BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Engeland. Duitsehland. Italië. Amerika. op clek." Balfour, die eerst Maandag morgen uit Dublin terugkeerde, waar hij heeft geijverd tegen home-rule evenals te Belfast, was op zijn post zoowel als de premier, voor wien 't nu een strijd gaat worden op leven en dood. Reeds wordt aangekondigd, dat Balfour, den ex-staatssecretaris van Ierland, rekenschap zal worden gevraagd van zijn oproerige uit latingen te Belfastwat natuurlijk allicht aanleiding kan geven tot incidenten. 't Is eigenaardig waar te nemen hoe de Duitsche regeering met .Caprivi aan 't hoofd evenzeer schijnt vast te houden aan den oor- spronkelijken tekst van de legerwet, zonder ook maar te dulden dat er een tittel of jota aan worde toegevoegd of afgenomen, als de verschillende fractien van den rijksdag blijven liopen op tegemoetkomingen van regeerings- wege. En beide partijen nemen voor waarheid aan wat zij gaarne wenschen de gezindheid der tegenpartij om toe te geven. In Servie blijft 't alles onveranderd de radicalen volharden bij hun weigering om in de Skupchtina te komen en eveneens om hun mandaat neer te leggen en de liberalen gaan er kalmweg mee voort verkiezingen van radicalen ongeldig te verklaren In Armenie verergert de toestand voort durend; dagelijks hebben er arrestatien plaats en ongeveer tweeduizend Armeniërs zuchten reeds in de gevangenissen. De rondgeseinde zoogenaamde amnestie van den sultan be- teekent alleen de vrijlating van eenige onschuldig gekerkerden. Uit Bombay wordt van 7 dezer gemeld, dat, volgens bericht uit Lahore aan de Civil and military Gazette, eene botsing tusschen Russen en Afghanen ophanden zou zijn, en wel ten gevolge van de door het Russische garnizoen te Marghabi tot de Afghanen te Kilapensah gerichte scrr. r.atie om zich over te geven. Uit Kairo wordt aan de Times gemeld dat de politieke toestand onveranderd blijft; hervormingen, door de Engelsche regeering voorgestaan, blijven onuitgevoerd, terwijl de reeds tot stand gebrachte gevaar loopen ten gevolge van de aanhoudende anti-Europee- sche woelingen, welke het ministerie aan moedigt. Volgens een telegram uit Valparaiso aan de Herald heeft het volk te Santiago de openbare gebouwen aangevallen, maar is het teruggeslagen. Dientengevolge is de staat van beleg afgekondigd in de provinciën Santiago, Valparaiso en Aconcagua. Het ontslag van kabinet is nog niet aangenomen. ülll Te Brussel hebben Zondag weer eens socialisten met roode vlaggen door de straten geloopen en „leve het algemeen stemrecht!" geschreeuwd tegen de troepen, die naar de parade gingen (de koning was jarig) wat eenige verwarring teweegbracht. Een werk man, die kreten aanhief beleedigend voor den koning, werd aangehouden. BERGEN, (Mons), 10 April. In eene te Quaregnon gehouden groote meeting, welke werd bijgewoond door 4000 a 5000 mijnwer- te nemen? Maar Windeg nam zich niettemin voor, de scheiding ondanks alles door te drijven. De zaak was nu eens op touw gezet; de rechter had alles reeds in handen en Eugenie zou en moest tot rede worden gebracht. Hij, de baron, wilde wel eens zien, of hij zijn vaderlijke auto riteit niet meer kon laten gelden, al schenen twee zijner kinderen hier trof een verplette rende blik den armen Koenraad, die voorshands alleen tegenwoordig was deze ten eenenmale te minachten. Koenraad liet den gansehen storm allengs uit woeden, zonder een enkel woord te zijner ver dediging aan te voeren; hij wist bij ondervinding, dat