Nummer 33
Zondag 23 April 1893.
16e Jaargang.
Toegewijd aart Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Glück auf
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk,
Spanje.
Engeland.
De Echo van het Zuiden,
IVaalwpsche en Langstraalsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1.00.
Franco per posi door tiet geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukkeu, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regel» 0,60 daarboven 8 cent per regeJ
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De periode der evenementen, incidenten
en accidenten, is in België plotseling, als bij
tooverslag, te plotseling bijnagevolgd door
het tijdperk der beschouwingen over de din
gen die waren veel minder interressant
natuurlijk dan de eindelooze reeks korte
mededeelingen van botsingen hier en geweld
plegingen daar. Verrassend voor elkeen, die
met België en de Belgen alsmede hun eigen
aardig karakter eenigszins vertrouwd is, was
't waar te nemen hoe de hervatting van den
arbeid èn in de hoofdstad des rijks èn in
de provincie bijna algemeen was, uitzondering
was 't, dat ondernemingen den arbeid nog
niet op volle kracht konden hervatten en dit
vroolijk stemmend resultaat van het votum
van Dinsdag, is nog heuglijker bijna dan de
aanneming van het voorstel-Nijssens zelf. De
pogingen van enkele individuen, wier levens
doel is het visschen in troebel water, om uit
de staking ter verkrijging van algemeen slem-
recht, te doen ontstaan een grève met ioons-
verhooging als hoofdmotief (in het bekken
van Charleroi wordt in die richting geijverd)
zullen wel op niets uitloopen. De zoogenaamde
»algemeene staking" had reeds geen onver
deeld enthousiasme kunnen verwerven in de
breede rij der arbeiders en nu er alle reden
is om den arbeid te hervatten en geen enkele
om bij den vrij willigen lediggang te volharden,
zal 't moeilijk gaan een beweging te wekken
in laatsgenoeuiden zin"zoodat inderdaad
gesproken kan worden van de stilte, die op
den storm is gevolgd en die wel zeer welda
dig, doch ook eenigzins vreemd aandoet, na
de beroering van vele dagen. Zoo kan men
eigenlijk toch aan alles wennen
We leven niet meer in een tijd toen men
uit alles wat er zoo in de wereld voorviel
leering wilde trekken, maar de beweging in
Belgie geeft toch wel te denken. Zoo is er
b.v. veel gesproken van een algemeene staking
en tenzij men het karakter der algemeenheid
beantwoord acht, wanneer tegelijkertijd in
eenzelfde land stakingen ontstaan, is geble
ken, opnieuw gebleken dat de idéé staking
van allen arbeid op een zelfde uur in een
geheel land, op 't oogenblik nog evenmin te
verwezenlijken is als vóór jaren alles is
VAN
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
49 coO—
Het was geen klacht, niet eens een moedelooze
verzuchting, die in deze woorden lag opgesloten,
alleen de diepe smart en bitterheid van een man,
die zich eindelijk aan den rand van den onder
gang ziet gebracht, waartegen hij met inspanning
van alle krachten, maar te vergeefs heeft gestre
den. Misschien had de jonge chef ook tot geen
ander op deze wijs gesproken; maar de hoofdin
genieur was de eenige, met wien hij in den laat-
sten tijd wat meer vertrouwd was geworden
omdat deze onder alle omstandigheden en gevaren
onwrikbaar aan zijne zijde was gebleven: hij was
ook de eenigedie soms iets anders van hem
hoorde, dan ae bevelen of aanmoedigingen, die de
andere beambten uit zijn mond vernamen.
„Een gedeelte van de arbeiders heeft het werk
toch weer willen opnemen/' hernam hij.
Arthur richtte zich schielijk op. „En juist dit
zal mij dwingen de overigen den oorlog te ver
klaren! Met Hartman is geen verzoening te tref
fen dat heb ik al eens beproefd, maar te ver
geefs!"
„Met wien Wat hebt ge beproefd, mijnheer
Berkow?" vroeg de beambte met zulk een ontsteld
gelaat, dat de jonge chef hem verwonderd aanzag.
„Een toenadering met Hartman. Niet officie!,
wel te verstaan! l)at had men ons als zwakheid
kunnen toerekenen. Het was bij gelegenheid,
toen ik hem eens toevallig alleen ontmoette, dat
jk hem nog eens de hand ter verzoening bood."
zijn gewoon gangetje gegaan, al ging 't dan
ook wellicht wat langzamer.
