Staatkundig overzicht.
Dlijft om toezicht te houden op de andere
klassen. Als lid der schoolcommissie acht hij
zich verplicht het rapport te handhaven.
De voorzitter verklaart ook het hoofd der
school te hebben gesproken; deze had hem
zijn nood geklaagd, dat hij zoo moeilijk toe
zicht kon uitoefenen op de andere klassen,
terwijl hij dan de zijne zonder opzicht moest
laten; dit was de hoofdreden, waarom hij er
zoo graag een onderwijzer bij had; ik, zeide
de voorzitter, heb dat toen ook gesteund, in
de hoop voor f 500 er een te krijgen; gaat
de raad nu hooger, dan zullen er al spoedig
rekestjes van andere onderwijzers komen om
verhoogingtenzij men aan het meerdere
salaris verbindt het bezit van eene aanteeke-
ning en zoo eene is niet noodig. De hoofd
reden voor de benoeming is, dat het hoofd
niet goed uit zijn klas kan om de andere te
controleeren.
De heer Van Schijndel is van meening, dat
de raad met die rekestjes niets te maken
heeft; hij is niet verplicht ze toe te staan.
Spreker stelde voor een onderwijzer op te roe
pen tegen een salaris van f 550.
De heer Timmermans Wz. stelde voor dit
voorstel te renvoyeeren aan B. en W., die
dan inlichtingen kunnen inwinnen omtrent de
noodzakelijkheid der benoeming.
De heer Verbunt vereenigt zich hiermede,
mits de zaak in de volgende vergadering zal
worden behandeld.
Conform besloten.
Na de benoeming van den heer C. van der
Heijden tot gemeente-ontvanger bracht de
raad eenige door gedep. staten verlangde
wijzigingen in de instructie voor dien amb
tenaar.
Alvorens nu verder over te gaan tot de
orde van den dag verlangde de heer Verbunt
afdoening van aangehoudene zaken en wel
wenschte hij te vernemen, wat het dag. best.
gedaan heeft om de vergunning betalenden
meer te beschermen.
De voorzitter antwoordt, dat door de politie
voldoende toezicht wordt gehouden maar dat
het hoogst moeilijk is de overtreding te con-
stateeren. Premiën uitloven acht hij moeilijk
en hoogst gevaarlijk en dat dit gevaar bestaat
blijkt ook uit het intrekken der rijkspremiën
op jachtgebied.
De heer Verbunt merkt op dat hiertegen
over staat dat particulieren premiën mogen
uitloven.
De heer Van Schijndel wijst er op dat de
belangstellenden dat hier ook kunnen doen.
De heer Verbunt stelt voor uit de gemeen
tekas eene premie van f 5 uit te loven voor
het constateeren van verkoop van sterken in
't klein door personen, die geen vergunning
hebben.
De heer Hoffmans vraagt of de voorsteller
van oordeel is, dat de politie niet haar plicht
doet.
De heer Verbunt wil de premie beschouwd
hebben als eene aanmoediging.
De heer Van Schijndel erkent, dat het on
aangenaam is voor de vergunning betalenden
dat anderen, zonder dat te doen, ook sterken
drank verkoopen en hen zoodoende bena-
deelen en groote concurrentie aandoen; was
daaraan op een geschikte wijze een mouw te
passen, dan zou hij wel meegaan, maar een
premie uitloven acht hij gevaarlijk.
De voorzitter verklaart, dat de politie steeds,
zoodra zij er achter komt, dat ergens sterke
drank wordt verkocht, alles doet wat in haar
vermogen is, maar dat het hoogst moeilijk is
de overtreding te constateeren. Hij blijft
het groote gevaar tolhouden in het uitloven
van premiëu gelegen.
Zooals gemeld, vond het voorstel Verbunt
rigens bevatte het schrijven geen nadere verklaring.
Stephaan had eeu droevig voorgevoel. Haastig
vertrok hij, en bij zijne aankomst op de pastorie
ondervond de schilder onmiddellijk dat dit voor
gevoel hem niet bedrogen had.