dit het beste middel was. Met gebogen hoofd en neergeslagen oogen scheen hij inderdaad hartgrondig berouw te gevoelen over zijn licht zinnige mededeelingen en het onheil, dat hij hierdoor had aangericht. Toen de baron echter, Dog buiten zichzelf van drift, het salon verliet, om over die „alleronaangenaamste geschiedenis" in zijne eigen vertrekken verder te mokken, sprong de jonge officier plotseling op, terwijl de overmoedige uitdrukking van zijn prettig gezicht en lachende oogen voldoende bewees, dat de vaderlijke toorn hem vrij onverschillig had ge laten. «Morgen vroeg is Eugenie bij haar man! zeide hij tot zijn beide broeders, die hem thans met vragen bestormden. „En laat papa het dan maar beproeven, met zijn vaderlijke autoriteit en gerechtelijke bemoeiingen daartusschen te ko men Arthur zal zijn vrouw wel stevig vast houden, als hij naar eerst weet, dat zij. wezen lijk zijn vrouw wil zijn; tot hiertoe wist hij dat nog niet. "VVat ons betreft en dit zeggende, wierp Koenraad een eenigszins bezorgden blik naar de deur, waarachter zijn vader was ver dwenen «wij zuilen nog wel acht dagen lang een storm moeten trotseeren, en de ergste zal nog wel aankomen, als papa begint te merken, hoe de zaken eigenlijk tusschen hen beiden staan, en dat er van iets geheel anders sprake is, dan alleen van geweten en plichtsbetrachting; maar daarentegen zal Arthur zich nu in zonne schijn koesteren en zoo, met Eugenie aan zijne zijde, zal hij er zich wel dourslaan. Van dat scheidingsproces zijn we nu, Goddank, ontslagen, zoowel als van den omhaal, die er bij behoort en wie nu nog een woord ten nadeele van kers, is besloten dat morgen de werkstaking zou aanvangen in het geheele bekken van de Borinage; zulks in weerwil vau de pogingen van den patroon Roger, die de aanwezigen smeekte de uitvoering van het besluit nog enkele dagen uit te stellen, in afwachting van het instellen eener constituante voor de grond wetsherziening. Met bijna algemeene stemmen is het besluit tot eene werkstaking genomen, waarop de ellendige toestand der mijnwerkers in deze streek zeer zeker van invloed is ge weest. BRUSSEL. 11 April. De zitting der kamer was buitengewoon levendig. Na de opening verklaarde de minister van binnenlandsche zaken, de heer De Burlet, in naam der re geering, dat zij het voorstel omtrent de regeling der kiesbevoegdheid naar het woningstelsel handhaaft en zich, subsidiair, vereenigt met de door den heer de Smet-De Naeyer c. s. voorgestelde voorloopige regeling. Met het voorstel de Kerchove kon de regeering niet medegaan. Harerzijds verklaarde de uiterste linkerzijde te handhaven het voorstel Janson, lot invoe ring van algemeen kiesrecht. De voorzitter las vervolgens alle voorstellen betreffende de kiesrechtregeling, ten getale van 14, voor, waarna te midden eener le vendige agitatie met de stemming werd be gonnen. Het voorstel Janson, algemeen kiesrecht met den leeftijd van 21 jaar (de burgerlijke meerderjarigheid) werd verworpen met 115 tegen 26 stemmen, buiten stemming bleven 3 leden. Achtereenvolgens verwierp de kamer de verschillende kiesrechtvoorstellen, waarna de zitting tot morgen werd verdaagd. Het algemeen gevoelen is, dat men zich ten slotte vereenigen zal op een gemengd stelsel met meervoudig stemrecht. Verscheidene groepen schaarden zich, de Marseillaise zingende bij de toegangen tot de kamer. Toen men vernam dat het voor stel van Janson verworpen was, ontstond er eenige opschudding. De politie trok van leer