Nummer 11 Zondag 5 Februari 1893. 16e Jaargang. Glück auf Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. buitenlandT Belg ie, UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. Frankrijk. De Echo van het Zuidea tsfb ra LaifsirulNrkr Courant, Dit blad verschijnt WoeD9dag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advevtentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentien voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ïoor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Allerwegen zijn de parlementen nu weder aan den arbeid en aan beschouwingen over economische en politieke vraagstukken is dus geen gebrek. Voornamelijk de „faits et ges tes" van Engelands lagerhuis zullen in den eersten tijd de algemeene belangstelling vra gen en zij verdienen die wel ook, want de pas aangevangen zitting zal wellicht de merk waardigste zijn van deze eeuw, daar voor de eerste maal een verantwoordelijk staats man zal trachten de eenheid des rijks te verstoren met een meerderheid achter zich of, zooals de troonrede het deftiger uitdrukt: wil pogen het regeeringssysteem van Ierland te verbeteren. Zelden wel is er in een troon rede in weinig woorden zooveel belangrijks medegedeeld en men gevoelt waarlijk zoo iets van wantrouwen als men leest, dat Glad stone, aan het home-rule voorstel nog niet genoeg hebbend, tevens een wijziging wil brengen in de samenstelling der kiezerslijsten; dat hij het parlement in plaats van zeven slechts vijf jaar wil doen leven; dat hij het kiesrecht in zooverre wil wijzigen, dat elk individu slechts één stem kan uitbrengen dat hij eenige maatregelen wil nemen in 't belang van den werkmanhet gezag van den Londenschen „county council" ook wil uitbreiden tot de city een eersten stap zal doen tot afschaffing van de Schotsche en Wallische staatskerk en dan zal voorstellen het recht, om vergunning tot den verkoop van sterken drank te verleenen, over te dra gen aan de gemeentelijke autoriteiten. Die Gladstone moet toch wel een optimist zijn of een wonderbaar vertrouwen stellen in zijn eigen werkkracht en die van zijn helpers, alsmede in de welwillende gezindheid van de oppositie. De zitting van 1893 belooft voor alles een zitting van strijd, van hard- nekkigen stiijd te zijn en wellicht zou 't ter vermijding van al te wreede ontgoochelingen van den „grand old man" wel aanbeveling VAN E. WERNER. Vertaling van Hermina. (Overgedrukt met toestemming van den uitgever P. Gouda Quint, te Arnhem) Niet eer dan nadat hij vertrokken en de deur achter hem gesloten was, gaf ieder lucht aan de uitroepen van verbazing, goedkeuring en bezorgd heid, die men tot hiertoe in zijn bijzijn had moeten smoren. «Ik beef van het hoofd tot de voeten zeide Wilberg, terwijl hij zich, zonder zich om de tegenwoordigheid zijner superieurs te bekomme ren, op een stoel nederwierp; het voorgevallene scheen alle etiquette te hebben opgeheven. «Goede hemel, dat was een scène! Ik dacht, dat die woeste man, die Hartman, hem zou aanvallen; maar die oogen, die manier van spreken wie had dat achter den jpngen heer gezocht «Hij sprak te boud, veel te boud/ merkte Schef fer afkeurend aan; maar zelfs in die afkeuring en zijn bedenkelijk hoofdschudden lag een geheel andere uitdrukking, dan waarmede hij vroeger over Arthur had gesproken. «Hij praatte, alsof hij nog altijd millioenen tot zijn beschikking had en alsol het doorloopend werk in de mijnen niet een levensvraag voor hem was. Met al zijn hoog moed zou zijn vader onvoorwaardelijk' hebben toegestemd, daar dit, wat de zaak zelve betreft, zijn eenige redding zou zijn geweest, en om zijne verhouding tot de werklui en het ophouden van zijne waardigheid bekommerde hij zich nooit veel. Zijn zoon schijnt een ander soort van man te zijn, dat is zeker; maar die taal, die vóór een jaar hier nog gepast zou zijn geweest, is het nu niet meer. Hij had zich wat voorzichtiger, wat minder gedecideerd moeten uitlaten, zoodat hij nog altijd een slag achter den arm had kunnen houden, ingeval «Loop naar de dmet uwe