BUITENLAND. Belgie. Frankrijk, Engeland. Duitschland. Oostenrijk, Italië. Rusland. BINNENLAND. om telkenmale te worden weerlegd met een ijver en haast, die at en toe de verdenking doen rijzen, dat bericht en tegenspraak uit een en dezelfde bron vloeien 't Is de militaire commissie uit den rijks dag, die in Duitschland aller belangstelling trektterwijl de pers Caprivi's redevoering veel minder uitgebreid bespreekt dan wan neer dit betoog zijn lippen was ontvloeid buiten den drang der omstandigheden, heelt Vrijdagavond de commissie opnieuw eene vergadering gehouden, waarin Caprivi er ge ducht van langs kreeg van den vrijzinnigen afgevaardigde Richter, die een verhooging van het recruten-contingent met 22.000 en een oefening van 18,000 reservisten meer, meer dan voldoende heette. Richter metende voorts en waarlijk niet ten onrechte dat de kanselier de zaken veel te zwart had afgeschilderd, alleen de ongunstige omstan digheden voor Duitschland had gereleveeid en niet de gunstige als Engelands en Tur- kije's rol bij een Europeeschen oorlog, Frank- rijks scheiding van Rusland door een enorm gebied enz. Von Caprivi begon met te be- toogen, dat zijne woorden verkeerd begrepen zijn, doch hij gaf toe, dat er eigenlijk op politiek gebied weinig veranderd is. Toch heette hij legeruitbreiding noodig, al ware 't alleen om Frankrijk 't hoofd te kunnen bie den en economisch onmogelijk achtte hij die uitbreiding niet. De leden van de rechterzijde der beide commissi n voor de grondwetsherziening uit de kamer en den senaat zijn Maandag bijeen geweest om de maatregelen te beramen, ge boden door de ontvangst, welke de linkerzijde aan de voorstellen van den premier Beernaert heeft bereid. Woeste, de leider der rechterzijde en ver scheidene leden kwamen tot overeenstemming met betrekking tot den census van 10 francs en de capaciteit. Beernaert verdedigde zijn voorstel krachtig; hij heette de opneming van de capaciteitsbepaling in de door hem voor gestelde regeling zeer bevorderlijk voor de deelneming van een groot aantal werklieden aan de verkiezingen. Uit de discussiën schijnt men te mogen besluiten, dat de regeering overhelt tot het algemeen kiesrecht, ond r ver plichting voor de kiezers om te kunnen lezen en schrijven. Zondag zijn te Charleroi en te la Lou- viere talrijk bezochte openbare vergaderingen gehouden ten gunste van de invoering van het algemeen kiesrecht, waarin o. a. de af gevaardigden Paul Janson, Eugène Robart Emile Féron, Houzeau de la Haye, Dufranne en anderen, onder onbeschrijfelijke geestdrift der toehoorders, het woord hebben gevoerd. Terwijl in de laatstgenoemde samenkomst een korte resolutie, niets anders inhoudende dan den eisch van invoering van het algemeen kiesrecht zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurdwerd in de eerstgenoemde vergadering de volgende motie hij acclamatie aangenomen „De meeting, te Charleroi bijeengeroepen door de „Ridders van den arbeid» en waaraan werd deelgenomen door duizenden burgers, geeft na katholieke, liberale en socialistische sprekers gehoord te hebben, uitdrukking aan den vasten wil om het algemeen kiesrecht te verkrijgen protesteert tegen de beperkende voorstellen der heeren Beernaert Frère- Orban en Graux, welke onder onaannemelijke voorweudsels het grootste deel der arbeiders in de steden en op het platteland van het kiesrecht uitsluiten, en besluit dat deze motie zal worden ter kennis gebracht van den senaat, de kamer en den koning." toch deed dit