Nummer 17. Zondag 26 Februari 1893. 16e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Glück auf
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Frankrijk.
fq—1y*^!ggggggaggS9^^W!,,'"MqlffMMBW
De Echo van het Zuiden.
MuJ«(jksrk en Lufslrulsrfee Courant.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
't Is maar gelukkig, dat de verkiezing van
een president voor den senaat, in de plaats
van den om gezondheidsredenen afgetreden
Le Royer, de aandacht eenigszins heeft af
geleid, er zou anders wel eenige kans zijn
geweest, dat de maskerade-grap van Bazel
tot ernstige conflicten zou geleid hebben, ja
men kon, afgaande op het geschrijf in de
Fransche bladen, de mogelijkheid op een
oorlogsverklaring van het machtige Frankrijk
aan het nederige Helvetie, niet geheel en al
buitengesloten heetenWat die politiek toch
een kruid je-roer me-niet is Een aantal jon
gens van een jaar of zeventien, den kinder
schoenen ternauwernood ontwassen dus, krij
gen 't in hun hoofd een „Panama groep'' te
vormen, zonder recht goed te weten wie en
wat de personen, door hen gecaricaturiseerd,
eigenlijk geweest zijn en gedaan hebben; wel
hadden zij in de kranten telkenmale gelezen
van „Panama-schandaal," van „diefstal en
omkooperij, gepleegd door mannen van talent
geboorte en positie," doch 't fijne van de
zaak was hun verborgen gebleven. Daar eens
klaps, dank zij den ijver van den Franschen
consul te Bazel, Carteron geheeten, zien zij
zich zelveu of liever hun vastenavond-grap,
eensklaps het onderwerp van ernstige diplo
matieke onderhandelingen en van politieke
beschouwingen van gewichtigen aardde
Fransche Republiek eischt voldoening in den
vorm van een gestrenge bestraffing van de
misdadige pretmakers en de Zwitsersche re
publiek kromt zich in allerlei bochten en
wendingen, doet alles nauwkeuriglijk onder
zoeken door den procureur-generaal en be
looft reeds bij voorbaat aan „la belle France"
alle mogelijke genoegdoening.
Hoe spoediger dat zaakje in den doofpot
gaat en hoe minder de agitatie wordt gevoed,
hoe beter; weken achtereen laat een Carnot
zich in bladen van zijn eigen land allerlei
beschuldigingen naar 't hoofd werpen, zon
der een spier te vertrekken en een grap van
VAN
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
34 OoO—
Bij den uitgang van het bosch, dien zij thans
bereikten brachten zij de paarden in snelleren
draf en hielden een kwartier later voor het terras
van het landhuis stil. Arthur sprong uit den
zadel hoe licht en vlug, in vergelijking met
zijn vroegere, trage bewegingen! Hij strekte de
hand uit, om ook zijne echtgenoot te helpen af
stijgen, maar de jonge vrouw zag nog altijd ge
weldig bleekzij beefde, toen hij den arm om
haar heensloeg, en dat beven nam nog toe, toen
.die arm haar een seconde langer omvat hield dan
anders, als hij haar dien dienst bewees.
;/Hebt gij je ongerust gemaakt?' vroeg hij zacht,
terwijl hij haar arm in den zijne legde, om haar
naar huis te geleiden.
Eugenie antwoordde niet. Ja, wèl had ze doods
angst uitgestaan bij dat tooneel; maar zij wilde
liever, dat hij haar laf en kinderachtig vond, dan
dat hij vermoedde, hoe zij om zijnentwil had
gebeefd en gesidderd. Toch scheen het, alsof dat
vermoeden bij hem opkwam.
//Hebt gij je ongerust gemaakt, Eugenie?" her
haalde hij. .Zijne stem klonk zoo zacht, zoo ge
dempt, en daarbij trok hij haar arm al dichter
aan zijn borst. Zij hief de ooger. tot hem op;
daar was het weer, dat tintelen en flikkeren in
de zijnen, maar vuriger en duidelijker dan zij het
nog ooit had gezien, en hij boog zich diep over
haar heen, om geen syllabe van haar antwoord
te verliezen.
//Arthur, ik
„De heer baron van Windegen zijn oudste zoon
zijn een half uur geleden aangekomen," meldde
een ijlings toesnellende bediende, en nauwelijks
was dat bericht aan zijn mond ontsnapt, toen de
jonge baron, die hen waarschijnlijk reeds van
Yerre had zien aankomen, zelf verscheen en met
een baardeloozen knaap is voldoende om een
storm van verontwaardiging te wekken, die
in Zwitserland zelf wordt beantwoord door
allerlei hoogst gewichtige samensprekingen
tusschen rijks- en gemeente-autoriteiten.