en verdreef de manifesteerenden. Er hadden verscheidene arrestaties plaats. De Indépendance meldt dat 2000 mijn werkers te Flenu in het kolenbekken van Bergen den arbeid heden ochtend hebben gestaakt. Men verwacht van deze werkstaking een groote uitbreiding. De algemeene bond der werkmanspartij, in vollen getalle vergaderd, heeft eene algemeene en onverwijlde werkstaking gedecreteerd. BERGEN in Heneg., 11 April. In al de kolenmijnen van de Borinage, behalve die van Frameries en Dour, is werkstaking uit gebroken. De minister van justitie bestudeert thans het dossier van Turpin, den uitvinder van het melinietdie sedert twee jaar gevangen zit te Etampes, waar ook Baïhaut zich bevindt. F.r is ernstig sprake van de invrijheidstelling van Turpin, die in de gevangenis hard ge werkt en naar het schijnt, een nieuwe en belangrijke uitvinding gedaan heeft. Men verzekertdat het besluit, om den gevang ?ne gratie te verleenen, Donderdag zal geteekend worden. In Dahomey zijn de Franschen al weer een paar maal met de inboorlingen slaags geweest. Na de regentijd verwacht men een krachtig optreden der Franschen en eene beslissing. Begin Mei wordt generaal Dodds in Frankrijk verwacht. mijn zwager durft zeggen, die krijgt met mij te doen Het was nog vroeg in den voormiddag van den volgenden dag, toen de postwagen, die juist den weg van M. naar de Berkowsche bezittingen had afgelegd, bij den ingang van het dal stil hield waar de bergwerken lagen, waarvan men de eerste huizen reeds op eenigen alstand voor zich zag. «Doe het niet, mevrouw, zeide de koetsier, terwijl hij zich achteroverboog en het woord tot iemand in den wagen richtte. „Keer liever weer met mij om, zooals ik u al op de laatste pleister- plaatst voorstelde. Daar zeiden zij het ook al, en van den boer, die ons zoo even tegenkwam, heb ik 't ook gehoord. Van daag zal 't daar ginds op de bergwerken moord en doodslag geven; uit al de dorpen zijn de arbeiders voor dagen dauw komen aanrukken en nu verwacht men een kloppartij van belang. Ik kan u met den besten wil van de wereld niet naar het Huis brengen; de paarden en wagen zou ik er bij kunnen in schieten. Als ze daar ginds eens aan het muiten zijn, ontzien ze vriend noch vijand. Ge zult toch niet juist van daag daarheen moeten; wacht lie ver tot morgen," De jonge dame, die geheel alleen in den wagen zat, antwoordde niet, maar opende het portieren steeg uit. „Ik kan niet wachten," zeide zij ernstig, „maar ik wil u en het rijtuig ook niet in gevaar brengen. Dat kwartier afstands zal ik wel te voet afleggen. Keer maar om." De postiljon bracht nog eens allerlei bedenkin gen in het midden. Het kwam hem vrij zonder ling voor, dat de vreemde, aanzienlijke dame, die hem met een buitengewoon groote fooi had aan gespoord, om toch zoo schielijk mogelijk te rijden, zich nu alleen te midden van al dat tumult zou begeven; maar zijne waarschuwingen hadden geen ander gevolg dan een ongeduldig, afwijzend ge baar, zoodat hij eindelijk schouderophalend en alleen tot den terugtocht moest besluiten. Eugenie had een voetpad betreden, dat, zonder over de bergwerken zelf te leiden, over de wei landen naar den ingang van het park voerde en dat hoogst waarschijnlijk nog veilig te begaan was. Desnoods kon zij b:j de in deze richting Uit het Tonkinsche is bericht ontvangen dat de Franschen het eiland Kohne aan de Mekong bezet hebben, hoogstwaarschijnlijk met het oog op de zeeroovers. De ongeregeldheden herhaalden zich te Huil, toen de door den