Pastoor Laugier verkeerde in wanhopenden
toestanddoch was neg in 't volle bezit zijner
zintuigen. Op het oogenblik dat Stephaan over
den drempel zijner kamer trad, verscheen er een
vriendelijk lachje op het vermagerd gelaat des
geestelijken.
Hij stak den schider, die zijne tranen niet kon
weerhouden, vriendelijk de hand toe.
;t Is met mij gedaan, goede vriend/ sprak de
grijsaard, mijne beurt is gekomen. God, dien ik
altijd bemind heb, Dien ik naar mijne beste krach
ten steeds heb gediendroept mij tot zich. Ik
onderwerp mij aan Zijn heiligen wil, die in alles
gezegend zij
Stephaan wilde spreken.
„Houden wij ons niet met mij bezig, vriend/
onderbrak hem de pastoor; „zorgen wij voor Geor
ges. Ik heb u onverwijld doen roepenwant
alvorens ik sterf, heb ik u over hoogst ernstige
zaken te onderhoudenZet u hier neder en
luister."
Stephaan nam een stoel en plaatste zich aan
het hoofdeinde des ledikants.
„Gij weet/ ging dan de priester voort, «dat
mijne zuster bij haren dood een fortuintje voor
haren pleegzoon Georges heeft nagelaten
„Ja," antwoordde de schilder met eene lichte
beweging des hoofds.
„In haar testament stelde zij mij als voogd aan
over het kindWeet gij dat ook?"
„Ja, dat weet ik/ luidde des schilders antwoord.
„Ik hebeven als mijne zustermijne laatste
wilsbeschikking op papier gebracht; aan u
vertrouw ik de voogdijschap over onzen Georges
toe en laat hem het weinige na, dat ik bezit. Wij
hebben den zoon van Jeanne Fortier teeder be
mind; schenk hem ook al uwe genegenheid. Belooft
fij mij dat, mijn vriend En neemt gij het man-
aat aan dat mijne vriendschap en achting u
opleggen
„Ja, dat neem ik aan 'antwoordde de kunste
naar op den eenvoudigsten toon der wereld. „Ik
zweer u, dat ik Georges beminnen, dat ik over
hem zal waken als over een broeder, zoo ik het
geluk had er een te bezitten/
geen instemming' bij den raad en werd ver
worpen.
Bij de benoeming van den havenmeester
vroeg de heer Verbunt of diens salaris wel
voldoende is. Zooals iedereen zich kati over
tuigen, is het bij de haven steeds erg vuil
en de havenmeester zegt dat hij van zijn
salaris niet kan laten schoonhouden.
De voorzitter antwoordt, dat hij den ge
meente-arbeider last zal geven daar te vegen.
Wat overigens het salaris aangaat, de titularis
vraagt niet meer.
De heer Baijens bracht nog ter sprake de
reinheid van het marktterrein na afloop der
markten.
De vooizitter gaf te kennen, dat het vegen
van het marktterrein den pachter niet aangaat;
hiermede is belast de gemeentearbeider, ge
holpen door een oud man; natuurlijk kan 't
wel eens wat lang duren eer de markt ge
reinigd is, vooral na jaarmarkten; dit kan wel
vlugger geschieden ir.aar dan kost het ook
veel meer geld. Ik ben zeer voor reinheid
der straten, ik heb zelf den reinigingsdienst
ingevoerd, maar ik vind, wat de markt betreft,
dat het nogal gaat. 't Kan wel een uurtje langer
duren, maar dan is alles toch ook goed zuiver.
De raad was 't hiermede eens.
De voorzitter deed aan den raad eenige
mededeeling omtrent de schutsluis; deze komen
overeen met het reeds vroeger dienaangaande
in ons blad gemelde.
De heer Timmermans-Van Turenhout ves
tigde de aandacht op den slechten toestand
van den ICerkpad, een weg, waarvan zeer veel
gebruik gemaakt wordt door personen uit dat
gedeelte der gemeente om zich naar 't spoor
te begeven en duor de heele gemeente als
wandelweg. Volgens sprekers meening zou
die weg heel goed te verbeteren zijn zonder
groote kosten. Men zou kunnen beproeven
het eigendom van den weg te naasten, be -
houdens alle andere rechten van den tegen
woordigen eigenaar in verband daarmede.