aanmerkingen en bezwaren!" viel de hoofdingenieur hem heftig iu de rede. «Neem mij niet kwalijk, mijnheer Scheffer, verdienen, hem wat beter op de hoogte te brengen van de openbare meening, die vol gens de leiders der oppositie van dien aard is, dat aan een regeling van Ierlands belan gen langs vreedzamen weg niet te denken valt. De beraadslaging over het adres vati antwoord op de troonrede, die zoo ongeveer een week zal duren, heeft Woensdag op 't middaguur een aanvang genomen en reeds dadelijk kwamen er wetsvoorstellen op 't ap pel. Als men nu weet, dat er zep ongeveer een 140tal zijn, dan zal men kunnen begrij pen, dat onafgebroken ijver van de afge vaardigden meer noodig is dan ooit te voren en men zal het besluit van de Iersche partij, om geen der leden toe te staan een zitting te verzuimen zonder toestemming van het comité, alleszins gerechtvaardigd vinden en gunstig voor de regeering, voor wie elk man netje er één is tevens. Wat de Amerikaansche bond van Ieren over Gladstone's home-rule voorstel zegt, is alles behalve vleiend, zij meenen dat de toestand bij invoering van die regeling nog erger zou zijn dan nu, dat er van onaihankelijkheid geen sprake zou zijn, dat Engeland alle gezag zou behouden, enz. De poging van een speculant te Berlijn om door een sensatie-nieuwtje zijn zakken te vul len (de man deed een bericht drukken volgens hetwelk door een pak ontploffingsstof, onder 's czaren rijtuig geworpen, deze laatste zelf en tal van zijn begeleiders gewond zouden zijn) kan wellicht voor den vernuftigen snaak tastbare resultaten hebben gehad, de minister van buitenlandsche zaken van Pruisen heett er een onaangenaam postje door te vervullen gekregen: Woensdagmorgen is hij naar den Russischen gezant getogen om onder de noodige plichtpleging zijn leedwezen te betui gen over dezen „groben Unfug", door som migen gauw verheven tot een politieke intrige tegen den goeden indruk door 's grootvorsten ontvangst op den czaar gemaakt. maar men kan merken, dat uwe werkzaamheden zich bij het bureel bepalen en dat ge nooit niet het eigenlijke werkvolk te doen hebt gehad. Hij heeft juist den rechten toon aangeslagen: hij heeft hen ontzag ingeboezemd, en dat is alles bij zoo'n gelegenheid. Een zachtzinnige toespraak zouden zij voor zwakheid, een voorname kalmte voor hoogmoed hebben gehouden. Hun eigen korte, bondige taal moet men met hen spreken, en onze chef verstaat dit beter dan iemand anders; dat hebt ge aan Hartman gezien!' «Ik vrees alleen, dat hij den strijd, die ons nu voor de deur ntaat, te gering schat," merkte de directeur ernstig aan. «Het gros van de mijnwer kers zou zich met de ontvangen beloften tevreden hebben gesteld, maar, door dien aanvoerder ge leid, doen zij het zeker niet. Hij zal in geen schik kingen willen treden en zij volgen hem blindelings. Mijnheer heeft echter gelijk met te zeggen, dat hij zoover is gegaan, als hij bij mo gelijkheid kon; nog één stap verder, en hij zou zichzelf, zijne positie en ons allen hebben prijs gegeven." Allen spraken nu op eens van «mijnheer," als iets dat aan geen twijfel meer onderhevig was. Binnen den tijd van één uur had Arthur zich dien titel veroverd; nu scheen er geen andere naam meer voor den jongen chef te bestaan. Wel een bewijs, dat hij zich als heer en meester gedragen had. De drie afgevaardigden hadden het landhuis verlaten en richtten zich naar den kant der mijnen. Ulrich sprak geen woord maar Lorentz fluisterde hem toe «Gij meendet onlangs, dat als er iemand was, die ons ter rechter tijd de tanden liet zien en ter rechter tijd goede woorden gaf, dan hoor eens, Ulrich, ik geloof, dat die daar dut verstaat!" Ulrich antwoordde niet; hij wierp een blik naar de bovenvensters en zijn uiterlijk voor spelde niet veel goeds. «Dat lagdu9 in die oogen, die er altijd zoo dommelig uitzagen, alsof ze niets ter wereld konden doen dan slapen!" mompelde hij tusschen de saamgeklemde tanden. «Zoolang ik hier voor je sta. ben ik heer en meester van de bergwerken 1 Ik geloof waarach tig, dat hij er de man