ïïmoMmfi
Nummer 64. Zondag 13 Augustus 1893. 16e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON
BUITENLAND.
Frankrijk.
Engeland.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche cd Langstraatscbe Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Alweder is een wetgevend lichaam voor
onbepaalden tijd verdaagd de senaat van
Italië heelt met 100 tegen 57 stemmen en 2
onthoudingen de bankwet aangenomen onder
verwerping van alle voorgestelde amendemen
ten en als Engelands lagerhuis nu ook ge
sloten was (het hoogerhuis is voorloopig reeds
met vacantie tot 22 dezer), als men in Frank
rijk niet stond voor de groote uitspraak der
natie op 20 dezer en als door 't vele en
velerlei geschrijf over den tarievenstrijd tus-
schen Rusland en Duitschland niet telkens
opnieuw aanleiding werd gegeven tot econo
mische beschouwingen als dat alles niet
was zooals 't isdan zouden de toestanden
op 't oogenblik vrij wel normaal zijn de
volledige afwezigheid van politieke nieuws
berichten zou moeten leiden tot even breed
uitgesponnen als weinig interessante beschou
wingen, 't gewone menu van den komkom
mertijd
De groote aantrekkelijkheid van de homo-
rule-debatten is nu voorbij en een poging als
die van Donderdag om alsnog wijziging te
brengen in genoemde wetheeft dan ook
weinig kans op slagen: met 215 tegen 181
stemmen werd een voorstel verworpen ter
wijziging van de positie der Ieren in het
parlement, te Londen zetelend. Meer stof
tot bespreking en oveidenking levert de stand
van zaken in Frankrijk, waar de brochure van
Dupas, welk karakter, welke waarde en welke
beteekenis men dezelve ook moge toekennen,
groote sensatie heeft gewekt en de aandacht
is gaan trekken ook van de meer bezadigde
elementen sinds de tegenspraak der gecom
promitteerde bewindvoerders zoo vaag is, dat
zij meer klinkt als een halve bevestiging dan
als een heele ontkenning. Ook 't geen de
tegenwoordige regeering der publicatie noodig
acht, heeft met betrekking tot de kern der
zaak weinig of niets uitstaande. Officieus
wordt der nieuwsbegeerige menigte mede
gedeeld dat Dupas gespeculeerd had op
Arton's arrestatie, dat hij ondanks zijn mis-
BWHIHUIMBimcaSMPy
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant
12
ELFDE HOOFDSTUK.
Jacques Garaud deed zijn gewonen dienst en
verborg door een bijzondere wilskracht aan aller
oogen de ontsteltenis, die zich van hem had mees
ter gemaakt. Even als daags te voren was hij om
negen uur op het kantoor des lieeren Labrcue en
zette met den patroon zijn studiën voort.
Om elf uur ging de meesterknecht uit om te
ontbijten; hij sprak echter geen woord tot
Jeanne noch bij zijn heengaan noch bij zijne te
rugkomst.
Madame Fortier kon slechts constateeren, dat hij
steeds somberder werd.
Des namiddags ging hij wederom, den ingenieur
opzoeken.
Deze zat aan zijn schrijftafel en werkte.
«Jacques/ sprak hij tot den meesterknecht, «gij
kunt een aanvang maken met de teekeningen
voor de gieterij. Ik zal intusschen dit schrijven
eindigen. Er is haast bij."
Garaud stelde zich aan het werk, doch zijne
hand beefde en zijne oogen hadden thans niet de
scherpte, welke voor dergelijke teekeningen een
eerste vereischte is. Hij moest enkele oogenblik-
lten wachten om zijne hand en zijn blik den tijd
te geven zich eenigszins te hersteilen.
De kassier Ricoux trad het kabinet binnen.
«Men is hier van de Bank, mijnheer,* zeide hij.
n Welnu, is er ingecasseerd," sprak de heer La-
broue, liet hoofd even oplichtend.
«Ja, mijnheer, en ik breng u het bedrag van
het borderel."
«Kom wat later terug, als ik u verzoeken mag.
Ik wensch op dit oogenblik niet in mijne bezig
heden gestoord te worden.
«Goea, mijnheer."