Eigenaardig en kenschetsend voor den
toestand in Belgie is het, dat de meeste
bladen commentaren leveren op de stemming
des volks zooals die was vóór het votum van
Dinsdag in vergelijking met nu, doch dat
niet nader op de door de kamer aangenomen
en door den senaat Dinsdag a. s. nader te
bekrachtigen stemrechtregeling wordt inge
gaan. En toch is dit wel de moeite waard,
doch men vindt 't belangwekkender te spreken
over de houding der regeering, over de
positie der meerderheid, over het eigenlijk
karakter van het votum, afgedwongen door
de omstandigheden en de ijzeren noodzake
lijkheid, terwijl toch zoo gemakkelijk dezelfde
concessien konden verleend zijn zonder het
prestige van de bewindvoerders en het par
lement in het minst te schaden. Het algemeen
stemrecht heeft zijn intrede gedaan in Belgie
onder min gunstige voorteekenen 't waren
de opstand en staking, die als booze feeën
over zijn wieg stonden
De kalmeering in Belgie en de stereotype
mededeelingen uit Servie, welke onverander
lijk spreken van rust en orde, doen weer
eens verder rondzien in Europa waar het in
de laatste dagen eigenlijk maar bitter weinig
veranderd is Engeland zit met zijn home-
rule planDuitschland staat besluiteloos
tegenover het militaire voorstel en in Frank
rijk is 't heilzaam kalm, doch het conflict
tusschen kamer en senaat, dat het kabinet
heeft ten val gebracht, is nog onopgelost en
dat moet toch de eerste taak der nieuwe
regeering zijn, wil 'zij zich ten minste eenigen
tijd aan het bewind handhaven.
Natuurlijk wordt er zoo voor als na deze
druk gesproken en geschreven over den toe
stand in Servie, over de plannen van de
leekjk aan den dijk gezette liberalen en over
het afgetreden bewind toegedichte misbruiken
op financieel gebied, maar dat alles is zóo
vaag of onbeduidend, dat men het noodig
oordeelde eens een sensatie-gerucht de wereld
in te zenden zoo iets van een moordaanslag
op den jongen koning.
Men deed 't en heette zelfs den aanslag
gelukt, doch wijselijk maakte zich niemand
druk over dat nieuwtje.
„Dat mocht ge niet doen!" barstte de ander
hartstochtelijk uit. „Uw hand aan dien man,
Mijn God! 't is waar, gij weet nog van niets."
„Mocht ik dat niet doen?" herhaalde Arthur!
min of meer gekrenkt. „Hoe bedoelt ge dat?
Wees niet bezorgd, dat ik mijne eer, zelfs bij zulke
gelegenheden, niet voldoende zal ophouden."
De hoofdingenieur had zich eenigszins van zijn
schrik hersteld. „Neem mij niet kwalijk, mijnheer
Berkow. Ik zou mij niet vermeten, een handeling
van mijn chef te beoordeelen; ik dacht alleen aan
den zoon, die geen vermoeden heeft van de ge
ruchten, welke met den dood zijns vaders in ver
band staan. Wij hadden elkander beloofd, hier
over tegen u te zwijgen; het geschiedde met de
beste bedoeling. Nu zie ik echter in, dat wij ver
keerd handelden, dat gij alles moet weten. Gij
wildet Hartman de hand geven, en dit, ik herhaal
het, dit mocht in der eeuwigheid niet!"
Arthur zag hem met starende oogen aan. De
kleur was eensklaps van zijn gelaat geweken;
zijne lippen beefden.
„Gij spreekt van Hartman en van den dood
mijns vaders? Bestaat er eenig verband hiertus-
scheii?"
„Ik vrees het, wij allen vreezen het. De on
deropzichter wordt algemeen verdacht, en dit niet
alleen door ons, maar ook door zijn kameraden."
„Van dat ongeval in den mijnput?" bracht Arthur
met moeite uit. Zou hij een weerlooze verra
derlijk hebben overvallen? Dat kan ik niet van
Hartman gelooven!"
„Hij haatte den afgestorvene," zeide de hoofd
ingenieur op veelbeteekenenden toon, „er. hij heeft
dien haat nooit onder stoelen of banken gestoken.
