Engeland. Italië. Amerika. Rijkspostspaarbank. Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Frankrijk. Ook dit heeft Siam aangenomen en order is gegeven, om de blokkade onmiddellijk op te heffen. Het heet dat de koning van Dahomey zich aan Frankrijk onderworpen heeft. De kolonel Dumas, die bij afwezigheid van ge neraal Dodds aan het hootd staat der troepen, heeft daarop van de regeering instructie ont vangen om den koning te doen weten, dat hij zich onvoorwaardelijk heeft over te geven. Alleen het leven kan hem gewaarborgd worden. Stelt de zwarte koning zich hiermede te vreden, dan zal generaals Dodds zeker niet naar Dahomey terugkeeren. De jongste onlusten te Parijs hebben de noodzakelijkheid van eene reorganisatie der politie in de hoofdstad aan het licht gebracht. De nieuwe prefect van politie, de heer Lépineheeft te dier zake aan den minister president de vereischte voorstellen gedaan, en de minister heeft zich daarmede vereenigd, zoodat het desbetreffende besluit in het Journal officiel reeds verschenen is. Een telegram uit Saigon meldt, dat luitenant Puységur en 7 soldaten in de stroom versnellingen bij Khona verdronken zijn. De spion Cipriani, die onlangs op het oogenblik, dat hij zich naar de grens richtte, te Mentone gearresteerd is, een zeer gede tailleerd plan van de nieuwe werken in het gebergte, waaraan de genie nog bezig is meenemende, is Zaterdag door de correctio neele rechtbankdie met gesloten deuren zitting hield, tot 8 maanden gevangenisstraf en 100 francs boete veroordeeld. Een groote brand is Vrijdag te Parijs uitgebrokenop een houtweri, Quai de la Rapée. De vlammen, aangewakkerd door een hevigen wind, verspreidden zich bliksem snel. Over een oppervlakte van hectaren is alles vernield. Honderden menschen (waar onder vele arbeiders met hunne gezinnen) zijn zonder onderkomen. Drie brandweer mannen kwamen iu de vlammen om. De schade wordt geschal op 4 millioen francs. Er werden o.a. bergplaatsen vernield met 10000 vaten en 500 okshoofden wijn. 's Mor gens 11 uur had de brandweer een vlammen zee te bestrijden van 300 meter lengte en 500 meter breedte. De hitte der vlammen was hier en daar zoo fel, dat soms de water stralen van de spuiten verdampten voor zij de vlammen bereiken konden. Sinds jaren heeft men te Parijs niet zoo'n hevigen brand aanschouwd. Eeu Rus, Sergius de Savine, is voor nemens, half Augustus een luchtreis van Parijs naar Rusland te ondernemen, met een door hem uitgevonden ballon. Hij denkt slechts een paar dagen onderweg te zijn. Als zijn proef gelukt zal het, naar men hoopt, mogelijk wezen, met zulk een ballon de Poolstreken en andere tot dusver ontoegankelijke oorden te onderzoeken. Savine meent met het door hem uitgevon den toestel de bezwaren, welke de verschil lende luchtstroomingen opleveren voor het besturen van ballons, te kunnen overwinnen. Zijn ballon is de grootste te Parijs: hij heeft een inhoud van 3200 kub. meter. Onder dien ballon hangt, aan een ijzertouw van 40 meter, een Montgolfier of heete-lucht ballon met een bijzonder verwarmingstoestel en een schuitje. Op de Schotsche mijnwerkersconferentie te Glasgow is Zaterdag besloten, dat men den uitslag van de beraadslagingen der vergade ring van mijneigenarenwelke Woensdag gehouden wordt, zal afwachten. Als daar de eisch tot een loonsverhoöging van 1 shilling per dag niet wordt ingewilligd, zal men over gaan tot een werkstaking. Te Newcastle vergaderden Zaterdag de eigenaars van mijnen, waar besloten is eerst over eene week en na raadpleging der werk lieden te beslissen over hun eisch van eene loonsverhooging met 16 percent. Het aantal werkstakers bedraagt reeds 250000, maar zal, vreest men, met half Aug. wel tot 34-0000 stijgen. De Khedive van Egypte is, van zijn reisje naar Constantinopel naar Alexandrie teruggekeerd, daar allerhartelijkst ontvangen. Van heinde en verre was de bevolking naar de feestelijk versierde stad gestroomd, om den jongen vorst te begroeten. Van den len Juli 1892 tot den 30e Juni 1893 hebben de rijks-ontvangsten slechts 