toe is!' Op eenigen i.fstand van het landhuis werden zij opgewacht door een troep bergwerker?, uit sluitend onder Ulrich's opzicht stoande, die dien dag niet mede in de mijnen waren afgedaald en De Panama-zaak in Fiankrijk en de bank- aangelegenheid in Italië is men wel geneigd in een adem te bespreken: ten aanzien van 't een zoowel als van 't ander moeten de meest opzienbarende geruchten tot de waarheid leiden, die dan wel niet zoo ernstig blijkt als men ons heeft willen doen gelooven maar toch erg genoeg. Woensdag was 't in Italie's kamer dat machtiging werd gevraagd om een vervolging intestellen tegen den afgevaardigde Zerbi wegens begunstiging van de Romeinsche bank tegen geldelijke belooning en dat wel in zijn hoedanigheid van secretaris der bank- commissie. Mij zou daarvoor 400000 lire hebben gekregen. Opnieuw werd er gesproken van meer gerechtelijke vervolgingen van af gevaardigden in verband met compromittee- rende brieven. Heel verkwikkelijk luiden de toelichtingen, die zoo af en toe aan de enquête commissie van de Panama-zaak worden verschaft, niet; Woensdag werd er weer zoo 't een en ander bekend omtrent de door de aannemers ge speelde rol. Die heeren hebben 777/io mü- lioen bij 't zaakje „verdiend" aan winst en dotatietjes, waarvan Eiffel bruto 33 millioen heeft opgestreken of 231/3 millioen netto, 't Is wel eigenaardig, dat terwijl Guillemet dit vertelde aan de commissie met de noodige toelichtingen, Eiffels advocaat Waldeck - Rousseau zich beijverde zijn cliënt voor te stellen als een man van eer, vlekkeloos rein! In den nacht van Woensdag op Donder dag is te Brussel een belangrijke diefstal ge pleegd in het paleis van den graaf van Vlaanderen, terwijl deze met zijne gemalin en hunne kinderen op een bal ten hove was. Men heeft in kasten ingebroken, waarin juweelen geborgen waren, ter waarde van een half millioen franken. De onderzoekin gen der politie bij het personeel van het de drie afgezanten met allerlei vragen be.-tofm- den. «Laat Ulrich je alles maar vertellen/ zeide Lorentz droogweg. «Ik geloof niet, dat wij daar bij den rechten man hebben aangeklopthij denkt niet aan toegeven." «Niet?" De mijnwerkers schenen blijkbaar teleurgesteld, 't Was duidelijk, dat zij op een ander antwoord gerekend hadden Men hoorde eenige uitroepen en bedreigingen tegen den jon gen chef, wiens naam hierbij verscheidene raaien met onverholen minachting werd uitgesproken. «Zwijgt!" klonk Ulrich's gebiedende stem. «Gij kent hem niet, zooals wij hem zoo even zagen. Ik dacht, dat alles ons voor den wind zou gaan, zoodra de vader ons niet meer in den weg stond. In den zoon hebben we ons vergist. Deze heeft iets, wat niemand achter hem zou gezocht hebben een eigen wil. Gelooft mij, hij zal ons nog handen vol werk geven Het was nog vroeg op den voormiddag; nog geurden en schitterden bergen en wouden in den frisschen ochtenddauw toen Eugenie Berkow al leen en onvergezeld te paard den weg door het bosch insloeg. Zij was een uitstekende amazone en daarbij een hartstochtelijke liefhebster van paardrijden, en toch had zij er hier buiten veel minder van genoten, dan anders hare gewoonte was. In het eerst verhinderde het weder ieder uitstapje, later ontbrak haar de lust, maar de hoofdreden was waarschijnlijk deze, dat haar fraai rijpaard een geschenk was van haar echtgenoot, nog uit den tijd van hun engagement, en dat zij nu eens gewoon wa9, haar afkeer van den gever op alles over te brengen, wat onmiddelijk van hem afkomstig was. Met tegenzin had zij zich als bruid met de van hem ontvangen diamanten getooid, die na dien tijd de étui's nog niet weer verlaten hadden; met tegenzin bewoog zij zich in de weelderige omgeving, waardoor zij zich sedert haar huwelijk omringd zag, en ook het prachtige dier, dat een fabelachtige som had gekost en dat, toen zij voor de eerstemaal aan de zijde van haar verloofde hierop in het publiek was verschenen, de bewondering der geheele residen tie had gaande gemaakt, werd door zijne meesteres in het oogvallend veronachtzaamd en