nienws haar geweldig ontstellen zij sprak geen woord, doch haar vader scheen hare ontroering te begrijpen. „Gij weet, dat wij reeds sedert lang van el kander vervreemd waren,* ging hij zuchtend voort. „Zijn zonderling, ruw karakter stuitte mij en iedereen, die met hem in aanraking kwam, en nooit zal ik vergeten, hoe onbarmhartig hij mijn verzoek om hulp, nu omstreeks een half jaar geleden, heeft afgeslagen. Hij had ons kun nen redden, als hij maar gewild had 't zou hem niets gekost hebben; li ij weigerde botweg. Thans is hij gestorven, zonder erfgenaam na te laten en ik aanvaard het majoraat, nu het te laat is nu ik mijn kind heb opgeofferd!* Diepe smart sprak uit zijne woorden. Eugenie deed olijkbaar alle moeite om hare zenuwen te beheerschen eindelijk gelukte dit haar eenigs- zins. „O papa, gs moogt nu niet aan mij denken Ik ik adem weer vrij bij de gedachte, dat gij zulk een ruime vergoeding zult ontvangen voor al de vernederingen, die ge hebt ondergaan al leen het onverwachte, het plotselinge van dat bericht heeft mij zoo getroffen. Wij konden im mers nooit met grond op het majoraat hopen.* ✓Nooit," zeide de baronsomber vóór zich ziende, „Rabenau was jong en sterk van gestel; hij stond op het punt van te trouwen. Wie had kunnen denken, dat een ziekte van drie dagen zijn krachtig lichaam zou sloopen Maar al6 zijn dood nu toen eens was besloten, waarom is hij dan niet wat vroeger gestorven Slechts vier weken geleden had de helft, had zelfs het vier depart van al de schatten, die ons thans toe- stroomen, ons nog kunnen redden. Ik had dan den schurk, die ons in het ongeluk heeft ge dreven, het geld voor de voeten kunnen werpen, dat hij met honderdvoudige woekerwinst van mij eischfe, en ik had mijn eenige dochter kunnen sparen. Ik heb je offer aangenomen, Eugenie, niet om mijnentwil, dat weet God I maar ter wille van mijn ouden naam, ter wille van de toekomst mijner zonen. Dat dit zware offer nu echter on- noodig is gebracht, dat een toevallige vertraging van eenige weken het u en mij bespaard zou hebben, dat is bitter, dat valt zwaar om te dragen Hij drukte hare hand hartstochtelijk in de zijne, maar de jonge vrouw had al haar trots, al hare zelfbeheeisching reeds teruggekregen; hoe rliep ook haar dit „te laat* had geschokt, men kon De minister van financiën, Tirard, heeft aan de begrootings-commissie uit de kamer medegedeeld, dat een wetsontwerp zal inge diend worden, waarbij een belasting van 10 centimes van iedere duizend francs, in ter mijnzaken gestoken geheven zal worden. De opbrengst zal 12 millioen bedragen en strekken om het tekort te dekken, veroorzaakt door de hervorming der belasting op de dranken. Ribot heeft Ressmann, den gezant van Italië, zijn leedwezen te kennen gegeven over de lasterlijke aantijgingen tegen zijn voor ganger gericht, die te Parijs de beste herin neringen heeft achtergelaten. Men verzekert, dat Ribot aan Mohrenheim, den Russischen ambassadeur, zijn leedwezen heeft to kennen gegeven, dat twee Fransche bladen de lasteringen hebben overgenomen, die tegen hem waren gericht door vreemde dagbladenwier correspondenten over de grenzen zullen worden gezet. Een zekere Wedel, correspondent van verschillende Duitsche bladen heeft aan schrijving gekregen om Frankrijk zoo spoedig mogelijk te verlaten, en Maandagmorgen kreeg een Italiaansch journalist denzeltden wenk. Een journalist, Richard Alt genaamd, is Zondagavond gearresteerd en onmiddellijk over de grenzen gebracht. De Figaro van