1.581.659.726 lire bedragen, dal is 17.978.404 minder dan begroot was. Een aanzienlijke vermeerdering n.l. van 16 381,429 lire, is verschaft door de tollen, maar deze vermeerdering heeft haar ontstaan te danken aan den invoer van kóren, wat dus beteekent, dat de arme zijn brood wat duurder betaald en daardoor de schatkist eenige inkomsten meer gehad heeft. De cijfersdie nauwkeurig den toestand weergeven en die bewijzen, dat de toestand niet bloeiend is, zijn de volgende: de spoor wegen hebben bijna 4 millioen minder opge bracht; de belasting op timmerhout en de registratie 2.300.000 minder door het afnemen van den handel. Verder worden voortdurend minder bewerkt ijzer en machines ingevoerd. Te Denver is een hevig oproer uitge broken, naar aanleiding van een moord, door een Italiaan op een oud soldaat gepleegd. Een woedende menigte van duizenden, waar onder verscheidene soldaten, bestormde de gevangenis, haalde den moordenaar er uit en bracht hem ter dood. Het personeel der gevangenis en de politie, die trachtten den Italiaan te ontzetten, geraakten slaags met de menigte, van welke verscheidenen door de schoten gewond werden. Er heerscht nu een opgewonden stemming onder het volk, dat dreigt de gevangenis te vernielen en de bewaarders op te hangen. Jaarmarkt te Waalwijk, Donderdag 3 Augustus. Aan het postkantoor te Waalwijk en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand Juli. ingelegd f 3499,76; terugbetaald f 1713,19. Het laatste, door het kantoor uitgegeven boekje, draagt het nummer 1651. Aan het postkantoor te Kaatsheuvel en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand Juli ingelegd f 1388.63 terugbetaald f 1264.05. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 998. 't eind dezer week is deze kiesrechther vorming onmogelijk. Maar na het ee.nigszins uittartend slotwoord van den heer Kerdijk is de kans grooter geworden dat, welke ook de eindbeslissing zij, eene scheuring tusschen de beide deelen der regeeringspartij tot de groote waarschijnlijkheden ten slotte blijft behooren. Het Siauiecsche incident bijgelegd. Twee weken juist heeft het Fransch-Sia- meesche conflict de wereld in beroering gehouden zijn er betoogen gevoerd over Frankrijks eischen en Siam's verplichtingen is er gedebatteerd over Engelands positie vis ft vis het geschil en tegenover de door de groote republiek geëischte oplossing en daar eensklaps komt uit Bangkok het bericht, dat de regeering van Siam zonder eenig voorbe houd Frankrijks voorwaarden aanneemt. Prins Vadhana, de gezant van Siam te Parijs, was 't, die Zaterdag in alle plechtigheid mede- deeling ging doen van deze heugelijke tijding aan den titularis van buitenlandsche zaken en deze, na in allen vorm kennis te hebben genomen van dit resultaat der Fransche door tastendheid (ongeoorloofde brutaalheid zouden sommige booze lieden zeggen) snelde naar zijn collega en chef, den premier Dupuy. 't Leek Dupuy een ernstige en belangwekkende zaak en daarom besloot hij in buitengewonen ministerraad mededeeling te doen van 't hem gerapporteerde en hij schreef een ministerraad uit, welke echter uit te weinig deelnemers bestond om een vruchtbare gedachtenwisseling uit te lokken: behalve de beide genoemden waren er er slechts drie der departements hoofden bijeen te brengen. Hoewel dus na kennisneming van Siam's onderwerping de heeren Zaterdag huiswaarts keerden met het plan Zondag opnieuw zich te vereenigen ter bespreking van 't geen aan Siam moest geantwoord worden, kon men toch reeds spoedig met zekerheid zeggen dat dat alles puur vertoon was. Zoo bleek dan ook toen Sadi Carnot. expres uit Marly overgekomen den kabinetsraad presideerde. De heeren namen kennis van Siam's onder werping als ware 't hun een nieuwtje en in vijf kwartier was men 't er over eens, dat 't maar 't best was te vergeven en te vergeten: Siam's aanbod werd dus aangenomen en het incident is daarmee besloten, onder voorbe houd natuurlijk van de verwezenlijking van al 't door de republiek geëischte tot in de kleinste bijzonderheden. Develle