DE RROODDRUGSTER. Nummer 96. Donderdag 30 November 1893. 10' Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Bekendmaking- UITGEVER: ANTOON TIELEN, Het Staats—Socialisme door zijn schepper verloochend. FEUILLETON. Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, IVaalwyhsche en Langstraatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per posi door het gekeele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden «ian den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 1 7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin opgegeven, -worden 2maal berekend. Advertentiën voor DuitscE land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steikek, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Burgemeester en wethouders van Waalwijk maken bekenddat de loting voor de paar den waarvan aangifte is gedaan ingevolge art. 14 van het koninklijk besluit van 10 November 1892 in verband met art. 32 der inkwartieringswetzal gehouden worden op Zaterdag den 2en December 1893, des voor middags om 11 ure ten raadhuize te Waalwijk. Waalwijk, 28 Nov. 1893. Burgemeester en wethouders voorn. Een der meest betreurenswaardige gevolgen van het Staats Socialisme is, dat het in ongehoorde afmetingen den invloed en de macht doet toenemen der bureaucratie of ambtenaars heerschappij. De oprichting van instellingen tot bescherming van den werkman maakt vóór alles noodig de benoeming van een leger van ambtenaren inspecteurs, op zichters' en andere, en vermeerdert tot in 't oneindige den administratieven papierrommel. Dit is zelfs de meest klaarblijkelijke weldaad van deze speciale wetgeving. Men begint dit te bespeuren in de landen, waar de regeering zich bemoeid heeft met de verbetering van het lot der werklieden en reeds klaagt men bitter over de daaruit ge volgde dwingelandij der ambtenaarswereld. Vreemd is 't dat juist zijdie 't meest gedaan hebben om het stelsel in werking te brengenhet hardst schreeuwen; dit bewijst wel hoe verwerpelijk het is. In Duitschland is een veldtocht begonnen tegen de uitbreiding van den invloed der bureaucratie. Een der vurigsten nu om het in de pers aan te vallen is het orgaan zelf van prins Bismarck. Dit blad zegt over dat onderwerp in eene polemiek met de officieuse Norddeutsche Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meier jsehe Courant rDat is zeer zonderling' zeide de jonge dokter. Ovidius luisterde aandachtig toe, zonder echter den schijn daarvan aan te nemen. Geen woord ontgiDg hem van hetgeen de Canadees mededeelde. //Bij mijn leven, ja," zeide hij, dat is zeer zon derling, maar niet nieuwIk ken reeds lang het drankje van den oude. Te Parijs op den boulevard kent men alles. Toch wilde ik wel een lepelvol van dat drankje hebben. Ik zou er mijn goeden neef van laten drinken; een uitstekend middel om te vernemen, waarom zijne haren van kleur veranderd zijn, en tevens om te vernemen hoe hij zoo in eens fortuin heeft weten te maken. In een woord ik zou dan bekend worden met zijn leven en dat zou mij zeer goed te pas kunnen komen." De twee personen hervatten hun gesprek. Ovidius leende het oor. /Het waarheidsvocht heeft echter nog wel meer goede hoedanigheden," zeide de Canadees. //Eene daarvan is vooral opmerkenswaard." /En dat is hernam de jonge dokter. /Onvermengd op eene wonde gestort, geneest deze schier oogenblikkelijk. Men heeft houthak kers en jagers ontmoet, 'die door giftige slangen gebetenbij het gebruik van enkele drop pelen van dit wonderbaar vocht in korte oogen- blikken waren genezen.* /Maar dan is het een algemeen heilmiddel!