Maandagmorgen vermeldt, dat door Develle, minister van buitenlandsche zaken, in veree- iliging met al de gezanten, stappen zijn gedaan bij den Russischen gezant van Mohrenheim, om dezen te bewegen zijn function bij de Fransche regeering te blijven waarnemen. Over den gezondheidstoestand van Glad stone hebben allerlei verontrustende berichten geloopen; men zeide dat hij herhaaldelijk aan hoofdpijn leeddat die verschijnselen zijn familie en zijn vrienden beangstigden. Men voegde er bij, dat zijn ambtgenooten door zijn bleekheid getroffen waren. Een vertegenwoordiger van de pers heeft zich naar Downing-street begeven en daar van allertrouwbaarste zijde vernomendat Gladstone volmaakt wel is. In allen gevalle werkt Gladstone, alsof hij volmaakt wel is. Uit Duitschland geen ander nieuws, dan dal de werkstaking de mijnarbeiders ten einde loopt. De verscheidene malen verschoven beslissing in zake de staking, die te Bildstock Maandag zou genomen worden zoual had men dat nu gedatn al heel weinig beteekend hebben, daar slechts 500 personen tegenwoor dig waren. De vergadering duurde slechts een half uur en de gemoedstemming was zeer gedrukt. Te Gelsenkirchen is door de mijnwer kers een geheime vergadering gehouien, die echter ontdekt en door de politie ontbonden is. Zij die zich n et vrijwillig verwijderden werden met de blanke sabel uiteengedreven Enkele aanvoerders zijn hier en daar nog het haar thans niet meer aanzien. „Zoo moogt ge niet spreken, papa,* antwoordde zij op vasten toon. „Ge zoudt uw andere kinderen onrecht doen. De dood van graaf Rabenau, dien wij immers niet van harte kunnen betreuren, omdat hij nu eens de man was, die hij was, ontheft u van menigen last. .Mijn huwelijk wendde slechts den dreigenden slag af; nog altijd bleef er genoeg over, dat zwaar op ons drukte, dat u vroeger of later opnieuw van dien man afhankelijk zou hebben gemaakt. Dit gevaar is nu voor altijd afgewend; gij kunt hem hetontvangene teruggeven. We zijn hem niets meer schuldig!" Maar hij is u aan ons schuldig!" viel Windeg haar op bitteren toon in de rede, /,en hij zal wel zorg dragen, die schuld nooit in te lossen. Dit is het, waardoor mij de redding vergald wordt, die ik nog voor eenigen tijd zoo dankbaar zou begroet hebben en die mij thans om uwentwil tot wanhoop drijft.* Eugenie wendde zich half verlegen af en boog zich diep over de bloemen, die in een vaas nevens haar stonden. «Ik ben niet zoo ongelukkig, als gij en mijn broers misschien wel denkt," zeide zij zacht. //Niet? Meent ge soms, dat je brieven mij konden misleiden? Ik wist al vooruit, dat gij ons zoudt ontzien; maar zoo ik nog eenigen twijfel had overgehouden, je bleeke wangen spreken duidelijk genoeg. Gij zijt ongelukkig, Eugenie; ge moet wel ongelukkig zijn aan de zijde van dat wezen, dat //Papa, bedenk, dat ge van mijn echtgenoot spreekt Dit zeggende, richtte de jonge vrouw zich zoo h rtstochtelijk op, dat haar vader achteruitweek en haar verlegen aanzag, even verbaasd over haar toon, als over den blos, die eensklaps haar gelaat bedekte. „Vergeef mij," hernam hij op wat bedaarder toon. „Ik kan nog maar niet wennen aan het denkbeeld, dat mijne dochter getrouwd is met een Berkow en dat ik mij in zijn huis bevind: maar ik word wel gedwongen, het te betreden, zoo ik althans mijn kind zien wil. Ge hebt ge- lijk, ik moet den man sparen, die nu eens je echtgenoot is, al zie ik maar al te duidelijk, hoezeer gij door hem hebt geleden en nog lijdt." De donkere gloed was