Staatkundig overzicht.
-*
BUITENLAND.
Frankrijk.
Portugal.
Engeland.
Duitschland.
BINNENLAND.
de grenzen zeer eng Om veroordeeld te
kunnen worden iemand te hebben „opgelicht,"
moest men volgens den Code Pénal hem tot
afgifte van'geld of goed bewogen hebben
door een der volgende middelen: öf door het
gebruik van een valschen naam, óf door het
gebruik van eene valsche qualiteit, óf door
het aanwenden van „listige kunstgrepen"
(manoeuvres frauduleuses) waarmede men
valsche voorspiegelingen had aannemelijk ge
maakt; en de rechtspraak eischte voor het
aannemen van zulke listige kunstgrepen han
delingen daden dus, zoodat leugenachtige
woorden niet voldoende waren.
Het Nederlandsche wetboek heeft de gren
zen iets ruimer getrokken en gelijke beteeke-
nis toegekend aan eene opeenstapeling van
eenvoudige leugens, wat als „een samenweefsel
van verdichtsels» wordt aangeduid. Doch
hier is dan ook de grens. Een enkele leugen
is onvoldoende.
Het is duidelijk dat onder deze formulee
ring het bedrijf der zwendelaars in den regel
niet vallen kan. Vraagt men zich af, waar
door de meestal buitenslands gevestigd leve
ranciers tot het afzenden van hunne goederen
bewogen zijn, dan is het antwoord eenvoudig:
niet door namen of qualiteiten, of kunstgrepen
of saamgeweven verdichtsels, maar door de
hoop om zaken te doen met personen die
nu jaevenals ieder handelaar, tegenspoed
kunnen ondervinden, maar die tijdens hunne
bestelling eerlijke bedoelingen hebben. En
vraagt men zich nu af, wat, om die zwen
delaars te treffen, eigenlijk strafbaar moest
worden gestelddan is het antwoordin
zijnen eenvoudigsten vorm uitgedrukt dit
het bestellen van goederen, die men niet
voornemens is te betalen.
Zou dan misschien dit bedrijf als een
speciaal misdrijf van bedrog in het wetboek
kunnen worden opgenomen? Ten gunste van
zulk een denkbeeld mag worden opgemerkt
dat juist in den titel van „Bedrog» naast het
algemeene misdrijf van „oplichting" verschei
dene speciale bedriegerijen naar minder
strenge eischen zijn strafbaar gesteld: bijv.
bedriegerij in den aard van geleverde koop
waren, bedriegerij bij de emissie van fondsen,
bedriegerij bij assurantie e. z. m. Het op
nemen van een speciaal zwendelaarsdelict
zou dus in zoover niet vallen buiten het
systeem.
En nu dat bedrijf langs anderen weg niet
aan te vatten schijnt; nu het hoe langer zoo
brutaler wordt uitgeoefend, hoe langer zoo
verder om zich heen grijpt en in zijne ge
volgen hoe langer zoo noodlottiger wordt
verdient het denkbeeld o. i. alleszins over
weging, een artikel in de strafwet op te nemen,
van ongeveer dezen inhoud, dat hij die, met
het oogmerk om den prijs niet te voldoen
eenig goed koopt en door den verkoöper
doet leveren, gestraft zal worden, indien de
prijs niet ten verva'ldage is voldaan. Wil
men, om iedere niet bedoelde toepassing der
bepaling te verhoeden, de strafbaarstelling
alleen doen gelden voor hen,die van genoemde
handelingen eene gewoonte maken, dan ware
daarvoor wel iets te zeggen. Aan den anderen
kant echter zou door zoodanige beperking
een nieuwe weg voor ontduiking worden ge
opend.
Frankrijk in oorlog inct Siain.
Het algemeen onwaarschijnlijk geachte is
werkelijkheid geworden: tusschen de Fransche
republiek en het koninkrijk Siam is 't tot
een formeele breuk gekomen, nadat Siam
eerst nog een laatste poging had gedaan om
van het Fransche gouvernement een verlen
ging te verkrijgen voor de beantwoording
van het ultimatumwaarop in negatieven
zin is geantwoord en nadat toen 't door Siam
ingewilligde van het ultimatum, door Frank
rijk onvoldoende is geheeten. Over de onmid
dellijke gevolgen van Frankrijks weigering
om met Siam's aanbiedingen vrede te nemen,
is nog niets te zeggen, daar eerst Zondagmor
gen om elf uur het eerste gedeelte van het
antwoord, door den consul-generaal Pavie
aan zijn bewind overgeseind, Parijs bereikte.
