Nummer 44. Donderdag 2 Juni 1892. 15e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
buitenland?
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Bekendmaking.
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
Eene geschiedenis uil de Engclsche rechtspleging.
Belgie.
Frankrijk.
De Echo?
et Zuiden,
en Langstraatscbc Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het gelieele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naarplaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steinkr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De burgemeester der gemeente Waalwijk;
Gezien de schriftelijke verklaring van den
districts-veearts van 29 Mei 1892, waaruit
blijkt dat de snoekkleurige reuhond van
Frans Bogaerts alhier, is verdacht te lijden
aan stille dolheid;
Gelet op art. :3 der wet van 5 Juni 1875
(staatsblad no. 110.)
BEVEELT:
dat gedurende vier maanden, te rekenen
van heden, ALLE HONDEN, die zich
buiten woningen of vaartuigen (geene open
bare middelen van vervoer zijnde) in de,
gemeente bevinden, en niet binnen een af
gesloten erf aan een ketting liggen, moeten
voorzien zijn van een MUILKORF, vol
gens model, door den minister van binnen-
landsche zaken vastgesteld en ter secretarie
voor een ieder ter bezichtiging nedergelegd.
De Burgemeester.
Waalwijk, 30 Mei 1892.
Den bestrijders van de in de groote meer
derheid der melodrama's van vroegeren en
lateren tijd verkondigde leer, als zou elk
misdrijf gestraft worden, even onfeilbaar als
elke goede daad zou worden beloond, ten
spijt, gaat 't met Italie's premier Giolitti
nog maar altijd niet naar wensch: de derde
dag van zijn effectief optreden als premier
heeft hem niet kunnen brengen hetgeen het
noodlot in, deze vertegenwoordigd door
het parlement hem zoo wreedelijk en toch
eigenlijk zoo welverdiend, heeft onthouden:
een aaneengesloten meerderheid, krachtig in
aantal en krachtig in hoedanigheid.
Giolitti heeft als „kabinetsvernieler" zijn
sporen reeds lang verdiendhet was vóór
37 XVII.
Dat weet ik, en ik zou nog bij u gekomen
zijn om daarover te spreken.
En keurt gij dat goed?
Kind, gij kunt toch niet van mij verwach
ten, dat ik mij verklaren zou tegen iéts, dat uw
vader openlijk heeft beloofd
G;j hebt het steeds afgekeurd, dat dames
uit onzen stand mede ter vossenjacht gingen, gij
hebt het nooit gedaan, welk eene uitstekende
paardrijdster gij ook zijt; hoe kunt gij eensklaps
zoo van meening veranderd zijn
Hebt gij uw vader niet dikwijls hooren
zeggen, Marywanneer twee personen hetzelfde
doen, dan is het toch niet hetzelfde? Wat voor
de dames uit onzen stand, wat voor de echtgenoote
van squire Wintlebury niet past, dat past daarom
wel voor de aanstaande gravin Waversford.
Zij had de laatste woorden met eene lichte beving
in hare stem en met afgewend gelaat uitgespro
ken.
Ik begrijp het, antwoordde Mary zacht,
morgen zal ik aan den graaf op genade of onge
nade worden overgeleverd.
Mary! riep mevrouw Wintlebury, en hare
gestalte, rijk in kaneelkleurig fluweel met een
onderkleed van witte zijde met gouddraad door
werkt, gekleed, richtte zich zoo snel op, dat de
struisveder op haar hoofdtooisel in beweging
geraakte; is dat mijne dochter, die haar ouders
zulk een verwijt naar het hoofd kan werpen Ik
begrijp u r.iet!
Begrijp ik mijzelve dan, mama hernam
Mary zacht, op een toondie om vergiffenis
scheen te vragen. Het is mij sedert wij hier zijn,
alsof ik aan den grond ben ontrukt, waarin ik
wortel schoot, waaruit ik kracht en voedsel trok;
besluiteloos word ik aanhoudend heen en weer
geslingerd; wij hadden niet naar Hampshire moe
ten gaan
Gij zijt niet tegen uw wil hierheen gesleept.
