Spanje. Engeland. Duitschland. Italië. Rusland. Amerika. BINNENLAND. hunne zwart- of wit gevederde steken, vlag en hoofdofficieren der marine, velen met een mooien militairen kop, kwamen in eenen fiaker aanzetten of waren te voet opgewandeld, en werden door de honderden officieren, die zich reeds voor de Madeleine hadden opgesteld zonder veel complimenten gegroet, de am bassades van Rusland, van Engeland van Oostenrijk, van Turkije, hel Italiaansche ge zantschap, allen in groot gala, stapten ach tereenvolgens uit hunne rijtuigen. En alle aangekomenen schaarden zich op de trappen der Madeleine,eene bonte menigte, schitterend in de prachtigste uniformen en hofkleedijen, of, zoo de senatoren en afgevaardigden de leden van den Parijschen gemeenteraad de maires, in het sobere zwart der rokken, waar onder de sjerpen hunner waardigheid kleur den. Even over elf werd tusschen die hon derden doorde vertegenwoordigers vau Frankrijks nationale kracht en glorie, van alle groote mogendheden van Europa, het stoffelijk overschot van den maarschalk Mac Mahon naar den lijkwagen gedragen, terwijl met doffe slagen de kanonschoten elkander opvolgden, en de stafmuziek der republikeinsche garde hare treurtonen deed hooren. Achter den lijkwagen monumentaal versierd ging het paard van den maarschalk ten oorlog uit gerust, maar het zadel met een krippen sluier overdekt; dan volgden de straks genoemde vaandelwachten en daarachter de familieleden en genoodigden, voorop de beide zonen in de nette uniform van kapitein bij de jagers te voet. En naarmate de stoet zich verder voortbewoog, daalden van de trappen der Madeleine de vertegenwoordigers af der ver schillende staatslichamen en korpsen van het leger, de deputaties, de ambassades en ge zantschappen, altijd weer langer makende den breeden stoet, waarlangs soldaten gingen, het geweer over den rechterbenedenarmen ku rassiers, de lange rechte sabel tegen het stalen borstkuras geklemd. De Esplanade des Invalides was van alle voorwerpendie er zich op bevinden ontdaanom den troepen gelegenheid te geven, zich op te stellen. Twee secties in validen stonden in de centrale laanmet omfloersd vaandel, de gouverneur der Invali den ontving het lijk bij den ingang van het hotel. Het inwendige der kerk was prachtig versierd. Om half twaalf .kwam de oude vriend van Mac Mahon, maarschalk Canrobert, die wegens zijn hoogen leeftijd en zijn minder goeden gezondheidstoestand zich niet eerst naar de Madelaine had begeven. Om kwart voor een begon de lijkdienst, door den aarts bisschop van Parijs zelf verricht. Om half twee was deze plechtigheid afgeloöpen, waarna het défilé der troepen begon. De Duitsche gezant en zijn personeel, die te voet naar huis terugkeerdenwerden overal door de menigte eerbiedig begroet. Het talrijke publiek wilde, na afloop der begrafenis, zich in de restaurants versterken, doch in vele inrich tingen was om 1 uur reeds alles weg, zoodat op de deur geplakt werd: „Voor het oogenblik gesloten; om 5 uur heropening.» Rijtuigen waren bijna niet te krijgen. De koetsiers vroegen verbazend hooge sommen. En nu kunnen de FranschRussische feesten weer een aanvang nemen, te Parijs zoowel als te Toulon. Niet geheel ten onrechte zeide een Engelschmandat het wel een weinigje too long begint te worden. Vrijdag dan zijn te Toulon weer zeshonderd Russische matrozen aan boord van het Fran- sche pantserschip Hoche te gast geweest en Zondag maakten ze een uitstapje naarLaseyne, waar ze aan een, te hunner eere aangericht banket werden toegesproken door den oud president van den senaat Le Royer. Te Parijs Maandagavond gala-voorstelling in de opera. Zaterdag hebben admiraal Avellan en zijne officieren famililaar gedé jeuneerd bij den minister president Dupuy waarbij de gewone toasten gewisseld werden. Admiraal Avellan heeft toch