Engeland. Duitschland. Italië. Rusland. Amerika. BINNENLAND. een vreeselijke ontploffing plaats had. Een wolk van rook en stof verbreidt zich door de zaal. Alle leden stuiven van hun plaatsen, slechts de president en de leden van het bureau blijven kalm zitten. De heer lHipuy roept uit: „De waardigheid der republiek en der kamer staan op het spel. Het bureau zal de noodige maatregelen nemen. Het vraagt van de kamer slechts koelbloedigheid. (Le vendige toejuichingen.) Stemmen van links en rechts en uit het centrum: Leve de pre sident(Langdurige toejuichingen.) Ver scheidene afgevaardigden zijn gekwetstde couloirs eu het bureau zijn met stof en splin ters bedekt, doch de discussies worden voort gezet over de toelating van den tot afgevaar digde gekozen Mirmanmet 326 tegen 133 stemmen wordt tot toelating besloten. De voorzitter van den ministerraad Casimir Périer verkrijgt daarna het woord: „De kamer zal begrijpen met welk gevoel van droefheid ik de tribune bestijg. In feliciteer haar, naar de stem van haar president geluisterd en haar beraadslagingen voortgezet te hebben. De kamer heeft haar plicht gedaan, de regeering zal den hare doen. Er zijn in ons land wetten, die de maatschappij beschermen; wij zullen ze toepassen (geroep: zeer goed), De president der kamer, Dupuy, vereeuigt zich met die woorden. Zoodra de zitting opgeheven zal zijn, voegt hij er bij, zal aan de slachtoffers van dezen afschuwelijken aan slag de uitdrukking gebracht worden van het leedwezen en de sympathie der kamer. (Toe juichingen). De zitting eindigt om vijf uur. Op het oogenblik, dat Dupuy in de salie des Pas-Perdus komt, waar een (lichte me nigte saamgedrongen is, wordt hij met leven dige toejuichingen, wegens zijn kranige hou ding op het oogenblik van den aanslag ontvangen. De president beantwoordde de kreten: »Leve Dupuy!" met »Leve de Repu bliek Precies om 4 uur had de ontploffing plaats; de helsche machine werd geworpen van een der galerijen boven de plaatsen der rechter zijde in de zaal der afgevaardigden. Ze is naar de bedoeling van den misdadiger niet terecht gekomen, waar hij het wenschte, n.l. bij den president der kamer en te vroeg ontploft, waardoor de gevolgen minder ernstig zijn, dan wanneer ze op den grond gevallen was. De abt Lemire kruiste de handen over de borst en viel, naar zijn collega's meenden, dood neer. Enkele oogenblikken later stond hij op en riep uit: „Het is niets1" Verge leken bij hetgeen zijn medeafgevaardigden dachten, was het dan ook niets, maar toch is hij vrij ernstig aan het achterhoofd gewond. Hij verliet, door een vriend ondersteund, de zaal. Tal van andere afgevaardigden zijn gewond, doch slechts licht, behalve Lanjuinais, afgevaardigde van Morbihan, wiens toestand vrij ernstig moet zijn. Op de tribunes was de ontsteltenis groot: alles wat vluchten kon, vluchtte, maar buiten het paleis kon niemand komen; de deuren werden gesloten, de ge- neesheeren der kamer verleenden hulp bijgestaan door de geneeskundige afgevaar digden der kamer. De gewonden zaten op de fauteuils en de sofa's der koffiekamer. Bijna allen hadden hunne kleeren rood ge kleurd door het bloed, dat ze verloren, men zag onophoudelijk bedienden met waschkom- men, vol rood gekleurd water, voorbijloopen. De wonden zijn over het algemeen weinig diep en bestaan grootendeels uit schrammen aan voorhoofd, gelaat en handen. De ernstigste gewonde is een dame, wier knieschijf verbrij zeld is. Een elegant gekieede Oostenrijksche dame heeft een vrij ernstige wond aan het voorhoofd. Een