De kassier vertrok.
lukking bij zijn chef aandrong op twee zeer
gewichtige betrekkingen, welke hem werden
geweigerd. Toen zocht hij naar een middel
om zich te wreken en Dupuy, de premier,
deed niets om hem tegentehouden, doch gaf
hem op zijn verzoek 27 Juli zijn ontslag. Dat
alles klinkt heel fraai, maar 't is meer ge
schikt om de meening te versterken dat
Dupas meer glad is dan eerlijk, dan wel om
zijn beweren te ontzenuwen. Zelfs zou men
kunnen zeggen, dat 't toch al heel vreemd
klinktdat iemand bij mislukking van eeu
door hem aanvaarde taak, aanspraak maakt
op een belooning in den vorm van een hooge
positie
Wat er van zijn mogede positie der
regeering is niet ongunstig: ook al mocht
Dupas in hoofdzaak de waarheid en niets
dan de waarheid hebben verteld en al kon
hij dat zelfs in allen deele bewijzen, dar.
heeft de regeering toch nog een doeltreffen-
den bliksemafleider niet de ministers
hebben met Dupas mondeling en schriftelijk
onderhandeld, doch tusschen hen stond de
„chef de la Sflrelé», Soinoury, en de groote
agitatie, ook in regeeringskringen (Donderdag
kwam de brochure weer ter sprake in den
kabinetsraad) is alleen op rekening te stellen
van de verschijning, ettelijke dagen voor de
algemeene verkiezingen, 't Is dan ook zeer
wel mogelijk wat te Parijs wordt verteld
dat de orléanisten de hand hebben in de
publicatie en dat zij 3500 exemplaren bij
vooruitbestelling hebben genomen, 't Gerucht,
dat de aanhangers van 't koningschap als
agitatiemiddel ook de lijst der 104 in de
Panamazaak betrokkenen zouden willen pu-
bliceeren, eischt bevestiging. Het met het
oog op den tijd des jaars hooge aantal ver
kochte exemplaren der brochuremoet in
hoofdzaak op rekening worden gesteld van
de zucht naar schandaaltjes der groote me
nigte. Wat het Fremdenblatt omtrent Dupas
verhaalt, leidt tot de overtuiging, dat de man
in zijn vervolging van Arton geheel voor
eigen rekening heeft gehandeld en niet op last
of met medewerking van de regeering.
Jacques, die bij dit onderhoud tegenwoordig
was, beefde bij 't hooren der woordenIk breng
u het bedrag van het borderel
Dan trachtte hij wederom aan het werk te gaan,
doch zijne hand beefde nog erger dan te voren
en zijne oogen weigerden hun dienst.
Een kwartier uurs ging voorbij.
Er werd aan de deur geklopt.
«Binnenriep de ingenieur met ongeduld.
Jeanne verscheen weldra op den drempel.
«Mijnheer," zegde zij, «ziehier een telegram,*
terwijl zij den patroon eene blauwe enveloppe
aanreikte.
Madame Fortier verliet weer het vertrek, nadat
zij een vluchtigen blik op Jacques geslagen had,
die diep neergebogen over zijn teekenplank zat.
De ingenieur verscheurde de enveloppe, door
liep met een haastigen blik de dépêche, slaakte
een kreet van smartelijke ontsteltenis en werd
bleek als een doode.
«Lucien is ziek riep hij uit. «Misschien in
doodsgevaarO mijn God I"
Dan, zich tot den meesterknecht wendende,
voegde hij er bij
«Het is een telegram van mijn zusterMijn
zoon moet zeer lijdend zijn. Ik ga onmiddellijk
vertrekken. Breng de teekeningen bijeen Jacques
en geef ze mij. Ik zal ze in mijn brandkast
sluiten."
«Ziedaar, mijnheer I" zeide de meesterknecht,
wiens gelaat thans van vreugde straalde.
De heer Labroue trok aan een schellekoord en
deed eene bel op de binnenplaats weerklinken.
Vervolgens riep hij den kassier, die niet op zich
liet wachten.
«Mijn beste Ricoux," zeide de patroon, «een
telegram mijner zuster roept mij onmiddellijk bij
mijn lijdend kind; ik ga vertrekken. Maak uwé
kas op. Bewaar de sommen, die gij noodig hebt
en geef mij de overige/
«Goed, mijnheer," antwoordde de kassier. «Doch
wat ziet gij er ontsteld uit, mijnheer. Ik hoop
toch dat Lucien's ongesteldheid niet ernstig is."
«Telegrafische berichten zijn in hunne beknopt
heid nooit te vertrouwen. Mijn zuster treedt niet
in bijzonderheden; ik ga mij dus zelf overtuigen.
