Nummer 21 Zondag 12 Maart 1893. 16e Jaargang
Glück auf
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
De Echo van het Men.
en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Frauco per posi door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van
Adoj.f Steiger, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het proces tegen de administrateurs der
Panama-Maatschappij, eindigend met een zeer
gestreng vonnis, hetwelk, voor zoover het Fer
dinand De Lesseps betrof, in gansch de be
schaafde wereld verontwaardiging of ten min
ste medelijden heeft gewekt, dat proces, rijk
aan onthullingen betrekkelijk de vennootschap
pen in 't algemeen en de Panama- onderneming
in 't bijzonder, is eigenlijk slechts een voorspel
geweest van het gerechterlijk drarr.a, dat nu
onder leiding van den raadsheer Pilet Des
Jardins voor het hof van assises wordt afge
speeld en Woensdag een aanvang nam.
Tien beschuldigden zijn er, doch de veel
genoemde Arton is nog immer op de vlucht
en dus waren 't vijf in hechtenis verkeerenden
Charles De Lesseps (administrateur der Pana
ma-Maatschappij), Fontane (algemeene secre
taris dier onderneming), Baïhaut (oud minister
van openbare werken), Blondin (beambte aan
het „Crédit Lyonnais") en Sans-Leroy (oud
afgevaardigde) benevens de alsnog op vrije
voeten zijnden Proust (afgevaardigde en oud
minister), Béral (senator), Gobron (oud-afge
vaardigde) en Dugué De la Fauconnerie (afge
vaardigde) die, allen gekleed in zwarte jas, om
half een Woensdagmiddag de zittingzaal van
het paleis van justitie werden binnengeleid
om, na opgave van naam en qualiteit, de voor
lezing aan te hooren van de acte van beschul
diging, welke formaliteit ongeveer een half
uur in beslag nam. Tot recht begrip van de
zaak en om het volgen der debatten gemak
kelijk te maken, achten we het noodig onzen
lezers in 't kort de feiten in herinnering te
brengen, welke tot dat proces hebben geleid
een opfiissching van het geheugen, die ons
in verband met den chaos van Panama-nieuws,
in kwistigen overvloed sinds meer dan een
vierendeel jaars over de gansche beschaafde
wereld verspreid, niet zoo gansch en al over
bodig lijkt.
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
38 ooO-
,Als de vervulling van mij afhangt, kunt gij
over mij beschikken, mijnheer van YVindeg.' De
jonge man nam tegenover zijn schoonvader plaats,
terwijl Koenraad, wetende wat nu verhandeld
zou worden, zich onwillekeurig bij het venster
kozijn terugtrok en schijnbaar met alle aandacht
naar buiten keek. Windeg's houding was zoo af
gepast en afgemeten en aristocratisch mogelijk
wellicht achtte hij dit noodig, om den burgerlij
ken echtgenoot zijner dochter hierdoor ontzag in
te boezemen en reeds vooraf te doen begrijpen,
dat alle tegenstand hier nutteloos zou zijn; 'want
dat het aanbod om te scheiden van Arthur zou
zijn uitgegaan, hield hij hoogstens voor een los
daarheen geworpen gezegde na het een of ander
heftig tooneelernstig geloofde hij er niet aan.
„Men schijnt de oproerige beweging op je be
zittingen van meer belang te achtendan zij
misschien wel is," begon hij; „toen ik mij giste
ren even in de stad ophield en den komman-
dant van het garnizoen, een oud vriend van mij,
een bezoek bracht, hoorde ik, dat er een groote
gisting onder de arbeiders heerschte en dat er
iederen dag ongeregeldheden werden tegemoet
gezien."
„Men schijnt zich in de stad meer met mijn
bergwerken en mijn arbeiders bezig te houden,
dan ik dacht," merkte Arthur onverschillig ;ian.
„In elk geval heb ik den kommandant, in geval
van nood, nog niet om hulp en bijstand ver
zocht."
