Nummer 94. Donderdag 23 November 1893. 16° Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, DE BROODDRfiGSTER. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, IVaalwijlischf en Langstraatscbe Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 1 7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Waarheen men 't oog ook wendt, allerwegen aanschouwt men toebereidselen tot den par lementairen kampdie in Duitschland en Frankrijkin Italië en Oostenrijk, heftig en geanimeerd belooft te zijn. De verschillende r?geeringen hebben hun „plande campagne" reeds netjes opgemaakt en deoppositie-groepen hebben hunnerzijds niet lang gedraald om door hechte aansluiting en met de hulp van de meest doeltreffende wapenen, de bewind voerders met zoo gunstig resultaat als moge lijk is, te bekampen en hen, zoo doenlijk, in 't zand te doen bijtenzij 't dan ook door een reeks moreele nederlagen zoo iets als de gestadig vallende druppelwelke, zooals van ouds bekendzelfs een steen vermag uit te hollen Duitschlands rijksdag haast zich maar lang zaam; 't is door de samenwerking tusschen de katholieken, de agrariërs en de conserva tieven, dat Vrijdag besloten werd de discussie over de handelsverdragen eerst Woensdag te doen aanvangen en dit, gevoegd bij de zorgen der regeering over het centrum-voorstel, be doelende opheffing der jezuïeten-wet en dus toelating van de leden dezer geestelijke orde op Duitsch gebied maakt dat Caprivi c.s. een moeite en zorgvollen tijd doorworstelen. Genoemd centrum voorstel komt heden over acht dagen in behandeling om gevolgd te worden door een gansche reeks centrum- plannen, alle op sociaal gebied. Heel precies is er met betrekking tot de motie, beoogende terugroeping der jezuïeten, nog niets te zeggen, maar het feit, dat katholieken, Polen en so cialisten zoo ongeveer 163 stemmen kunnen uitbrengen tegen een 80-tal stemmen der nationaal-liberalen en der regeeringspartij is van groot gewicht. De vrijzinnigen en de conservatieven zullen voor een deel partij kiezen voor 't centrumplan en voor een ander deel zich er tegen verklaren, terwijl de eenige Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de 35 Meierijsche Courant Terwijl hij zoo tot den valschen Paul Harmant sprak, staarde Ovidius hem niet zonder eenigen argwaan in de oogen. Op dit oogenblik had Jacque9 den hoed afge nomen om zich het parelende zweet van het voorhoofd te drogen. De gewezen meesterknecht van den heer Labroue onze lezers zullen het nog niet vergeten heb- beD had met een tinctuur, bij een coiffeur te Parijs gekocht, het haar geverfd. Men weet ook dat dit verven van tijd tot tijd moet herhaald worden, want daar de haren steeds doorgroeien, beginnen zij van lieverlede aan den wortel hunne natuurlijke kleur weer te toonen. 't Was reeds vijf dagen geleden, dat Jacques het haar geverfd had. Eene roodachtige lijn be gon zich langs de opperhuid van het hoofd af te teekenen, terwijl overigens de haren een prach tige n zwarten glans hadden. Ovidius had een doordringenden blik, en deze bijzonderheid was hem dan ook niet ontgaan. Van het hoofdhaar ging zijn blik naar den baard; doch hier viel niets bijzonders op te merken, want Jacques Garaud was pas geschorendit verzuimde de gewezen meesterknecht geen en kelen dag. Ovidius was in gedachten verdiept. «Bij alle duivels der hel/' riep nij uit. «Wat moet ik er van denken Neef kleurt zich de haren. En Paul Harmant was toch kastanjebruin, toen ik hem vroeger kende. Het is toch niet mo gelijk, dat zijne haren thans rood zijn geworden. Wat heeft dat te beteekenen? 