Mijnheer Berkow heelt misschien door een enkel
woord, door 't een of ander bevel zijn toorn gaande
gemaakt. Of de touwen nu werkelijk toevallig
gebroken zijn en hij van het oogenblikkelijb ge
vaar gebruik heeft gemaakt, om zichzelf te redden
en den ander in de diepte te storten, dan of alles
met- voorbedachten rade is geschied, hierover ligt
nog een dichte sluier uitgebreid; maar onschuldig
is hij niet, daar durf ik voor instaan.*
Over de militaire wet van Duitschland
wordt gediscussieerd en georeerd, doch heel
veel verder komt men niet: van 't Centrum
moet Caprivi 't hebben en zoo heeft dan
eerst het gerucht geloopen, dat de katholieke
partij 't met de regeering was eens geworden,
toet» vertelde men dat de regeering haar
goedkeuring zou hechten aan den terugkeer
der jezuieten, tot na eenige dagen gedebat-
teer alle verwachtingen de bodem werd
ingeslagen, doordien alles fantasie werd ge-
heeten. Toch schijnt er wel eenige kans te
zijn op een verschil van gevoelen in de
katholieke partij en daar de regeering met
een twintig stemmen van het Centrum zou
gered zijn, is er altijd nog hoop onder de
militaire grootheden.
De oproeping voor de wereldtentoonstelling
te Antwerpen is thans verzonden. Den Ben
Mei 1894 zal ze geopend worden en ze zal
minstens zes maanden duren. Het program
vermeldt 66 groepen. Het comité wendt zich
tot alle natiën en hoopt, dat ze in getal en
hoedanigheid der voortbrengselen zullen wed
ijveren. Het terrein is ongeveer 30 HA. groot
en het plan geeft meer dan 100000 M« over
dekte ruimte aan. De kosten moeten goed
gemaakt worden door de huurprijzen der
plaatsen. De regeering heeft verder goed
gekeurd, dat een loterij zal gehouden worden,
waarin voorwerpen, uitsluitend op de tentoon
stelling aangekocht, de prijzen zullen vormen.
Terwijl uit alle deelen des lands be
richten worden ontvangen, welke de hervat
ting van den arbeid constateeren ook door
hen, die Woensdag nog bij de staking vol
hardden, komen uit de Borinage zeer on
gunstige berichten. In dit mijndistrict is alleen
in de fabrieken en de kleine industrie de
arbeid hervat; de mijnwerkers ten getale van
25000 houden de algemeene staking vol
onder den eisch van loonsverhooging. Gisteren
nacht is aan de mijn Grisoeul te Pdturages
een misdadige aanslag gepleegd. Bij afwe
zigheid van den machinist werd de machine
in beweging gebracht; de lift werd totaal
Het was duidelijk, dat deze mededeeling den
jongen chef geweldig ontroerde; hij moest zich
aan de tafel vasthouden. „Het onderzoek heeft
immers aan het licht gebracht, dat het een onge
luk is geweest," hernam hij met trillende stem.
„Het onderzoek heeft niets aan het licht ge
bracht 1 Daarom onderstelde men, dat het een
ongeluk was geweest en liet alles als zoodanig
rusten. Niemand waagde het met een geregelde
aanklacht op Te treden; afdoende bewijzen waren
niet voorhanden, en allerlei botsingen met de
arbeiders zouden het gevolg zijn geweest, als
men naar aanleiding van aie verdenking hun
aanvoerder achter slot had gezet, dien men naar
alle waarschijnlijkheid weer in vrijheid had moe-
te stellen. Wij wisten, mijnheer Berkow, dat daar
de omstandigheden er nu toch eens toe leiden,
gij den strijd met dien vijand niet vermijden
kondt, en wilden u ten minste het bittere gevoel
besparen van te weten met wien gij streedt. Dit
was de reden van ons stilzwijgen."
Arthur streek zich met de hand over't klamme
voorhoofd. „Dat vermoedde ik nietDat niet! En
al is het niet meer dan een bloote verdenking
ge hebt groot gelijk, dien man mag ik de hand
niet bieden."
„En die man," viel de beambte hem met na
druk in de rede, „die man heeft aan de spits
zijner kameraden al het ongeluk over u en ons
gebracht; die man heeft den strijd zonder ophou
den aangestookt en verlengd, terwijl hij thans,
nu zijn macht aan het afnemen is, alle pogingen
in het werk stelt, om de breuk onheelbaar, de
verzoening onmogelijk te maken. Kunt en wilt
gij hem nu nog ontzien?".