Ik ben niet in staat langer te wachten; dat zou
mij van angst en ongerustheid den dood op den
hals halen. Draal dus niet. Ik moet den tija heb
ben om naar Parijs te rijden en daar den posttrein
Het algemeen stemrecht heeft te Marseille
getoond, dat woorden niet altijd voldoende
zijn, om zijn meening krachtig uit te drukken
en daarom heeft het in genoemde stad de
toevlucht genomen tot vechten. Er zijn drie
personen gekwetst, waarvan een die met een
stok met looden knop op het hoofd geslagen
was, ernstig. Daar de politie niet sterk ge
noeg was, om de twee groepen te scheiden,
moest de gendarmerie hulp verleenen.
Te Ligueil heeft men zich beter gedragen;
daar had de beruchte schacheraar Wilson, de
schoonzoon van Grévy, de onbeschaamdheid
zich candidaat te stellen, maar zijn hoorders
hebben zulk een helsch leven gemaakt, dat
hij niet aan het woord kon komen. Toen hij
in den trein naar Loches stapte, had nog
een manifestatie tegen hem plaats, die aan
duidelijkheid niets te wenschen overliet.
Kirail, eeu ontslagen veroordeelde uit
Nieuw Caledonie, is te Parijs te.uggekeerd.
De ongelukkige man werd, 13 jaren geleden,
tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld
wegens medeplichtigheid aan een moord. Na
verloop van drie jaren echter verklaarden
zijne medeveroordeelden, op wier getuigenis
hij schuldig was verklaard, dat hij volkomen
onschuldig was aan de misdaad, waarvoor hij
werd gestraft, maar het duurde door allerlei
„circumlocutie kantoor" formaliteiten nog 10
jaren voor hij gratie verkreeg. Dezer dagen
kwam hij te Marseille aan. De advocaat die
hem verdedigd had, zond hem 100 francs,
om van daar naar Parijs te komen, maar hij
leed drie dagen te Marseille gebrek voor hij
dat geld in handen kreeg.
Verscheidene menschen hebben belang
stelling betoond in den armen man en er
zal zeker wel het een en ander gedaan wor
den om hem schadeloos te stellen voor de
onverdiende ellende.
nemen, die om 8.20 aan het station van den Or-
leans-spoorweg vertrekt.
«Ik zal mij haasten, mijnheer."
Ricoux vertrok.
Jeanne Fortier, door den patroon enkele oogen-
blikken geleden gesche'd, trad binnen.
«Zeg aan den koetsier," sprak mijnheer, «dat
hij zoo spoedig mogelijk met mijn kleine coupé
voorkome. Keer dan terug, ik moet u spreken."
Na enkele oogenblikken stond Jeanne weer
tegenover den heer Labroue. Jacques was nog
steeds bezig met het bijeenbrengen der verschil
lende papieren, terwijl Ricoux, de kassier, reken
schap aflegde.
«Ik houd vijfduizend frank onder mijn beheer/
zegde hij, «en hoop wel dat ik voor uwe t'rug-
komst uwe brandkast niet zal behoeven te ope
nen."
«Misschien wel," hernam de ingenieur. .Binnen
twee dagen kunt gij mij niet verwachten, 't Is
heden YVoensdag. Zoo ik door Lucien's ziekte
niet wordt tegengehouden, zal ik ten spoedigste
Zaterdagmorgen terug zijn. Wat brengt gij mij?"
«Bij de honderd zeven en twintig duizend
franken var. het borderel, die op de Bank zijn
in ontvangst genomen, voeg ik de ontvangsten van
dezen dag, elfduizend zeven en twintig franken,
waarvan ik vijfduizend franken voor mij behoud.
Totaal honderd drie en dertig duizend 'zeven en
twintig frankenMet hetgeen gij in kas hebt
maakt dit honderd negentig duizend twee honderd
drie en vijftig franken en zeventig centimes
«Dat moet juist zijn."
«Gelief u te overtuigen, mijnheer.'
«De tijd ontbreekt mij."
De ingenieur sloot in zijn brandkast de sommen,
welke de kassier hem overhandigde.
Jacques en Jeanne wachtten.
Madame Fortier staarde deu meesterknecht aan
en meende dat er eene zonderlinge uitdrukking
op zijn gelaat lag, een uitdrukking, die zij er
voor dezen dag nog nooit op gezien had.
Jacques naderde den heer Labroue.
«Ziehier de teekeninger. en de plannen, mijn
heer," sprak hij tot den patroon, een vrij lijvig
pak overhandigend.
De heer Labroue borg deze in het kleine kistje,
dat hij volgens zijne gewoonte in de brand
kast sloot.