De baron begreep de bedoeling van dit ant
woord. „Wat mij betreft, ik kan het natuurlijk
niet beoordeelen," antwoordde hij schielijk. „Ik
wilde je alleen doen opmerken, dat het mijns
inziens niet gepast zou zijn, Eugenie hier mis
schien aan allerlei tooneelen en voorhallen bloot
In 1885 had de Panama-kanaal-maatschap
pij den 3en Maart 1881 gevormd met een
kapitaal van 800 millioen -- behalve haar
grondkapitaal in aandcelen, reeds 450 millioen
verslonden achtereenvolgens geleend in de
jaren 1882 1883 en 1884 en men begreep
toen, dat het publiek ongeneigd was op nieuwe
uitgiften in te teekenen, zoodat de president
directeur in 1885 door de maatschappij ge
machtigd werd bij de regeering aan te houden
om de voor een leening met loten vereischte
machtiging. Toen was 'tdat de regeering
den ingenieur Rousseau uitnoodigde naar de
landengte te gaan om een onderzoek in loco
in te stellen, wat genoemde deskundige deed
en waarvan hij den 30en April 1886 rapport
uitbracht aan den toenmaligen minister van
openbare werken Baïhaut. Reeds zagen de
leiders der maatschappij in hoopvolle ver
wachting de indiening van het leeningsvoorstel
tegemoet, toen Fontane (algemeen secretaris)
een bezoek kreeg van Blondin (hoofdbeambte
van het „Crédit Lyonnais") die in zijn hoe
danigheid van vertrouwde van den titularis
van openbare werken, Baïhaut, namens dezen
één millioen kwam vragen als voorwaarde
voor de indiening van het leeningsvoorstel.
Na eenige pourparlers tusschen Fontane, De
Lesseps, Baïhaut en Blondin, werd vastgesteld,
dat de minister dadelijk 375000 francs zou
ontvangen, 250000 voor de aanneming door
den senaat en 375000 vóór de uitgifte, en
aan de eerste conditie werd voldaan tusschen
den 17en en den 21en Juni, terwijl aan de
verdere voorwaarden geen gevolg werd ge
geven, omdat de ongunstige stemming van
de kamer de administrateurs der maatschappij
deed besluiten hun leeningsplan te doen in
trekken. Gedurende de jaren 1886 en 1887
teekende het goedgeloovige publiek nog voor
300 millioen en in 1888 was er van het
milliard geen cent meer over
Toen moest er raad geschait worden en
het leeningsplan met loten kwam weder op
't appèlzoodal Ferdinand De Lesseps den
eersten Mei 1888 aan de kamer een wets-
te stellen. Ik wenschte dus mijne dochter voor
eenigen tijd mede naar de residentie te nemen,
totdat de omstandigheden zich hier weer wat
beter lieten aanzien."
In de gelaatstrekken van den jongen man was
een lichte beweging te bespeurenhij wierp een
snellen blik naar de denr, die naar de vertrek
ken zijner echtgenoote voerde, alsof hij wilde
raden, of die wensch soms van daar was uitge
gaan zijn antwoord klonk echter kalm en on
verschillig.
„Eugenie kan haar eigen zin doen. Als zij het
noodig vindt, zich te verwijderen dan geef ik
haar daartoe de volle vrijheid."
Windeg knikte tevreden met het hoofd. „Dan
vergezelt zij ons morgen daarheen Hoe lang die
atwezigheid zal duren hiermede kom ik op
een onderwerp, waarover het u, zoowel als mij,
geducht pijnlijk is te spreken ik behandel dit.
echter liever mondeling, te meer daar ik weet,
dat wij in de hoofdzaak hetzelfde wenschen."
't Was alsof Arthur van zijn stoel wilde op
springen; hij beheerschte zich echter en bleef
zitten
„O zoo? Heeft Eugenie u al het een en ander
medegedeeld
„Ja. Verwondert je dit? Aan haar vader kon
en moest zij toch wel in de eerste plaats haar
vertrouwen schenken."
De lippen van den jongen man beefden. „Ik
dacht, dat die zaak een geheim tusschen ons
beiden zou blijven, totdat de tijd van handelen
gekomen was; maar ik merk dat ik mij vergist heb."
„Waarom zoudt ge wachten met een eens ge
nomen besluit te volvoeren vroeg de baron
bedaard. „Het oogenblik daartoe is nu bijzonder
gunstig. De gisting, die thans onder het werk
volk heerscht, doet ons het beste en natuurlijkste
voorwendsel aan de hand, om mijne dochter van
hier te verwijderen. Dat deze verwijdering niet
tijdelijk, maar duurzaam zal zijn, behoeft de we
reld vooreerst nog niet te weten. Nu, terwijl het
zomer is en ieder de residentie verlaat, kunnen
de voorbereidende maatregelen het meest onge
merkt genomen worden. Als men nu eens niet
vermijden kan, opzien te verwekken, is het altijd
verkieslijk met een fait accompli voor den dag
te komendit doet het gebabbel gewoonlijk het
schielijkst verstommen."