gaf den Siameeschen gezant kennis van die beslissing in gunstigen zin en de zich aan boord der ^Forfait" bevindende Pavie, de gezant van Frankrijk bij de Siameesche regeering, kreeg langs telegrafischen weg last 't zelfde ter kennis te brengen aan 't bewind te Bangkok. Evenals 't een paar dagen heeft geduurd eer de blokkeering der Siameesche kust tot een feit was, zal 't nog wel een etmaal of twee, drie aanloopen, alvorens alles op den ouden voet is teruggebracht daar ver weg in 't oostendoch dat doet tot het feit der beëindiging niets af en de zelfverheerlijking heeft in de Fransche bladen dan ook reeds een aanvang genomen, terwijl de meer be scheiden organen uitspraken van buitenland sche collega's publiceeren, waarin Frankrijks overwinning evenzeer wordt gereleveerd als Engelands nederlaag (beide op diplomatiek gebied, wel te verstaan). Zeker is 't dat de premier Dupuy in zijn vuistje kan lachen doordien Siam is geëindigd met toetegeven, iets, waarmee 't in de gegeven omstandig- „Dat is Diet mogelijk „En toch is het zoo ik lieg nooit. Waartoe zou dit trouwens dienen Wat geeft het of eene grief meer of minder tegen mij bestaat Ik zie wel dat de maat vol is." „En gij vergist u daarin niet, madame ant woordde de heer Labroue, die, zoodra hij van petroleum gehoord had, eenklaps een streng be sluit had genomen; «zoek eene andere betrekking, op het einde der maand zult ge vertrekken." "Zoo geschiedt dan stamelde Jeanne, terwijl zij luidkeels snikte, «wat ik voorzien had. Gij jaagt mij weg. Mijn man heeft steeds zijn beste krachten voor u besteed en zich altijd een eer lijk en bekwaam werkman getoond in uwen dienst. In uwe fabriek heeft hij den dood gevon den, in uwen dienst viel hij, als een soldaat op zijn post. Doch wat kan u dat schelen P Gij jaag t zijne vrouw weg? Wat zal er van mij worden? En wat van mijne ongelukkige kindertjes Ook dat laat u volkomen onverschilligGij jaagt mij de deur uit! Pas op, mijnheer, dat kan u geen ge luk aanbrengen De heer Labroue, wiens hevig en opbruisend karakter wij kennen, staarde Jeanne strak in de oogen. «Wat wil dat zeggen?" vroeg hij. «Ongelukkige! riep de kassier uit. Dat is eene bedreiging Jeanne stortte overvloedige tranen. „Neen, mijnheerantwoordde zij op nauwe lijks hoorbaren toon, dat is geene bedreiging; ik bedreig niemand, ik aanvaard het ongeluk, dat slag op slag mij nederdrukt en beu aar al mijn leed voor mij. Ik kwijt mij slecht van de betrekking, die de heer Labroue mij had toever trouwd. Des te erger voor mij. Ik 'ben schuldig en moet zelve de straf daarvan dragenIk zal vertrekken, mijnheer. Moge de goede God mij niet verlatenIk hoop, dat hij mij den moed zal verleenen en de nooaige kracht om door 't werk mijner handen een bestaan voor mijne kin deren en mij te vindenMijnheer, ik zal 't einde .der maand niet afwachten. In acht dagen vertrek ik. Voorzie u tegen dien tijd van iemand om mij te vervangen.' De heer Labroue was getroffen, al deed hij zijn best dit niet te toonen. „Gij vergist u zeer, mijn arm kind," spak hij piet zachtheid, „ik jaag u niet weg." heden wijselijk had moeten beginnen, zijn niet alleen alle geruchten van verdeeldheid in het kabinet weggevaagdmaar kan de regeering ook vol vertrouwen de algemeene verkiezingen tegemoetzien. De tarieven-oorlog tusschen Duitschland en Rusland, van beide zijden met gelijke ver bittering ondernomen onder goedkeuring en aansporing van de hooge bewindvoerders van beide landen, vormt onafgebroken het onder werp van doorwrochte beschouwingen in de groote organen, meer nog om 't geen er in de toekomst voor de algemeene politiek uit kan voortvloeien dan in verband met de rechtstreeksche financieele nadeelen voor de vei bruikers in 't eene zoowel als in 't andere land. Rusland wil Duitschlands represaille maatregel niet onbeantwoord laten: het ma ximum-tarief zal tegenover Duitsche producten nog met 50 percent worden verhoogd en de minister van financiën Witte heeft van den czaar bij ukase onbeperkte volmacht gekregen om op eigen gezag al die