/ riep de jonge geneesheer uit met een spottenden glimlach om de lippen, die duidelijk genoeg toonde hoe weinig geloot hij aan deze woorden hechtte. /Lach niet," hernam de Canadees op ernstigen toon. //Ik heb u de waarheid verteld, en het zal niet moeilijk zijn u daarvan te overtuigen.' /Hoe /Door eene proeve te nemen.' „De nieuwe wetgeving heeft den invloed der bureaucratie aanzienlijk vermeerderd vooral uit een technisch gezichtspunt. De statistische eischen van den dag, de arbeids wetgeving de inspectie der fabrieken, de bepalingen betreffende den arbeid op Zondag, de wetgeving der besmettelijke ziekten, de instellingen der zoogenaamde autonome ad ministratie" zijn domeinen, waarop men kort geleden eene geheel willekeurige inmenging der bureaucratie heeft te voorschijn geroepen, zooals die vroeger niet bestond dit nood zaakt den landbouwer en den industrieel om in goede verstandhouding te blijven met de autoriteiten, onder wie de ambtenaars staan, die zich met die vraagstukken hebben bezig te houden." Komende uit den mond van prins Bismarck is dit een zonderling verwijtwant niemand heeft meer dan hij bijgedragen tot daarstelling van de wetgevingwelke die schoone uit komsten geeft. Maar wat een bloedige veroordeeling van het stelsel Ook hier te lande gaan wij zoo langzamer hand denzelfden weg op; eerst de zoogenaam de arbeidswetnu die tot beveiliging der arbeiders in de fabrieken. De werking van de eerste is dikwijls zoo nutteloos drukkend en veroorzaakt aan patroons en werklieden zooveel last en nadeel, dat wij niet dan met de grootste bezorgdheid verdere inmenging van den staat op dit gebied te gemoet zien. De afgeloopene week is geëindigd met drie ministerieele crisissen, voorwaar geen kleinig heid! Het kabinet Gioliti heeft, zooais wij in ons vorig nummer reeds mededeeldeD, den marsch te Rome geopend het kabinet Dokitch te Belgrado is gevolgd en ten slotte heeft het kabinet Dupuy Zaterdagavond zijn ontslag genomen tengevolge van den afloop van de zitting der kamer van afgevaardigden. //Dan moet men toch van dat vocht hebben. Wilt gij mij er iets van overgeven //Dat kan ik niet. Ik heb niet meer dan hoogst noodig is om mijne ziekte te weren." /Ik zou er veel belang in stellen dit wonder baar vocht te beproeven en te analyseeren. Waar is het te verkrijgen /Gaat gij naar New-York?" vroeg de Canadees. /Ja." //Schrijf dan op wat ik u ga dicteeren." De jonge geneesheer haalde een zakboekje te voorschijn en een potlood. Hij was gereed zijne nota's te nemen. Ovidius, dié met den rug naar de tweepersonen stond gekeerd, had hetzelfde gedaan. De Canadees begon z/Chuchollino, elfde straat, nommer 24." /Wie is deze Chuchollino P" /Een inboorling van mijn dorp. die naar New- York is gegaan om er handel te drijven; hij laat het waarheidsvocht van onze bergen komen en ver koopt het ongeveer tegen den prijs van goud Zoo zult gij vijftien dollars te betalen hebben voor een fleschje, dat niet grooter is dan het mijne.' /Dat is verschrikkelijk duur; maar toch zal ik het vocht koopen." Ovidius haa ook den naam en het adres van den verkooper op zijn boekje geschreven. /En ik dan zeide hij bij zich zeiven. /Ik zou wel vijfenzeventig franken willen geven om mijn neef een dosis van dit praatvocht in te geven. Het kan wel de moeite waard voor mij worden, wanneer ik hem de tong weet te ontbinden om een kijkje te nemen in zijn verleden." Er werd gescheld. Dat was het teeken dat de tafel gedekt was voor beide klassen. De Canadees en de Fransche dokter stonden op en begaven zich naar het tusschendek. Ovidius stak zijn boekje in den zak en volg de hen. Terwijl dit in de tweede klasse plaats greep, had Jacques Garaud, die zich onmiddellijk naar het conversatiesalon begeven hadde gelegenheid gevonden het woord tot Noëmi Mortimer te richten. Naar aanleiding van de woorden, die hij uit Ovidius mond vernomen had, wenschte hij steeds vuriger betrekkingen met den ingenieur 'en zijne dochter aan te