Tot recht beprip van den staat van zaken
is 't noodig de door Frankrijk gestelde ei
schen in hun geheel mede te deelen, zooals
die officieel zijn gepubliceerd.
Geëischt werd: officieele erkenning van de
rechten van Annam en Cambodscha op den
linkeroever der Mekong en op de eilanden
ontruiming van de Siameesche bezettingen
aan den linkeroever der Mekong binnen een
maand; voldoening voor de incidenten, waar
van de Mekong het tooneel is geweest en
voor de aanvallen op de Fransche schepen
bij 't opvaren der rivier; bestraffing der schul
digen en financieele schadeloosstelling aan
de familie der slachtoffers; een schadeloos
stelling van twee millioen francs voor nadeel,
aan Fransche onderdanen berokkend: onmid
dellijke deponeering van drie millioen francs
als garantie voor de schadeloosstellingen of,
bij gebreke daarvan, als onderpand de in
komsten van de provinciën Battambar.g en
Angkor.
De moraal, die gelegen is in de fabel, welke
't recht aan de zijde van den sterkste stelt
heeft den op koloniën belusten mogendhe
den doorgaans tot richtsnoer gediend en men
zou dan ook Frankrijks optreden tegen Siam
van zuiver menschelijk standpunt scherp ver
oordeelen, als 't zoo geleidelijk weg niet tot
gewoonte was geworden tegen de zoogenaam
de barbaarsche of onbeschaafde volkeren op
te treden op een mannier dat, wanneer bei
de partijen een rang bekleedden onder de
geciviliseerde volkeren, een kreet van ontzet
ting zou gaan door gansch de wereld over
zulke een brutale,- ongehoorde en strafwaar
dige inbreuk op het volkenrecht, door den
overweldiger. Nu evenwel is een onbeschaalde
natie het slachtoffer van de hebzucht en de
geweldpleging en 't recht is natuurlijk
aan de zijde van den geciviliseerden-staat
hoewel die, ook namens de reeds onder zijn
protectoraat staanden, geen recht kan doen
gelden op het betwiste gebied van 95.000
vierk. mijlen en de schadeloosstelling voor
het grootste deel wordt geëischt voor een
optreden der Siameezen, uitgelokt door de
beschaafde mogendheid zelve. Gelukkig is er
voor de Europeesche natiën een dubbele
moraalwelke ten aanzien van de „barba
ren" 't zehde voor geoorloofd houdt, wat zij
tegenover zichzelven voer een schurken
streek zouden houden
Door de ongeregelde ontvangst van Pavie's
telegrammen, was 't moeilijk zich direct een
juist denkbeeld te vormen van 't verschil
tusschen de eischen der Groote Republiek
en de gezindheid der Siameezen in verband
daarmede. Zeker is dat Siam van eene for -
meele erkenning van de door Frankrijk voor
Annam en Cambodscha gemaakte aanspraken
op den linkeroever der Mekong, niet wil
weten, tot beneden den 18e breedtegraad wil
Siam Frankrijks rechten doen gelden, dat
daardoor zoo ongeveer de helft zou krijgen
van 't geen het heeft gevraagd; wat de scha
deloosstellingen en de garantie daarvoor aan
gaat, wil Siam Frankrijk in allen deele zijn
zin geven. Heel toevallig is Siam's antwoord
geheel conform aan de Engelsche zienswijze,
volgens hetwelk 48.000 mijl van het gebied,
door Frankrijk geëischt, wordt ingenomen
door een provincie, indertijd door Birma aan
Siam afgestaan, op voorwaarde, dat nimmer
een andere natie er bezit van krijgen. 'tZou
Engeland bijzonder verdrieten Frankrijk aan
den linkeroever van den Boven-Mekong
meester te zien, doch als de Siameezen met
deze wenschen rekening hebben gehouden
in de meening dat John Buil zich nu ook
wel tot inmenging verplicht zal achten, dan
hebben ze zich toch leelijk misrekend: En
geland heeft zich zelf de handen gebonden
en Siam zal 't lootje wel moeten leggen.
Woensdag 11. heeft kapitein Villiers de Sia
meezen beschoten en zich meester gemaakt
van drie forten en later nog van één, waar
bij 300 Siameezen 't leven lieten en 200
verwond werden, terwijl aan de zijde der
Franschen geen verliezen werden geleden.