Neen, mama, gij hebt het mij eerst gevraagd.
vijftien maanden, dat hij Crispi een beentje
lichtte en het was vóór ettelijke weken eerst,
dat hij Rudini deed vallen en nu hij zelf
aan 't hoofd van het bewind staat, nu komt
de strat, die op het kwaad moet volgen
- altijd volgens meergenoemde melodrama
tische leer en hij dwaalt rond in een
doolhof, allerwegen aangebast en uitgejouwd,
en van oogenblik tot oogenblik kans loopend
voor de noodzakelijkheid te worden gesteld
zijn ontslag te nemen als premier. Zoo komt
loontje om zijn boontje zeggen de
eenen, doch anderen zijn van meening, dat
Giollitti's nederlaag in hoofdzaak moet wor
den geweten, niet aan de samenstelling van
het kabinet, dat zijn naam draagt, doch aan
zijn eerlijkheid of eigenlijk zijn gebrek
aan politieke handigheid en diplomatieke
geslepenheid. Men heeft 't Giolitti zwaar
aangerekend, dat hij openlijk vertelde eigen
lijk niets te zeggen te hebben; dat had hij
wel mogen denken maar niet mogen zeggen,
want nu ging men voortredeneeren en men
ging zeggen wat hebben we aan een kabi-
netsverandering als de onder Crispi en Di
Rudini gehandhaafde orde van zaken onge
wijzigd blijft voortduren Hoe 't zij, Giolitti's
onmacht tot 't voeren van het bewind is
zonneklaar bewezen en op nieuw gebleken
bij de benoeming van vier nieuwe leden der
begrootings-commissie; gekozen werd namelijk
een lid der oppositie; terwijl voor de d ie
overige vacante plaatsen herstemming moest
plaats vinden, welke eveneens ten gunste der
oppositie is uitgevallen. Zaterdag werd Bian-
cheri herkozen tot president der kamer, on
danks zijn verzet, hij verwierf 312 van de 333
uitgebrachte stemmen en hij bezweek voor
zoovele blijken van vertrouwen hij nam de
keuze aan. Maandag werd het voorstel van
de regeering behandeld om de helft van het
budget vasttestellen.
Algemeen is de verbazing en groot is bij
ve'en de ontevredenheid over het feit, dat
de koning het kabinet met geweld wil hand
haven en men ziet in Humbert's optreden
tegenover het votum van de volksvertegen-
- Ik heb het u gevraagd, en daarbij niet
verheeld, dat deze reis gelijk stond met een toe
stemming aan lord Waversford. Ik heb u ge
vraagd, of gij besloten waart zijne hand aan te
nemen, en gij hebt ja gezegd. Berouwt u dit
thans
Mary zag naar den grond; hare eerst roode
wangen waren doodsbleek geworden, zij voerde
blijkbaar een inwendigen strijd; daarop ruischte
van hare bleeke lippen een dof: Neen, neen.
Waarom wilt gij dan het beslissende woord
niet spreken?
Ik zal het spreken, ik moet het spreken,
maar het valt mij zoo zwaar, zoo oneindig zwaar!
riep het jonge meisje. Hare trotsche kracht was
gebroken, snikkend zocht zij eene toevlucht aan
het hart van hare moeder.
Mevrouw Wintlebury sloot de weenende vast
in hare armen, en leidde haar naar eene ottomane,
waar zij zich naast haar nedderzette, en haar
dicht aan zich gesloten hield. Ween maar uit en
schenk mij uw vertrouwen, zeide zij teeder; hebt
gij iets op u genomen, dat uwe krachten te boven
gaat, dan is liet nog tijd om terug te treden.
Eene korte poos zat Mary stil in de armen
van hare moeder, het luide snikken ging weldra
over in een zacht weenen, en toen hield ook
dit -fófir, u
t ary luchtte zich op en zeide met een vaste
item Ik zal niet terug treden
Mary, bedenk wat gij doet, noch uw vader
noch ik verlangen, dat gij u door een huwelijk
met den graaf ongelukkig zoudt maken.
Wederom ontstond eene pauze; het trotsche
hart streed met zichzelf, en kon het toch niet
van zich verkrijgen, hare moeder een vollen blik
in zijn toestand te vergunnen; eindelijk kwam
er aarzelend van hare lippenMama, 'ik bemin
den graaf niet; maar ik heb ook niets tegen hem;
het is niet het huwelijk met liera, dat mij onge
lukkig maakt.
Stil, kind, ik weet wat het is; zoudt gij
denken dat eene moeder niet in het hart van
hare dochter wist te lezen
o, Mama, ik twijfel er volstrekt niet aan, dat
gij het weet, zeide Mary, nu weder op hare op
rechte eeriroudige wijze, maar het is iets anders
zich te laten raden, of met eigen mond te be
kennen, dat men versmaad is, waar men zijn
vol, warm hart heeft weggeschonken.