knoopen. Na de laatste verkiezingen ging 't niet meer. Het iadikale element hinderde Dupuy en zijn gematigde ambtgenooten, die onbe wimpeld stelling wilden nemen tegenover de socialistische onruststokers. De discussie over de interpellatie betref fende de algemeene staatkunde van het mi nisterie heeft duidelijk aan den dag gebracht de diepe oneenigheid, welke bestond tusschen de heeren Peytral, Viette en Terrier eener en de overige ministers anderzijds. Er bleef maar ééne oplossing over: het aftreden van het gansche kabinet, dat trouwens reeds was voorafgegaan door het ontslag nemen van de drie hierboven genoemde enfants terribles. Aanvankelijk werd het waarschijnlijk geacht dat Dupuy, in weerwil van zijn onvoldoend heid als leider der regeeringtoch aan 't hoofd der zaken zou blijven omdat hij bij slot van rekening niet in de minderheid gesteld is, en dat zijne anti socialistische geloofsbe lijdenis schijnt de goedkeuring weg te dragen van het grootste deel des parlements. Onge twijfeld zal Carnot besluiten tot eene com binatie die in het nieuwe kabiuet Dupuy staatkundige mannen van de gematigde kleur zou doen tredenter vervanging van het radicale drietal, van Guérin, die als minister van justitie onvoldoende is geblekenvan Develle, wiens brieven aan den heer De Vogué hem voortaan zoo goed als onmogelijk hebben gemaakt, van generaal Loisillon en van ad miraal Rieunier. Men spreekt van de heeren Burdeau, Ray- nal, Bartton, Dechanel en tutti quanti die Dupuy een grooten steun zouden aanbrengen vau oratorische en administratieve talenten en aan de regeering een duidelijk aangewezen karakter zouden geven. De handschoen, door Jaurès toegeworpen, zou opgeraapt zijn. Want, vóór alles zal het toekomstig ministerie 't zij met of zonder Dupy als chef, moeten besloten zijn tot be strijding van de denkbeelden door Jaurès verkondigd. Latere berichten melden dat Casimir Pé rier en daarna Dupuy vereerd zijn met de Hij haakte er naar te vernemen, welke verbe teringen door den Amerikaan aan de guillocheer- machine waren aangebracht. Jacques Garaud, de dief, de brandstichter, de moordenaar hoopte niet slechts fortuin te maken, maar daarbij nog de hoogste industrieele positie in de maatschappij in te nemen. De eerzucht groeide bij hem met den dag aan. /Thans ben ik op den weg der fortuin," sprak hij tot zichzelven. /Ik mag niet stilstaan. Ik zal met moed den weg opstappen naar het begeerde doel en niets nalaten van al wat mij dit oogwit spoedig kan doen bereiken." Hetgeen lnj gestolen had rekende hij reeds niet meer. Het was niet eens tweemaal honderdduizend frank, millioenen had hij in het oog en hij zou zich deze weten te verschaffen. Thans kwam het toeval hem te hulp. De blonde Noörai had plaats genomen aan de piano, terwijl haar vaderin gesprek was met twee Amerikanen zijner kennis. Het jonge meisje was aan de studie van de motieven eener opera, die destijds te Parijs zeer gezocht was. Jacques, die een liefhebber van tooneel was, had tweemaal deze opera gezien en daar hij een goed muzikaal gehoor had kende hij de ver schillende aria's van buiten. O.p eenigen afstand van het jonge meisje nam hij plaats, niet te verre echter, om in staat te zijn aandachtig toe te luisteren. Meer dan eens had Noëmi opgemerkt dat de passagier haar blijkbaar met groot genoegen aanstaarde. Hij zag er als een waar gentleman uit en reisde eerste klassewaarom zou zij zich dan door deze attentie gebelgd toonen Zij dacht er zelfs niet meer aan. Wij houden het er voor, dat zij als echt Eva's kind er een geheim genoegen in schepte. Toen zij bemerkte dat Jacques aandachtig toe luisterde, bloosde zij eenigszins, wat haar lief felaat nog eene nieuwe aantrekkelijkheid verleen- e. Zij onderbrak echter haar spel niet en een kenner