't Wordt al dwazer en dwazerDie zaak behoort toch opgehelderd te worden." Jacques was niet meer op zijn gemak. Dat onderhoud scheen hem te lang te duren. „Kom, neef," zeide hij, Ovidius Soliveau de hand biedende, „wij zullen elkander spoedig wederzien." weg om de conservatieven te winnen voor de regeering zou zijn een officieele inmenging van Caprivi namens zijn collega's. Dat mid deltje lijkt eigenlijk beter in theorie dan 't is in de praktijk verklaart Caprivi zich beslist tegen het centrum-plan, dan kan hij rekenen op een vinnige bestrijding der financieele hervormingen en der belastingplannen door de katholieken een kampdie voor de regeering de noodlottigste gevolgen zou kun- neu hebben t Is dan ook in verband met de vele stran- diugsgevarendat men van regeeringszijde nadrukkelijk wijst op de gevolgen van een mogelijk ongunstig votum, er wordt zelfs ge waagd van aftreding en van rijksdagontbindiug bedreigingen die wel geen der fracties op haar oppositie-besluit zal doen terugkomen. Fr is zóó weinig animo voor de handelsver dragen, dat de mogelijkheid op onvoltalligheid der rijksdagafgevaardigden Donderdag a.s., allerwegen wordt gesteld. Frankrijks kabinet heeft voor 't oogenblik betere vooruitzichten dan Duitschlands regee- ringsleden, wel zal het amnestie-voorstel der sociaal-democraten, den ministers een warm uurtje bezorgen, wel hebben de sociaal demo craten zich tot een groep vereenigd, bedoe lende bestrijding van de regeering met alle ten dienste staande middelen wel moet de eigenlijke meerderheid van 't kabinet-Dupuy in de nieuwe kamer nog blijken bij de offi cieele verklaringdoch de vorming van een regeeringspartij uit de gematigde republikeinen Zaterdagdoet toch het beste verwachten. Een tweehonderdtal algevaardigden traden dadelijk toe en men stelde in breede trekken een programma op dat aanmerkelijk van de bedoelingen der radicalen verschilt, in zooverre 't zich verklaart tegen de grondwetsherziening, tegen de scheiding van kerk en staat en zich tevens uitspreekt ten gunste van den vrede op godsdienstig gebied. Dat is eigenlijk een toenadering tot het „Gaan wij nu op zulke droge wijze afscheid nemen? vroeg de laatste. „Dat schijnt mij wat al te kaal. Laat ons eens klinken en te zaam een graantje pikken. Ik heb het recht niet aan het buffet eerste klasse .te komen, doch niets kan u weerhouden van een bezoek in onze cantine. Kom! Kom! Wees niet al te fier! Zijt gij ge reed Ja," antwoordde Jacques, die niet durfde weigeren. „Uitstekend 1 Gij zijt een kranig kameraad!* Ovidius nam zijn gewaanden neef bij den arm en leidde hem naar ae cantine. Het verder onderhoud duurde echter niet lang. In plaats van een glas cognac, zooals Ovidius voorstelde, dronken zij een flesch Bordeaux en daarna trok Jacques zich terug, voorgevend dat het tijd was voor 't diner. Terwijl hij zich naar de eerste klasse begaf, sprak hij tot zich zeiven Ik heb het gevaar getrotseerd, en nu geloof ik, dat de man twijfel heeft omtrent mijne iden titeitIk moet trachten dien ellendigen kerel, mij door een droevig lot in den weg geworpen, door alle middelen aan mijn persoon .te hechten. Een zeer ernstig gevaar bedreigt mij van zijne zijde. Zoo hij spreekt, ben ik verloren." Jacques daalde in het salon neder, waar, zoo als naar gewoonte, Jacob Mortimer en de blonde Noemi zich bevonden. Ovidius dacht ook na over hetgeen hij verno men had. De oude meesterknecht had zich niet vergist toen hij veronderstelde dat Soliveau ernstig was begonnen te twijfelen. Deze twijfel, of, beter gezegd, deze argwaan was nog zwak, doch kon zien vaster en vaster vestigen om eindelijk zeer gevaarlijk te worden. De Parijzer werkman had tweemaal bij den zoogenaamden Paul Harmant een zonderling ge brek aan geheugen bespied dit echter zou hij gemakkelijk vergeten hebben, zoo daarna de ge verfde haren zijn argwaan niet versterkt hadden. „Wat is die neef toch veranderd!" mompelde hij met groote stappen op het dek voortwande- lend, terwijl hij eene figaretCe tusschen de lippen hield. „En hoe is 't toch mogelijk, dat zijn ge heugen zoo kort is? Hij herinnert zich niet meer, dat ik een machinist ben en wij hebben steeds denzelfden stiel uitgeoefend? Hij kent Pietje