Nummer 85. Zondag 22 October 1893. X6e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. 1 lilHIOIIIIliUliSTH EERSTE BLAD. UITGEVER: ANTOON TIELEN Dit nummer bestaat uit twee bladen. MAC-MAHON. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. Spanje. Engeland. De Echo van het Zuiden, faalwpsciie cd Lasigslraatsche Conrant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Frankrijk heeft weer het verlies te betreuren van een zeer verdienstelijk man: Marie Edme Patrice Maurice, graaf van Mac Mahon, hertog van Magenta, maarschalk van Frankrijk, oud president der republiek is Dinsdag, den 17en October, in den ouderdom van 85 jaar over leden. Hij was den 13en Juni 1808 te Sully bij Autun geboren. Zijn naam zegt het reeds dat hij van lersche afkomst was, ofschoon hij zich daarop nooit heeft beroemd, althans toen in 1859, na zijn overwinning bij Magenta, een deputatie uit Dublin hem een eere-sabel kwam aanbieden, ontving hij de leden er van zeer koel en deed hij sterk uitkomen, dat hij vol bloed Franschman was. Zijn ouders hadden hem voor den geestelijken stand bestemd doch de levendige knaap had meer neiging voor het bedrijvige krijgsmansleven. Hij be zocht derhalve de kweekschool te Versailles, vervolgens die te Saint-Cyr, waar hij uitmuntte door een helder begrip. In 1830 tot 2e luite nant benoemd, vertrok hij naar Afrika, woonde echter in 1832 het beleg van de citadel van Antwerpen bij, werd in 1833 reeds tot kapitein benoemd en naar Algerie teruggezonden. Gedurende 22 jaar bleef Mac-Mahon in die Fransche kolonie, waar hij zich onderscheidde door dapperheid, trouwe plichtsbetrachting en geschiktheid om met soldaten om te gaan waardoor hij voortdurend steeg op de ladder der militaire hiërarchie, zoodat hij op 37jarigen leeftijd reeds kolonel was, en in 1852 tot divisie-generaal bevorderd werd. In 1855 naar Frankrijk teruggekeerdnam hij deel aan de bestorming van Sebastopol in Sept. van dat jaar. Ook hier onderscheidde hij Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsc/ie Courant 28 „Wij zullen God smeeken, dat Hij u te hulp kome, even als ik Hem op dit oogenblik bief, dat Hij ons inliclite omtrent hetgeen wij te doen hebbenWat gaat gij thans aanvangen? Wat zult gij doen Zult gij u voor uwe rechters neder- werpen en hun toeroepen ik ben onschuldig Dat zweer ik uZal uw eed dan den indruk op hen uitoefenen, dien hij op mij heeft uitgeoefend? Zal hij in hun binnenste ae overtuiging wekken, die hij bij mij heeft opgewekt Ik weet het niet, al hoop ik het uit den grond des hartenEene zaak kan ik u echter wel verzekerenGod zal eenmaal uwe onschuld doen zegevieren. Steun op uw geweten en aarzel niet het gevaar onder de oogen te zien, hoe groot ook het wezen moge. Op u rust de plicht naar Parijs te gaan en den rechter te verkondigenMijn naam is Jeanne Fortier. Men beschuldigt mij brand gesticht en moord gepleegd te hebbenMen zit mij op de hielenIk zou nog in staat geweest zijn mij te verbergen, doch ik heb liet niet gewild Hier ben ik Ik ben gereed mij bij u aan te sluiten om de waarheid te vinden." Ten prooi aan de grootste onsteltenis had Jeanne naar de woorden des priesters geluisterd. „Maar zoo ik mij overlever/ riep zij uit,, dan staat de gevangenis voor mij open I Dan zal men mij van mijn zoon scheiden „Dat is ongelukkiglijk niet te vermijden, doch daarvan draagt gij zelve de schuld. Waarom hebt gij de vlucht genomen? Laat ons te zamen den toestand eens nagaan: Uw signalement is naar alle zijden overgeseind. Elk uur van den dag kan men u in^nrrest nemen; de eene brigade zal u aan de andere overleveren en eindelijk zult gij te Parijs voor den rechter moeten terechtstaan. Geloof mij en tracht de vernederingen te voor komen, die u