Dan moet gij uw trots daar te hulp roepen,
woordiging een gevaarlijk precedent, dat bij
herhaling van noodlottigen invloed zou kunnen
zijn op 'skonings gezag, ja volgens sommige
pessimisten zelfs zijn kroon in gevaar zou
kunnen brengen, zoodat bij nieuwe moeie-
lijkheden tusschen kamer en regeering, aftre
ding van Giolitti, kamerontbinding en kamer
verkiezing onder een nieuw, zoogenaamd
„cabinet d'affaires," 't eenige mogelijke en
ook het eenige waarschijnlijke wordt ge-
heeten.
Zoowel te Berlijn als te Weenen wendt
men ten aanzien van de uit de eventueele
algemeene verkiezingen in Italië geboren wor
dende toestanden, volkomen gerustheid voor.
Als men zich in deze maar niet laat bedrie
gen door zijn eigen wenschenmeermalen
reeds hebben algemeene verkiezingen min
aangename verrassingen gebracht; bij een ka
mer, die der triple-alliantie min of meer on
genegen was, zou zelfs koning Humbert niet
tegen den stroom kunnen oproeien
In 't midden dezer week (Donderdag na
melijk) zou te Kiel de bijeenkomst plaats
vinden tusschen Ruslands czaar en Duitsch-
lands keizer aldus de laatste mededee-
lingen aangaande een aangelegenheid, waar
aan reeds vele maanden kolommen druks
zijn gewijd. In elk geval zou deze samen
komst tusschen de beide vorsten niets meer
dan een formaliteit zijn, 't gansche samenzijn
zou een half uur duren en desondanks acht
de Russische Swet 't noodig te verklaren,
dat deze samenkomst, „indien zij werkelijk
plaats vindt," in geenen deele een wijziging
zal brengen in Ruslands politiek en evenmin
in de overeenkomst met .Frankrijk, welke het
beschouwt als de basis van Ruslands toe
komst, de rust zoowel binnen als buitens
lands bewarende.
't Meest opvallend zou wel zijn de korte
duur van de bijeenkomst waarlijk geen
bewijs voor de vriendschappelijke verhouding
tusschen beide vorsten
Enkele dagen slechts scheiden ons van de
feestelijkheden te Nancy, welke men van de
Duitsche zijde tegen Germanie gericht wilde
heeten en gelukkig schijnt de agitatie maar
van voorbijgaanden aard te zijn geweest, zoo
dat men nu eendrachtiglijk de mee.st uitloo-
pende elementen ziet samenwerken om de
gansche feestelijkheid haar onschuldig karak
ter te doen behouden en haar niet te doen
ontaarden in een politieke gebeurtenis, on
der t valsche geschetter van vaderlandsliefde
en eerzucht en a'ndcre dergelijke holle en
gevaarlijke phrasen.
ANTWERPEN, 29 Mei. Bij den zeilwed
strijd op de Schelde sloeg het zeiljacht „Ad
miraal De Ruijter" om en zonk. Brie perso
nen werden gered, maar de advocaat Hoef-
naegels en een schipper verdronken. Het
jacht behoorde aan den heer Van Maanen
en zonk binnen enkele seconden, nadat het
door de zware zeilen was omgeslagen. Het
aantal opvarenden was vijf.
waar die op zijn plaats is.
Doe ik dat dan niet 1 riep Mary levendig,
Kan hij vermoeden hoe het met mij staat Toon
ik hem niet altijd het kalme gelaat van eene
vriendin, beraadslaag ik niet steeds met hem als
een goede makker
Ik geloof dat het beter geweest ware, indien
gij hem nooit verooiioofd hadt, met u over zijn
dolle liefdesgeschiedenis te spreken.
Misschien wel, mama; ik heb het echter
gedaan, en nu moet daaraan een einde gemaakt
worden.
Gij wilt die deerne niet ontvangen, die
William ons als zijne vrouw zal voorstellen,
maar daarom, kind, behoeft gij uw ouderlijk huis
niet te verlaten, want nimmer zal deze mevrouw
Davistown den drempel der Abdy betreden.
Ik hoop ook niet van Chesney-Wood het
zal met Gods hulp gelukken hem nog ter elfder
ure te redden
Houdt gij dan Elisabeth Canning ook voor
eene bedriegster? Uw vader betwijfelt het.
Ik houd haar daarvoor, mama maar laten
wij dat rusten. Mijn vurigste wensch is, Wil
liam uit onwaardige boeien te bevrijdenaan
mijn lot kan dat echter niets meer veranderen.