Rumeensch kolonel was aan in den grond kende, viel hij Jacob Mortimer in 't oog, die hem dan engageerde en met zich naar Amerika medenam. Toen achtte hij zich volkomen vrij, zoolang eene nieuwe gelegenheid zich aanbood om zich mis dadig te doen gelden, eene gelegenheid, waartegen hij niet bestand was. Hij bezweek aan de ver zoeking en wij hebben de gevolgen bijgewoond. „Bij alle duivels 1' riep de bandiet uit, zoodra de valsche Paul Harmant hem alleen had gelaten, „ik ben niet voor het geluk geboren. Die be- tooverde tasch is de oorzaak van alle kwaad! En dan moest ik nog wel te doen krijgen met een oud-landopvreter der politieO, 't is droevig Zoo glijden mij zeventigduizend franken uit de handen en daarvan is mijn neef nog wel de schuld!.. Wat moest ik dien kerel hier terugvinden 1 En wat heeft hij zich met mijne zaken te bemoeien? Heeft hij aan de zijne niet genoeg?" Enkele oogenblikken scheen Ovidius in diepe gedachten verzonken. „En toch," sprak hij, eindelijk het hoofd ver heffend, is 't maar 't best, dat de zaken op deze wijze ziin afgeloopen. „Ik lig wel volkomen ip de macht van neef Harmant, doch dit zal mij misschien meer opbrengen dan de geldbuidel van dien politieman I „Wat is die neef Harmant toch eerzuchtigl En bekwaam en sluw als hij is 1 Zoo niets hem te genhoudt, kan hij 't verre brengen 1 Gisteren kende hij Jacob Mortimer nog niet althans zoo verzekerde hij. Heden reeds is hij diens vennoot en op weg om zijn schoonzoon te worden. /,Hij belooft mijalsof het niets ware, de be trekking van meesterknecht, en ik geloof werkelijk dat hij invloed genoeg heeft om deze belofte na te komen." „'t Geluk lacht neef Paul allervriendelijkst toe. Doch eene zaak zal men mij niet uit het hoofd brengen. Zoo er in mijn leven tal van min of meer droevige pekelzonden voorkomen, over het zijne is een geheimzinnige sluier getrokken, waarvan ik de tipjes wel eens zou willen op lichten. „Ik geloof niet, dat zijn geweten zuiver is. „Om zoo spoedig mogelijk alles tot een goed einde te kunnen brengen moet men zich naar alle omstandigheden weten te plooien. Hij heeft paij in zijne macht, doch wie weet ofikhemook hals en handen gewond: de scherf, die men uit zijn hals verwijderd had, bewaart hij als een souvenir aan den 9en December. Onmiddellijk na den aanslag waren alle deuren, die naar buiten toegang verleenden, gesloten. Allen, die in het gebouw tegen woordig waren, zouden onderzocht worden. Natuurlijk ontstond hierover eenige ontevre denheid allen verlangden naar huisom betrekkingen gerust testellen, doch de minister van justitie, die zelf toegesneld was en die door een commissaris van politie op de hoogte gebracht werd van de klachten, antwoordde, dat niemand vertrekken kon en dat het on derzoek voortgezet zou worden, al was het tot den volgenden dag. Toegang tot het gebouw werd evenmin verleend. Daar men zeker meende te weten, dat de bom van een galerij was geworpen, waarop achttien perso nen gezeten waren, heeft men deze vooral aan een scherp onderzoek onderworpen. Eerst liep het gerucht, «lat in de ontsteltenis de misdadiger ontsnapt was toch hield men vooral de aandacht gevestigd op een zestal personen, die dan ook per gevangenwagen getransporteerd zijn. Een schoenmaker Champeaux werd geheel van zijn stuk ge bracht, toen hij in den slabak," zooals het volk den gevangenwagen noemt, geleid werd. Toch was hij niet de schuldige; deze is een zekere Maréchal, naar hij eerst beweerde te heeten. Hij bevond zich onder de ge wonden, die naar het hotel Dieu overgebracht