„Zoodra ik terugkeer," zeide hij, „zullen wij
Op het oogenblik zijn 500000 mijnwerkers
en personen, die van den arbeid van de7en
afhankelijk zijn, werkeloos. De leiders van de
staking trachten dat getal zoo groot mogelijk
te maken, op hun bevel hebben de mijnwer
kers van Northumberland 161/* pCt. loons-
verhooging geëischt. Daar deze vordering
door de bezitters der mijnen afgewezen is,
besloot het mijnwerkersccmité Donderdag te
Newcastle de leden te laten stemmen over
het al of niet staken van den arbeid. Eerst
Dinsdag a.s. wordt het resultaat bekend; daar
echter eene meerderheid van tweederden
voor de eindbeslissing noodig is, meent men
dat het werk daar niet zal gestaakt worden.
De arbeiders uit Northumberland hebben zich
van het begin af niet krachtig vóór de sta
king verklaard, maar een afwachtende huuding
aangenomen. Ook de eisch der werklieden
uit Durham is door de mijnbezitters Maandag
geweigerd; ze verklaarden zich echter bereid
de looneu door een scheidsgerecht te doen
vaststellen. Of deze voorslag door de arbeiders
aangenomen zal worden, is de vraag. In
Noord-Wales hebben thans 40,000 mijnwer
kers den arbeid gestaakt en 4000 bladtin
bewerkers zijn tengevolge van gebrek aan
kolen ontslagenin Fife en Kinross, twee
Schotsche districten, leggen binnenkort ruim
10,000 arbeiders het werk neer, terwijl dit
besluit ook genomen is door al de andere
Schotsche mijnwerkers, wanneer niet eene
verhooging van 60 cent per dag wordt toe
gestaan aan hen, wier loon reeds verlaagd
was en eeu verhooging van 30 cent per dag
aan hen, die nog niet in een vermindering
gedeeld hebben. Woods, de tweede voorzitter
van den mijnwerkersbond in Groot-Brittannie,
heeft Maandag in een groote vergadering
van mijnwerkers uit Lancashire een rede ge
houden, waaruit blijkt, dat van zijn kant op
een verzoenend tegemoetkomen niet te re
kenen is. Als het aan ons ligt, moet hij gezegd
hebben, dan is de staking over drie maanden
nog niet geëindigd; het gaat ons niet aan,
onze werkzaamheden voortzetten.
«GoedmijnheerHebt gij mij intusschen
niets te bevelen, niets aan te raden
«Ja, Jacques; wacht een oogenblik."
De ingenieur wendde zich dan tot Jeanne met
de woorden:
«Madame Fortier, ik raad u aan geen enkel
oogenblik te vergeten welke taak op u rust
Zoodra ik terug ben zal ik mij met u bezig
houden. Wees verzekerd, dat ik u niet in den
steek zal laten. Vergeet wat er geschied is, even
als ik op dit oogenblik reeds alle3 vergeten heb.
Jeanne was hoogst verwonderd over deze wel
willendheid en niet in staat een woord te uiten.
De kassier staarde haar aandachtig aan.
«Een slechte inborst! Dat staat vast," mompel
de hij. «De vrouw haat den patroonZij zou
zich willen wreken door hem boosaardig te be«
jegenen. Dit is maar al te duidelijk I*
De heer Labroue ging voort
«Maak mij een klein reiskoffertje gereed met
eenig linnengoed. Voeg er een overjas bij en
een reisdeken."
Madame Fortier verliet het kabinet.
Toen hij haar zoo somber en zonder een woord
te spreken zag heengaan, zegde de ingenieur tot
den kassier en den meerserknecht.
«Zij duidt het mij zeer ten kwad e, de arme
vrouwZij begrijpt niet dat de betrekking,
welke zij bekleedt, voor haar in 't geheel niet
geschikt is. Ik weet wel dat ik wel wat al te
streng ben opgetreden en misschien wel wat al
te brutaal ben geweestMaar ik kan daar
niets aan doen. Haar aa houdende tegenspraak
werkte op mijne zenuwen. Doch ik zal de on
gelukkige dit wel doen vergeten. Ik zal mij
ernstig met haar bezighouden
Dan gaf de heer Labroue zijne laatste bevelen
aan Ricoux en Jacques Garaua.
Men hoorde het rijtuig over de keien der
binnenplaats rollen. Vijf minuten later volgde
het in snellen draf den weg, die naar het Orleans-
station geleidt.
Jeanne, de kassier en de meesterknecht waren
bij het vertrek des patroons tegenwoordig.
(Wordt vervolgd.)