Allen geruchten ten spijt, heeft de Bonds
raad zich er niet mee bezig gehouden wel
is den Franschen gezant verteld, dat de re
geering 't erg naar en hoogst afkeurens
waardig vindt, dat de president der repu
bliek zoo „beleedigd" is eigenlijk een
dubbelzinnige manifestatie, want een gewoon
mensch zou zoo meenen, dat een president
der Groote Republiek door een kwajongen
in 't maskarade-pak niet 'oeleedigd kon wor
den, omdat genoemde president te hoog en
bedoelde knaap te laag staat.
't Gaat tegenwoordig zóó gemakkelijk over
zich te doen spreken, dat 't bijna een eer
wordt als men naar waarheid kan getuigen
nimmer tot gepraat en geschrijf aanleiding
te hebben gegeven! Men denke zich: de goede
relation tusschen twee Europeesche natiën
verstoord, de Europeesche vrede bedreigd
wellicht, door een jongens dwaasheid
De aftreding van Le Royer als president
van den senaat van Frankrijk, werd niet be
schouwd als een zaak van groote politieke
beteekenis, omdat de senaat nu juist niet zoo
veel in de melk te brokken heeft; wel kan
hij remmen, maar van grooten invloed op de
politieke gebeurtenissen is hij slechts bij uit
zondering, terwijl bovendien de poging om
Le Royer bij de Panama-zaak betrokken te
doen gelooven, ganschelijk mislukte. De ver
kiezing van Le Royer's opvolger zou ook
geen verassing opleveren, meende men, en
reeds heette men de verkiezing van den als
regeeringscandidaatgedoodverfden Magnin ze
ker, doch 't toeval wilde 't anders: Woensdag
kwamen de republikeinsche groepen uit den
senaat bijeen en na eenige stemmingen over
de candidatuur van elk der groepen, viel het
resultaat aldus uitaantal uitgebrachte stem
men 151 waarvan op Jules Ferry 87 en op
al het vuur van zijn achttienjarigen leeftijd de
trappen aistorrade, om zijne zuster te begroeten,
die hij na haar huwelijk nog niet had terugge
zien.
„Koenraad, zijt gij daar!" 't Was, alsof de jonge
vrouw zich pijnlijk voelde aangedaan bij deze
anders zoo vurig gewenschte komst van haar vader
en broeder. Op het zelfde oogenblik, dat de naam
Windeg genoemd werd, had Arthur hare hand
losgelaten. Zij zag, hoe zijn wezenstrekken weer
de oude koelheid en strakheid aannamen, en
hoorde, hoe zijn stem weer koel en onverschillig
klonk, toen hij zijn jongen zwager thans met alle
vormen der wellevendheid begroette.
„Gaat ge niet mede naar boven?" vroeg zij
toen hij beneden aan de trap bleef staan.
„Mag ik je verzoeken, je vader voorloopig alleen
te ontvangen? Ik heb iets vergeten, dat ik mij
zoo even herinnerd heb. Ik zal den baron zoo
schielijk mogelijk mijne opwachting komen ma
ken."
Hij trad terug, terwijl Eugenie en haar broeder
alleen de trap opgingen. De laatste scheen eenigs
zins verwonderdmaar een blik op de bleeke
wangen zijner zuster deed hem de vraag achter
wege houden, die hem reeds op de lippen zweefde.
Ja, ja, hij wist wel, hoe hier de zaken stonden!
Had die //parvenu" zich'somsop dien rijtoer weer
nieuwe beleedigingen tegen zijn echtgenoot ver
oorloofd? De jonge baron wierp een dreigenden
blik naar beneden en wendde zich toen met dub
bele hartelijkheid tot zijne zuster.
„Eugenie, ik ben zóó blij, je eens terug te zienl
Gij ook
De jonge vrouw dwong haar mond tot een
glimlach. „Het doet mij ook veel genoegen
Koenraad, wezenlijk, recht veel genoegen!" Tevens
zag zij om naar beneden in de vestibule, maar
deze was ledig. Arthur scheen al vertrokken.
Met beleedigde fierheid hief zij zich eensklaps in
haar volle lengte op en zeide: „Laten we naar
papa gaan. Hij wacht!"
Onder al de bewoners der Berkowsche bezit
tingen was wellicht één persoon, die den zoo
plotseling en heftig uitgebroken strijd tusschen
den chef en zijne ondergeschikten nog van een
anderen dan alleen van den treurigen kant be
schouwde, en die persoon was Wil berg. In het
blonde hoofd van den jongen beambte huisden
zooveel overspannen en verwarde romaneske
Magnin 53 stemmen terwijl de rechterzijde
eerst morgen vóór de zitting haar candidaat
zal aanwijzen, wat nog wel van belang is
daar de 4-5 conservatieven gemakkelijk den
doorslag kunnen geven, tenzij 't mocht blijken
waar te zijn, dat Magnin zijn candidatuur
heeft ingetrokken, in welk geval Ferry's ver
kiezing zeker zou zijn.