zou zelfs de opmerking gemaakt hebben, dat zij thans met veel meer brio speelde. Toen het stuk geëindigd was en terwijl de snaren nog trilden, neeg Jacques tot de schoone speelster. /Ik merkmejuffrouw," zegde hij/dat gij Frankrijk bewoond hebt, en Frankrijk niet slechts, opdracht tot een kabinetsformatie, maar dat beiden beleeid bedankt hebben. Zondagmid dag werd Méline door Sadi-Carnot ontvangen en evenals Périer en Dupuy heeft hij de op dracht tot kabinets-formatie afgeslagen, ter wijl Dupuy door Périer tot toegevendheid aangespoord, opnieuw geweigerd heeft, 't Kan zoo een aardig poosje duren, de kamer heeft dan ook geen richting aangeduid Wie in Italië de weinig aanlokkende na latenschap aanvaarden zal Koning Humbert heeft reeds geconfereerd met verschillende leidende politici, Crispi inbegrepen, dochZa- nardelli. en wellicht ook Brin, zouden toch niet mogen worden gepasseerd en Crispi zou dan in elk geval, optredend als redder in den hoogsten nood, een vrij vaste positie hebben. Onderwijl worden toelichtingen en bijvoegingen tot het rapport inzake de bank- aangelegenheid gepubliceerd, welke openba ringen de eerste staatslieden van Italië (Ga ribaldi en Martini zoowel als Crispi en Co- lonna) geducht compromitteeren. In Spanje is een formeele crisis naar aan leiding van Marokko ternauwernood verme den en iu Portugal een gedeeltelijke crisis door de aftreding van eenige portefeuille houders, in ,'t vooruitzicht. Er is dus heel wat beweging in de minis terieele wereld. Het Journal des Débats bevat een artikel van Jules Dietz, aan de herhaalde weigering gewijd van den kamervoorzitter, om de vor ming van een nieuw ministerie op zich té nemen. Wij willen hopen, heet het onder meer in dit artikel, dat Casimir Perier niet zal vol harden bij eene weigering, welke op geen maar Parijsde schoone hoofdstad." Het jonge meisje verhief hare groote blauwe oogen op den vreemdeling, die zich vermeten durfde het woord tot haar te richten zonder al vorens te zijn voorgesteld. Dit was tegen alle gebruiken in, doch zij toonde zich niet ontevreden en vroeg met zoete stemterwijl een bevallig lachje om hare lippen speelde /Waarom denkt gij dat, mijnheer? zoo ik u dit vragen mag. Wel, mejuffrouw, daar gij niet zoo lief en zoo medesleepend deze muziek zoudt ten gehoore brengen, zoo gij die niet te Parijs gehoord hadt, in lipt theater zelf, waar zij, om mij zoo eens uit te drukkengeschapen werd. Ik vind er al de kleurschakeeringen in, die ik in mijn vaderland zoo gaarne gehoord heb./ /ZooGij zijt dan een Franscliman, mijnheer?" Ja, mejuffrouw." /Gij hebt gelijk, mijnheer. Ik heb deze motieven te Parijs gehoord. Ik vond ze zoo prachtig en heb ze dan ook onthouden." „Gij hebt een wonderbaar geheugen." „Wanneer het lievelingsstukken van mij geldt, wel, mijnheer. Er is zeer veel in Frankrijk, dat mij aangenaam bekoord heeft." Drie en dertigste hoofdstuk. Hebt gij lang te Parijs gewoond, mejuffrouw?" ging Jacques Garaud dan weer voort. „Slechts drie maanden," antwoordde Noëmi. /Nauwelijks heb ik den tijd gehad de voornaamste bijzonderheden te kunnen zien. Ik zou er een geheel jaar willen doorbrengen, doch mijn vader kon onder dit opzicht geen gevolg geven aan mijne verlangens. Zijne zaken roepen hem te New-York terug, waar ik thans na deze korte reis met eenigen tegenzin ga wederkeeren./ /Dat begrijp ik, niettegenstaande ik zonder eenige spijt Parijs verlaten heb. „Gij verlaat rankrijk wellicht niet voor im mer?" „Voor immer niet, naar ik hoop, maar toch voor geruimen tijd. Op het oogenblik kan ik er zelfs aen duur r.iet v: n bepalen doch alles doet mij voorzien dat deze zeer lang zal zijnIk ga ook naar New-York." /Hebt gij daar bloedverwanten?" /Niet een.' Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1