Ofwel men zou aan den eigenaar kunnen
vragen de heg, langs den weg groeiende, en
die de groote euvel veroorzaakt, weg te ne
men tegen eene kleine jaarlijksche tegemoet
koming.
De voorzitter gaf toezegging dat deze zaak
door B en W. in gezette overweging zal
worden genomen.
VERSLAG der algemeene vergade
ring van de afdeeling „Lang
straat" der Noord-Brabantsche
Maatschappij van Landbouw,
gehouden te Sprang, in het
lokaal van den heer M. van
Vuuren, op 19 December 1893.
De talrijk bezochte vergadering werd door
den voorzitter geopend, die dadelijk het woord
gaf aan den heer Van Hoek, rijkslandbouw-
leeraar.
In breede trekken gaf deze verklaring van
zijne zending in Noordbrabant, maakte dui
delijk, dat met de oude sleur moet gebroken
worden, nu de landbouwers met een net van
spoorwegen en stoombooten staan als con
currenten tegenover de geheele beschaafde
wereld, wees op hetgeen er gedaan wordt in
naburige rijken door coöperatiegesteund
door de wetenschap en de regeering.
Ook in Nederland is eene stroomiug merk
baar, dat men vooruit wil. Ja, in onze pro
vincievooral in het westelijk en zuidelijk
deel daarvan, ziet men de bewijzen
Men moet zich aansluitenmet vereende
kracht kan men zijn stem laten hooren tot
in den Haag, waar degelijke mannen uit onze
maatschappij onze belangen bevorderen.
„Ik dank u, mijn vriend; ik kende uw harten
was vooruit verzekerd, dat mijn laatste wensch
u heilig zou zijnU benoem ik tot mijn exe
cuteur-testamentair. Binnen enkele oogenblikken
zul ik u mijn testament overhandigen waarvan
een duplikaat berust ten kantore van den notaris
te Bossy-Saint-Léger. Ik zal 't u ter hand stellen
met een brief aan het adres van Georges, een
schrijven, dat gij bewaren zult tot op den dog,
dat hij zijn vijfentwintigste ja;ir bereikt heeft.
Op dien leeftijd moet hij op de hoogte komen
van de waarheid, de gansche waarheid omtrent
zijne geboorte. Ik heb weten te verkrijgen dat
dé naam Fortier, de met bloed bevlekte naam,
niet in de akte werd opgenomen; maar wanneer
Georges eenmaal man zal zijn geworden, moet
hij toch van alles onderricht zijn. Ziehier waar
om Zoo niettegenstaande den uiterlijken schijn,
de menschelijke gerechtigheid eene onschuldige
mocht veroordeeld hebben, dan zon 't de plicht
des zoons zijn de vrijheid zijner moeder te be
werken en hare eerherstelling te vragenDoch
ik verlang, dat hij niet onderricht worde, alvorens
hij zijn vijfentwintigste jaar bereikt heeftGij
belooft mij dus plechtig hem voor dat tijdstip
niets te openbaren, wat er ook gebeuren moge
„Ik beloof het! Ik zweer het u
De zieke stak de hand uit en wees op een
secretaire, die aan de overzijde der kamer stond.
„Daar, mijn vriend/ zeide hij tot Stephaan.
De jonge schilder stond op.
„In de onderste lade, rechts liggen twee ver
zegelde enveloppen." hernam de priester.
Stephaan opende de lade, en vond de twee
stukken, wier groote lakzegels van diepe stempel-
indrukken voorzien waren.
„Ja, die zijn het/ sprak de stervende.
Tweeënveertigste Hoofdstuk.
Stephaan sloot de secretaire weder dicht en
keerde naar het ledikant terug.
„Een dezer enveloppen bevat mijn testament,"
ging pastoor Laugier voort, „de andere den brief
voor Georges, waarvan ik u gesproken heb. Be
waar goed beide stukken, mijn waarde Stephaan,
en wees voor het arme kind een vriend vol toe
wijding, een wijze raadgever. Georges zal weldra
vijf ien jaar oud zijn. Ik heb hem 6teeds met
aandacht gadegeslagen en ken hem zeer goed.