weer eens getracht zijne indrukken onder woorden te brengen en wel als volgt „Sedert den dag, waarop onze schepen in de Fransche wateren voor anker liggen, ver- keeren wij in een tooverland en schrijden wij van wonder tot wonder. De vreugd dezer tien dagen is zoo machtig en groot geweest, dat op den tijd niet meer gelet werd. Nu vandaag zijn we weer bij den minister van binnenlandsche zaken, en daarom stel ik voor op zijn welzijn en op den voorspoed van Frankrijk te drinken.» Het blijkt, dat een man, die op de Place de rOpéra een revolverschot heeft gelost zulks geenszins deed op admiraal Avellan maar op de menigte, waarschijnlijker nog: in het wilde. Het was een door allerlei tegen spoeden half krankzinnig geworden persoon, die met een oud wapen vier maal ketste de revolver en eerst de vijfde maal ging hij af op zijne wijze protesteerde tegen eene feestvreugde, zoo weinig in overeenstemming met zijn omstandigheden en gemoedstoestand. Het volk had hem bijna verscheurd, toen gelukkig de politie hem in bewaring nam. Een schermutseling heeft Zaterdag te Me- lilla plaats gehad tusschen Spaansche voor posten en de Arabieren die op Spaansche tróépen geschoten hadden, 's Namiddags heeft een Spaansche kruiser op de loopgraven der Arabieren geschoten tengevolge waar van dezen op de vlucht geslagen zijn. Er is een groote opgewondenheid merkbaar in de militaire en politieke kringen te Madrid. De meerderheid der mijnwerkers in Dur ham die 10 percent meer loon gevraagd hadden namen genoegen met de door de patroons bewilligde helft hiervan. De steenkolenprijs is belangrijk rijzende; Maandag is hij 3sh. per ton hooger. De verkoopers bedingen feitelijk willekeurige prij zen en maken 25 sh. per ton en hooger leverbaar aan de schacht. Koning Albert van Saksen vierde Zondag het jubilaeum van zijn 50-jarigen diensttijd bij het leger. Te Dresden heeft men daar een groot feest van gemaakt, tot welks bijwoning ook keizer Wilhelm overkwam wat het volk in groote geestdrift gebracht heeft. Bij de receptie in de marmeren zaal van het paleis hield de keizer, aan 't hoofd der commandeerende generaals, tot den jubelaris een hartelijke toespraak. Nu de Voorzienigheid het zoo beschikt heeft dus sprak Z. M. dat de keizers Wilhelm en Frederik en ook de groote Moltke niet meer onder de levenden verkeeren, valt het mij ten deel de hulde des legers aan do voeten van zijne majesteit neder te leggen, den eenig overgebleven grooten leger-aan voerder uit een grooten tijd. Den staf van veldmaarschalk hebt gij u met het zwaard in de vuist in den strijd tegen den vijand verworven. Vergun mij echter u nog dezen staf aan te bieden en hierbij overhan digde de keizer er den koning een, die prachtig met briljanten was versierd als een zinnebeeld der hulde van mij en van het leger. Moge U. M. nog lang voor ons allen gespaard blijven. Diep bewogen dankte koning Albert. De hem door den keizer geschonken staf, zeide hij, zou vast en veilig in zijne handen wezen en mocht, wat God verhoede, het nogmaals noodig wezen het zwaard te trekken voor Duitschlands recht en veiligheid, dan zou hij met dezen staf in de hand, zijn plicht weten te vervullen als in vroegere tijden. Bij het gala-diner, dat op de plechtigheid volgde, bracht de keizer een dronk uit op den koning; namens het geheele leger dankte Z. M. den jubilaris voor de, bij het aanvaar den van den hem aangeboden staf gesproken woorden, terwijl hij den koning daarenboven zijn persoonlijken dank toebracht voor diens aannemen van het hem aangeboden chef schap over het tweede regiment garde-uhlanen. De keizer besloot met op het welzijn des konings te drinken, wat de iubilaris beant woordde met een dronk op het welzijn van het Duitsche leger en van den keizer, Zondagnacht heeft een rooverbende te Cadrone op Sicilië de kazerne der