Nummer 74. Zondag 17 September 1893. 16* Jaargang.
DE IIIIOIIIIDIUKiSTEII.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
UITGEVER:
ANTOON Tl KLEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Waahvijlisclic en Langslraatscbe Coiiranl,
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden _/l,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
f f. re®ei' J °'60 daarboven 8 cent per regej
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitse!.',
land worden alleen aangnomen 1oor het advertentiebureau van
Adolf Steiler, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Over een kleine maand zal het uit vijf
schepen bestaande Russische eskader te Tou
lon aankomen en als men nu, 't zij uit pure
belangstelling, 't zij daartoe verplicht ter ver
krijging van een algemeen overzicht over den
staat van zaken, kennis neemt van 't geschrijf
ic de Fransche pers over deze vrij lang uit
gestelde beantwoording van een internationale
beleefdheid, dan behoeft men waarlijk niet
door den Duitschen bril der partijdigheid en
der jaloezie te kijken, om tot de overtuiging
te komen, dat de wijsheid gebiedt tegen de
helft der volgende maand met betrekking tot
Frankrijk en de Franschen, ontoerekenbaar
heid te pleiten. Bladen van alle richting en
kleur bevatten dag aan dag kolommen druks,
leidende tot Russenverheerlijking, vergoding,
ja aanbidding, die den lachlust zouden
opwekken, indien er in een dergelijke exploi
tatie der hartstochten niet een zeker gevaar
school: de staat van opgewondenheid, waarn
gansch de Fransche natie langs dezen weg
onvermijdelijk moet komen, maakt zelfs
onmogelijke waarschijnlijk; zóó brengt men
de groote massa tot uren van onbedacht
zaamheid, die evenvele jaren zouden kunnen
doen schreien.
En eigenlijk leidt alles er toe om de agitatie
ten toppunt te voeren: nauwelijks heeft keizer
Wilhelm van Duitschland met gansch zijn
vorstenstoet Elzas-Lotharingen verlateu,
tot den gouverneur van het rijksland woorden
van dank en erkentelijkheid te hebben gericht,
die getuigen van zijn onbeperkt vertrouwen
in de volkomen germaniseering der bevolking,
nauwelijks is 't meerendeels fantastisch ge
schrijf over de deelneming van den kroon
prins van Italië aan de Duitsche manoeuvres
in de op Frankrijk veroverde provincies, bin
nen de grenzen der waarschijnlijkheid en der
kalme beoordeeling teruggekeerd, of de Fran
schen worden geïrriteerd door de mededeelin^
van nieuwe samenkomsten tusschen de aan-
Naar het Fransch door W. v. R.
(iOvergenomen uit de Meierijsche Courant
20
Zoo ging zij een uur lang vooruit, hijgend en
bijna onder haren last bezwijkend.
Eindelijk bereikte zij den zoom van het bosch
en op eenigen afstand ontwaarde zij eeti dorp.
Dit gaf haar nieuwen moed; dé ongelukkige
versnelde den pas.
Op honderd stappen afstand van de eerste
huizen stond zij stil, zette haar kind op den
frond neder, niet in staat het nog langer ie dragen;
are armen waren verlamd door vermoeidheid
en niet meer in staat eenigen last te torschen.
//Loop thans aan mijne zijde, mijn jongen."
zeide Jeanne.
Georges trachtte te doen wat zijne moeder van
hem verlangde, doch viel weldra geheel uitgeput
op den grond neder.
TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
„Wilt gij hier op mij wachten?" vroeg Jeanr.e
aan haar kind. „Dan zal ik eenig voedsel voor
u gaan koopen."
„Ja, mamaatje."
//Zult gij geen angst hebben alleen in het
bosch
„Neen, mamaatje."
Madame Portier keerde met haar kind in het
bosch terug, zocht eene droge plaats onder de
groote, zware hoornen en legde Georges daar op
een bedje van bladeren en mos neder.
//Is 't zoo goed, vriendje vroeg de moeder.
„Ja, maatje," antwoordde de jongen, wiens
oogen weldra gesloten waren, terwijl zijn hoofdje
van rechts naar links schommelde.
Daar lag de kleine met zijn houten paardje op
de borst.
„Weldra zal hij inslapen," dacht Jeanne. „Dat
is 't beste; zoo zal de lieveling mijne afwezigheid
niet opmerkenSpoedig zal ik terug zijn."