„Hem Neen Met hem had ik al afgedaan,
toen hij mijne tegemoetkoming zoo ruw afwees,
maar ook ae anderen kan ik niet sparen na het
geen thans is voorgevallen; ze drijven mij tot
het uiterste. De tweehonderd man van heden
morfren willen werken en zij hebben recht op
bescherming van hun arbeid. De mijngroeven
moeten, het koste wat het wil, tegen allen over
last gevrijvaard worden; ik kan dit niet meer
vernield. De schade wordt begroot op 30000
francs.
Men vreest dat er tusschen de kamer en
den senaat geen vergelijk zal kunnen worden
getroffen in zake de belasting op de beurs-
operatien voor den 30en a.s., waarin men
voorziet dat er weder eene credietwet vooi
ééne maand zal moeten worden gemaakt.
Te Cadix zijn 10 anarchisten tot gevan
genisstraf van 6 maanden tot 8 jaar veroor
deeld.
In de omstreken der stad trachten tal van
anarchisten den haat der werklieden op te
wekken, door in overvloed portretten van den
terechtgestelden gezel Lumella te verbreiden.
De rechter van instructie heeft een ver
volging ingesteld tegen vier leden van den
gemeenteraad van Madrid, die reeds geschorst
zijn en heeft den senaat verlof gevraagd, den
vroegeren burgemeester van Madrid, Alberto
Bosch, te vervolgen. Andere personen zullen
bovendien vóór de rechtbank gedaagd worden.
De nieuwe burgemeester heeft bij de aan
vaarding zijner betrekking den toestand van
de gemeentefinancien doen opmaken. Er
was in kas een som van 769,552 peseta's
terwijl het passief 15 millioen bedraagt.
Gelijk verwacht werd heeft de bestuurs
vergadering van den reedersbond, te York
gehouden, het plan van vergelijk tot bijlegging
van het geschil te Huil aangenomen. De
leiders der werklieden aldaar verklaarden het
onaannemelijk. De reedersbond staat op de
handhaving eener geheel onafhankelijke ar-
beidsbeurs, alwaar de reeders manschappen
kunnen aannemen, die hun lijken, onverschillig
of zij tot eenen werkmansbond behooren.
Groote wrevel heerscht in dokwerkerskringen
door de houding van den sjouwersbond
waarvan het bestuurnaar de beslissing in
eene vergadering van sjouwers, besloot dat
de bond niet aan de algemeene werkstaking
zou mededoen. Volgens den secretaris van
den matrozenbond worden op dit oogenblik
°P "ij" ei£en gelegenheid doen, en dus
„Ed dus verwachten wij uwe bevelen mijn
heer Berkow." J
Er vplgde een pauze van eenige seconden, maar
de zichtbare tweestrijd in Arthur's wezenstrekken
week allengs voor de uitdrukking eener sombere
vastberadenheid.
„Ik zal naar M. schrijven. De brief vertrekt
heden t is onvermijdelijk!"
„Eindelijkzeide de hoofdingenieur op half
luiden toon. „'t Is ook meer dan tijd
Arthur begaf zich naar de schrijftafel. „Gathans
en zorg, dat de directeur en de andere heeren
op hunne posten blijven, die ik hen zoo straks,
terwijl ik op de bergwerken was, heb aange
wezen. Laat geen hunner van zijn plaats wijken,
tot dat ik zelf kom. Heden morgen zou iedere
poging, om het rumoer te doen bedaren, vruch
teloos zijn geweest; misschien is het nu moeeliik
Binnen een half uur ben ik bij u. Gebeurt er
ondertusschen iets bijzonders, dan zend mij hier
van terstond bericht."
Op het punt van zich te verwijderen, trad de
beambte nog eens zijn chef ter zijde. „Ik weet,
wat dit besluit u kost, mijnheer Berkow," zeide
hij ernstig, „en zeker telt geen onzer de zaak
licht; maar toch behoeft men nog niet altijd het
ergste te vreezen. Misschien loopt alles nog zonder
bloedvergieten af."
Toen de hoofdingenieur met een schielijken groet
het vertrek vertiet, had hij te veel haast en het
nootd veel te vol met andere zaken, om op de
jonge vrouw te letten, die zich bij zijne komst nog
verder achter de portière terugtrok. Zonder rechts
of links te zien, stapte hij met groote schreden
de aangrenzende kamer door en sloot de deur
achter zich. De beide echtgenooten waren alleen.
Arthur had bitter geglimlacht bij de laatste
woorden van zijn beambte, ,,'t Is te laat!" mom
pelde hij thans. „Ze zullen niet wijken, eer er
bloed is gevloeid ik moet oogsten, wat mijn
vader gezaaid heeft."
Wordt vervolgd.