langzameihand van Eugenie's wangen geweken, maar toch waren de laatste sporen daarvan nog niet verdwenen, toen zij op beklemden toon antwoordde gearresteerd. Te Maarten zijn zes personen gevangen genomen, die naar huis terugkee - rende arbeiders aangevallen en zwaar verwond hebben. Van twee mijnen zijn meer dan 1000 per sonen weggezonden wegens contractbreuk van een andere 40 om dezelfde reden. et bestuur der „mijnwerkers-vereeniging voor rechtsbescherming» heeft per telegraaf den keizer een audiëntie verzocht om hem de volgende voorslagen te doen: benoeming eener commissie tot herziening van het ar- beids-reglement; het hervatten van den arbeid op voorwaarde, dat alle opgelegde of voor genomen straffen kwijtgescholden worden; de vorming van scheidsgerechten; instelling eener commissie tot onderzoek naar den toestand van het bedrijf en den kolen verkoop. Het voorstel tot gelijkstelling van den Is- raëlietischen godsdienst met de andereis door den keizer goedgekeurd. In de eerste paragraaf wordt de Israëlietische godsdienst wettig erkendde tweede bepaalt, dat. de wetten, welke den overgang regelen, ook op den Israëlietischen godsdienst van toepassing zullen zijn: door de derde wordt het minis terie met de uitvoering der wet belast. ROME, 16 Januari. Hedenmorgen om elf uur heeft het geheim consistorie plaats ge vonden, waarin de Paus 14 nieuwe kardinalen heeft benoemd en 9 tot aartsbisschoppen en bisschoppen heeft gepreconiseerd. In een vrij lange redevoering somde Leo XIII de ver diensten op van de nieuwbenoemde kardinalen, waarna hun de teekenen hunner waardigheid werden ter hand gesteld. De Fransche bisschoppen en aartsbisschop pen zijn niet in de zitting van hedenmorgen benoem 1. Dit zal eerst geschieden in het openbaar consistorie van Donderdag a. s. Na afloop van de plechtigheid van heden hielden de nieuw benoemde kardinalen een groote receptie om hun vrienden gelegenheid te geven hun gelukwenschen aan te bieden. Te Rovigo, ia Italië, is een treurig feit, een zoogenaamd gerechtelijke dwaling, ont dekt. In 1870 werd in de nabijheid van Rovigo een ingenieur vermoord en door het hof van Assises te Rovigo werden deswege twee personen tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld, gelijk nu blijkt geheel ten on rechte. Dezer dagen toch is door een persoon bekend dat hij met zes anderen de daad bedreven heeft, waarvan vier nog in leven zijn. Het geval heeft, gelijk men denken kan groote sensatie verwekt. De ministerraad heeft een ontwerp te be- oordeelen ter vermindering van de inkomende reehten op steenkolen, ijzer, staal, gegoten ijzer, rails en andere producten der mijn-in dustrie; de minister van oorlog Wannowski schijnt hiertoe aangespoord te hebben wegens de overdreven eischen der Russische fabri kanten, toen het leveren van artilleriegeschut aanbesteed werd. Heel Rusland, behalve de betrokken fabrikantenis met het ontwerp zeer ingenomen. „Gij vergist u, ik heb niet te klag en over Arthur. Hij heeft zich van den beginne of op een afstanu gehouden, waarvoor ik hem niet anders dan dankbaar kan zijn." De oogen van den baron flikkerden. „Ik zou het hem en zijn vader ook niet raden, in eenig opzicht jegens je te kort te schieten; zij verdienden wel het minste de eer, die gij over hun huis bracht, waaraan tot dusver voorwaar, niet veel eervols verbonden was! Maar eene' voldoening kan ik je ten minste verschaffen, Eu genie Niet lang meer zult gij den naam behoe ven te dragen, waaraan zooveel laagheid