Daar Fe ry's succes vrij wel onverwacht is
gekomen zijn de commentaren 's avonds
natuurlijk legio geweest; voor velen in Ferry's
terugkeer tot het politieke leven, de opstan
ding van een algemeen doodgewaande en
velen zien in Ferry's candidatuur een betooging
tegen de regeering en meer in 't bijzonder
tegen Carnot, tot welk vermoeden weinig of
geen grond beslaat.
't Is meer Magnin's val dan Ferry's zege,
welke de regeering minder aangenaam is!
Terwijl Portugal reeds weer een nieuw
kabinet heeft, met allerlei heeren, wier naam
onvermijdelijk op o, a, of i eindigt, als ge
wone leden, en Hintze Ribeiro als president
(Woensdagavond is het programma opgemaakt
en Donderdag kwam 't in de kamer ter publi
catie) blijft 't in Italië tobben, 't is of'talles
aan Frankrijk is afgekeken Niet minder dan
vier interpellaties over Crispi's min gunstige
uitlatingen met betrekking tot Giolitli's rol in
de bank aangelegenheid, had deze laatste
te beantwoorden, en hij begon met alle ver
antwoordelijkheid op Micelli te schuiven, in
1889 titularis van handel. Een klein protest
hiertegen werd gevólgd door de voor de re
geering zeer vleiende verklaring, dat Italië
in de modder zit, dank zij minister Grimal-
di's financieel beleid. Crispi's inmenging in
de debatten was wel 't belangrijkste feit van
den dag. De oud premier hield voldat
Giolitti hem in 1887 de onregelmatigheden
in de bank had bevestigd en ze tot de com
petentie van het hof van assises behoorende
had geheeten. Na tal van persoonlijkheden
over en weer, werd het incident gesloten,
zonder dat er een motie was gesteld en
denkbeelden, dat hij niet kon nalaten, het gevaar
lijke van den toestand en de doffe gisting, die
ieder oogenblik in een uitbarsting kon eindigen,
hoogst belangrijk en merkwaardig te vinden. Wel
had hij zijn bewondering van Ulrich Hartman
geheel op den jongen chef overgedragen, sedert
deze zich zoo onverwachts aan het hoofd van de
zaken geplaatst en de teugels van het bewind
met zulk een vaste band gegrepen had, als niemand
ooit van hem had kunnen onderstellen; maar de
ingespannen werkzaamheidwaarmede Arthur
met het tot dusver hem zoo vreemd gebleven ter
rein trachtte vertrouwd te worden, vereischte
hoogstens de hulp en ondersteuning der hoofd
beambten; de jongere heeren van het personeel
genoten, nu hunne werkzaamheden grootcndeels
rustten, een gedwongen vacantie en Wilberg
maakte hiervan gebruikom zich met hart en
ziel aan zijn zoogenaamden hartstocht voor de
jonge mevrouw Berkow over te geven cn zich
naar aanleiding hiervan zoo ongelukkig mogelijk
te voelen,
Om de waarheid te zeggen, viel dit laatste hem
wel wat moeielijk, daar een hopelooze liefde ei
genlijk juist datgene was, wat hij begeerde; om
eenigen schijn van poëzie te bezitten, moest zij
noodzakelijk ongelukkig zijn; met een gelukkige
had hij niets weten a n te vangen. Deze aan
bidding uit de verte was hem voldoende en hij
vond overvloedig gelegenheid zich hieraan te
wijden, daar hij het voorwerp zijner vereering
tegenwoordig slechts zelden genaakte. Sedert
dien dag, toen hij mevrouw Berkow door het
park naar huis begeleidde, had hij haar maar een
enkele maal gesproken. Toen zij hem eens toe
vallig ontmoette, had Eugenie een poging aan
gewend, om eenige nadere bijzonderheden omtrent
den uitgebroken strijd van hem te vernemen. Nu
hadden echter de gezamenlijke beambten van
wege hun chef strenge orders ontvangen, om zijne
gemalin in geenerlei opzicht te verontrusten, en
Wilberg kwam dit bevel dan ook in zoover na,
dat hij alles verzweeg, wat op den oogenblikke-
lijken stand, van zaken betrekking had, hoewel
hij niet kon nalaten, de jonge vrouw het tooneel
mede te deelen, dat in de vergadering tusschen
haar echtgenoot er. Hartman was voorgevallen, en
daar het nu eens in zijn aard lag, alles met een
romantisch waas te kleuren, zoo kreeg dit too
neel volgens zijne voorstelling zulk een drama-
tischen stempel en werd de jonge chef met zijn
zonder dat er licht was gekomen in de duis
ternis.