Een telegram uit Bangkok van Maandag
luidtDaar de Fransche eischen omtrent het
linker-Mekonggebied niet duidelijk bepaald
zijn, heeft de Siameesche regeering op het
ultimatum toestemmend geantwoord voor zoo
ver het de eischen begrijptmaar Frankrijk
heeft het antwoord van Siam als eene wei
gering opgevat, en de Fransche minister
resident heeft de Fransche vlag van het
gezantschapsgebouw afgenomen en bericht
van zijn vertrek op Woensdag gégeven, eenen
loods verzoekende om hem aan boord te
brengen van de Fransche booten, welke aan
de monding van de Menamrivier liggen. Men
gelooft dat de blokkade zal doorgaan.
Volgens de Temps zal Frankrijk niet alleen
de kust van Siam blokkeeren maar eene
ernstige militaire operatie beginnen.
Zaterdagmorgen was 't weer de beurt van
den senaat van Frankrijk om de begrooting
voor 1894 onder handen te nemen (dat was
de tweede maal) en wel werd de begrooting
en bloc aangenomen, maar twee wijzigingen,
door de kamer voorgesteld, werden door den
senaat verworpen, terwijl de heeren, om der
kamer ter wille te zijn, die beide punten
wilden scheiden van het budget. Toen de
kamer voor de derde maal de begrooting zou
gaan behandelen bleek zij (de kamer) niet
voltallig te zijn en men moest dus naar huis,
tot men met 372 tegen 15 stemmen, onder
vasthouding aan twee wijzigingen, de be
grooting aannam. Opnieuw naar den senaat
dus, die de wijziging verwierp, 't Liep zoo
tegen elf uur toen de kamer, gehoor gevende
aan de wenschen van den senaat, de be
grooting met 377 tegen 38 stemmen definitief
aannam.
Toen voorlezing van het sluitingsdecreet in
de kamer, gevolgd door eene kleine rede
voering -van Casimir Perier, en de kamer van
1889 behoorde tot de geschiedenis „De
koning is dood, leve de koning": het Journal
officiel bevat hel decreet voor de algemeene
verkiezingén tegen 20 Augustus
Het is nu twee jaren geleden, dat een
Fransch eskader een bezoek aan Rusland
te Kroonstad bracht. Sedert heeft men her
haaldelijk van een tegenbezoek van een Rus
sisch eskader gesproken, en de juichkreten
deden zich als voorloopers vooraf hooren.
Doch tot dusver nog geen tegenbezoek van
een Russisch eskader. Wel waren twee Rus
sische oorlogsschepen te vorigen jare in
Brest gekomen, maar dat was niet het ver
wachte tegenbezoek op groote schaal. Nu
echter zal het eene waarheid worden. Om
streeks het midden van Augustus zal eene
Russische flotille ter reede van Toulon ver
schijnen, waar alsdan Frankrijk door een
ontziglrjk aantal zijner oorlogschepen —men
spreekt van niet minder dan van 74, onder
welke 28 torpedo booten aan Rusland een
indrukwekken 1 schouwspel zijner maritieme
macht wil geven. Manoeuvres ter zee zullen
het schouwspel opluisteren.
In verscheidene wijken van Parijs is
een door den algemeenen secretaris der
socialistische - revolutionaire arbeiderspartij
onderteekende, in heftige taal opgestelde op
roeping aangeslagen. Over de algemeene
werkstaking zegt de oproeping, dat ze een
werktuig is ter bevrijding van arbeiders, wier
plicht het is, zich naar de besluiten van den
bond der vakvereenigingeu te schikken. De
oproeping wekte eenig opzien, wijl ze voor
de eerste van vele pogingen gehouden wordt,
waardoor het congres der vakvereenigingen
en arbeidsbeurzen zijn besluiten denkt door
te drijven.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
heeft een geel boek van 540 bladzijden open
baar gemaakt, waarin de Egyptische vraag
van 1884—1893 behandeld wordt. Iets nieuws
biedt kapittel 16 aan, dat de onderhandelingen
over de ontruiming van Egypte bevat. Daarin
is de verklaring opgenomen, welke Ribot den
Turkschen gezant in het jaar 1890 gedaan heeft
en waarin Frankrijk verzekerde, in geen geval
't Nijlland te bezetten, indien Engeland Egypte
ontruimde. In kapittel 18 wordt de crisis, die
Egypte dit jaar beleefd heeft, behandeld. Het
bevat de protesten van den minister van bui
tenlandsche zaken, Develle, tegen de gedrags
lijn van lord Cromer inzake den coup d'état
van den khedive en tegen de vermeerdering
van Engelsche troepen in Egypte. Frankrijk
verdedigt zich daarin tegen het verwijt van
lord Rosebery, dat het, door zijn toestemming
te weigeren ter vergrooting van het leger der
inboorlingen, Engeland genoodzaakt heeft
zijn leger te versterken.
