Nummer 32 Donderdag 21 April 1892. 15e Jaargang.
DIENSTDOENDE SCHUTTERIJ,
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen,
Dienstjaar 1892,
Aantreden op de MARKT
WITLQX.
FEUILLETON.
Bekendmaking.
Staatkundig overzicht.
De Echo van het Zuiden,
Waalwpselie en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
UITGEVER:
ANTOON TITELEN
Waalwijk.
Advertentiën 1—7 regels y 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naarplaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, svorden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscli-
lar.d worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolp Stkiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
WAALWIJK.
De, KAPITEIN-KOMMANDANT maakt
bekend, dat gedurende liet
op de navolgende dagen OEFENINGEN
zullen plaats hebben:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Maandag 25 April.
9 Mei.
23 Mei.
13 Juni.
27 Juni.
11 Juli.
25 Juli.
8. 8 Augustus.
9. 22 Augustus.
10. 5 September
11. 19 September
des namiddags ten VIJF ure
precies.
Spreekuren bij den koininandant op den
dag der oefeningen hierboven genoemd, des
voormiddags tusschen 10 en 12 uur.
Indien deze oefeningen mochten worden
afgelast, zal dairtoe het sein gegeven wor
den, door het uitsteken der witte vlag van
het raaihuis.
Bij elke oefening zal streng op het
onderhoud van wapenen en uitrus
ting worden gelet. Nalatigheid zal
volgens de wet worden gestraft.
De Kapit.-Kommandant,
Ecnc geschiedenis uil de Engelsche rechtspleging.
25
XII.
Niemand, en toch gevoel ik dat ik dat ben.
Als ik zal blijven, moet ik een anderen grond
onder de voeten hebben dan dien van Engeland;
het is besloten, ik ga naar Amerika.
Dan ga ik met u
CharlesCharlesZoudt gij dat willen doen?
riep zij met een vreugdekreet en wierp zich in
zijne armen.
F hebt gij daaraan kunnen twijfelen vroeg
/hij, en drukte haar vast aan zijn hart, maar we-
i derom rukte zij zich los.
Wat heb ik gedaan, ik ongelukkige! snikte zij.
O, ik heb mij verradenNeen Charles, neen, gij
moogt niet medegaan. Ik mag uwe ouders niet
van hun eenigen zoon beroovengij zult mij
vergeten en met eene andere vrouw gelukkig
zijn. Laat mij rampzalige, aan mijn lot over
Nooit, nooit zal ik van u afzien, want nu
weet ik dat gij mij bemint I
Opnieuw sloot hij haar in zijne armen en nu
verzette zij zich niet meer.
Zij had, zooals zij Charles deed vermoeden, uit
edelmoedigheid willen weigeren, maar haar voor
nemen was weggesmolten voor hare grenzelooze
liefde tot hem, die zich een weg gebaand had
in weerwil der palen, waarbinnen haar verstand
die had beperkt.
Nog lang zaten de minnenden bij elkander en
bespraken de toekomst. Charles wilde zijne ou
ders reeds morgen bekend maken met zijn be
sluit om zijn vaderland te verlatenli'ij ver
wachtte een hevigen tegenstand, maar hij was
zeker dien te zullen trotseeren en alle hinderpa
len te overwinnen, want zijn liefde maakte hem
sterk.
Indien wij maar spoedig, heel spoedig van
hier weg konden komen, fluisterde zij; de grond
brandt mij onder de voeten, ik heb hier te veel
geleden.
Hij streek haar liefkozend over de blonde ha
ren en sprak toen
Art. 6.
de
HERINNERING
Elk jaar, vóór den eersten Juni zullen
ngezetenen welke op den lsten Januari
van het jaar hun 25ste jaar van ouderdom
zullen zijn ingetreden, zonder onderscheid of
zij vermeenen mochten al of niet tot de vrij
gestelden of uitgeslotenen te behoorenver
plicht zijn zich bij het bestuur der gemeente,
in welke zij wonenvoor de schutterij te
doen inschrijven.
Art. 7. Zij, die in meer dan eene gemeente hiin
gewoon verblijf houden, of den zetel van hun
vermogen hebben gevestigdzullen tot de
inschrijving verplicht zijn binnen die ge
meente, alwaar eene dienstdoende schutterij
aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende gemeenten
alleen dienstdoende of alleen rustende schut
terijen bestaan, zullen zij zich doen inschrij
ven in de gemeente, alwaar zij voor de per-
soneele belasting zijn aangeslagenen de
ambtenaren in die gemeente, alwaar zij ambts
halve verplicht zijn hun verblijf te houden.