gendarmes belegerd; op de gendarmes werd een sterk geweei vuur'geopend om hun te beletten uit te rukken. Onderwijl werd door een ander deel der bende 10,000 lire gestolen bij de burge meester. De Siciliaansche afgevaardigde Felice zegt dat troepenzendingen tegen 300.000 goed georganiseerde sociaal-democraten niets ver mogen. Te St. Petersburg zijn weder 50 studenten in hechtenis genomen onder verdenking van een nihilistische samenzwering en mede plichtigheid aan moord op een student, dien zij van verraad verdachten. NEW-YORK, 24 October. Aan de New York Herald werd 23n uit Montevideo geseind Volgens berichten uit Rio de Janeiro is Frederico Sorena, gezagvoerder op een der schepen der opstandelingen, door De Mello in het hoofdkwartier te Desterro tot voorloopig president uitgeroepen. Voor haar vertrek heelt de Republica de Tiradentes (het oorlogsschipdat Peixoto trouw is gebleven) gesommeerd te vechten of zich bij den opstand te voegen. De Tira dentes heeft niet geantwoord. De regeering van Uruguay heeft echter den strijd in hare wateren belet, In eene andere proclamatie beschuldigt De Mello Peixoto, dat deze getracht heeft hem te vermoorden door middel van een met dynamiet gevuld album, dat met Peixoto's medeweten afgezonden zou zijn. WAALWIJK, 25 Oct. 1893. Tot sluiting van de viering van zijn hon derdjarig bestaan hield het gild St. Crispijn van Waalwijk en Bezooien Maandag een huishoudelijk feestje, dat tot aller genoegen afliep. In verband hiermede trok in den namiddag de harmonie onder 't spelen van vroolijke marschen door de straat en bracht ovaties aan verschillende ingezetenen. De lotingsdag is hier, voor zoover ous is bekend geworden, zonder ongeregeldheden afgeloopen. Te Baardwijk echter is eenige opschudding ontstaan, doordat een kastelein van een aantal Waalwijksche lui, waaronder eenige lotelingen, betaling eischte alvorens hij hun tapte. Hierin hadden zij geen zin en begonnen toen tafeltjes omver te werpen, waarop glaswerk stond, dat natuurlijk gebroken werd. De kastelein, de vernieling van zijn eigendom niet willende aanzien, gebood hun zijn huis te verlaten en t»en dit niet goedschiks ging kwam hij op eenigszins hardhandige wijze tot zijn doel. Daar er politie op straat was, die zich met het standje bemoeide, liep dit verder kalm af. Z. D. H. Mgr W. van de Ven, bisschop van 's Hertogenbosch, heeft op voordracht van den hoogeerw. abt van Berne benoemd tot kapelaan te Haarsteeg de weleerw. heer W. van Berckelte VFjmen den weleerw. heer J. P. van den Crommenacker, en tot assistent te Oudheusden en Ebhout den weleerw. heer W. A. van Oorschot. Bij kon. besluit zijn tot voorzitters en burgerlijke leden en hunne plaatsverv. van de onderscheidene militieraden voor de lichting der nation, militie van 1894 benoemd Provincie Noorbrabant: in het le militie- district: tot voorz. J. W. R. van Gulick, lid der prov. staten; tot zijnen plaatsv. L. van de Westelakeu, lid der prov. staten; tot lid J. van de Mortel, lid van den gemeenteraad van 's Hertogenbosch; tot zijnen plaatsverv. A. B. van der Steen, lid van den gemeente raad van 's Hertogenbosch. In het 2e militiedistrict: tot voorz. mr. M. P. M. van Dam, lid der prov. staten; tot zijn plaatsverv. H. W. J. Mol, lid der prov. staten; tot lid E. H. A. Guljé, lid van den gemeente raad van Breda; tot zijnen plaatsverv. F. M. Gescher, lid van den gemeenteraad van Oosterhout. In het 3e militiedistrict: tot voorz. mr. J. A. Loeff, lid der prov. staten; tot zijnen plaatsverv. H. Verstraaten, lid der prov. staten; tot lid A. F. van Moorsel, lid van den ge meenteraad van Eindhoven; lot zijnen plaatsv. E. H. van Gennip, lid van den gemeente raad van Gestel. Bij buitengewoon grooten aanvoer was de handel in kalfkoeien in de Langstrdat vlug, vele Belgische kooplieden waren aan wezig. Prijzen als volgtkalfkoeien f 160 a 280, dito vaarzen f 160 a 180, graskalveren f 15 a 30, biggen f 9 a 13 per stuk; slacht vee le qual. 65 a 70 ets., 2e qual. 50 a 55 ets., vette varkens 58 a 65 ets. p. Kg. (schoon.) Hooi. In dit artikel is de handel sedert enkele dagen vrij levendig. Men besteedt thans f 22 a 27 per 500 Kg. Stroo geldt f 12 a 13 per 500 Kg. De aflevering van aardappelen in de Boven- Langstraat, is thans druk aan de gang. De prijzen tusschen f 1.50 a 2.