niet meer, dat zoo dol op hem verliefd'was! Én hij kleurt zich de haren, die rood zijn, wanneer hij Vaticaan dat zich bij de Fransch-Russische feesten niet onbetuigd heeft gelaten Ford Roseberyde minister van buiten- landsche zaken van Groot -Brittannië, is door zijn optreden in de groote werkstaking de held van den dag in Engeland: uit alle mijn- districten worden tevredenheidsmanitestaties gemeld. Toch kan de blijdschap van den onbevooroordeelden waarnemer niet zoo gansch en al onverdeeld zijn 't heett inder daad meer van een wapenstilstand van drie maanden dan van een definitieve oplossing der moeielijkheden tusschen werkgevers en werknemers 't Is wellicht al te pessimistich nu reeds te gaan delibereeren over 't geen te gebeuren staat als in Februari het scheids gerecht beslistdat een loonsverlaging in verband met de marktprijzen onvermijdelijk is en voor 't oogenblik is vreugde over de beëindiging eener staking, die 125 inillioen aan loonen heeft doen verloren gaan (500.000 man onthielden zich gedurende 100 dagen van een arbeid, die op zijn minst f 2,50 per dag oplevertdan ook alleszins gerecht vaardigd. Er zijn optimisten die door de instelling van het scheidsgerecht, voorloopig voor den tijd van één jaar (van 1 Februari 1894 tot 1 Februari 1895), de mogelijkheid op nieuwe conflicten voor goed buitengesloten achten De minister van marine heeft van generaal Dodds een dépêche ontvangen, gedateerd 16 November. Den 16en November bevond de generaal zich op 6 K.M. z. w. van het kamp van Behanzin en den 8en kwam de koloune Dumas op tien K.M oostwaarts. De gecom bineerde beweging van de beide kolonnen heeft bij de vijanden een panischen schrik verwekt, zoodat Behanzin en zijn strijders de ze niet zwart verft. Ja, ja, dat heb ik maar al te goed gezienOp mijn eerewoord Dat is zon derling! Zeer zonderling. En zoo hij eens mijn neef niet was? Zoo hij den naam van Paul Harmant slechts heeft aangenomeu van mijn neef die te Genève overleden isMaar welke reden zou hij kunnen hebben om zoo te handelen Dat begrijp ik niet. Ik wilde hem wel eens aan 't praten krijgen doch hij is zoo geheimzinnig, en dat bevalt mij in 't geheel nietIn zes jaar heett hij fortuin gemaakt. Dat is nog al krasIk weet wel dat zoo iets gebeuren kan, maar dan is het toch een bijzonder buitenkansje. Ik zal dit alles nader onderzoeken. Men moet de gelegenheid te baat weten te nemenen ik zal ze niet laten ontsnappen, zoo zij zich presen teert." Op dit oogenblik ontmoette hij op het dek een man reeds op jarendie een taschje over den schouder droeg. „Ziedaar de gezochte gelegenheid!" ging Ovidius voort een begeerigen blik op het taschje werpend. „Ik heb reeds gezien wat er in is, minstens zes tigduizend franken in goud en bankbiljetten. Zoo ik maar een goed middeltje kon vinden om den riem door te snijden, den inhoud in mijne zakken te doen overgaan en dan het taschje in zee te werpenDan kon ik ook eerste klasse reizen, sigaren van vijfentwintig cents rooken en mij kleeden naar den laatste» smaak De drager van het taschje ging op dat oogen blik Ovidius voorbij, die beefde als een riet, doch geene beweging maakte. Tweeëndertigste Hoofdstuk. Ovidius rolde eene nieuwe sigarette, schudde het hoofd en hernam „Ik zou wel eens willen weten welk buiten kansje neef gehad heeft. Wat mag hij toch wel nitgevonden hebben om zich zoo in eens er boven op te werken? Dat moet wel de moeite waard zijn." Eensklaps stond hij stil bij twee personen, die op gedeinpten toon spraken en op eenigen af stand gezeten waren, nabij den buitenwand van het schip, op het achterdek. De eene was een Canadees met koperkleurig gelaat, gekleed in zijn eigen landkostuum, en de andere een jong man van vijfentwintig jaar ongeveer. De Canadees scheen heel wat ouder te zijn. Zijne haren begonnen te grijzen en zijne wangen waren reeds ingevallen; zijne oogen schitterden vlucht namen. Een