De burgemeester van Waalwijk brengt ter ken
nis der ingezetenen, dat van Dinsdag 19 tot Za
terdag 23 April a.s., telken dage des vóórmiddags
van 912 uur, gelegenheid zal worden gegeven om
ter secretarie der gemeente aanvragen te doen
tot het bekomen van jacht- en vischakten ot kos-
telooze vergunningen tot uitoefening der visscherij
voor het dienstjaar 1892-93.
Waalwijk, 15 April 1892.
De burgemeester voornoemd.
Een ongeluk komt zelden of nooit alleen
en zoo is ook in Frankrijk de eene Jobstij
ding na de andere ontvangen. De Tuat-
aangelegenheid, die na een lange pauze voor
't eerst weer in September des vorigen jaars
van zich deed spreken, heeft een leelijke
wending genomen, de bewoners van die oasen
veikeeren in formeelen opstand. De expeditie
legen den machtigen Somory in Guinea, heeft
een grooie catastrophe veroorzaakt: de offi-
cieele bevestiging van den dood van kapitein
Reeds morgen zal ik met mijn vader spre
ken het geld, dat hij wilde geven om mij hier
te vestigen, zal ook wel toereikend zijn voorden
overtocht en voor de eerste inrichting daar ginds,
zeide hij met vertrouwen men bouwt daar nog
meer huizen «dan hier, en een timmerman, die zijn
vak verstaat, is daar eerst recht op zijn plaats
reeds gedurende de reis is er op het schip ge
noeg voor mij te doen.
O, waren wij maar daar, opdat ik ook voor
u kon zorgen als uwe liefhebbende vrouw
In verrukking over dit uitzicht trok hij haar
weder tot zich, maar zij weerde hem af.
Gij moet thans heengaan, Charles zeide zij,
het is zeer laat; wat moet Nancy Forbes wel van
mij denken
De oude is immers stokdoof en hoort dus
niets.
Des te ergerzij ziet zoo scherp als eene
kat in het donker en zal zich nu haar eigen ge
dachten vormen.
- Dan zal ik haar als met de bazuinen van
Jericho in het oor schreeuwen, dat gij mijne
bruid zijt, hernam Charles, en wendde zich naai
de deur; maar zij hield hem tegen.
Om Gods wil niet, Charles; buiten uwe
ouders mag niemand wat van ons plan weten.
Waarom niet, vroeg de eerlijke jongen
verbaasd hij zou zoo gaarne zijn geluk aan de
geheele wereld hebben verkondigd.
Ik vrees voor William, ik vrees voor de
heidens, die hun makkers op mij zouden kunnen
wreken, fluisterde zijindien z'ij wisten dat gij
met mij verloofd waart, kon hunne wraak op
uw geliefd hoofd vallen. Charles, ik bid u, wees
bedachtzaam, en bewaar het geheim van onze
liefde, om uzelven niet in gevaar te brengen.
Gij ziet het te donker in, zeide hij, haar
geruststellende, en overgelukkig door het bewijs
van liefde, dat hij in deze overdreven bezorgd
heid meende te zien.
Neen, neen, ik smeek, ik bezweer u, beloof
mij te zwijgen, ik verga anders van angst.
Lief zottinnetje, ik beloof u, daar hebt gij
mijn hand er op.
Zij greep die en drukte haar aan hare lippen.
Dank! Duizendmaal dank! Maar ga nu heen!
Zij drong hem naar de deur.
Morgen zie ik u weder.
Ook daarin moeten wij voorzichtig zijn.
Zij liet hem uit. De maar. was ondergegaan,
diepe duisternis omgaf haar. Luisterend bleef zij
Meinard eri van een deel van zijn expeditie
bij den aanval op een vijandelijk dorp, is
niet uitgebleven. Meinard had in opdracht
oen invloed der Franschen in Soedan te
bevestigen en Somory, die heerscht over een
uitgebreid gebied, was den Franschen nimmer
gunstig gezind geweest. Zoo nu en dan deed
hij eens een inval op de onder Fransch
protectoraat staande landstreken en dan werd
er gestolen, geroofd en gemoord dat 't zoo'n
aard had, ja zelfs werden velen als slaven
weggevoer 1. Eerst hadden de Franschen
dat zaakje kalm opgenomen, doch toen So
mory tractaten ging sluiten met de Engel-
schen, ontwaakte de Fransche naijver en er
werden mi'itaire maatregelen beraamd en ten
uitvoer gebracht met treurig resultaat.