Er ontstond een korte pauze. Weer wendde
Arthur de oogen, ditmaal met een onbegrijpelijke
voorstel voorlegde om machtiging te verkrij
gen tot een uitgifte van 600 millioen. De
maatschappij was nu wijzer geworden door
de ondervinding zij kende de macht van 't
geld en zij wilde die macht om 't kromme
recht en 't rechte krom te maken, beproeven
op de commissie, belast met de behandeling
van het voorstel. De toeleg gelukte boven
verwachting27 Maart waren 6 commissie
leden tegen het leeningsplan en 5 er voor en
21 April was 't precies andersom; toen werd
het ongunstige rapport verworpen met 6 tegen
5 stemmen Sans Leroyeen der leden
was door Arton met behulp van 20u000 francs
van verwoed tegenstander in ijverig voor
stander omgegoocheld Met het oog op de
stemming in kamer en senaat, was baron De
Reinach door De Lesseps en Fontane de
taak ophedragen om voor rekening der maat
schappij de stem te verwerven van zoovele
volksvertegenwoordigers als hij zou noodig
en nuttig oordeelen. Zoo kreeg de senator
Béral voor zijn stem en een schoon betoog
een wissel van 40000 francs; De la Faucon
nerie (afgevaardigde) voor zijn stem 25000 fr.
Gobron en Antonin Proust (afgevaardigde)
elk 20000 eti 't heugelijk resultaat was goed
keuring der leeningsuiigifte den 8 Juni 1888.
In 1892 werd een gerechtelijk onderzoek
in de Panama zaak geopend en toen bleek
reeds dadelijkdat er enorme geldsommen
waren gestort, zonder dat er in de boeken
verantwoording van gedaan was. Wat verder
al zoo gebleken is, ligt ons allen nog versch
in 't geheugen alsook dat de rechter van
instructie, Franqueville, den 7 Februari 11. het
meergenoemde tiental naar het hof van assises
verwees, op grond van de misdrijven, die uit
bovenstaande toelichting genoegzaam blijken.
Na de gewone formaliteiten is de gansche
eerste zitting, Woensdag, in beslag genomen
door de ondervraging van Charles De Lesseps,
wiens antwoorden gedurende de vier achter
eenvolgende uren eigenlijk weinig nieuws aan
't licht hebben gebracht en tot geen enkel
uitdrukking, naar de deur van de vertrekken
zijner vrouw; vervolgens vestigde hij ze langzaam
op haar vader.
„Ging de wensch, om deze zaak te bespoedigen,
van Eugenie zelve uit?"
De baron achtte liet noodig, ditmaal de waar
heid te verzwijgen; in elk geval bereikte hij eer
zijn doel hiermede en was Eugenie hem dankbaar
daarvoor.
„Ik spreek in naam mijner dochter," verklaarde
hij op stelligen toon.
Arthur hief zich plotseling op en dit wel zoo
schielijk dat zijn fauteuil achteruitvloog. „Ik
stem in alles toe, baron van Windeg, in alles! Ik
meende uwe dochter mijne gronden te hebben
medegedeeld waarom ik nog eenig uitstel ver
langde voornamelijk met het oog op hare be
langen had ik haar dit voorgesteld; de mijnen
kwamen hierbij niet in aanmerking. Als zij niet
temin een spoedige beslissing wenscht het zij
zoo!"
Daar was zulk een wonderlijke klank in zijn
stem, dat Koenraad, die, hoewel hem geen letter
greep van het gesprek ontging, nog altijd schijn
baar met gronte belangstelling naar het terras
stond te turen, zich eensklaps omkeerde en zijn
zwager verbaasd aanzag. Ook Windeg scheen
min of meer bevreemd op te zien; er bestond toch
waarlijk geen reden om boos te worden, als men
een voor beide partijen even lastigen dwang iets
vroeger wilde opheffen.
„Gij stemt dus van uw kant ook in een schei
ding toe?" vroeg hij eenigszins weifelend.
Volkomen!"
De baron haalde diep adem. Dus had Eugenie
toch gelijk gehad met hare onderstelling, dat haar
echtgenoot geer: bezwaren hiertegen zouinbrengen!
Wat nu nog te onderhandelen bleef, zou volstrekt
geen moeilijkheid meer opleveren, meende hij.