De koning is aan een groot gevaar ont
komen. Terwijl hij Donderdagavond met zijn
adjudant van het spoorwegstation te Cintra
naar zijn zomerpaleis reed, zag hij een for-
schen kerel iemand, die op den grond lag,
vreeselijk slaan en trappen, zoodat het dien
kerel blijkbaar te doen was om hem te dooden.
De koning en zijn adjudant sprongen onmid
dellijk uit het rijtuig om den moordenaar
tegen te houden. Er ontstond een gevecht,
en de koning, ziende dat zijn adjudant het
onderspit delfde, bracht met zijn stok den
moordenaar een slag op het hootd toe. Wel
was de slag raak, doch niet genoeg om den
woestaard verder onschadelijk te maken. Deze
wierp zich dan ook op nieuw op den adjudant
en dreigde den koning dood te schieten of
te doorsteken. Hij moest het echter bij dit
dreigen laten. De koning en de adjudant
werden den moordenaar m 'ester en voerden
hem mede naar een politiepost. De man, dien
de koning en de adjudant liggende op den
grond gevonden hadden, heeft het behoud
zijns levens aan den koning te danken, maar
hij is ernstig gewond. Hij en de woesteling
waren beiden dronken.
Men acht het waarschijnlijk, dat verschei
dene mannen van invloed zullen trachten, de
groote werkstaking, welk in de Engelsche
kolenmijnen dreigt uit te breken, te voor
komen. De bisschop van Southwell heeft reeds
aan de betrokken partijen een brief gezonden,
waarin hij zijne bemiddeling aanbiedt en
zoowel de patroons als de arbeiders bezweert,
„niet in de kaart te spelen van de buiten
landsche steenkolenproducenten."
De bergwerkers in Northumberland hielden
een vergadering te Newcastle, waar besloten
werd 1674 percent loonsverhooging te ver
langen.
De prijs voor de aan boord geleverde
steenkolen is drie shilings per ton gestegen.
In de oostelijke districten zullen de mijn
werkers vasthouden aan het besluit hunner
partij; doch de arbeiders in de westelijke
districten zullen hen waarschijnlijk over
stemmen.
Vorst Bismarck heeft bij de ontvangst der
800 Brunswijkers een opmerkelijke politieke
rede gehouden. De rijksdag was, naar zijn
meening, te toegevend geweest, de bureaucra
tie werd nog eens door hem gegeeseld; hij
ontkende, dat hij in zijn rede tot de bewoners
van Lippe voor het pariicularisme opgekomen
was en zeide, de Polen te wantrouwen. De
vorst drukte er vooral op, dat de prins regent,
Albrecht van Brunswijk, hem in alle omstan
digheden zijn goede gezindheid getoond had
en sprak ook nog over het gebeurde met zijn
zoon in den rijksdag.
Nadat Stöcker ook bij de nieuwe ver
kiezingen te Neu Stettin tegenover Ahlwardt's
medestander prof. Förster deerlijk was geval
len, hebben Stöcker's partijgenooten Zondag
avond eene groote vergadering gehouden,
waarin Stöcker voornemens was tegen de
nieuwe radicale richting in 't anti-semietisme
te spreken, maar er bevonden zich tal van
hartstochtelijke aanhangers van Ahlwardt in
de zaal en zoo ontstond er al spoedig een
woedende woordentwist tusschen de StÖcker-
lieden en de Ahlwardtlieden, welke ten slotte
veranderde in eene grandiose kloppartij tus
schen de antisemieten beider richtingen. De
politie is krachtdadig tusschenbeide moeten
komen en heeft de vergadering moeten sluiten.