groot aantal hoofden daaronder vier ooms en acht broers van den koningboden hun onderwerping aan, en leverden 400 geweren, 3 Krupp-kanonnen en een mitrailleuse uit. Behanzin werd door een afdeeling lichte troepen vervolgd; men wacht, dat hij zich spoedig zal ontwerpen. De toestand der troepen is uitstekend. Het Journal des Débats meldt, dat prins Pedro d'Alcantara, de zoon graaf d'Eu, naar St. Nazaire is vertrokken, waar hij zich met een gevolg van 20 personen naar Brazilië zou inschepen. De hertog van Nemours hierover geïnterviewd, betwijrelt de juistheid van dit berichtdaar zijn kleinzoon nog te Weenen was. De Agence Havas meldt hieromtrent Wij hebben geen absolute bevestiging van het bericht van 's prinsen vertrek maar aan het station te Parijs gaf men de volgende inlichtingen Men verzekert dat de vertrok ken persoon inderdaad prins d'Alcantara was, die Maandag ochtend per trein van 11 uur 5 min. vertrokken is, in gezelschap van een 20tal peisonen. Hij nam plaats in een salon wagen. In het gezelschap waren ook 5 dames. Zij droegen als erkenningsteeken een rui kertje viooltjes. De prins was in het zwart gekleed, met een Tyroolschen hoed op het hoofd en eenen tooneelkijker aan eenen riem over den schouder. De prins scheen zeer vroolijk gestemd. Leden der Braziliaansche kolonie waren aan het station tegenwoordig. De politie deed te Marseille 66 huis zoekingen. Vele anarchistische documenten werden in beslag genomen. Drie vreemde anarchisten werden weder gearresteerd. De berichten van het kustgebied over den storm spreken alle van een ongekend noodweer; in 50 jaar heeft er in het Kanaal zulk een orkaan niet gewoed. Zoo wordt gemeld uit Calais De vuurtoren en 200 meter van den steenen dam zijn door den storm vernield. Men is onbekend met het lot der wachters. koortsachtig in hunne holten en geheel zijn lichaam scheen door stuipachtige trekken bewo gen te worden. In de hand hield hij een fleschje dat eene goudkleurige vloeistof inhield. De jongman, een Fransch dokter, die fortuin ging zoeken in Amerika, sprak tot hem: „Gij zegt dan, dat ge reeds tien jaar lang door de koorts verteerd wordt, en om ze te bestrijden hebt gij niets anders dan dit drankje „Ja, dat is zoo," antwoordde de man in het Fransch, eene taal die in Canada druk gesproken wordt, „en aan dit drankje ben ik mijn leven verschuldigd. Zoo de koorts toeneemt gebruik ik vijf of zes druppels en dat is voldoende om de ziekte eenigszins te stillen, de zwakte gaat dan over." „Wat is dat voor een vocht?" „Een afkooksel van planten, die bij ons in de oergen gevonden worden." „Kent gij den naam dier planten „Ja, doch alleen in mijne moedertaal." „En hoe heet het drankje „Het heeft verschillende namen. Het wordt ook al waarheidsvocht genoemd.' „Waarheidsvocht," herhaalde de jonge dokter. „Wat heeft dat te beteekenen „Dat heeft betrekking op een der eigenschappen van dit afkooksel." „En welke is die?" „Zoo men een lepel van deze vloeistof gebruikt, met wijn, bier of brandewijn gemengd, over prikkelt deze mengeling de hersenen in'zulken graad, dat eene voorbijgaande ijlhoofdigheid in treedt, die nu eens langer, dan eens korter duurt somtijds slechts enkele minuten, doch ook wel ooit een uur. Zoolang deze krankzinnigheid duurt wordt men er toe gedrongen het verledene en' het tegenwoordige mede te deelen, zijne innigste gedachten te openbaren, doch zoodra de invloed van den drank over is, herinnert men zich niets meer van dit alles. In mijn vaderland wordt de mensch, die beschuldigd is in eene belangrijke aangelegenheid gelogen te hebben, genoodzaakt een lepelvol van dit mengsel in te nemen. Zoo wordt hij ter prooi aan eene onweerstaanbare ijlhoofdigheid, hij spreekt zonder het te weten en bekent zijn logen, zijn fout of zijne misdaad. Ziedaar waarom mijn drankje waarheidsvocht genoemd wordt." Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1