anders wachtenGa zelf tot het zich door koelbloedige dapperheid. Na een kort verblijf in Algerie, werd hij belast met het bevel over het tweede legercorps, dat in den oorlog tusschen Italië en Oostenrijk het eerste land steunde. Hier gedroeg hij zich bij Magenta zoo dapper en zoo geschikt, door op eigen verantwoordelijkheid den vijand in de flank aan te vallen, dus zonder bevelen uit het hoofdkwartier ontvangen te hebben dat hierdoor vooral de beslissing ten nadeele der Oostenrijkers uitviel. Nog op het slagveld werd Mac-Mahon tot maarschalk en hertog van Magenta benoemd. Ook aan den slag bij Solferino nam hij een roemrijk aandeel. Den len Sept. 1864 werd hij benoemd lot gouverneur-generaal van Algerie. In het voor Frankrijk rampzalige jaar 1870 werd hij be - velhebber van het eerste legercorps. In den Fransch—Duitschen oorlog was Mac Mahon echterniettegenstaande zijn persoonlijken moed ongelukkig; niemand ecliter weet dit aan hem, maar algemeen werd Leboeuf, de minister van oorlog verantwoordelijk gesteld. In den slag bij Sédan ernstig gewond, moest hij het opperbevel aan generaal Ducrot over geven, waardoor hem de smart bespaard bleef,, de capitulatie met de Duitschers zelf te moeten onderteekenen. Hij werd met zijn gansche leger krijgsgevangen gemaakt. Zijn recht schapen karakter en zijn groote bekwaamhe den als veldheer had hij het te danken, dat hij niet alleen van eeu aanklacht verschoond bleefmaar bovendien benoemd werd tot opperbevelhebber van het leger van Versailles, dat belast was met het onderwerpen der «Commune.» Na dezen opstand onderdrukt te hebben, behield hij het commando over die divisie. In 1873, nadat Thiers genoodzaakt gewor den was als president der republiek af te treden, werd Mac Mahon tot die hooge waar digheid gekozen, door allen, die tegen een definitieve republiek waren. Daar echter de loop der gebeurtenissen niet strookte met zijne begrippen en hij te zeer getoond had welk een afkeer hij had van de democratische republikeinen, om een gerecht; ik zal u niet verlaten. Ik zal u zelfs vergezellen, ik zal u naar het parket brengen en den prokureur des keizers zeggen, dat ik voor uwe onschuld insta!" De weduwe van Pierre Fortier liet het hoofd op beide handen rusten. „Mijn God!" stamelde zij. „Mijn God! Wat moet er nog gebeuren //Aarzel niet langer ging de priester voort. «•Denk er wel aan, dat men u hier binnen enkele oogenblikken kan komen arresteeren." „Hier?" herhaalde Jeanne. „In uw huis?" „Mijn huis is helaas niet onschendbaar voor de menschelijke gerechtigheid." „Maar wat zal er dan van mijn arm dochtertje geworden?" riep de weduwe snikkend uit. „Én van mijn zoon Georges De knaap had deze woorden gehoord en liep naar zijn moeder toe. „Waarom weent gij, maatje?" vroeg de kleine, terwijl hij zijne armpjes naar Jeanne uitstrekte. De ongelukkige vrouw drukte haren jongen aan den zwoegenden boezem en bedekte hem met kussen en tranen. Zevenentwintigste Hoofdstuk. Eensklaps werd er weder aan de voordeur ge scheld en een luid gerucht weerklonk tot in den tuin. „Ik heb den weg naar de pastorie gewezen hoorde men een stem verzekeren, en eene andere voegde er bij „Ik heb haar bij den pastoor zien binnengaan. Daar is zij nogik ben er zeker van 1 Jeanne kreeg eensklaps een hevigen toeval op de zenuwen. 