Reedersbond aldaar gezonden bemanning voor Wilson's stoom schip Montebello daar aankwam. De werk stakers belegerden het spoorwegstation, alwaar de gewapende macht hen moest uiteenjagen. Honderden liepen de rijtuigen na, waarin de bedoelde bemanning door de stad reed schreeuwend en met steenen gooiend, waar door vele winkelruiten verbrijzeld en agenten verwond werden. De steenworpen vernielden mede de vensters van het rijtuig, waarin de magistraat gezeten was, gereed om desnoods de Riot Act te doen aflezen. De aangewor ven bemanning werd eindelijk veilig op de Montebello ingescheept, terwijl Wilson's stoom boot Romeo Zondag eene Liverpoolsche be manning ontving. De Hullscke overheid ver wachtte Maandag nog grootere ongeregeld heden, weshalve ook de admiraliteit het ge raden vond eenige kanonneerbooten naar Huil te zenden, tot zoo noodige samenwerking met de politie aan den wal. Tot dusverre blijft de werkstaking te Huil geconcentreerd. Tillett, die ook te Grimsby ging opruien schijnt daar alsnog weinig aanmoediging te hebben gevonden. Desondanks blijven de werkstakers pal staan, ook blijkens de Zondag gehouden meeting, in welke Tillett de stad Huil het „Nieuw Waterloo" der arbeidersbe weging dooptealwaar binnen de eerstvol gende decade het lot der Britsche ambachts bonden zal worden beslist. De aanvoerders der werkstakers, die thans den Machinisten- bond aan hunne zijde hebben, waarvan de leden bevel kregen alle geboycotten stoomers te verlaten, confereerden Zaterdag heimelijk met den secretaris van den spoorwegwerkers- bond. Laatstgenoemde beloofde geldelijken steun aan de werkstakerskas, maar verklaarde, zonder nader overleg met het bondsbestuur niet te kunnen toezeggen dat zijne bondsleden zullen weigeren goederen en passagiers voor de geboycotte stoomers over te brengen. In- tusschen verklaart de Reedersbond aldaar den strijd te Huil kalm en zeker van de overwinningaan te zien, mits zijne man schappen behoorlijk beschermd worden. Even min beweert de Reedersbond alsdan eenen gelijktijdigen strijd in de groote havens des rijks te duchten. Bovendien zijn de vrachten dermate gezonken dat de meeste reeders zelfs eenigen stilstand der scheepvaart, trou wens op kosten van den bond, niet zouden bejammeren; terwijl aan den anderen kant de markt van dokwerkers en matrozen zoozeer is overvoerd, dat de Noordduitsche Lloyd binnen een etmaal vierhon !erd Londensche aanbiedingen ontving om 150 manschappen te vervangendie op hare mailbooten te Hamburg het werk staakten. PONTYPRIDD, 11 April. Heden namid dag brak er een brand uit in de machine-zaal der Great-Western kolenmijn nabij deze stad. Bij gevolg kunnen de 300 zich in de mijn bevindende arbeiders er niet uit. Tot dusver werden er vijf dooden gevonden. Het lot der andereu is onbekend. D schacht staat in vlam. Aan 70 man is het gelukt uit de schacht te komen, hoewel in eenen toestand van groote uitputting. Minstens 70 andere zijn er nog in de diepte. liggende woningen der beambten beschermingen geleide vinden. Hoe onontbeerlijk beide waren, had zij voorwaar niet vermoed, toen zij de in geving van het oogenblik volgend, geheel alleen de reis en den rit herwaarts ondernam, en ook thans kende zij nog niet den omvang van het gevaarwaaraan zij zich op dezen tocht bloot stelde. De mogelijkheid van eenig gevaar was het echter niet, aie dien verhoogden blos op hare wangen, dat onrustig flikkeren in hare oogen te voorschijn riep en haar de borst als toeschroefde, zoodat