tt«il«ijksrfcf en Langstraateche Courant, Nummer 29. Zondag 10 April 1892. 15e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I Gemeenteraad van Waalwijk, UITGEVER: ANTOON tielen, FEUILLETON. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regel» 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnoinen loor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. OPENBARE VERGADERING op Dinsdag 5 April 1892, namid dags 6'/2 uur Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de burgemeester jhr. Van Gro tenhuis. De voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter vraagt, naar aanleiding van het in de vorige vergadering genomen raads besluit, om de teekenschool in te richten tot raadzaal en de tegenwoordige raadzaal tot burgemeesterskamer, en beide behoorlijk te meubelen, voor B. en W. een crediet van f1300. Alles zal daarvoor zoo goed mogelijk geschieden en goede degelijke meubels zul len aangeschaft worden, die later ook kun nen dienen als het komt tot verbouwing van het raadhuis. De heer Van Schijndel is wel voor nieuwe meubels maar niet voor het maken van groote veranderingen aan het gebouw zelf. De voorzitter is van meening, dat aan de oude teekenschool toch de noodige veran deringen behooren te worden aangebracht om ze te maken tot een fatsoenlijk lokaal voor de raadsleden. De heer Mombers is 't eens met den heer Van Schijndel, om geen groote kosten te maken voor veranderingen aan 't gebouw, die trouwens onnoodig zijn, als over 2 jaar het raadhuis verbouwd wordt. De voorzitter is van oordeel dat, als de burgemeesterskamer in orde is, de zaal, waar de raad zitting houdt, ook in behoorlijken staat dient te zijn. De heer Mombers meent dat de raad wel zitting zou kunnen houden in de burgemees terskamer. De voorzitter oordeelt dat die, als ze een maal in orde en gemeube'd is, te klein zal iQ Eene geschiedenis uil de Engehche rechtspleging. 22 XI. Wat zou squire Wintlebury en zijne vrouw en miss Mary daarvan zeggen Het was William, of hij een steek door het hart kreeg, toen hij den naam van de vriendin zijner jeugtl hoorde. Het was hem onaangenaam, dat Elisabeth dien uitsprak, en evenwel zeide hij Mary Wintlebury heeft mij beloofd uwe vriendin, uwe zuster te zullen zijn, heeft zij u dat niet reeds bewezen Zij en miss Hetty zijn zeer goed voor mij geweest, mompelde Elisabeth, en liet het hoofd hangen, alsof zij zich schaamde over de vriende lijkheid, die de dames haar betoond hadden. Zijn nu al uwe bezwaren uit den weg ge ruimd, geliefde? vroeg William met teederen aandrang. Elisabeth antwoorde niet. Zij zag omhoog naar de zoldering, en haar gelaat nam een fiere, ver heven uitdrukking aan. Beelden van een schoone, schitterende toekomst schenen voor het oog harer ziel voorbij te zwevenHare bleeke wangen kleurden zich hoogrood, hare oogen straalden. William sloeg haar zwijgend gade; hij meende op hare wangen en in hare oogen het morgen rood en den zonsopgang van zijn geluk te zien. Maar langzaam, onmerkbaar zonk haar hoofd al dieper en dieper, tot het geheel op de borst gevallen was; evenals een licht wolkje, eerst slechts gelijk aan doorschijnende nevel, langzaam opstijgt, zich steeds meer verdicht, tot het den geheelen horizon bedekt en de zon verbergt, zoo betrok ook haar voorhoofd, de glans der oogen verdoofde onder een sluier van tranen, de wangen werden doodsbleek en om den mond vertoonden zich trekken van diepe, onuitsprekelijke smart. Zij strekte de handen uit, alsof zij met geweld en tegen haar zin iets van zich wilde afweren en snikte Ik kan uwe vrouw niet worden, mr. Davi- stown, ik kan nietl William stond als uit de wolken gevallen. Hij had zulk een