Hij zal een goed en braaf jongmensch worden,
Men moet veefondsen, credietvereenigingen,
roomboterfabrieken enz. samen oprichten en
daarstellen, gezamelijk aankoopen doen van
veevoeder en hulpmeststoffen, ze laten onder
zoeken aan de proefstations, om zich te over
tuigen, dat men goede waar en niet te duur
koopt.
Daarna ging spreker de samenstelling van
den grond en de daarin aanwezige en ont
brekende, doch onmisbare stoffen na, welke
kunnen gerangschikt worden onder drie hoofd-
bestanddeelen welke nooit mogen ontbreken,
n.l. stikstof, phosphorzuur en kali.
De stalmest, als de voornaamste der mest
stoffen, kwam het eerst aan de beurt; daarna
de voornaamste enkelvoudige en gemengde
hulpmeststoffen.
Den aankoop van de laatste raadde spreker
niet aan, omdat de landbouwers dan geheel
van de willekeur van den verkooper afhangen
en men voor 't mengen moet betalen, wat te
duur uitkomt.
De gemiddelde prijs per Kg. is voor stik
stof 80 phosphorzuur 25 en kali 20 cent
met een gehalte van respectievelijk 12-15,
14 en I2pct., en 75pct. fijnheid.
De samenstelling, het gehalte en het gebruik
der verschillende hulpmeststoffen alschili-
salpeter, Thomas- en andere phosphaatmeel-
soorten, slakkenmeel, kaïniet en guano, voor
de verschillende gronden, gras en hooilanden
en voor de meest voorkomende gewassen,
werd door spreker duidelijk aan 't verstand
gebracht.
Tusschen de pauze deed de secretaris
penningmeester rekening over het jaar 1892,
nadat deze met de bijlagen gesteld was in
hauden eener commissiewelke bij monde
van den heer J. Dorrenboom verslag uitbracht,
dat strekte tot goedkeuring als:
in ontvangst op f 278,29
in uitgaaf op f 236.815
alzoo met een batig slot van f 41 475
De begrooting van 1894 werd aangeboden
en vastgesteld tot een bedrag van f 245 in
ontvangst en in uitgaaf.
Hierna werden een twiutigtal land- en
tuinbouwvoorwerpen onder de aanwezigen
verloot, na afloop waarvan de heer Van Hoek
zijne voordracht vervolgde.
Ten slotte bracht de voorzitter een warm
woord van dank, ook namens het bestuur eu
de aanwezige belangstellenden, aan den heer
Van Hoek voor zijne zaakrijke voordracht
en de vele wenken door hem gegeven; hij
uitte de hoop dat door samenwerking en
toepassing veel in het belang van den landbouw
en de landbouwers zal worden gedaan.
Nadat zich nog enkele aanwezigen hadden
laten inschrijven voor het lidmaatschap, werd
de vergadering gesloten.
De secretaris der afdeeling.
De kalmte op politiek gebied moge niet
speciaal eigen zijn aan de dagen, onmiddellijk
voorafgaande aan en onmiddellijk volgende
op het feest des vredesdat over enkele
etmalen door gansch de beschaafde wereld
en ver daarbuiten zelfs, zal worden herdacht,
ook aan de andere christelijke feestdagen
moge zulk een gunstige invloed niet ontzegd
kunnen worden, de reactie, die aan 't eind
des jaars na groote drukte en agitatie valt
waar te nemen, is toch immer opvallend. Het
een na het ander hebben de parl:menten
den arbeid er aan gegeven en weinige zijn
de wetgevende lichamen van ons werelddeel,
die hun beraadslagingen in 'l belang van land
en volk, met onverdroten ijver voortzetten.
vol liefde en erkentelijkheid. Het schijnt dat eene
ontkiemende roeping hem den weg der balie
aanwijst. Stuur hem naar die zijde, zoo deze
roeping zich handhaaft. Gebruik ten beste de
geringe fortuin, welke mijne zuster en ik hem
nalaten. Hoe nederig deze ook wezen moge, zij
zal voldoende zijn om hem te vrijwaren tegen
alle moeilijkheden des levens en zich op passende
wijze te vestigenIk vertrouw u den pleegzoon
mijner zuster toe, beste Stephaan, en ben volkomen
overtuigd, dat gij, even als ik het zou kunnen
doen, hem zult weten te vormen tot een braaf
man in de wereld."