zij soms even moest blijven staan, om adem te scheppen: het was de vrees voor de be slissing. De zware, benauwde droom, die haar had bevangen, toen zij het huis van haar echtge noot verliet, had niet van haar willen wijken, zoolang zij van hem gescheiden was geweest. Noch haar vaderlijk huis en de liefde harer bloedver wantennoch al de stemmen, die haar van een nieuw leven en een nieuw geluk hadden gespro ken, konden haar hieruit doen ontwaken; de droom was gebleven met zijn doffe smart en onbestemd verlangen. Nu eindelijk zou het ontwaken komen en alle gedachten, alle gewaarwordingen der jonge vrouw kwamen in hoofdzaak op deze ééne vraag neer: „Hoe zal hij mij ontvangen?" Zij had juist een klein, afzonderlijk gelegen huis bereikt, dat de uiterste grens der bergwer ken vormde, toen zij iemand van dien kant snel op zich zag afkomen, die zoodra hij haar her kende, zichtbaar scheen te ontstellen. „Mevrouw BerkowIn 's hemels naam, hoe komt gij hier en dat juist vandaag?" „O, zijt gij daar, opzichter Hartman!" zeide Eu genie, hem te gemoet tredend. „Goddank, dat ik u juist ontmoet! Ik hoor, dat er onlusten onder de mijnwerkers zijn uitgebroken. Ik heb het rij tuig daar ginds gelaten, omdat de koetsier zich niet verder durfde wagen, en wil nu te voet naar huis gaan." De opzichter maakte een driftig, afwerend ge baar. „Dat kunt ge niet, mevrouw; dat is voor het oogenblik onmogelijk. Misschien morgen, misschien van avond, maar nu niet." „Waarom niet?" vroeg Eugenie verbleekend. „Wordt ons huis dan bedreigd? Mijn echtgenoot „Neen, neen, mijnheer Berkow geldt net heden niet; hij is thuis met de beambten. Ditmaal is het onder onszelf uitgebroken. Een deel van de arbeiders heeft van morgen het werk weer willen Een merkwaardig vonnis der Berlijnsche rechtbank in eene drukpers-aangelegenheid is de vrijspraak van den bekenden publicist Maximiliaan Harden (Apostata), die wegens majesteitsbeleediging was aangeklaagd wegens een artikel in het weekblad Die Zukunft over „vorstenopvoeding". Daarin had hij eene parallel trekkend tusschen 1792 en 1892 koning Lodewijk XVI met zeker ander ge kroond hoofd vergeleken, en wegens „belee- digende toespelingen op keizer Wilhelm" eischte het openbaar ministerie nu 4 maan den gevangenisstraf. liet kreeg ze niet en mocht willen, dat het ze niet gevraagd had ook. Want de over wegingen van het vonnis zijn in hare onver- biddellijke logica veel erger dan het heele artikel van Harden. Het huldigen van de waarheid tegenover een vorst dus luidt het in deze uitspraak kan mits het in geen straibaren vorm geschiede, dikwijls het beste bewijs wezen van .waren eerbied, vooral in het gegeven geval, dat het artikel in quaestie over het geheel getuigde van monarchale gevoelens. En wan neer de schrijver dan ook aantoont, dat de vorst op den troon zichzelven eerst opvoeden moet, dan kan dit niet anders dan als een onbetwistbare waarheid erkend worden. Men ziet: de rechters van den ouden tijd zijn nog in de Duitsche hoofdstad. Zoo gaat het meer met vervolgingen in deze dingen. Men komt om iets te laten casseeren, en het wordt geregistreerd! In het dorp Klednitz, bij Ratibor, is het tusschen boeren en soldaten van het garnizoen te Cosel tot een treffen gekomen. De soldaten deden eenen aanval met de bajonet, de boeren gingen met zeisen en hooivorken te werk, Tien soldaten zijn gewond, twee doodelijk; de boeren kregen 9 gewonden. Graaf Schuwaloff spant al zijn krachten in om een handelsverdrag tusschen