Uit Dahomey werden in den laatsten tijd
allerlei berichten ontvangen, die lang niet
gunstig waren. Koning Benhanzin voert een
heftige taal tegen Frankrijk zoo drukte hij
o. a. in een brief aan den Franschen opper
bevelhebber zijn verwondering uit over het
teit, dat de Franschen hem wilden verhinde
ren met een naburig land oorlog te voeren
hij liet Frankrijk en Europa immers ook stil
zijp gang gaanKoning Benhanzin gevoelt
zich klaarblijkelijk met zijn vrouwelijke lijf
wacht in zijn, door een eigenaardige ligging
en even eigenaardig klimaat beschermd land,
zeer veilig en langdurige koloniale debat
ten zijn er in Frankrijks kamer gevoerd over
de door de regeering ten behoeve van Daho
mey gevraagde drie rnillioen. 't Kabinet-
Loubet heelt 't aardig warm gehad en eigenlijk
hebben deze ministers niets anders gedaan
dan de erfenis aanvaard van hun voorgan
gers, hun werk is een voortzetting van 't
geen anderen zijn begonnen. En die mil-
lioentjes moeten toch alleen dienen om te
verdedigen 't geen men heeft, niet meer om
te winnen
Frankrijk kan in Dahomey nog aardig wat
verdriet beleven en de berichten uit Tonkin,
het land waar, naar men meende, de Fransche
koloniale politiek had gezegevierd en zelfs
staan tot het geluid zijner schreden wegstierf;
toen loosde zij een diepen zucht.
GevondenGevonden Dat is de brug, die
mij overvoeren zal naar een land, waar niemand
mij kent, waar niemand iets van mij weet. Zijn
wij maar eerst daar ginds, dan zuilen wij ver
der zien.
Toen Charles den volgenden dag den uitslag
van zijn onderhoud met Elisabeth aan zijn va
der mededeelde, wilde meester Lyon aanvanke
lijk van dit plan niets hooren. Het viel hem reeds
moeilijk genoeg zich te gewennen aan de ge
dachte, dat zijn zoon zijn huis zou verlaten;
maar dat deze de zee wilde oversteken, scheen
hem volstrekt ondenkbaar. Tot groote verbazing
van Charles vond deze echter goedkeuring en
hulp bij zijn moeder, die er ook zeer mede in
genomen was, dat over de verloving het diepste
stilzwijgen zou worden in acht genomen.
Het verheugt mij, dat niemand er iets van
vernemen zal, en uw vader is ook geen vriend
van veel praten, zeide zijhet is tijds genoeg,
indien de menschen het hooren, wanneer gij sa
men op zee zwalkt.
De afkeer van juffrouw Lyon tegen haar aan
staande schoondochter moest wel zeer groot zijn,
dat zij liever haar eenigen zoon naar Amerika
zag gaan, dan zich bloot te stellen aan de mo
gelijkheid zijne vrouw te ontmoeten.
XIII.
Vroolijk scheen de zon op een helderen Octo-
bermorgen in de kleine eetzaal te Chesney Wood
waar heden wat niet dikwijls gebeurde Sir
Ralph Davistown met zijne beide kinderen aan
de ontbijttafel zat. De baronet was voor zijn doen
zeer opgeruimd. Den vorigen avond waren hem
belangrijke waarnemingen gelukt, en daardoor
was eens weer een van die zeldzamer wordende
oogenblikken gekomen, waarin hij uit zijn denk
beeldige wereld in het werkelijk leven trad en
op zijne wijze daaraan deelnam.
Hetty had door de ondervinding geleerd de
gunstige gelegenheid w^ar te nemen, en van de
oogenblikken, wanneer hij in hun midden ver
scheen en men met hem spreken kon, gebruik te
maken om zijn toestemming te verkrijgen tot
zoodanige schikkingen, waartoe zijn gezag on
misbaar was.
Terwijl zij voor hem thee schonk en brood
roosterde, hem de schotels toereikte, en in alle
de rust werd hersteld geacht, zijn ook alles
behalve gunstigvan opstanden en bloedige
gevechten heeft de telegraaf gemeld.