geheel aan de zorg der bedienden overgelaten. Geen wonder dus, dat deze verbaasd opzagen paleis hebben niets opgeleverd. Niemand wordt in het paleis toegelaten. In de kamer heeft de heer Delafosse aan de regeering vragen gesteld over de gebeur tenissen in Egypte en over de vermeerdering der Engelsche troepen aldaar. Volgens hem schijnt Engeland het stelsel van een soort van protectoraat in Egypte te willen toepas sen. Zoo er geen tijdstip voor de ontruiming is bepaald, dan is hiervoor de heer Wad- dington verantwoordelijk, die onbekwaam was voor zijne taak. De heer Delafosse wenscht een protest, echter niet van Frankrijk alleen, mair een internationaal protest. Het Suez-kanaal mag maar niet vallen in de handen van de eerste mogendheid de beste. De Egyptenaren kun nen zich zeiven wel regeeren. De minister Develle antwoordde, dat Wad- dington als gezant altoos getoond heeft een zeer helderen blik te hebben en een warm vaderlander te zijn. De maatregelen, door Engeland genomen, brengen geene enkele wijziging van de staatkunde in Egypte met zich. Na de verklaring van Gladstone had den wij van het antwoord aan onzen gezant gegeven, eenvoudig nota te nemen. Noch tans blijven wij wel degelijk ons bezighou den met wat er in Egypte gebeurt. Wij meenen dat Egypte onder het gezag van den Khedive moet blijven. Moest de bezetting altoos voortduren, dan zou dit de aanleiding worden tot een Europeesch conflict. (Toe juiching.) De heer Deloncle gaf het verlangen te kennen naar de openbaarmaking van het Gele boek betreffende de zaken in Egypte. De minister van buitenlandsche zaken ant woordde dat de regeering het Gele boek voorbereidt. Hiermede was deze zaak afgeloopen. De Gaulois maakt gewag van een ge rucht, het aanstaand bezoek van den czare- toen mevrouw dien morgen bevel gaf Afra te zadelen, daar zij een wandelrit wilde doen, en den bediende, die zich zooals gewoonlijk gereed maakte om haar te vergezellen, meedeelde, dat zij ditmaal alleen wenschte te gaan. Natuur- li.k werd aan haar bevel, hoewel met eenige bevreemding, gevolg gegeven, en zoo begaf zij zich werkelijk alleen op weg. Arthur was geheel onbekend met dit plan; zij kreeg hem tegen woordig minder dan ooit te zien, daar hij zich zelfs nu en dan liet verontschuldigen om aan tafel te komen; over het algemeen ging ieder der beide echtgenooten volkomen zijn eigen gang, zoodat de een slechts zeer zelden wist, waarmede de ander zich den tijd kortte. Eugenie reed op vluggen draf door het woud, zonder een menschelijk wezen te ontmoeten; het was hier eenzaam en stil, maar die eenzaamheid, die l'rischheid en schoonheid van den morgen oefenden weldra een opwekkenden invloed uit op de jonge vrouw, die verscheidene dagen lang niet buiten den omtrek van het park was ge weest. De werkzaamheden in de mijnen 9tonaen stil en een zonderlinge, onheilspellende rust en kalmte lag over de anders zoo bedrijvige kolonie uitgebreid: doch des te drukker ging het toe in het studeervertrek van den jongen chef, dat deze nauwelijks meer verliet. De beambten liepen af en aan; vergaderingen werden belegd, boeken en papieren nagezien; Scheffer trok onophoudelijk van de residentie naar buiten en van buiten weer naar de residentie; brieven en postboden vlogen heen en weder. En al die drukten en bestieringen droegen zulk een ernstigen, som beren stempel, alsof er ergens een ongeluk in de lucht zweefde, dat men voorkomen of waartegen men zich ten minste zoo goed mogelijk wapenen wilde. Eugenie wist natunrlijk, dat er eonig geschil met de arbeiders was gerezen. Arthur zelf had haar dit verteld en er bijgevoegd, dat de zaak niet veel beteekende en binnen kort wel weer bijgelegd zou worden. Uiterst bedaard, uiterst koel had hij haar dit medegedeeld en haar alleen verzocht, indien zij soms in de eerste da gen haar gewone rijtoertjes ging maken, die dorpen zooveel mogelijk te vermijden, waar de bergwerkers woonden, daar er voor het oogen- blik een soort van gisting onder hen heerschte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1