Georges sliep reeds. Madame Fortier richtte
hangers der triple-alliantie voor hen (de
onderdanen der groole republiek) evenveel
provocaties!
Zoo zullen de groote manoeuvres in Hon
garije worden bijgewoond door al de vorste
lijke huizen, deel uitmakend van de triple-al
liantie, alsmede door den hertog van Con-
naught, vertegenwoordigend het regeeringshuis
van Groot-Brittannie. De prins van Napels
is namelijk door keizer Frans Jozef uitgenoo-
digd met zijn gastheer, keizer Wilhelm, mee-
tekomen, en 't schijnt, dat de aanstaande
koning van Italië wel zin heeft aan die in
vitatie gevolg te geven, zoodat 't er in 't
begin der volgende week op Hongaarsch ge
bied heel broederlijk en verlrouwlijk kan
toegaan. Dan komt er uit 't zuiden van ons
werelddeel nog een mededeeling die de
Franschen, zoo geneigd tot zelfkwelling, niet
bijster zal verheugen: in de eerste helft van
October zullen de Italiaansche havens Napels,
Spezzia en Genua bezocht worden door een
Engelsch eskaderwelke gelegenheid tot
vriendschapsbetuiging aan het machtige Albion,
Italië zeker niet ongebruikt zal laten voor
bijgaan.
t Is inderdaad voldoende om een veel
kalmer natie dan de Fransche op te voeren
tot een staat van waanzin, welke wellicht den
czaar en zijn ministers evenveel bezorgdheid
zal inboezemen als hij hun vreugde en vol
doening bereidt: Alexander III zou waarlijk
niet de eerste en waarschijnlijk ook wel niet
de laatste vorst zijn die, gedwongen door de
omstandigheden, onder een onbegrensde lietde
tot den vrede daden begaat van onbegrensde
gevolgen, leidende tot den oorlog in al zijn
verschrikking
In het Britsche lagerhuis heeft bij de be
raadslaging over de begrooting van oorlog de
minister van dit departement, de heer Camp
bell Ban nermann medegedeeld,dat de koningin
een onderscheidingsteeken had ingesteld voor
onderofficieren der vrijwilligers corpsen, die
een zeker aantal dienstjaren hebben vervuld.
zich, zoo snel hare beenen haar dragen konden,
naar het dorp, dat op eenigen afstand gelegen
was.
In de nabijheid der huizen stond zij stil en
wierp een blik op hare kleederen. De regen had
deze gedrenkt en zij waren met kleverig slijk
besmeurd. De haren vielen half losgerukt orde
loos op gela t en schouders neder.
Zij bracht eenigszins haar toilet in orde, rei
nigde zoo goed mogelijk hare kleederen en ging
verder.
In minder dan een kwart uurs bereikte zij de
huizen.
t Was nog zeer vroeg; nochtans begon men
de winkels te openen en enkele dorpelingen
stonden reeds op den drempel hunner woningen.
Het ontging Jeanne niet dat men haar met
eene bijzondere nieuwsgierigheid aanstaarde en
dit ontstelde de ongelukkige zeer. Met neerge
slagen oogen vervolgde zij haren weg en trad
weldra een suikerbakkerswinkel binnen, waar zij
een stuk chocolaad vroeg van vijf cents.
De winkelierster keek Jeanne strak aan, terwijl
zij haar bediende en scheen zich af te vragen of
zij haar reeds vroeger gezien had.
„Die hoort hier niet thuis," sprak zij tot zich-
zelve na dit vruchteloos onderzoek.
Daarop trad Jeanne een bakkerswinkel binnen
en liet zich voor tien cent brood geven.
Na deze zoo geringe uitgaven bleef haar niets
meer over.
Met dit zoo geringe voedsel hernam zij, gevolgd
door de nieuwsgierige blikken van velen, den
we^ naar het bosch.
Georges lag nog steeds op dezelfde plaats en
sliep gerust.
Jeanne zette zich aan zijne zijde neder en
leverde haren geest aan de somberste overpein
zingen over.
Weldra behaalde de vermoeienis ook bij haar
de overwinning, hare wenkbrauwen vielen dicht
en op hare beurt viel zij in slaap.
Ieder weet het hoe snel slechte tijdingen ge
woonlijk verbreid worden.