geheel ander antwoord verwacht. zijn voor het houden van raadsvergaderingen. Hij geeft eenige nadere bijzonderheden om trent de kosten van verandering; hieruit blijkt, dat die voor de oude teekenschool zullen bedragen f 200. De heer Timmermans van Turenhout vraagt of de aanneming van dit voorstel in zich sluit, dat de verbouwing van het raadhuis over twee jaar zal geschieden. De voorziter antwoordt, dat hiervan geen sprake is. De heer Verbunt merkt op, dat hij de eerste is geweest om voor te stellen deze kamer in orde te brengen en meubelen voor burgemeesterskamer; hij is het dien gespro ken heeft over verbouwen over 2 jaar; zijne meeniug was, dat de raad op de burgemees terskamer zou vergaderen. Hij gelooft niet, dat besloten is de teekenschool te verande ren tot raadzaal. De heer Baijens meent dat dit wel dege lijk het geval is hij gelooft het zelf te heb ben voorgesteld. De voorzitter wijst er op, dat het vermeld staat in de voorgelezen notulen, die zonder de minste aanmerking zijn goedgekeurd. De heer Van der Heijden is er voor dat de oude teekenschool fatsoenlijk in orde ge bracht wordt als raadzaal, want als de leden daar eenmaal goed te huis zijn, zal de ver bouwing van het raadhuis nog wel langer op zich laten wachtenwe winnen dan de thans te maken kosten ruimschoots uit aan rente. Nadat de voorzitter verklaard had, dal onder de gevraagde f1300,— alles begrepen was, werd het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Aan de orde I. Ingekomen stukken. a. Verslag der gascommissieter visie voor de leden b. schrijven van ged. staten omtrent het keuren van slachtvee en vleesch; er dient streng gewaakt te worden tegen den ver koop van ongekeurd vleesch. de overgang was te plotseling geweest. Elisabeth, bezin u, dat kan uw laatste woord niet zijn smeekte hij. Zii knikte. Gij zijt verrast, ontsteld, overleg het met uzelve. Nooit, nooit, ik kan nooit uwe vrouw worden. Haat gij mij Neen, neen, ik heb u immers zooveel te danken Wijs mij nog niet af, Elisabeth. Ik kan niet anders Zeg mij dan tenminste de reden Dat kan ik niet, dat mag ik niet 1 Laat mij alleen, bid ik u, en kwel mij niet langer! Zij keerde zich van hem af, hij zag, dat er voor heden geen ander antwoord van haar te verwachten was. Ik zal thans heengaan, zeide hij, omdat gij het verlangt, maar ik zal terugkomen 1 Zij schudde het hoofd, zonder nogmaals naar hem om te zien. Weldra hoorde zij den hoefslag van een weg- galoppeerend paard. Zij opende het venster en ging er uit liggen llevrouw Davistown, lady Davistown als die oude tooverkunstenaar eens uit den weg zal zijn, fluisterde zij, heerlijk, schitterend voor uitzicht 11a Hoe zou dan de arme dienst maagd uit de hoogte hebben kunnen neerzien op allen, die haar zoo trotsch behandeld hebben I Zuster, vriendin van miss Davistown en miss Wintlebury 1 Wat zou tante Colley daarvan zeg gen en mijn meesteres, wie ik niet goed genoeg was voor haar Charles? Waarom heb ik geen ja gezegd? Waarom heb ik het geluk door de vin gers laten glippen? Waarom heb ik het niet vastgehouden Elisabeth staarde in haar zonderlinge droome- rijen, waaraan zij zich slechts dan overgaf, wan neer zij geheel alleen was, naar buiten in den nacht; 'eerst na een lange poos ging zij met hare alleenspraak voort en hief het hoofd op. Ik kan het geluk nog grijpen, één wenk en hij komt terugMaar ik durf het niet wagen weg, weg met die gedachte Het is te gevaarlijk Nooit, nooit word ik de vrouw van William Davistown! In hare steeds aangroeiende opgewondenheid had zij de laatste woorden luid uitgeroepen. Omdat gij mijne vrouw wordt, omdat gij mij toebehoort, Elisabeth; omdat ik u nimmer Het dagelijksch