beschikkingen te nemen, welke hem noodig en nuttig lijken. En ondertusschen is 't tusschen Rusland en Oostenrijk op economisch gebied alles „couleur de rose>, zelfs bestaat er kans dat Oostenrijk op den voet van de meest begun stigde natie zal worden behandeld voor Duitschland inderdaad om razend te worden: van zijn vrienden moet men 't maar hebben, zijn tarieven-oorlog met den Rus komt Oos tenrijks handel en nijverheid ten goede! In alle rust en kalmte hebben in Bulgarije de verkiezingen voor de Sobranje plaats gevondennoodzakelijk geworden door de grondwetsherziening. E?n vierde gedeelte der kiesgerechtigden ongeveer hebben zich van hun plicht gekweten en de regeering heeft alle reden tot tevredenheidal haar cand'daten zijn gekozen. In de Argentijnsche republiek is 't nu weer eens tot een revolutie gekomen en wel in de provincies San Louis Santa Fé en Buenos- Ayres, terwijl uitbreiding naar de provincies San Juan en Corrientes wordt gevreesd. Spoorwegen z:jn opgebroken over lange af standen, telegraaflijnen zijn afgesneden en reeds heeft de revolutiepartij eenige kleine overwinningen behaald op de regeeringstroe- pen. In de drie eerstgenoemde provinciën is de staat van beleg afgekondigd en volgens een laatste mededeeling uit Rosario, hebben de opstandelingen bij een schermutseling de nederlaag geleden met een verlies van 60 man aan dooden en gewonden, terwijl generaal Costa, gouverneur van Buenos Ayres, meent, dat hij 't zaakje best kan redden zonder hulp der regeeringstroepen. Wij vernemen dat de Fransche regeering, ten einde de noodige waarborgen te hebben dat aan de voorwaarden, door haar gesteld en door Siam aanvaard, uitvoering zal worden gegeten, thans, behalve de eischen van het ultimatum, nog dezen stelt, dat de regeering haar voorloopig de beschikking zal laten over de haven van Tschantabon in de golf van Siam, op ongeveer 200 K. M. ten Zuid oosten van Bangkok. Ook vraagt Frankrijk dat er geen enkele militaire post door Siam zal worden gevestigd op zekere punten der gren zen van Cambodja of verder dan op zekeren afstand van de Mekong. „Maar wat doet gij dan, mijnheer?" „Ik bemerk dat ik ongelijk gehad heb eene vrouw tot eene betrekking te roepen, waar on misbaar een man noodig is. Begrijpt gij dat nog niet „Gij hadt daar eerst aan moeten denken, mijn heer." „Daarin hebt gij gelijkdoch mijn vurig ver langen om u van dienst te zijn deed mij het vergetenBlijf hier tot het einde der maand. Ik zal dan intusschen wel eene betrekking weten te vi den, die geschikter voor u is." Jeanne verkeerde in een bijzonderen toestand van onsteltenis. „INeert, mijnheer, neen," stamelde zij, „in acht dagen vertrek ikOverigens, dit huis was ook steeds eene ware hel voor mij. 't Was alsof ik er in het midden mijner sombere herinneringen in bloed baadde, 't Is hier een vervloekt huis, waar mijn man den dood gevonden heeft en ik niets dan ellende en droefheid gevonden heb! Ik zal vertrekken......" En haar gelaat met beide handen bedekkende liep de jonge weduwe het kabinet uit. „Arme vrouwsprak de ingenieur, toen hij haar de binnenplaats zag overloopen. „Het spijt mij wel dat dit gebeurd is. Ik heb al hare wonden weder opengereten. En ik kon haar toch niet zeggen, dat ik tevreden over haar ben, ter wijl zij alles scheen aan te wenden om mijne verwijtingen te verdienen. Ik ben echter, wel overtuigd, dat zij geene kwade bedoelingen had, maar daartegenover staat ook dat er niets ging zooals het behoorde. Waar stond inijn hoofd toch, toen ik de weduwe tot die betrekking riep? Nog nooit ben ik zoo dwaas geweest „Gij luisterdet slechts naar uw goed hart, mijn heer," antwoordde de kassier op Heemenden toon, terwijl hij de oogen naar het plafond richtte. „Ik deed mijn plicht; ik betaalde eene heilige schuld, de schuld van den patroon aan de weduwe van den in zijn dienst omgekomen man. Ik zal haar eene goede betrekking bij mijne zuster be zorgen. Dat zal heel goed gaan." „Mijnheer," hernam de kassier Ricoux, „wees voorzichtig, volg niet steeds de eerste goede op wellingen