en eerloosheid ten opzichte van ons en anderen kleven niet minder onteerend daarom, omdat ze niet strafbaar zijn voor de wet. Ik heb ge- zorgd, dat die naam ten minste vervalt." De jonge vrouw zag verrast op. „Wat bedoelt u, papa?" „Ik heb de noodige stappen gedaan, om je de baron scheen zich geweid te moeten aandoen om het woord uit te spreken, „je echtgenoot in den adelstand te doen opnemen. Alleen hem niet zijn vader; dien man wil ik geen dienst bewijzen; dien man verkies ik niet, zij het ook slechis in schijn, in onzen kring op te nemen. Gewoonlijk gaat met zulk een standsverheffing ook een naamsverandering gepaard en dit zal ook hier geschieden. Gijzelve kunt een keus doen onder de namen van je landgoederen, welke gij het liefst voor het nieuw te grondvesten adellijk geslacht wilt aannemen. Je wonschen zullen on getwijfeld een gunstig gehoor vinden." „Voor het nieuw te grondvesten adellijk ge- slacht;" herhaalde Eugenie, bijna onhoorbaar. „Gij verkeert in eene dwaling, papa, en zoo ge cien adeldom alleen om mijnentwil wenscht maar neen, gij hebt gelijk, het is in ieder geval het besteDe gedachte heeft mij genoeg gehin derd, dat ik Arthur niets in de plaats heb gegoven voor hetgeen hij zoo duur gekocht en betaald heelt. Zoo kunnen we hem althans eenige ver goeding schenken. Zulk een adelbrief zal hem ruim schadeloos stellen voor datgene, waarvan hij afstand heeft gedaan." üp onmiskenbaar bitteren toon werden deze woorden geuit en toch ontving Windeg den indruk, alsot een smartelijk gevoel ze haar ingaf; het een was voor hem echter even onverklaarbaar als het ander. De bedoeling zijner dochter bleef hem volkomen onbegrijpelijk, en hij stond op het punt haar een nadere verklaring te vragen, WAALWIJK, 18 Januari 1893. Gisteren voormiddag ten 11 ure is eene openbare vergadering gehouden van Waal- wijks gemeenteraad, onder voorzitterschap van den burgemeester. Tegenwoordig waren alle leden, behalvè de heeren van Tilburg en Baijens. De notulen der vorige vergadering werden gelezen en goedgekeurd. Aan de orde I. Ingekomen stukken. a. Schrijven van den heer J. B. Timmer mans, dat hij aanneemt de benoeming tot lid van het R. C. gasthuisbestuur b. Besluit van ged. staten, houdende goed keuring van het suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag; c. Schrijven van ged. staten betreffende het raadsbesluit tot oprichting eener nieuwe jaarmarkt op 5 December. Alvorens ged. staten daarop kunnen besluiten, moet eerst het raadsbesluit tot oprichting in de St. Ct. vermeld worden en daarvan aan ged. staten voor 1 Febr. worden kennisgegeven. Inmid dels zullen zij de besturen hooren der be langhebbende gemeenten. De voorzitter deelt mede dat de plaatsing in de Staatscourant heeft plaats gehad en de kennisgeving aan ged. staten zal geschieden; d. Besluit van ged. staten, houdende goed keuring van de vaststelling van de jaarwedde des eersten onderwijzers aan de openbare school en van de verhooging van die des onderwijzers Briels. II. Af- en overschrijvingen. Verschillende noodig gebleken af- en over schrijvingen op de begrooting worden door den raad goedgekeurd. III. Benoeming van een vischkeurder. Benoemd P. Vrinte met 5 stemmen; op Holtgrefe waren 2, op Donker 1 stem uitge bracht; een biljet was blanco. IV. Benoeming van een eersten onderwij zer aan de openbare school alhier. De voordracht luidde 1. P. W. van Raaij, te Oosterhout. 