Het tumult bereikte zijn hoogtepunt, toen
Stöcker durfde beweren dat het geheele anti
semietisme door de wijze waarop Ahlwardt,
Böckel en hunne vrienden het drijven vol
hielden, gedood werd, en dat hun optreden
voor Rothschild en Bleichröder meer dan
vijf millioen mark waard was. De hierdoor
ontstane beweging was onbeschrijfelijk; de
vertoornde aanhange s van Ahlwardt hielden
niet op Stöcker toe te roepen: „Sie Fatzke,"
wat in de minst gedistingeerde straattaal
zooveel zeggen wil als: „laffe vent." Men
wierp elkander met woorden als„gemeene
streek," „leugen," „schurkenstreek" en tal
van soortgelijke liefelijkheden naar 't hoofd,
en in de verschillende hoeken der zaal waren
heele groepjes aan het bakkeleien, terwijl een
redenaar met wanhopigen moed voortging
onmogelijke pogingen te doen om zich ver
staanbaar te maken. Dat meer dan één per
soon met meer of minder geweld buiten de
deur werd gezet, spreekt van zelf. Ten slotte
leidde, zooals de anti semietische organen
het lieflijk zeggen, een misverstand tot een
algemeen er op in hakken, het rumoer waar
van slechts nu en dan door het gezang van
het schoone lied „Duitschland, Duitschland
boven alles" werd overstemd. Een onbekende
humanist, tevens humorist, draaide de hoofd
kraan van het gas uit het kwam er immers
toch niet op aan waar de slagen vielen
en zoo eindigde deze schoonste meeting
welke Berlijn sinds jaren heeft gehad
WAALWIJK, 26 Juli 1893.
De heer Fr. van Gil? alhier, heeft met
gunstig gevolg afgelegd het le gedeelte van
het notarieel examen.
De heer A. Govaerts tot dusverre
werkzaam ten kantore van Yan Gend
Loos te Utrecht, is benoemd tot directeur
der firma, te Goes.
De liedertafel //Oefening en Vermaak"
van Waalwijk en Bezooien heeft, als blijk
van waardeering, ten geschenke ontvangen
een groot werk: „Vrede" van Hol, woorden
van dr. Wap. Zij heeft het reeds in studie
genomen en hoopt het op haar eerste win-
terconcert uit te voeren, 't Moet iets prach
tigs zijn.
Bij geringen aanvoer was de handel
in hoornvee in de Langstraat iets vlugger.
Prijzen als volgt: kalfkoeien en dito vaarzen
f 140 h 200, hokkelingen en jarige kalveren
f 40 a 80, slachtvee le qual. 60 h 65 ets.,
2e qual. 55 a 60 ets., vette kalveren 80 a
95 ets., vette varkens 58 59 ets. per Kg.
(schoon)biggen f6 12, berekend naar
f 1,50 h 2,p. week.
Hooi. Naar dit artikel is op 't oogenblik
geen vraag. De prijs bedraagt f27 a 28
per 500 Kg.
De handel in aardappelen in de Boven-
Langstraat was tamelijk vlug. De prijs be
droeg per 5 L. 19 a 22 ets.
Maandag zou er te Drunen worden
getiendzoodra dit echter gemerkt werd
liep er een menigte volks te zamen; de
tiender en zijn helper werden met steenen
geworpen en gewond de lunzen werden voor
de raderen der kar weggetrokken enz. Door
de aanwezige politie werd versterking ge
vraagd en verkregen, waarna de oproerige
menigte uit een gedreven werd. Niettemin
werd voortgegaan met het steenen gooien
naar de politie, die een man in arrest nam
en naar Waalwijk overbracht, vanwaar hij
naar 's Bosch ter beschikking van den heer
officier van justitie getransporteerd is.
De burgemeester heeft eene proclamatie
afgekondigdwaarbij samenscholingen ver
boden worden.
Laat in den avond moest de menigte nog
maals met geweld uiteengejaagd worden.
't Lijkt wel of men te Sprang wist, dat
de politie te Drunen bezig gehouden werd,
want ook daar was het tegen 8 uur zeer
onrustig. De wachtmeester brigade com
mandant, had echter zijne maatregelen zoo
genomen, dat de twee te Sprang aanwezige
marechaussees tijdig versterking ontvingen.
Het volk werd tot kalmte aangemaand,
maar hierop ar twoordde het met steenworpen
en stokslagen.
Eerst werd met de bajonet gechargeerd,
maar toen de steenen vooral van achter huizen,
heggen en boomen gegooid werden, maakten
de politiemannen van hunne vuurwapenen
gebruik, tegevolge waarvan enkele verwon
dingen hebben plaats gehad.
Uit Vlijmen schrift de Pr. N. Br. Ct.
TWas Maandag voor ons dorp een rumoe
rige dag, nl. het verpachten der tiend was
weer gaande. Toen de verpachting een aan
vang zou nemen, had zich reeds eene groote