uws harten, vooral niet in deze aan gelegenheid." „En waarom dan toch niet?" „Die vrouw heeft u zooeven bedreigd „Was dat eene bedreiging?" „Zeker. Ik houd niet van hare wijze van han delen. Denk er wel aan, mijnheer, dat gij u reeds vaak door uwe goedheid hebt laten bedriegen, 't Is alsof Jeanne Fortier haren haat verdeelt tusschen u, die haar weldoener zijt, en het huis, waarin haar man door zijn eigen schuld den dood gevonden heeft. Wees voorzichtig, mijnheerZie toe dat gij geen slang aan den warmen haard koestert......" NEGENDE HOOFDSTUK. „Eene slang, die men aan den warmen haard koestert!,/ herhaalde de ingenieur met een glim lach. „Kom, kom, Ricoux, thans overdrijft gij schroomelijk. Gij ziet de zaak al te somber in. Die arme vrouw is eene weduwe, eene moeder van twee kinderen; haar man is in mijnen dienst doodgebleven, door zijn eigen schuld wel is waar, doch 't blijft een feit, dat hij in mijnen dienst verongelukt isIk moet iets voor haar doen; dat zal ik zeker niet nalaten. Zoo ik haar geene betrekking bij mijne zuster kan bezorgen, zal ik de vrouw eene som ter hand stellen, groot genoeg om haar fatsoenlijk te laten leven tot dat zij geschikte werkzaamheden zal gevonden hebben." En zich dan eensklaps tot den kassier wendend, vroeg hij "Hebt gij uwe balans vastgesteld?" „Ja, mijnheer, hier is zij," antwoordde Ricoux. en hij reikte den ingenieur een blad papier aan, waarop lange rijen ciifers stonden. „Zevenduizend honderdtwintig franken en der tig centimes," zegde de heer Labroue, na er een vluclitigen blik op geworpen te hebben. „Ja, mijnheer; ik zal ze u onmiddellijk bezor gen." „Wat hebt gij toch eene zonderlinge wijze van handelen, mijn beste Rioux. Ik ben de kassier van mijn kassier I Waarom bewaart gij het geld r.iet in uwe brandkast?" „Ik heb het u reeds meer gezegd, mijnheer," antwoordde Ricoux, „de verantwoordelijkheid boezemt mij angst in. Daar ik hier den nacht niet doorbreng durf ik des nachts ook geene responsabiliteit op mij nemen. Bracht het onge luk mede, datineen of anderen nacht een diefstal plaats greep, dan zou ik dezen zeker hoogst betreuren, doch ik zou vrij van schuld zijn en mij zou niets te verwijten vallen. En daaruit kan ook nooit eenige moeilijkheid ontstaan, wan neer gij u onverwachts te verwijderen hebt, want ik heb ook een sleutel van uwe kas en zou dan daarvan gebruik kunnen maken." „Gij zijt een zonderling." „Wat zal ik u daarop antwoorden, mijnheer? Zoo ben ik gerust." „Breng mij dan het geld." Ricoux ging de som var. zevenduizend honderd drieëntwintig franken en dertig centimes halen, telde deze den heer Labroue voor, die ze dan in zijne bijzondere brandkast sloot, even als hij eiken avond deed. Men hoorde op dit ocgenblik eene schel weer klinken; dat was het teeken, dat voor dien dag de arbeid geëindigd was. De kassier wenschte zijn patroon goeden avond en vertrok. Dan kwam de loopjongen 's meesters bevelen halen. „Ik heb van avond niets meer voor u te doen, David/ zeide de ingenieur, „gij kunt vertrekken." David verliet dan het kabinet en begaf zich over het binnenplein naar de poort. De laatste werklieden kwamen thans uit de fabriek. De poort bleef openstaan van het eerste teeken der klok tot het oogenblik dat de ploegbazen, na hunne dagelijksche ronde gedaan te hebben, aan Jacques Garaud de presentielijsten voor den volgenden dag hadden afgegeven, welke deze dan in de portier-loge deponeerde. De loopjongen bleef op den drempel van Jeannes woning staan. „Wel, kleine Georges/ riep hij op vroolijken toon, komt gij nu uwen kameraad geen goeden avond wenschen." In een oogenblik was het kind daar. „Maar wat scheelt u toch?" hernam David. „Gij hebt roodgeweende oogen miin lieveling Waarom schreeuwt gij dan toch?" „Mama heeft verdriet," antwoordde de kleine Georges. „Verdriet herhaalde de loopjongen en stak het hoofd door de opening der op een kier staande deur. „Maar wat is er dan toch te doen, madame Fortier vroeg hij. Jeanne stortte bittere tranen. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 2