— per Hl. Men meldt uit Noordbrabant Gedurende de laatste acht dagen was het weder bijzonder gunstig voor het nog te veld staande beetwortelgewas. Door 't afwisselend vochtige en warme weder zijn de bieten dan ook nog veel in gewicht toegenomen. De akkeropbrengsten vallen bijna overal mede, en men treft zelfs velden aan, die nog grootere opbrengst geven dan verleden jaar, in welk jaar de oogst bijzonder goed was. Daar er dit jaar in Nederland ongeveer 14 pCt. meer is uitgezaaid, zal dus de suikerproductie wel licht nog grooter zijn dan verleden jaar. Door het prachtige weder begunstigd, haast men zich met het rooien, zoodat de aanvoeren van bieten aan de verschillende fabrieken toene men. Pulpe komt er in overvloed, hetgeen den veehouders ten goede komt, bij den niet te grooten voorraad hooi. Te 's Hertogenbosch is Zondagnamiddag na eene ziekte van slechts weinige dagen overleden de heer F. C. Bake, hoofdingenieur van den provincialen waterstaat in Noord- brabant, ridder in de orde van den Nederl. Leeuw en lid van verschillende vereenigingeu. De overledene was in en buiten zijne be trekking zeer gezien. Moord te Halfweg. Zondagmorgen omstreeks 8 uur heeft een zekere H. Faassen, arbeider te Haarlem, na een hevige worsteling zijn 36-jarige vrouw in een sloot van de Haarlemmervaart geworpen, waaruit zij levenloos is opgehaald. Het feit was gezien door den spoorwegwachter van blok C en twee hengelaars eerstgenoemde waarschuwde onmiddellijk per telefoon de politie van Halfweg. Faassen was intusschen gevlucht naar dat dorp en sloeg den weg in naar Spieringhorn. De politie haalde hem per rijtuig in en bracht hem voorloopig in hechtenis te Halfweg. Het lijk der veimoorde vrouw is naarSlo- terdijk vervoerd. De aanleiding tot den moord wordt als volgt opgegeven Faassen had zijn vrouw van de Heldersche boot afgehaald en was met haar op weg naar Haarlem. Zij was langer uitgebleven dan de afspraak washierover ontstond eene woordenwisseling, en in eene opwelling van drift moet hij de noodlottige daad bedreven hebben. Hbl. Wat men onder de kachel van de oude huishoudster vond De verkoping in de pastorie te Bergen was afgeloopen en het meubilair in andere handen overgegaan; alleen op meidenkamer was nog een kachel aanwezig van de oude trouwe huishoudster. Ook dit voorwerp ver anderde van eigenaar, doch wie schetst de verbazing der koopers, toen bij de opruiming onder de aschbak op den vloer een blikken doosje werd ontdekt met de spaarpenningen der oude, een bedrag van f1000 aan papier en specie inhoudende. De eerlijke vinders besloten direct het geld aan de eigenares op te zenden. Twee officiers der mariniers, die j. 1. Zaterdag te Nieuwediep met een klein bootje waren uitgegaan om te jagen, werden door den stroom meegevoerd. Zij keerden 's avonds niet terug, 's Nachts werden zij echter gelukkig in de Balg drijvende aangetroffen door de naar Wieringen bestemde blazerschuit W R 123 j schipper Bakker, die hen aan boord van zijn vaartuig nam en behouden te Nieu wediep terugbracht. Een braaf en oppassend meisje te Hil- varenbeek is het slachtoffer geworden van een trouwloozen minnaar. De dag van on dertrouw was reeds bepaaldkaartjes voor kennisgeving reeds gedrukt, meubels aange kocht een huis was gehuurd en daarin een oven voor bakkerij gebouwd enz. enz.doch op den dag voor den ondertrouw