Niets Mary En indien hij vrij ware
Dan zou hij toch voor mij verloren zijn 1
Mama, ook de innigste liefde en het trouwste hart
wordt het moede, stil te verkwijnen en geduldig
af te wachten, of het den geliefde eenmaal zal
invallen zich tot haar te wenden. Ik wil en
moet een nieuw leven beginuen, een leven, waarin
voor William geen plaats meer is, geen plaats
meer kan zijn en daarom zal ik de hand van
den graaf aannemen.
Mijn dierbare, arme Mary! snikte mevrouw
Wintlebury.
Ween niet ora mij, beklaag mij niet, lieve,
beste moeder; laten ook mijne heftige en bittere
uitdrukkingen van zooeven u niet beleedigen.
Ik gelijk den schipper, die aan den anderen oever
verlangt te zijn, maar voor de overvaart vreest.
Morgen zal ik mede op de vossenjacht gaan.
En indien de graaf met u spreekt?
Dan zal ik hem het verbindende jawoord
nog niet geven, maar hem toestaan naar de Abdy
te komen om het van mijn vader, van u en van
mij te halen. Is liet ook geen geluk uw beider
wenschen te vervullen?
Mijn wensch, Mary, was een andere! flui-
De minister van buitenlandsche zaken heeft
den Franschen gezant te Londen opgedra
gen lord Salisbury te wijzen op de slechte
behandeling, waaraan de Witte kloosterbroe
ders te Oeganda bloot hebben gestaan van
de zijde van eenen officier, die uit naam van
de Oost-Afrika-compagnie het bevel voerde.
Deze officier moet verscheidene kloosterbroe
ders gevangen gehouden en wapens uitge
deeld hebben, waarvan de inlanders gebruik
maakten tegen de kloosterbroeders.
De Fransche gezant heeft in last den
Engelschen minister te herinneren, dat de
bedoelde compagnie haar charter ontleent
aan de Engelsche regeering, zoodat zij aan
dez verantwoordelijk is.
Tusschen Spanje en Frankrijk is thans
op handelsgebied eene overeenkomst gesloten,
sterde mevrouw Wintlebury.
Dat weet ik, mama, wij moeten er in be
rusten.
Dat moet ik in de wenschen, die ik voor
u en voor uw broeder had gekoesterd
Mary richtte zich op; in hare oogen blonken
tranen, maar toch schemerde er een glimlach
doorheen, die van den hemel scheen neergedaald.
Wanhoop nog niet, mama,-zeide zij zacht,
ik hoop dat uwe tweede wensch zijne vervulling
te gemoet gaat.
Gelooft gij
Stil, stil, mama, men moet niets vooruit-
loopen. Goeden nacht, ik hoor de kamenier reeds
buiten in den gang, wij mogen haar niet onge
duldig maken, tot morgen
Met een hartelijken kus sloop zij uit het vertrek.
Graaf Waversford gaf ieder jaar, als hij op
zijn slot in Hampshire vertoefde, een groot jacht
feest, waartoe niet alleen alle grondeigenaren uit
den omtrek, maar ook de pachters en andere lie
den van minderen stand werden uitgenoodigd.
Dit feest, dat aldaar eene gebeurtenis was, waar
van vele weken te voren en daarna gesproken
werd, en welks regelmatige terugkeer er niet
weinig toe bijdroeg om den zoo ongenaakbaren
graat toch populair te maken, zou den volgenden
da^ plaats nebben.
En de morgen van den feestdag brak vroolijk
en onbewolkt aan, de herfstzon bescheen een
bont en levendig tooneel.
Op het groote grasperk voor het slot waren
tenten voor de dorpelingen opgeslagen, die op
dezen dag ook hun aar.deel kregen van het over
vloedige jachtontbijt. In de biljartzaal waren
lange tafels voor de pachters gedekt, in de eet
zaal werden de voornamer gasten, de heeren en
dames, ontvangen, die te paard of in rijtuigen
tegen twaalf uur aankwamen.
De graaf stond in een scharlaken rood jagers
buis, korte hertslederen broek en kaplaarzen aan
den begrinten toegang voor de deur der zaal om
de gasten te verwelkomen. Hij scheen het er op
toegelegd te hebben door zijne voorkomendheid
allen te betooveren, want hij had voor iedereen
een hartelijk woord, een vriendelijken handdruk,
en scheen alleen bezorgd om den verbazenden
voorraad van spijzen en dranken den grootst
mogelijken aftrek te doen vinden. v
Welk een oplettend gastheer hij echter ook
was, en hoezeer het ook den schijn had, alsof