waren, tengevolge van gebrek aan ruimte in de infirmerie van het Dépot. Ondervraagd en in het nauw gebracht door de vragen van den prefect van politiebesloot hij maar ronduit te bekennen. De prefect van politie Lépine, de procureur der republiek, Roullier, en een rechter van instructie hebben een deel van den nacht in het hotel Dieu doorge bracht. Eerst had hij bekend, dat hij anar chist was en te Choisy le-Roi woonde. Deze plaats is niet groot; het was dus gemakkelijk daar eenige inlichtingen in te winnen en het bleek toen, dat er zich slechts één anarchist aldaar bevond en dat die Vaillant heette. Lépine voegde den zoogenaamden Maréchal dan ook, na de verkregen inlichtingen, toe: „Gij heet niet Maréchalmaar Vaillant.» Begrijpende dat ontkennen toch niet langer zou helpen, antwoordde hij bijna onmiddellijk: Dat is zoo. Uit verdere onderzoekingen is gebleken dat Vaillant den 29en December 1861 te Mézières geboren is. Hij had aan verschillende opstootjes deelgenomen, waarbij de roode vlag ontplooid werd. De politie hield hem dan ook sedert geruimen tijd in het oog. Eenige jaren geleden was hij naar Amerika vertrokken en had hij zich te Buenos Ayres gevestigd. Sedert zijn te rugkeer woonde hij te Choisy le Roi en werkte hij in een leertouwerij. Hij is groot van gestaltebruindraagt een zwarte snor en ziet er zeer onguustig uit. Hij is aan den neus en het been gewond. Toen hij bekende Vaillant te heeten, voegde hij er echter on middellijk bijdat hij niet in den aanslag betrokken was. Toen Zondag morgen de procureur der republiek, vergezeld van eenige rechterlijke ambtenaren in de zaal, waar Vaillant lag, aankwam, richtte deze zich op en legde de volgende verklaring af„Het is overbodig, langer den schuldige te zoeken: ik ben het. Sedert lang was ik het voorne mens een grooten slag te slaan en ik had besloten een bom te werpen in de volle kamer van afgevaardigden. Ik ben dus ZaferCag naar het Palais Bourbon gegaan, me. een geladen bom in mijn zak. Ik wilde ze op het bureau van den president werpen, toen ik, ongelukkig, terwijl ik ze wierp, door een niet eens in mijne handen krijge? „De duivel hale mij, zoo ik niet van de eerste gelegenheid de beste gebruik maak om hem het wonderdrankje te doen proeven van den Kana- dees Cuchullino. En breng ik het zoover, dan zullen wij wel vernemen, wat er in zijn verleden verborgen ligt. „Intusschen zullen wij 't er maar goed van nemen. Die tien Louis zijn toch weer een bui tenkansje.» Gedurende de reis viel er overigens niets voor, dat de moeite waard is vermeld te worden. De valsche Paul Harmant bracht zijne dagen door in gezelschap van Jacob Mortimer en zijne dochter, over machinerieën sprekend met den in genieur die meer en meer door hem begeesterd werd, en aan Noëmi het hof makend, niet zonder succes, want de blonde Amerikaansche begon dolveel van den Franschen werktuigkundige te houden. Dit ontging Jacob Mortimer niet, doch hij zweeg; het idéé dat zijn vennoot in betrekkelijk korten tijd ook zijn schoonzoon zou worden, lachte hen nog al toe. Den elfden dag na hun vertrek kwamen zij te New-York aan. Jacques Garaud had zich bij de ontscheping met schier niets te bekommeren. Wij weten reeds dat Jacob Mortimer hem kamers had aangeboden in zijn eigen woning. Des anderendaags reeds nam hij het bestuur in handen over Mortimer's groote ateliers en Ovidius Soliveau werd als monteur aangesteld. Drie weken later werd Paul Harmants gewaande neef tot de betrekking van eersten meesterknecht verheven met een maandelijksch salaris