't Is van mij, dat men spreekt Mij zoekt men!" stotterde zij ter prooi aan den hevigsten angst terwijl zij haren zoon met kussen overlaadde. Brigitta had de deur geopend. In een oogenblik tijds waren een twintigtal personen den tuin binnengedrongen met den bur gemeester aan het hoofd, gevolgd door een bri gadier en vier gendarmes. De burgemeester met een waardig uiterlijk stapte voorop, groette beleefd den priester en diens zuster, en sprak dan „Verschooning, mijnheer pastoor, zoo ik mij veroorloof, hoe ongaarne ookuwe woning binnen te dringen. Ik heb een duren plicht te drachtig met hen te kunnen samenwerken nam hij in Januari 1879 zijn ontslag, toen men eenige hooggeplaatste officieren wilde pensioneeren. Mac Mahon vreesde tengevolge daarvan een desorganisatie van het leger doch, overtuigd nergens steun te zullen vinden, legde hij in een eenvoudig schrijven zijn hooge waardigheid neer. Jules Grévy werd zijn opvolger. Geacht en bemind heeft hij na dien tijd nog 14 jaar geleefd, tot hij in den hoogen leeftijd van 85 jaar het moede hootd ter ruste legde. Een dapper krijgsman, maar wat meer zegteen eerlijk en rechtschapen burger verliest Frankrijk in hem. Aan het schitterende feestmaal van 500 couverts, in het stadhuis den Russischen of ficieren door den Parijschen gemeenteraad aangeboden, heeft Carnot eenen dronk uit gebracht op den czaar en zijne gemalin en de ambassadeur Mohrenheim op Carnot. Na afloop had een reusachtige fakkeloptocht plaats. Ten stadhuize werd na het feestmaal een schitterend concert gegeven. Eerst ten 11 uur verlieten Carnot en admiraal Avellau het stadhuis, door oorverdoovende toejuichingen begroet. De fakkeloptocht wekte langs den ganschen weg onbeschrijfelijke geestdrift, die zich herhaaldelijk uitte in kreten, als leve Frankrijk leve Ruslandleve het legerbij de ontbinding van den stoet te middernacht op de Place de la Concorde ontstond er een vreeselijk gedrang, vooral naar de zijde van het stadhuis, tengevolge waarvan eenige per sonen gekwetst werden. Carnot heeft mevrouw Mac-Mahon zijn deelneming betuigd met het door haar gele den verlies; Dupuy heeft hiermede den prefect du Loiret belast. De gemalin van Mac Mahon heeft verder van alle kanten betuigingen van deelneming vervullen, die mij door de wet geboden wordt/ Yol angst op het gezicht der gerechtsdienaren was Jeanne met haren zoon achteruitgeweken. Het kind had met de eene hand het kleed zijner moeder gegrepen en met de andere hield de jongen het touw vast van zijn kartonnen paardje. 't Was een aangrijpend tooneel, dat de tuin des pastoors thans bood. Stefaan Castel, wien het effect der zonderlinge groepeering niet was ontgaan, haastte zich naar zijn schilderezel en begon met ruwe trekken op een nieuw doek te brengen wat hij voor oogen had. De pastoor was opgestaan en ging het hoofd der gemeente te gemoet. „Ik weet wat u hierheen voert, mijnheer de burgemeester," zeide hij. „Gij zoekt eene jonge vrouw, Jeanne Fortier genaamd." „Ja, mijnheer pastoor, Jeanne Fortier, beschul digd van eene drievoudige misdaad, brandstichting, diefstal en moord." „Dat is valsch, mijnheerIk ben onschuldig riep Jeanne. „Daarover heb ik niet te oordeelen," antwoordde de burgemeester„Zijt gij Jeanne Fortier?" „Die ben ik." „Bewaarster der fabrieken van den ingenieur Labroue te Alfortville, departement der Seine?" *Ja, mijnheer." De burgemeester gaf een teeken. De brigadier der gendarmerie stapte vooruit, zeggende „In naam der wet en voorzien van een mandaat door den rechter verstrekt, neem ik u in arrest „Wel ja, arresteer mij!" riep Jeanne in ver voering uit. „Men leide mij naar de gevangenis Dat men mij oordeele en zelfs veroordeele U Men kan mij naar de guillotine sleuren, doch mij.van schuld overtuigen, kan men niet „Mama! Maatjelief!" herhaalde de kleine Geor ges, met eene ongewone ontsteltenis. De brigadier wendde zich tot zijne manschappen. „Doe haar de boeien aanbeval hij. Eene koude rilling liep over Jeanne's ledematen. „De boeienherhaalde zij met een van ver ontwaardiging trillende stem „de boeien O, neen, neen Dat wil ik niet! Nooit! Nooit!" „Bied geen weerstand, mijn kind, dat bid ik u," smeekte