Stephaan drukte de hand des priesters en her
haalde
„Ik zweer u, dat ik over he.u zal waken met
al de teederheid en al de zorgen eens vaders."
Twee dikke tranen parelden in de oogen van
den stervenden grijsaard en liepen dan over de
vermagerde wangen des goeden herders.
Een oogenblik wachtte hij om aan zijne ont
roering den tijd te geven om tot bedaren te ko
men, en ging dan voort
„Alles wat hier is zult gij doen verkoopen
behalve mijne bibliotheek, aie gij voor Georges
bewaren zultIk beveel u ook aan steeds
eerbiedig het kleine kartonnen paardje te bewa
ren dat de jongen aan het hart drukte op het
oogenblikdat zijne uitgeputte moeder op den
drempel der pastorie nederviel. Dit eenvoudig
speelgoed is een heiligdom. Gelukkiglijk herin
nert zich Georges dit droevig verleden niet meer!
Hij gelooft dat dit paardje hem door mijne zuster
geschonken is en houdt er bijzonder veel van.
Wanneer hij man zal zijn geworden, meteen eigen
thuis, zult gij het hem teruggeven."
„Al uwé verlangens zullen stipt worden nage
komenHebt gij mij nog iets anders op het
hart te drukken
„Neen, thans kan ik sterven, volkomen gerust
gesteld over de toekomst van Georges; alleen zou
ik den jongen nog eens voor mijn verscheiden
willen zienWilt gij hem te Parijs gaan
halen
„Of ik dat wil
„Gij weet, dat de tijd dringt/
„Heden avond zal het kind hier zijn/
Stephaan drukte nogmaals de hand des priesters
en vertrok naar Parijs.
De schilder had vooral in den laatsten tijd dr.uk
Alleen Italië is 't, dat door het debuut van
Crispi's kabinet de aandacht op zich gevestigd
houdt, hoewel de voorzichtigen en geduldigen
't verkieselijk achten dergelijke programma's
voor kennisgeving aan te nemen en voor hun
oordeelvellingen daden afwachten om die dan
aan 't vele en velerlei toegezegde, te toetsen.
Eerst in de kamer, waar ze werd toegejuicht
door de linkerzijde van het centrum, deed
de premier voorlezing van de ministerieele
verklaring en daarna in den senaat, waar de
toejuichingen minder verdeeld waren. Pes
simistisch wat de beoordeeling van den hui-
digen staat van zaken in Italië betreftwas
Crispi in zijn betoog eigenlijk eer dan opti
mistisch. Hij gaf toe, dat hij en zijn helpers
het gezag hebben aanvaard op een tijdstip
dat Italie's toestand ernstiger is dan ooit vóór
dezen (wat voor dit land nog al iets zeggen
wil doch van dien staat van zaken wilde
hij alleen gewag maken als een teit, 't lag
niet in zijn weg er de oorzaken van op te
Zoeken, welke hij zeer verschillend noemde
hoewel de hoofdoorzaak wel schuilt in de
groote mogendheidspolitiek, door Crispi in
dertijd ingeleid en tegen wil en dank door
zijn opvolgers aan 't bewind, onveranderd
gehandhaafd. Crispi deed een dringend beroep
op den steun der kamer om alles weer goed
te maken wat bedorven is, om b. v, het kre
diet te versterken, de geldmiddelen te reor-
ganiseeren den eerbied voor de wetten te
herstellen en het vertrouwen in het land te
doen herleven. Dat is een veelomvattende
en moeielijke taak, ter verwezenlijking waarvan
de premier voor alles noodig acht medewer
king van allen, zonder onderscheid van po
litieke gezindheid. Later kan dan de strijd
der persoonlijke en der partijbelangen weer
worden voortgezet, nu zou het een misdaad
zijn: als een man moet men opkomen voor
de gemeenschappelijke verdediging. Vele zijn
de nooden van den staat en om er aan te
gemoet te komen, zal de regeering de noodige
wetsvoorstellen indienen, welke zonder verwijl
in behandeling moeten worden genomen, daar
de tijd dringt en hel geldt den nood binnens
land en het krediet tegenover het buitenland.