van honderdtachtig dollars of negenhonderd franken. Na twee maanden vroeg Jacques Garaud die toen reeds geheel onmisbaar was geworden Noëmi's hand, en deze werd hem door Mortimer met onverholen vreugde geschonken. Paul Harmant's geboorteacte en het bewijs van overlijden van zijn vader en zijne moeder werden langstelegrafi9chen wegir. Bourgogne aangevraagd; onmiddellijk zond men deze over en de werk tuigkundige huwde onder den valschen naam, dien hij had aangenomen, Mortimer's lieve dochter, Noëmi. „Neef doet reuzenschreden/ dacht Ovidius. „Hij is onbetaalbaar 1 Maar toch zou ik wel eens vrouw gestooten werdzoodat de bom de kroonlijst raakte, waar ze ontplofte. Ik heb mijn kans gemist en ik betreur h maar toch roep ik: „leve de anarchie!" „Ik heb," voegde hij er bij, „in den bazaar van het Stadhuis" een ijzeren ketelje gekocht. Ik heb in dezen ketel, aan den eenen kant, picrinezuur, aan den anderen blauwzuurzout en midden in een buis inet katoen, met zwavelzuur gedrenkt. In den ketel heb ik groote spijkers gedaan, die wij in ons vak gebruiken Vaillant was vroeger schoenmaker. Op mijn kamer zal men nog dergelijke spijkers vinden; ook nog een grooten ketel, dien ik eerst gebruiken wilde, maar daar hij te groot was, en dus moeielijk om te transporteeren, heb ik een kleinen genomen." De heer Roulher vroeg vervolgens aan Vaillant, waar hij zijn bom gemaakt en waar hij de laatste dagen vertoefd had. »Mijn bom is gemaakt in het hotel de l'Univers, 70, Rue Daguerre, waar ik woonde onder den naam van Maréchal. Nu weet ge alles, dus laat mij nu met rust Dadelijk begaf men zich naar de bedoelde woning. Ge hebt hier een huurder, Maré chal genaamd? vroeg de rechter aan de weduwe Pevrard, de eigenares van het ge bouw. Jawel, meneer, maar hij is Zaterdag morgen vertrokken en is nog niet teruggekeerd. Breng me naar zijn kamers, zeide de heer Clement. De kamer, die de zoogenaamde Maréchal bewoonde, was gelegen op de eerste verdieping; het was een gewone kamer: een bed, een kastje en eenige stoelen. Midden in het vertrek vond men een ta melijk groot valies. Het werd geopend en bleek eenige fleschjes te bevatten, welker inhoud door den chef van het stedelijk la boratorium zal onderzocht worden. Hij woonde in den laatsten tijd met de vrouw van een van zijn vorige makkers, en zijn eenig kind Sidonia, 10 jaar oud. Overal waar hij werk zaam geweest was, had hij ijverig propaganda gemaakt voor zijn leer. De buren hadden, den dag van zijn misdadigen aanslagniets vreemds aan hem opgemerkt. De Schotsche werkstakers hebben den ar beid hervat nadat hun verzekerd was dat er tot Februari geenerlei loonsvermindering zou plaats hebben. Zondagmiddag wilden de anarchisten op Trafalgar Square een vergadering houden; zij zijn hierin door de politie verhinderd eenige anarchisten moesten de vlucht nemen voor de menigtedie hun te lijf wilde ze moesten door :de politie beschermd worden. Betreffende het Pruisisch-Wurtembergsch conflict wordt gemeld, dat Von Mittnacht weder naar Stuttgart is vertrokken zonder door den keizer te zijn ontvangen. Het ge rucht, dat de koning van Wurtemberg heeft toegestemd in de opheffing van het Wurtem- bergsch ministerie van oorlog en van de benoeming zou afzien van een commandant van het VVurtembergsche legerkorps, heeft te Stuttgart niet weinig opzien gebaard. Het ministerie is eenparig van plan om zich te verzetten tegen deze concessie, die in het geheele land een ernstige oppositie zou doen ontstaan. De berichten omtrent de aftreding van den koning van