2. A. P. Kermans, 3. C. W. Lancel, te Leiden. De inlichtingen, omtrent de drie candida- ten ingewonnen, waren uitstekend. De raad benoemde met algemeene stem men den len candidaat P. W. van Raaij. Een vierde had zich teruggetrokken, daar hij elders benoemd is. De benoemde zal verzocht worden zoo spoedig mogelijk in functie te treden. De heer Gragtmans wees op den ellendi- gen toestand van de Loint, dien hij een modderpoel noemde. Nu zal er een afwate ringskanaal gemaakt worden in verband met de werken van den Maasmond, met een in- laatsluis op de Loint. Het daardoor aange voerde water moet Baardwijk passeeren, en staat daar onder beheer van Baardwijk, zoo dat Waalwijk er niet veel van zal krijgen, daar het in Baardwijk door de twee sluizen onder den dijk weder zal wegloopen. Spre ker zou 't veel praktischer vinden, als. het afwateringskanaal werd in verbinding ge bracht met de spoorsloot; dan kon het werk zoo ingericht worden dat Waalwijk gebaat werd zonder last voor Baardwijk. Ten slotte gaf hij het denkbeeld in overweging om het toezicht over de Loint door de gemeente te doen overnemen van het polderbestuur. De voorzitter stelde voor de,ze zaak ter onderzoek op te dragen aan B. en W. toen de knecht de deur opende en den heer Berkow aandiende, die den baron van Windeg wenschte te begroeten. Arthur trad binnen en naderde zijn schoon vader met eenige beleefdheidstercnen, naar aan leiding van zijn onverwachte komst. De jonge man was weer in een zeer onverschillige, zeer geblaseerde stemming. Men kon duidelijk mer ken, dat hij slechts de vormen in acht nam, die hem geboden zijn schoonvader te verwelkomen, en deze, van zijn kant, liet zich die formaliteit dan ook kalm welgevallen. Daar er ditmaal geen vreemde getuigen tegenwoordig waren, bleef ook de uitwendige vorm van een handdruk achter wege en liet men het van weerskanten bij eene koele buiging berusten, waarna de oude heer opnieuw nevens zijne dochter plaatsnam en de jongeman bij zijn lauteuil bleef staan, blijkbaar met plan dit gedwongen bezoek in het salon zijner gemalin zooveel mogelijk te bekorten. Windeg had niet de man van de wereld moeten zijn, die hij van top tot teen was, om ondanks het gewichtig gesprek, dat hij met zijne dochter had gevoerd en waarbij beider zenuwen het hard te verantwoorden hadden gehad, niet terstond den gewonen gezelschapstoon weer aan te nemen. De bij al dergelijke gelegenheden gebruikelijkevragen en berichten omtrent de verschillende leden der lamilie volgden thans; en ook werd de dood van graaf Rabenau, de aanleiding tot de reis, ter loops medegedeeld, waarover Artnur in alle vormen zijn leedwezen betuigde, niet vermoedende, welk een verandering dit sterfgeval in de omstandig heden zijner nieuwe bloedverwanten teweegbracht. Eindelijk stapte de baron van dit onderwerp af en begon een nieuw. „Ik breng nog een bericht uit de residentie mede, dat ook voor u, Berkow, van het grootste gewicht is," zeide hij welwillend. „Ik onderstel, dat de wenschen van je vader aangaande een opneming in den adelstand je niet onbekend zijn, en kan je thans de verzekering geven, dat zij spoedig vervuld zullen worden. Op één punt evenwel had ik met onoverkomelijke bezwaren te kampen: men heeft een zeker vooroordeel tegen je vader, dat bezwaarlijk te overwi .nen zal zijn; maar men is volkomen bereid, aan een onzer' eerste industrieëien een onderscheiding te geven, door zijn zoon tot den adelstand te verheffen. Ik hoop je dus weldra hiermede te kunnen geluk wenschen." (Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 2