Verscheidene uren in den omtrek was men
weldra met de gebeurtenissen van den voorgaan-
den nacht bekend iedereen sprak reeds van den
brand te Alfortville, de verdwijning van Jeanne
Fortier, den betreurenswaardigen dood van den
Verder heeft de minister zich verant
woord wegens de benoeming van den hertog
van Connaught tot commandant van het
kamP..van Aldershot Generaal Roberts was
daarbij niet voorbijgegaan Hij was als gene
raal te hoog in rang voor bedoeld comman
dantschap waarvoor steeds een luitenant-
generaal bestemd wordt, en de hertog van
Connaught was de hoofdofficier, die daarvoor
aangewezen en aan de beurt was.
Met den burgeroorlog in Brazilië gaat 't al
niet anders dan met de vele beroeringen van
dien aard welke nu eens den eenen, dan
weder den anderen staat van Centraal- en
Zuid Amerika tot plaats van handeling hebben.
1 elkenmale trekken ernstige berichten van
een treffen tusschen hen, die de macht in
handen hebben en die anderen, welke er naar
streven zichzelf oplewerken tot de regeerings-
partij, samen met de meest geruststellende
med'edeelingen van regeeringswege en wie 't
verloop van dergelijke bewegingen in alle
bijzonderheden wil kennen en den staat van
zaken wil beoordeelen, doet wel een maand
of wat geduld te hebben tot de alzoo lang
ondergehouden waarheid weer eens aan 't
oppervlak komt. Woensdag werd te Parijs
bekend dat de „opstandelingen» bij een po
ging om te landen bij Nictheroy waren terug
geslagen, bij welk treffen een vijftigtal per
sonen het leven zouden hebben verloren en
tegelijkertijd deed de regeering van de repu
bliek Braziliëbij monde van haar gevol
machtigde in Europa kond, dat alle staten
zich bereid hebben verklaard om het wettig
gezag te steunen.
Hoewel nu gansch niet verheven boven de
verdenking van partijdigheid, ja zelfs opzet
telijke verdraaiing der waarheid, zijn de uit
Rio de JaneiroBrazilie's hoofdstad, tot
ons komende officieele mededeelingen toch
van dien aard, dat voor een ommekeer der
openbare meening ten gunste van den opstand,
niet behoeft te worden gevreesd. Daartoe zou
de besliste meerderheid als bij tooverslag
lieer Labroue, die schandelijk vermoord werd,
het heldhaftig uiteinde van Jacques Garaud, als
een slachtoffer zijner toewijding gevallen.
Deze maar al te dramatische zaken vormden
van den morgen at stof tot gesprek in de raburige
dorpen.
Van alle zijden begaf men zich naar het too-
neel des onheils om de vernielde fabriek te zien.
Madame Franpois, de kruidenierster van Mai-
sons-Alfort, bij wie Jeanne, zooals wij reeds gezien
Jiebben, ter winkel ging, verhaalde aan ieder, die
't hooren wilde, dat madame Fortier, de bewaar
ster der fabriek, bij haar de petroleum gekocht
had, die dienen moest om de fabriek in brand te
steken.
Eene vrouw van Alfortville, die dit hoorde,
vroeg eensklaps
«Weet gij 't al?"
//Wat dan
„De prokureur des keizers is op hettooneel der
misdaad aangekomen."
//En wat zou dat?"
„Begrijpt ge dat niet? Dien man moest gij
gaan opzoeken om getuigenis af te leggen. Uwé
verklaring is hoogst belangrijk.
„En wie zal dan gedurende dien tijd op mijn
winkel passen
„Ik, zoo gij wilt. Wanneer het geldt de boozen
hun rechtmatige straf te doen ondergaan, mag
men zich wel eenige moeite getroosten."
„Ta-ra-ta-ta!" antwoordde de winkelierster. Dat
alles gaat mij niet aan. Zoo men weten wil wat
ik te zeggen heb, zal men wel bij mij komen."
Als een loopend vuurtje vonden allerlei praatjes
hun weg.
De vrouw, die madame Francois aangezet had
getuigenis te gaan afleggen, sprak geen woord
meer. raear sloeg den weg in, die naar Alfortville
geleidt. Zij was de echtgenoote van een machinist,
die den vorigen nacht een der eersten was aan
gekomen om hulp te bieden. Zij had het voor
nemen haren man mede te doelen hetgeen zij
zooeven vernomen had, opdat hij 't den prokureur
des keizers berichten zou.
Zoodra deze magistraat kennisgenomen had van
de mededeeling van den kommissaris van politie
had hij de noodige bevelen gegeven en zien, ver
gezeld van den rechter van instructie, het hoofd
der openbare veiligheid, een dokter en twee agen
ten onmiddelijk naar Alfortville begeven.