Wurtemberg verdienen geen geloof; ze zijn niettemin teekenend. De publieke opinie dringt met klem aan op de benoeming van Von Moser tot minister van binnenlandsche zaken in de plaats van Schmid, willen weten wat er in zijn binnenste verborgen ligt. Vroeg of laat zal ik echter wel op de hoogte komen; ik heb slechts eene gunstige gelegenheid af te wachten." Doch deze gelegenheid zou zich zoo gemakke lijk niet aanbieden, want, al beschermde Paul Harmant zijn gewaanden neef op bijzondere wijze, toch bleef hij steeds op een afstand. Ovidius liet zich echter niet ontmoedigen. Hij oetende zijn geduld en hoopte. Noëmi gevoelde zich zeer gelukkig. De vennootschap Jacob Mortimer en Paul Har mant nam eene ontzaglijke vlucht; niets kon den voorspoed dezer firma evenaren. Jacques Garaud gevoelde zich een ander men9ch. Het verleden verloor hij meer en meer uit het geheugen en hij begon zijn misdaad te vergeten. De man werd er echter met geweld weer aan herinnerdtoen op zekeren dag een Fransch dagblad hem de tijding bracht, dat de genaamde Jeanne Fortier, schuldig aan brandstichting en aan moord, veroordeeld was tot levenslange ge vangenisstraf. De ellendeling, wien deze veroordeeling een nieuwen waarborg bracht van straffeloosheid, had geen enkele gedachte var. medelijden over voor de ongelukkige vrouw, zijn slachtoffer. Hij dacht er zelfs niet moer aan, dat hij haar ooit bemind en met haar eene fortuin had willen deelen, welke hij ten koste van brandstichting en moordpleging had verkregen. Achtendertigste Hoofdstuk. Menigeen houdt zich overtuigd, dat de justitie niet falen kan; zeer ten onrechte nochtans, want de rechterlijke dwalingen kunnen in grooten getale opgesomd worden. Gelooft men voor de veroor deeling aan de onschuld der beschuldigden, zoo dra het vonnis uitgesproken is, dan verandert men van gedachte. De rechters en de juryleden kun nen zich niet vergissen, denkt men, dus hebben wij ons vergist. Zoo dachten er ook over de weleerw. heer pastoor van Chevry, zijne zuster mevrouw de weduwe Clarisse Darier en de jonge schilder Stephaan Castel. Zij waren tegenwoordig geweest bij de behan deling van het proces, hadden tegen Jeanne de meest verpletterende beschuldigingen hooren aan nemen, zoovele bewijzen van schuld, dio oogen die is overleden, een benoeming, die te Berlijn als een provocatie kan worden beschouwd. Koning Wilhelm aarzelt dan ook haar te onderteekenen. Te Partinisco in het Palermitaansche heb ben de leden van 't geheime genootschap, dat onder den naam van Fascio berucht is, zoogenaamd wegens de hooge belasting, 4000 man sterk, het stadhuis bestormd, de registers van den burgerlijken stand verbrand en 18 tolkantoren vernield. Men vreest, dat de be weging zich zal uitbreiden. Er is eene sterke troepenmacht afgezonden. De Bersaglieri hebben te Gardenello vuur gegeven; er vielen 8 dooden en 14 gewon den. Na het vertrek der troepen heeft het oproerige volk den gemeentesecretaris en zijne vrouw gedood en met hunne afgehouwen hoofden op pieken rondgeloopen. De nieuwste berichten omtrent den toe stand van den jongen grootvorst George, luiden weder gunstiger. Zooals indertijd ge meld werd is hem de voorjaarsreis naar den Krim, ter begroeting van zijn keizerlijke vaderen, niet goed bekomen en kwam hij ziek op zijn 4000 voet hoog gelegen kasteel Abbas-Tuman in den Kaukasus terug. Den geheelen ;zomer liet de toestand van den 22-jarigen prins veel te wenschen over zoodat er reeds van een bezoek der keizerin ge sproken werd. In den herfst verbeterde die toestand