenen de radicale leiders
en hun candidaten voor het presidentschap
benevens een veertigtal officieren - zijn over
gebracht aan boord van eene kanonneerboot
in de haven. Ter verzekering der rust wer
den drie dagbladen geschorst. De troepen
kampeeren buiten de stad.
De voornaamste dagbladen prijzen de geest
kracht, waarmede door president Pellegrini
in deze werd opgetreden. De beurs trok zich
de zaak weinig of niet aan.
Men acht het zoo goed als zeker dat het
doodvonnis van Anastay, den moordenaar
der barones Dellard te Parijs, voltrokken zal
worden. Op het verzoek om gratie moet
door de commissie van onderzoek in afwij-
zenden zin zijn geadviseerd.
Volgens de Autorité zou de gouverneur
van Parijs voornemens zijn, als president
Carnot geen gratie verleent, Anastay als oud
militair op te eischeu en hem te doen fu-
silleeren.
RAVACHOL.
Atthalin, rechter van instructie eu Clément,
commissaris van de rechterlijke delegatien
zijn er in geslaagd de beruchten dynamiet-
man tot bekentenis te brengen.
Toen zij Zaterdagmiddag de cel binnen
traden, waar Ravachol onder toezicht van
drie gevangenbewaarders in de conciegerie
zit opgesloten, vonden zij hem in een reisboek
lezende, dat de directeur der gevangenis
hem had laten brengen. Hij stond op, toen
de heeren zich bekend maakten, doch wei
gerde eerst eenig antwoord op de gestelde
vragen. Het eerste, wat hij beweerde, was,
sprak.
Ik heb u gezocht, en zou u mijn leven lang
de geheele wereld door gezocht hebbenging
hij opgewonden voort. Menigmaal betreur ik het,
dat gij teruggevonden zijt zonder mijn toedoen;
ik zou zoo gaarne in het hol ingedrongen zijn,
waar de roover u heengesleept hadik zou zoo
gaarne met hem om den kostbaren buit hebben
gestreden 1
O neen, neen, om Godswil niet riep zij, en
strekte afwerend de handen uit alsof zij een spook
voor zich zag.
Hij glimlachte vroolijk, daar hij haar angst in
zij si voordeel uitlegde. Op mijne armen had
ik u uit den donkersten afgrond door water en
vuur willen dragen 1 Gij zoudt niet in het ge
heim zooals gij verdwenen zijt, weer tot Tiet
daglicht zijn opgestegen
Niet in het geneim, het is alles duidelijk
en bewezen, viel zij snel in. Deze misplaatste
aanmerking, die aan de gerechtszaal deed den
ken, was als een koude waterstraal op zijn gloei
ende geestdrift. Hij kromp ineen, maar wilde
zich niet uit den waan laten brengenmet alle
inspanning hield hij er zich aan vast. Zoo het
aan mij gelegen had, dan had ik u nog op dien-
zelfden avond, toen ik u te Aldermanbury te
rugzag, naar mijn vaderlijk huis gebracht, sprak
hij kalmer, maar toch met veel gevoelik moest
de wereld, waarin ik leef, en waarin gij met mij
leven zult, naar de oogen zien, maar thans is de
tiid van dralen voorbij. Geen dag langer wilde
ik mijn geluk uitstellen, ging hij steeds vuriger
voort, heden avond nog moest ik tot u komen
om u te vragen Elisabeth, wanneer wilt gij mij
als mijne vrouw naar Chesny-Wood volgen?
Zij ontstelde en zette groote oogen op, zwaar
ademend verhief zich hare borst en sprakeloos
staarde zij hem eenige oogenblikken aan.
Is het u ernst? Wilt gij mij werkelijk tot
uwe vrouw nemen vroeg zii.
Gij beleedigt mij door daaraan te twijfelen,
antwoordde hij, en wederom voer hem eene hui
vering door de leden.
En uw vader en uwe zuster
Mijn vader keurt het goed, hij zal u met
blijdschap als zijne dochter welkom heeten, her
nam hij, terwijl hij de laatste vraag onbeant
woord liet.
(Wordt vervolgd.)