bestuur adviseert de zaak te laten zooals ze was, aangezien niet gebleken is, dat hier verandering noodig is. c. brief van ged. staten te kennen gevende dat het verzoekschrift van J. F. Baijens niet tijdig is ingekomen. d. Schrijven van ged. staten vermindering toestaande van den aanslag in den hoof- delijken omslag aan verschillende per sonen; e. rekening van de kamer van koophandel alhier ter visie. koninklijke goedkeuring van het heffings- besluit van haven en kaaigelden. II. Af- en overschrijvingen op de begroo ting van 1891. Verschillende noodig gebleken af- en over schrijvingen op de begrooting van 1891 wer den goedgekeurd. Op eene opmerking van den heer Van der Heijden, die verklaarde gehoord te heb ben, dat men op de teekenschool den hee- len winter slecht licht gehad had, antwoordde de voorzitter, dat daarover slechts eenmaal bij hem klachten waren ingekomen. Er zijn toen dadelijk orders gegeven om voor beter licht te zorgen en sedert heeft hij geen en kele klacht meer vernomen. III. Benoeming van een ambtenaar van den burgerl. stand. De burgemeester Van Grotenhuis wordt benoemd met 10 stemmen. IV. Benoeming van a. 2 leden van het stembureau voor al de verkiezingen in 1892 Benoemd de heeren Timmermans van Turenhout en Gragtmans. b. 2 plaatsvervangende leden. Gekozen de heeren Van Tilburg en Verbunt. V. Instelling eener nieuwe jaarmarkt op den laatsten Woensdag in October. Het voorstel wordt gedaan, omdat Vrijdag dier week eene groote markt gehouden wordt te Gor,cum en dan de weekmarkt hier niets weer loslaat! riep een juichende stem achter haar. Eer zij wist wat haar overkwam, voelde zij zich door twee sterke armen omvat. Charles Lyonriep zij, terwijl zij zich, trachtte los te maken, maar hij hield haar steei" des te steviger vast. Ik ben de uwe, en gij zijt de mijne! snilite de krachtige jongeling als een kind; ik heb alles gehoord: gij wilt William Davistown niet huwen, omdat ik uw woord heb. Elisabeth, dat zal ik nooit vergeten, vader en moeder zal ik verlaten om uwentwil XII. In het huis van den Timmerman Lyon was na den terugkeer uit Londen een hevig tooneel voorgevallen. Charles had van zijne ouders de bevestiging gevraagd van de hem reeds vroeger verleende toestemming tot zijn huwelijk met Elisabeth Canning. Eer meester Lyon had kunnen antwoorden, was zijne vrouw uitgevaren met den uitroep Nooit! nooit, zoolang ik leef zal ik dulden, dat gij die deerne onder ons dak brengt Maar moeder, bedenk toch, dat gij hem reeds uwe toestemming gegeven hebt, zeide de meester, die veel meer op de hand van zijn zoon was, dan hij tegenover zijne vrouw durfde laten merken. De timmerman zuchte onder de pantoffel, welk een door en door brave vrouw zijne weder helft overigens ook was. Omdat gij ze door vleien en dringen van mij hebt weten te verkrijgen, zeide zij, maar ik heb niet van harte mijn woord gegeven, en dank God, dat er niets van de zaak gekomen is. Het was Zijn vinger die dit verhinderd heeft, en gij zijt beiden verblind, dat gij dien niet zien wilt. Ik zie Gods vinger daarin, dat Hij Elisabeth, de verlorene, weer in dit huis teruggebracht heeft, antwoordde Charles; ik bid u, moeder, neem haar daarin als dochter op De forsche, jonge man sprak teeder en smeekend als een kind, maar juffrouw Lyon werd daardoor niet bewogen. Neenzeide zij koudgij bidt en grijnst nu juist, zoo als gij deedt als jongen, wanneer gij nog een stuk koek wildet hebben, nadat gij er u aan verzadigd hadtmaar ik gaf het u evenmin als ik u nu die deerne zal geven, want ik wist, dat het niet goed voor u was. Maar ik gaf het hem achter u rug, moeder beteekent, terwijl Woensdag de kooplui zich reeds hier in