allengs, zoodat de arts hem nu kon toestaan kbine toertjes te paard in den om trek van zijn kasteel te maken. Volgens berichten uit New York is in het stoomschip City of Washington eene dyna- mietinachine gevonden, verborgen in eene koffiebaal, welke behoorde- tot eene lading Mexicaansche koffie, te Oaxaca ingescheept. De eigenaars van het schip gelooven, dat dezelfde misdadigers in November hun stoom schip City of Alexandria hebben doen zinken. Dit schip is nabij Havana afgebrand, na eene geheimzinnige ontploffing ir. het ruim. Daar bij zijn menschenlevens verloren gegaan. De reederij geloofd aan eene wraakneming van werkstakers. WAALWIJK, 13 Dec. 1893. De 14e afdeeling der Noordbrabantsche Maatschappij van Landbouw zal eene alge- meene vergadering houden op Dinsdag 19 December 1893, des avonds ten 6 ure, in het lokaal van den heer M. van Vuuren te Sprang. De heer Van Hoekrijkslaudbouwleeraar te 's Bosch, zal bij die gelegenheid spreken over Bemesting enz. Daarna zullen ter vaststelling worden aan geboden de rekening over 1892 en de be grooting voor 1894. Eindelijk zullen onder de leden verschei dene land- en tuinbouwwerktuigen worden verloot. Door verschillende besturen van ge meenten ten Noorden en ten Zuiden van den Nieuwen Maasmond is, naar wij vernemen, aan ged. staten dezer provincie onderstaand schrijven gericht of in inhoud daarmede overeenkomende schijnlijk niet konden betwist worden, dat hunne overtuiging van lieverlede geheel gewijzigd werd. „Wat heeft die vrouw ons weten te bedriegen!» zeide mevrouw Darier bij het verlaten van de audiëntiezaal. „Wij zullen trachten haar te vergeten," ant woordde de waardige priester, „en vooral zullen wij er zorg voor dragen, dat het lieve kind nooit te weten komt welke misdaad op den naam kleeft, dien het draagt." TusSchen broeder en zuster werd vastgesteld, dat mevr. Darier, zonder nog langer te aarzelen, de noodige stappen zou doen om den kleine als haar eigen kind te adopteeren, en deze stappen, met zorg geleid, hadden weldra den gewenschten uitslag. Een besluit van de rechtbank van Seine-et-Oise wettigde de adoptie van Jeanne Fortiers zoon door de zuster van den pastoor. Van af dien dag werd de jongen Georges Darier genoemd. Men had besloten hem ernstige 9tudien te laten doen. Pastoor Langier was zijn eerste leermeester en had alle redenen van tevredenheid over den ijver zijns leerlings, zoowel als zijn goed gedrag, zijne verstandelijke vermogens, en zijne ongemeene vlugheid van geest. Broeder en zuster waren er over verrukt. Hij was het voorwerp van al hunne teederheid en zij vestigden op hem al hunne hoop, al hunne verwachtingen. Jeanne werd vergeten, of beter gezegd, men trachtte de ongelukkige te vergeten. Behalve Georges was op de pastorie van Chevry nog eene andere gedachtenis aan haar bezoek overgebleven, het kleine kartonnen paardje, waarvan Georges niet had willen scheiden en dat mevrouw Darier thans als een kostbaar aandenken bewaarde. Nieuw speelgoed, veel schooner en bevalliger, had de plaats van het paardje ingenomen. Jeanne had bij 't hooren van haar vonnis, zooals wij reeds vroeger hebben medegedeeld, eene her senschudding gekregen, die èn haar verstand èn haar leven in gevaar bracht. In de gevangenis van Saint Lazare was zij on middellijk naar de ziekenkamer overgebracht. Zij leed aan eene zware hersenkoorts. De ongelukkige han een hevig lijden te door staan, doch eindelijk zegevierde haar sterk gestel over de aanvallen der ziekte. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 2