De kommissaris had zich gehaast hem op de
door enorme uittreding en overgang tot de
insurgenten moeten verkeeren in eqn min
derheid en daarop is in de gegeven omstan
digheden weinig kans. Wel heeft het vijan
delijk eskader onder admiraal Mello na zijn
eerste nederlaag den aanval op Nitheroy
hervat, doch een nieuwe nederlaag met verlies
was hun deel; wel is er kans op partijkiezing
van enkele kustgemeenten voor de opstan-
detingen, wel loopt het gerucht, dat de be
zetting van een der forten rond Rio gemeene
zaak maakt met de opstandelingen, doch dat
alles kan de meening niet verstoren, dat men
ditmaal te doen heeft met een vrij hopelooze
poging tot omverwerping der bestaande regee
ring onder president Peixoto, een streven,
dat hoogstens kan dienen als bewijsgrond
voor hen, die in de verandering van regee-
ringsvorm in Brazilië niets hebben gezien dan
een zege van persoonlijke eerzucht en het
begin van een gangche reeks kleinere en
grootere beroeringen, verderfelijk voor den
handel en de nijverheid des lands!
Frankrijk heeft een groot verlies geleden
door den dood van generaal Miribel, na ge-
Saussier, den bekwaamsten en popu-
neraal
lairsten man van het leger. Hij heeft deel
genomen aan den veldtocht in Italië en bij
Magenta het kruis van het Legioen van Eer
verworven. Vervolgens maakte hij deel uit
van den staf van het artillerie corps, dat naar
Mejico gezonden werd. Te Puebla werd hij
aan het hoofd verwond, eervol vermeld en
bevorderd tot officier van het Legioen van
Eer. In den Fransch-Duitschen oorlog nam
hij aan verschillende gevechten deel. Miribel
heelt verscheidene verbeteringen aangebracht
in de Fransche mobilisatie.
Vrijdag werd te Grenoble te zijner eere
een lijkdienst gevierd. De generaal was in
hoogte te stellen der voornaamste feiten welke
liet eerst onderzoek aar. 't licht gebracht.
Ricoux, de kassier, en de loopjongen David
de koetsier en verscheidene werklieden waren
gehoord, en uit dit eerste verhoor volgde reeds
de waarschijnlijkheid, haast het bewijc, dat Jean-
ne rortier alleen de schuldige was.
Wat tegen haar was aangevoerd liet schier
geen twijfel over en hare vlucht kwam deze
Overtuiging nog meer versterken.
Na door den prokureur des keizers gehoord te
zijn, had Ricoux zich onverwijld naar Charenton
begeven.
an daar had hij een telegram gezonden naar
baint-Gervais voor mevrouw de weduwe Bertin
de zuster des heeren Labroue.
Dit telegram, zeer lakoniscli opgesteld, liet toch
de gansche uitgestrektheid raden van het ongeluk
dat den kleinen Lucien getroffen had.
Van het telegraafkantoor begaf Ricoux zich
naar zijne woning om van kleeren te verwisselen
en keerde daarna zonder een oogenblik te ver
liezen naar Alfortville terug, want de magistraten
hadden hem gezegd dat zijne tegenwoordigheid
aldaar geheel onmisbaar was.
De kassier was een man van ongeveer vijftig
jaar, grillig, knorrig, wantrouwend en zeer lastig
in zijn omgang met anderen. In het algemeen
eespreken, hield hij van niemand en de arme
Jeanne Fortier had het ongeluk hem een bijzon
deren afkeer in te boezemen. Zijn getuigenis
alhoewel zeer ter goedertiouw afgelegd, kon dan
ook niet anders dan zeer nadeelig voor haar zijn.
Hij stelde zich onmiddellijk ter beschikking
van den rechter van instructie.
„Ik zal u dadelijk tal van vragen te stellen
hebben," zeide de magistraat, en zich tot een der
agenten wendende vroeg hij
„Heeft men het bevolen onderzoek ingesteld?»
„Ja, mijnheer."
„En met welk gevolg
„Men heeft op het binnenplein drie fles3chen
gevonden, waarin petroleum geweest is.'
„Breng die hier.»
De agent ging de flesschen halen, die met opzet
door Jacques Garaud daar waren nedergezet.
Deze werden voor den instructierechter geplaatst
op eene tafel van eenige planken gemaakt op
schragen nedergelegd.
Wordt vervolgd.