de streek ophouden. De heer Quirijns merkt op dat hier ook jaarmarkt is den 2en Donderdag in Novem ber 't zou nu kunnen voorkomendat die twee jaarmarkten maar een dag of acht ver schillen. De voorzitter vraagt of die jaar markt in November soms gesteld is met het oog op eene jaarmarkt elders. Dit is den heer Quirijns niet bekend. De voorzitter vraagt voor B. en W. mach tiging om dit te onderzoeken. Toegestaan. VI. Politieverordening op het met paarden rijden uit dammen. De voorzitter deelt mede, dat klachten zijn ingekomen, dat dikwijls op gevaarlijke wijze met rijtuigen en karren, bespannen met paar den of andere trekdieren de dammen wordt uitgereden. Het dag. best. heeft gemeend dienaangaande eene politieverordening te moeten voorstellen. Hij wil echter niet ont kennen, dat daarover in net dag. best. eenige discussie heeft plaats gehad. Het dag. best. stelt voor te bepalen dat men de dammen niet anders mag uitrijden dan het paard vastgehouden bij den kop. De heer van Tilburg heeft niets tegen het doel; maar als 't aangenomen wordt zal de veldwachter het druk hebben met het maken van processen-verbaal. De voorzitter antwoordt', dat men in 't begin niet zoo streng zou te werk gaan; maar moeten wij eerst een kind laten overrijden De heer Quirijns zegtdat men dan altijd een knecht bij zich moet hebben om het paard op straat vast te houden, wil men kun nen instappen. De voorzitter vindt het beter eene veror dening te maken om ongelukken te voorkomen. De heer Hoffmans merkt op dat ongeluk ken kunnen gebeuren maar bij menschen- heugenis daardoor nog niet zijn gebeurd. Gevaarlijk is hetde dammen hard uit te rijden, maar het paard bij den kop vasthou den is ondoenbaar. Wil men bepalen, dat meesmuilde de timmerman, en het heeft hem nooit eenig kwaad gedaan. Ha zoo Wilt gij daarmede zeggen, dat gij hem ook die deerne achter mijn rug zult ^even? Maar dan heb ik toch ook nog een woordje mee te spreken Wie denkt aan zoo iets! Ik bedoel slechts, dat gij de zaak bedaard behoort te overleggen. Daartoe heb ik tijd genoeg gehad, hernam juffrouw Lyon snibbig, en heb bovendien daartoe ook zooveel tijd niet noodig als gij. Zeer waar, twellicht is mijn hoofd niet zoo schrander als het uwe, ik kan niet inzien, waar om het meisje heden niet even goed mijne schoondochter kan worden dan voor twee maan den. Juffrouw Lyon lachte verachtelijk. Een meisje dat vijf weken lang verdwenen is geweest en toen in een toestand erger dan eene bedelares in huis is komer. vallen Dat was toch hare schuld nietriep de zoon. Een meisje dat weken lang op de tong van geheel Londen is geweest, wier naam in alle couranten heeft gestaan 1 ging zij voort, zonder op die tegenwerping de minste acht te slaan. Dat is ook geen schande, bromde de meester. Een meisje, dat door den jongen Davistown als een gek nageloopen wordt, op hetwelk een heiden verliefd is, en dat door hem weggesleept werd, dat weken lang in den Lintworm* onder heidengespuis geleefd heeft, dat zou mijne schoon dochter worden krijschte moeder Lyon in steeds aangroeiende drift. Dat alles is een groot ongeluk voor dat arme kind geweest, maar geen verwijt 1 herman de meester, wien nu ook de gal begon over te loopen, op een enstigen, krachtigen toon. Natuurlijk Natuurlijk Het arme kind Neem haar maar in bescherming, gij zijt immers een man, en zij betoovert alle mannenMaar indien heden de jury uit vrouwen had bestaan, dan ware het vonnis anders geweest. Maar moeder, gij kunt toch onmogelijk ge- looven dat Elisabeth onwaarheid gesproken heeft, alles is immers zonneklaar bewezen, bracht Charles in, of weet gij het beter (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1