de pastoor. „Onderwerp u, zooals 't eene christin past, en toon gehoorzaamheid aan de wet." ontvangenvan den koning van Italië, den graaf van Parijs, kardinaal Rampolla voor den Paus, den prefect van Magenta cn van tal van personen uit Engeland en Italië; verder van generaal Loizillon uit naam van het Fransche leger.Eerst tegen het einde der maand zal, wegens de feesten, de begrafenis op staats kosten plaats hebben. Tot dien tijd zal het lijk in de grafkelders van de kerk St. Clotilde geplaatst worden. Woensdag is het lijk van maarschalk Mac- Mahon in de kist gelegd, die met satijn gegarneerd is. Deze kist is weer besloten in een looden, en deze laatste in een eiken houten kist. Overeenkomstig de wet is de kist verzegeld. De lijkdienst voor de familie heeft Donderdag te Montcresson plaats gehad. Men bevestigt van officieele zijde, dat 10.000 Mauser geweren aangekocht zijn, die onmiddellijk met 20 millioen patronen moeten geleverd worden. De firma Mauser zal binnen zes maanden nog 15,000 geweren leveren. Zes batterijen berg-artillerie, waarvan de eerste reeds te Barcelona ingescheept is, zullen deelnemen aan de expeditie. De Spaansche kruisers hebben peilingen gedaan op de kust van Marocco ten oosten van Melilla met het oog op een ontscheping, om van achteren de posities van den vijand op den berg Gurubu aan te tasten, waar de Mooren zich uitstekend verschanst hebben. In een conservatieve vergadering te Preston hield lord Salisbury een rede, waar hij be toogde, dat de aanneming van het home-rule voorstel de macht van het rijk in al zijn deelen zou verzwakken. Wanneer men de gebeurtenissen, zoowel in Azie als in de Middellandsche Zee naging, dan zou men het tegenwoordige oogenblik voor Engeland wel niet geschikt vinden om zich tegenover an dere volken zwak te toonen. De ongelakkige vrouw boog het hoofd en stak de gerechtsdienaren de handen toe. „GereedVooruit danbeval de brigadier. De kleine Georges hing aan de geboeide han den zijner moeder. „Blijf hier, maatje!" riep hij uit. „Blijf hier 1 Ik ben toch zoo bang „Ween niet, mijn kind," antwoordde Jeanne. „Kom I God zal ons berschermen „Ik wil niet dat men u medevoere „Kom mijn kind I „De jongen mag met u niet medegaan/ onder brak haar de brigadier. „Wat! Wilt gij mij van mijn zoon scheideni" stamelde Jeanne ter prooi aan de grootste ont steltenis. „Ik kan niet anders. Het bevel van aanhouding betreft slechts u, Jeanne FortierEr is geen sprake in van eenig kind. Bijgevolg, de vrouw naar de gevangenis en het kind naar 't armhuis, zoolang geen andere bevelen van hooger hand gegeven worden." Jeanne was bleek als een doode. „Mijn kind naar 't armhuis!" snikte zij „O neen, neen, dat zult gij niet doen 1« „Blijf hier, maatje!" herhaalde Georges. „Neen Neen Ik wil niet I" hernam de gevan gene, in 't midden der gendarmen, die haar wil den wegleideneen verwoeden tegenstand bie dend ik wil niet van mijn zoon gescheiden worden En dan de geketende handen tot den priester uitstrekkend, voegde zij er bij„Heb medelijden, mijnheer pastoorHeb medelijden met mij I Zeg hun dat het onmogelijk isdat men mij niet van mijn zoon scheiden mag. „Wees gehoorzaam aan de wet, arme vrouw!» he. nam pastoor Laugier. „Vrees niets voor uw kind; het zal niet naar 't armhuis gaan Ik zal den jongen bij mij houden. Gij kunt dus ge rust zijn ten zijnen opzichtIndien, naar ik hoop, gij uwe onschuld kunt bewijzen, zult gij zelf den kleinen komen terughalen. Doch zoo gij er niet in slagen moogt de duisternissèn te doen verdwijnen, die de misdaad van Alfortville om ringen, zoo gij veroordeeld wordt, dan verzeker ik u, dat ik den kleinen Georges niet aan zijn lot zal overlaten (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1