In de administratie zal bezuinigd worden
doch men moet zich te dien aanzien geen
illusies maken, er moeten offers worden ge
bracht, welke het land zeker niet zal weigeren,
het zoeken naar onvoldoende middelen ter
verbetering kan alleen leiden tot verergering.
De agitatie ter uitbreiding der vloot van
Groot-Brittannie is reeds voor langen tijd
ingeleid en is sinds met veel handigheid
gevoerd, tal van marine-autoriteiten hebben
in dagbladen en brochures telkens weer zich
uitgesproken over de noodzakelijkheid van
verbetering en over net onhoudbare van den
huidigen toestand, een millioen of tien, twin
tig (ponden sterling natuurlijk) zouden er
noodig zijn om te beginnen, dat dan moest
dienen om de vloot zoo ongeveer in kracht
te doen gelijkstaan met de vereenigde zee
macht van Rusland en Frankrijk. Een torpedo
station op Malta, eenige nieuwe dokken te
Gibraltar en uitbreiding van de getalsterkte
der marine moesten onmiddellijk aan die
ee-ste verbetering aansluiten. Over de mid
delen ter verbetering bleken de specialiteiten
lord Alcester, de admiraal Hornby, lord Be-
resford en velen anderen, 't lang niet altijd
eens te zijn, doch één ding stond vast bij
hen allen: Groote financieele offers waren er
noodig.
Tot een eigenlijke paniek zooals in 1887
is 't niet gekomen doch 't optreden van Rus
land in de Middellandsche Zee had toch
nogal beroering gewekt en die beroering is 't
■TUI'—WM—
gewerkt en was een kunstenaar geworden van
veel talentwiens schilderstukken tegen hooge
prijzen zeer gezocht waren. In 't begin van cut
verhaal hebben wij hem te Chevry zien
aankomen om eenige dagen van uitspanning te
genieten en daar een motief te vinden voor een
tableau, dat de aandacht op zijn tot dan toe nog
onbekenden naam zou vestigen.
Zoodra hij te Parijs was teruggekeerd, in zijn
geliefkoosd atelier, zette hij zich met den groot
sten ijver aan 't werk en begon aan een schilder
stuk, waarvan wij hem in den tuin der pastorie
eene teekening hebben zien maken.
Jeanne Fortiers's gelaat en dat van Georges
waren van eene uitstekende gelijkenis.
Stephaan had geen enkele bijzonderheid ver
geten. Het kleine kartonnen paardje stond terzijde
van het kind.
Dit schilderstuk had op de tentoonstelling een
bijzonder succes, doch daar de naam van Stephaan
Gastel toen nog niet bekend was, daagden er toch
geen koopers op. Na afloop der expositie keerde
het doek naar 't atelier terug, waar het in een
donkeren hoek, met een stuk groen katoen over
trokken, werd opgehangen. De schilder dacht er
reeds niet meer over na.
Het volgend jaar verwierf hij eene medaille en
een jaar later den grand prix de Salon.
Van af dat oogenblik was zijn naam gemaakt
en de fortuin aie zich nog al weerspannig ge
toond had, lachte hem nu toe.
Stephaan, die een zeer bedaard en rustig leven
leidde, was toch bijzonder op zijne onafhankelijk
heid gesteld. Aan het huwelijk dacht hij niet.
Bij 't verlaten der pastorie van Chevry, na het
onderhoud met den weleerw. heer Laugier, dat
onze lezers hebben bijgewoond, dacht hij
„Maar dat is uitstekend bedacht 1 Nu heb ik
geen vrouw te trouwen, en toch wordt mij een
kind geschonken! Mijn vriend weet hoeveel ik van
kindereu houd/
Te Parijs aangekomen sprong hij in een rijtuig
liet zich naar het college Henri IV brengen waar
hij zeer goed bekend was, en legde aan den
directeur het doel zijner komst bloot. Droevig
aangedaan sprak hij van den wanhopenden toe
stand, waarin de oom van Georges verkeerde.
Onmiddellijk werd bevel gegeven den jongen
student te roepen en voor hem het noodige gereed
te maken. Wordt vervolgd.