werden alle geheimen ontsluierd. De candidaat brui degom gaf voor een flink kapitaal te bezitten waaronder eenige solide effecten die later waardeloos bleken en ten slotte bestond zijn geheele bezit uit niemendal. De bruidegom ging er stil van door, liet alles in den steek en nog eenige gelden, door de vader der toekomstige bruid op rekening verstrektals schuld achterlatende. Van volkomen betrouwbare zijde ont* vangt het Soer. Hb. de mededeeling, dat in een cholerageval, waarin de patient reeds in het uiterste verkeerde, genezing intrad door het toedienen van fijn gestampt verkoold leder met water vermengd. Volgens den regent van Sidhoardjo wordt dit middel op zijnen last in de kampongs dadelijk toegediend aan alle inlanders, die door deze ziekte worden aan getast en herstellen dan ook meest alle lijders. —Door het breken van het staaldraad, is Maandag morgen de lift in de boterfabriek van de firma Laming Sons, naar beneden gestort. Een werkman A. J. Geensen, die er opstond met een wagen, geladen met circa 600 Kg. ijs, kwam bij den val met de beenen tusschen lift en wagen, en brak beide onder- beenen. Per rijtuig werd hij naar het zieken huis gebracht. Een bediende der firma E. M. Mok in lompen, wier magazijn gevestigd is in de panden 35 en 36 aan de Linker Rottekade, te Rotterdambespeurde Maandagmiddag te 41/, uur rook in een der pakhuizen. Hij vroeg den heer F. M. C. Teulingsbrand meester van spuit 17, die daar juist passeerde ot deze eens even wilde kijken en toen de heer T., na zich in het pakhuis begeven te hebben, daar een klein vlammetje zag. tusschen een paar pakken lorren, twijfelde hij niet, of er was daar achter reeds heel wat vuur. Men rolde een paar pakken weg en nu schoot plotseling een vlam van meters hoogte uit over het geheele pakhuis. Door de versche lucht, die met het openen van de pakhuisdeur naar binnen gestroomd was, breidde nu de brand zich zóó snel uit, dat toen de eerste spuit, no 26, met den heer F. A. Oudenaar den, brandspuitmeester, aan het hoofd, na verloop van enkele minuten op het terrein was, overal de vlammen reeds uit de ramen sloegen en wel het meest uit die van pand no 36, aan de achterzijde. Terstond na het ontdekken van den brand was de politie gaan alarmeeren. Van alle zijden kwamen nu de sectiespuiten aangere den. De brand kreeg om 4s/4 uur zulk een onrustwekkend aanzien, dat heeren hoofdlieden besloten de spuiten, 15, 16, 12,13,11,9,10, 14 en 2 in het werk te stellen. Onafgebroken sloegen hooge vlammen uit de met lorren opgevulde perceelen. Vooral pand No. 36 vertoonde een prachtig schouw spel. Uit de ramen van het drie verdiepingen hooge perceel wentelden zware rookkolom men uit het dak, dat na verloop van een half uurtje reeds geheel doorgebrand was vlogen de vonken hoog op. Tot op verren afstand, werden geheele brandende stukken van alle mogelijke stoffage, door den wind weggeslingerd. En reeds was het donker geworden en nog verminderde het vuur niet. Het was te voorspellen, dat het vrij diepe perceel geheel door de vlammen zou verteerd worden. Behalve de tien handspuiten werden nog dc stoomspuiten van het oostelijk- en westelijk stoomgemaal in werking steld en laatstge noemde stoomspuit, om 4 uur 50 min. uit gereden, stond een half uur daarna te snuiven en te stampen op het terrein van den brand, den kamp tegen het vernielende element aanvaardende. De stoomspuit van het oostelijk stoomgemaal had dezen strijd reeds een kwartier vroeger aangevangen, werkende met twee slangen. Niettegenstaande al het water dat in de brandende perceelen geworpen werd, had men toch den brand eerst om half zeveu onder de knie. De beide panden zijn bijna geheel verwoest. De betrokken firma is voor de gebouwen ver zekerd tot een som van f 20.000.— voor de

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 2