De anarchist Philliaux is in zijn woning te
Rive de Gier gearresteerd, omdat hij in een
vergadering van werkstakers een rede ge
houden heeft, beleedigend voor de regeering
de politie en de gendarmerie.
Volgens ambtelijke opgaven overtroffen van
den 11 tot den 20 Februari de opgevraagde
gelden uit de rijktpostspaarbank de inge
legde met 26 millioen. Sedert het begin van
het jaar, is 78 millioen meer teruggevraagd
dan belegd. De Liberté schrijft dit minder
aan de gevolgen der verdachtmakingen dan
aan die van de vermindering van de rente
toe.
Eiffel schijnt zoo ernstig ongesteld te
zijn, dat hij sedert verscheidene dagen het
bed moet houden.
Morgen een slechte pers, is het eerste
idee geweest toen de uitslag bekend werd
van de stemming in de vergadering van de
verschillende groepen der linkerzijde in den
senaat, over den opvolger van zijn voorzitter
Leroyer en de stemming der ochtendbladen
is geheel in overeenstemming met de eerste
gedachte. Jules Ferry voorzitter van den se
naat Bijna geen blad kan zich die moge
lijkheid nog voorstellen, tegelijkertijd echter
ze als eene onvermijdelijkheid beschouwende,
daar het eene traditie is in den senaat, om
de uitkomst der voorbereidende stemmingen
als beslissend te beschouwen.
Jules Ferry's verleden maakt werkelijk zijne
verkiezing, zooals de Figaro het uitdrukt, tot
de belangrijkste politieke gebeurtenis, welke
zich sedert tal van jaren heeft voorgedaan
de kamerzitting van 31 Maart 1885, welke
onder den indruk van de nederlaag bij Lang-
plotseling opgewekte energie zulk een heldhaftig
persoon, dat hij werkelijk verbaasd was over zijne
eigen welsprekenheid en maar niet begrijpen kon,
hoe de beschrijving van dit alles zoo weinig in
druk maakte.
Eugenie had hem wel met blijkbare belang
stelling aangehoord, maar was onderwijl in het
oog vallend bleek en buitengewoon stil geworden,
en toen de spreker ophield, wachtte hij te ver
geefs op het een of ander gezegde, als blijk van
ae belangstelling. Zonder iets ter nadere verkla
ring of opheldering te vragen, had zij hem zeer
uit de hoogte, maar toch allerbeleefdst bedankt,
en hem daarop weer zeer uit de hoogte, maar
toch ook allerbeleefdst zijn afscheid gegeven, en
de jonge man was heengegaan, uiterst verbaasd
en wel wat beleedigi door dit gebrek aan be
langstelling. Had zelfs iemand als zij dan geen
gevoel voor poëzie, die er in zulke toestanden
schuilde? Of had zij het soms niet in dit geval,
nu haar man de held daarvan was Een ander
zou waarschijnlijk bij die gedachte gejuicht
hebben; maar Wil berg's dichterlijke verbeelding
onderscheidde zich daardoor, dat zij gewoonlijk
alle natuurlijke gewaarwordingen en gevoelens
juist van eene tegennatuurlijke zijde opvatte.
Hij achtte zich min of meer beleedigd, dat zijn
bezielde voordracht alle uitwerking had gemist;
en bovendien voelde hij altijd in Eugenie's na
bijheid iets van „die gletscher-atmosfeer," die
haar volgens het gevoelen van den hoofdingenieur
omgaf. Zij was altijd zoo ver boven hem verheven,
zoo hoog en onbereikbaar, en was dit het meest,
als zij zich goedgunstig tot hem nederboog. Bii
die neerbuigende goedgunstigheid bleef hem weL
geen andere keus over, dan of haar onvoorwaar
delijk te aanbidden of zichzelf vreeselijk onbe-
teekenend en nietig voor te komen, en daar
Wilberg dit laatste uit den aard der zaak onmo
gelijk was, verkoos hij natuurlijk het eerste.
In deze en dergelijke gedachten verdiept, was
hij de woning van den ouden Hartman genaderd
en daar hij, zooals gewoonlijk wanneer hij zich
in hoogere sferen bewoog, links noch rechts om
zich heen zag, kwam hij op de brug in zulk
een onmiddellijke aanraking met een jonge dame,
die juist van den anderen kant naderde, dat deze
slechts ter nauwernood met een lichten kreet en
een zijsprong aan de botsing ontsnapte. Eerst
thans sloeg Wilberg de oogen op en stamelde
een verontschuldiging. (Wordt vervolgd).