„Ik ben je zeer verplicht voor je tegemoetko
ming," zeide hij beleefd- „het zal dien pijnlijken
stap gewis voor beide partijen verlichten. Nu
blijft er nog één punt over, dat, wel is waar, in
volstrekt geenp betrekking hiermede staat, maar
dat toch geregeld moet worden. Je vader," een
donkere gloed steeg den majoraatsheer bij deze
herinnering naar het voorhoofd, „je vader heeft
de goedheid gehad, eenige verplichtingen voor mij
af te doen, waarvan ik mij destijds niet kon kwij
ten. Thans ber. ik hiertoe in staat en haast mii
dus
incident hebben geleid. De Lesseps laat alles
wat hem als poging tot omkoop wordt ten
laste gelegd, voorkomen als afpersing van de
zijde van Herz, Baïhaut, Reinach e. a. en de
rol, die Clémenceau. De Freycinet, Floquet
en Ranc toegedicht is vis a vis De Reinach,
Herz en De Lesseps is door dezen laatste
bevestigd een optreden dat De Reinach
vijf millioen opbracht. Ook dat aan Floquet
een som van 300.00U francs is verstrekt voor
verkiezingsdoeleinden, heeft De Lesseps be
vestigd wiens ondervraging gevolgd is door
de ondervraging van Fontaue Blondin en
Baïhaut.
iif
De Duitsche Rijksdag bracht Woensdag de
beraadslagingen over de begrooting van
Marine ten einde en vereenigde zich met het
besluit der commissie, die de credieten voor
zes nieuwe schepen, twee droge dokken en
voor een grooten voorraad nieuw materieel
geschrapt had.
En zulks ondanks de persoonlijke tusschen-
komst in het debat van Von Caprivi met de
verklaring, dat het bestaan des Rijks gevaar
liep, wanneer Duitschlaud's kusten door
pantserschepen, kruisers en torpedo's niet
blokkade-vrij kunnen gehouden worden.
Slechts de conservatieven en een deel der
nationaal - liberalen steunden de regeering.
Weinig belovende voor de legerwet
De jongste agrarische manifestatien hebben
in de regeeringskringen toch zooveel indruk
gemaakt, dat heden verkondigd wordt, dat
reeds in de tegenwoordige zitting van den
Pruisischen Landdag, in weerwil dat deze
reeds met zooveel wetgevenden arbeid over
laden is, nog een wetsontwerp betreffende de
oprichting van kamers van landbouw, in den
geest van de kamers van koophandel, inge
diend zal worden.
Tot nu toe hebben de agrariërs te vergeéfs
zulke kamers ter behartiging hunner belangen,
gelijk de handel en nijverheid reeds lang
bezitten, verlangd.
Hij zweeg, daar Arthur hem plotseling een
doordringenden blik toewierp, die hem weerhield
voort te gaan.
„Zouden we dit punt niet liever laten rusten?
Wat mij betreft, zoo verzoek ik dit dringend."
„1-Iet kon blijven rusten, zoolang de betrekking
tusschen ons bestond/ antwoordde Windeg ernstig-
„niet wanneer deze wordt opgeheven. Gij zult
mij toch niet willen dwingen, je schuldenaar te
blijven?"
„Van een gewone schuld is hier geen sprake.
Mijn vader kwam eigenlijk slechts voor zijn eigen
pretenties op en al de documenten, die op die
zaak betrekking hadden, werden, zooveel ik weet,
vernietigd, toen hier verving een oogenblik-
ltelijke opwelling van toorn zijn gedwongen kalm
te „toen gij den prijs daarvoor hadt betaald."
De bnron hief zich beleedigd op. „Destijds werd
de verbintenis gesloten, in de eerste plaats op ver
langen van den heer Berkow; thans zal zij ont
bonden worden, voornamelijk op ons verlangen.
Het geval is dus juist .omgekeerd
„Is het dan volstrekt noodzakelijk, dat wij ook
bij de scheiding koophandel drijven?" viel Arthur
hem schamper in de rede. „Ik hoop, dat men
mij en mijne vrouw niet ten tweeden male tot
handelsartikels zal vernederen. Eens was reeds
meer dan genoeg,"
De baron- begreep den zin dezer woorden ge
heel verkeerd, en evenmin begreep hij het gevoel,
dat ze Arthur in den mond legde; hij nam zijn
meest aristocratisch voorkomen aan. „Wees zoo
goed, u te herinneren, mijnheer Berkow, dat de
uitdrukkingen „koophandel drijven," en „handels
artikels," die gij gelieft te gebruiken, alleen op
een der beide partijen betrekking hebben op
ons zijn zij niet van toepassing."
Arthur deed een schrede achteruit, maar zijn
gansche houding was zoo trotsch en ongenaakbaar,
als de majoraatsheer tegenover hem nauwelijks'
vermocht aan te nemen.
„Ik weet nu, hoe dit huwelijk tot stand kwam,
en ik weet ook, hoe de pretenties waren ontstaan,'
die u dwongen uwe toestemming daartoe te geven.
Het zal u dus niet vreemd voorkomen, als ik u
verzoek met geen enkel woord meer van die
schuld te reppen. Ik eisch van u, mijnheer Win
deg, dat ge den zoon niet dwingt, over de nage
dachtenis zijns vaders te blozen."
Wordt vervolgd.