Rusland en Duitsehland te doen sluiten, en schijnt daarin inderdaad gesteund te worden door den grootvorst troonopvolger. In een zeer stormachtige anti-semietische bijeenkomst, heeft ds. Stöcker Zaterdag een uiterst heftige rede gehouden tegen Ahlwardt en diens aanhangers, die hij met den liefe lijken naam van krankzinnigen bestempelde, waarmede hij niets te doen wilde hebben. Hij wierp voorts alle verantwoordelijkheid voor de anti-semietische buitensporigheden veroorzaakt door Ahlwardt's optreden, van zich af. In Palermo is bij den ingang van de wo ning van den burgemeester Zaterdagnacht een bom gevonden met een brandende lont, die door een politieagent nog bijtijds kon uitge doofd worden. Zeven bekende anarchisten zijn gevangen genomen. Volgens bericht uit New York zijn de sa vanna's en bosschen van de staten Nebraska, Dacotah, Ohio en Kentucky door brand ver nield. De aangerichte schade is aanzienlijk. Verscheidene boerderijen zijn verwoest en het is slechts aan het toeval te danken, dat ver scheidene steden verschoond zijn gebleven door het alles verwoestende vuur. Eene groote werkstaking is op de ter reinen der tentoonstelling te Chicago ontstaan, tengevolge van een bevel van het syndicaat opvatten en mijn zoon een smartelijke uit drukking vertoonde zich op het gelaat van den ouden man, „nu, gij weet wel, hoe de zaken hier staan Ulrich is daarover woedend driftig ge worden. Hij en zijn partij hebben het werkvolk met geweld teruggedreven en houden nu de mijnen bezet. De anderen willen zich dit niet laten welgevallen en scholen ook samen; al de berg werken zijn in oproer, de eene kameraad staat als vijand tegenover den ander. Goede God, wat zullen we nog beleven!" De opzichter wrong de handen. De jonge vrouw hoorde nu van verre een woest rumoer en getier, dat ondanks den afstand duidelijk tot haar door drong. „Ik had plan de bergwerken te vermijden antwoordde Eugenie. „Ik wilde over de weide het park zien te bereiken en van daar „Om 's hemels wil, ga dien kant niet uit!" viel de oude man haar in de rede. „Daar is Ulrich juist met zijn geheelen aanhang; ze beraadslagen op de weide. Ik wilde er juist heengaan en hem nog eens sraeeken toch eindelijk naar rede te luisteren en ten minste de mijnen weer vrij te laten; hij verzet zich nu immers tegen zijn eigen vleeschen bloedmaar hij hoort en ziet niets meer in zijn drift en opgewondenheid. Neen, dien weg niet, mevrouw. Die is de ergste." „Ik moet naar ons huis!" verklaarde Eugenie vastberaden, „het koste wat het wil, ik moet er heen! Ga met mij mede, Hartman, tot aan de woningen der beambten! In het ergste geval blijf ik daar, totdat de weg weer veilig is, en met u zal ik toch niet voor een gewelddadige aan randing behoeven te vreezen." De oude man schudde bekommerd het hoofd. „Mijn bijzijn kan u niet helpen, mevrouw. Zooals zij vandaag man tegen man staan, ben ik zelf onder al dat getier nauwelijks van mijn leven zeker, en als ze u mochten herkennen, zou 't u weinig baten, of ik bij u ben. Voor het oogen blik is er maar één, die nog iets te zeggen heeft, dien zij nog eenigermate gehoorzamen, en dat is mijn Ulrich, maar hij draagt mijnheer Berkow een doodelijken haat toe en u niet minder, omdat gij zijne vrouw zijt. Goede hemel, daar komt hij aan!" viel hij zichzelf plotseling in de rede. „Er is weer iets vreeselijks gebeurd, dat zie ik aan zijn gezicht. Laat hij u niet zien, nu niet, ik smeek er u oml" (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 2