Er is in Engeland een Blauw Boek ver
schenen, waarin de getuigenissen zijn verza
meld, afgelegd door de commissie, door den
minister van oorlog benoemd om een onder
zoek in te stellen naar den toestand van het
Britsche leger en daarover rapport uit te
brengen. Het Blauwe Boek maakt indruk,
omdat de voornaamste getuigen eenstemmig
den ellendigen toestand van het leger erken
nen. De adjudant-generaal Bulier verklaarde,
dat geen enkel bataillon infanterie effectief
marschvaardig is. Sir Evelyn Wood zeide, dat
nog geen 50 pet. van zijn soldaten bekwaam
zijn om in het kamp van Aldershot hun
plichten te vervullen, en dat velen zelfs niet
eens voor den dagdienst berekend zijn.Voor-
heen kon Engeland in geval van oorlog op
Aldershot rekenen, maar thans bevindt zich
aldaar slechts een bataillon, dat voor den
dienst in het buitenland geschikt is. De man
schappen zijn welgemanierder, aangenamer
in den omgang en beter ontwikkeld, maar
tevens jonger, met minder weerstandsvermo
gen. Onze soldaten zijn, in een woord, niet
berekend voor de krijgsplichten. In Oost-Azie
hebben de inlandsche soldaten ten hoogste
50 Engelsche ponden bij zich te dragen; de
Engelsche soldaat daareutegen moet 60 pond
medevoeren. Gedurende twee jaren, vervolgde
dezelfde getuige, liet ik de soldalen te Al
dershot niet geregeld marcheeren, omdat zij
daartoe onbekwaam zijn. Het meest wat van
hun gevergd kan worden, is een wandeltocht
van 2 uren met herhaalde rust. De hertog
van Cambridge, veldmaarschalk, moest bij
zijn verhoor in hoofdzaak de juistheid erken
nen van hetgeen door sir Evelyn Wood was
aangevoerd. Onze recruten, voegde de hertog
er bij, zijn tegenwoordig geheel nieuwelingen;
zoo goed als geen oudgedienden komen er,
terwijl de onderofficieren onbevoegd en te
jong zijn. Een snelle mobilisatie van twee
opzichten voor zijn gemak en genoegen zorgde
bracht zij, onder den schijn van een onbeduidend'
gesnap, de belangrijkste huishoudelijke aangele
genheden ter sprake, en kreeg daarop een inist
en afdoend antwoord.
Als men den baronet eenmaal zoover had ge
bracht, dat hij zich met de zaken van het dage
lijks leven bemoeide, dan wist hij zich daarin
uitnemend te schikkenlater kwam gewoonlijk
weer de verwarring, en lang voor dat de be
spreking eener zaak was ten einde gebracht, was
hij weer in zicnzelven gekeerd en liet alles gaau
zooals het wilde.
Bij dit alles wist hij in zijne heldere oogen
blikken indien men den terugkeer tot dat ge
deelte van zijn huis, dat zijne kinderen bewoon
den, eens zoo noemen mag zeer goed wat hij
deed, en legde hij eene bijna kinderlijke dank
baarheid aan den dag voor zijne dochter, die den
geheelen last der huishouding op hare schouders
had genomen, en met krachtige hand den scep
ter voerde.
Terwijl zij juist weder het gesprek bracht op
een ingewikkelde financieele quaestie, die drin
gend regeling vereischte, streelde hij haar langs
de wangen en zeide: Ileb slechts'geduld, mijn
arme kleine lletty, lang zullen deze lage zorgen
u niet meer drukkennog slechts weinige maan
den, dan stort ik u een vollen goudstroom in
den schoot.
Hetty loosde een bijna onhoorbaren zucht. Hoe
dikwijls had zij dien troost aan hare moeder
hooren toebrengen; deze was er bijna onder be
zweken; zou ook zij daarbij te gronde gaan?
Zonder goudstroom zou het huishouden ook
nog wel gaan, papa, zeide zij met een onveran
derd, vroolijk gelaat, terwijl zij hare mismoedig
heid met geweld onderdrukte, als ik het slechts
in den grond verstond. Er ontbreekt de hand
van een man, gij hebt het te druk.
Ik kan mij daarmee niet ophouden, ik heb
hoogere plichten, viel de baronet haar in de rede
maar ik meende, dat William zich die zaak aan
trok. Wat voert gij dan uit, mijn zoon? Op de
sterrewacht heb ik u sedert maanden ook niet
meer gezien, gij moet dat thans niet verzuimen.
Hij had zich bij deze woorden tot den jongen
man gewend, die zwijgend aan tafel zat en het
ontbijt nauwelijks had aangeroerd.
(Wordt vervolgd.)