Mwijksche ra Langstraatsche Courant üi; isiiHfiüiüsniiSii;!!. Nummer 10. Donderdag 1 Februari 1894. I7e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. 15 Februari! m UITGEVER; ANTOON TIELEN FEUILLETON, Staatkundig overzicht. De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprij.-- per 3 maanden J 1,00. Franco per pos! door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels j 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolp Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De tijd der herziening van de kiezers lijsten is weer aangebroken. Met den mees ten aandrang brengen wij daarom onzen lezers-kiezers die in de desbetreffende ter men vallen nogmaals in herinnering dat zij voor 15 Febr. a. s. een duren plicht te ver vullen hebben. Gelijk men weetworden sommige per sonen ambtshalve door B. en Weth. op de voor den 15n Maart van elk jaar op te maken kiezerslijsten geplaatst, terwijl 4 ca tegorieën van adspirant-kiezers, om in dat zelfde voorrecht te deelen ,,dit telken jare uitdrukkelijk, d. h. schriftelijk, aan het ge meentebestuur moeten vragen." Leveren zij zulk een verzoekschrift niet voor 15 Febr. in, dan zijn zij onherroepelijk een jaar lang van het kiesrecht verstoken „ook al komen hunne namen voor op de lijsten van het vorige jaar.» De vier bedoelde categorieën nu van ad spirant-kiezers zijn de volgende a. Zij, die sedert 15 Mei 1893 onafge broken hetzelfde „gedeelte van een huis" bewoond hebben, mits dat huis hoog genoeg in de huurwaar !e aangeslagen zij en het bewoonde gedeelte daarvan ook hoog genoeg door beöedigde schatters worde geschat. Deze personen moeten ter secretarie hunner ge meenten een desbetreffend formulier gaan halen en dit voor 15 Febr. behoorlijk inge vuld aldaar terugbezorgen. Dat formulier kost geen centde terugbezorging niet en de schatting ook niet. De herschatting kost zooals men weet; wel geld, doch die is eene quaestie van latere zorgwant men is na tuurlijk niet verplicht die herschatting te vragen. b. Zij die onroerend goed in gemeen schappelijk bezit hebben, wanneer zij voor zich, of voor vrouw en kinderen als „aandeel daarin aan grondbelasting" betalen minstens f 10 (hoofdsom en rijksopcer.ten), al hebben zij zelf geen aanslagbiljet ten hunnen name. Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant 53 Yiei-envijftigste Hoofdstuk. Georges Darier was, zooals wij reeds hebben aangestipt, een uitstekende jongen. De toestand, waarin Lucien verkeerde, voor wien hij eene diepe genegenheid gevoelde, had hem zwaar getroffen. Hij kende de waarde van zijn vroegeren school makker, zijne bekwaamheid. zijne rechtschapenheid en hij hield zich overtuigd, dat 't eene misdaad zou zijn hem in dien droevigen toestand te laten voortleven. Het verhaal van den tragischen dood van Jules Labroue had dit verlangen nog verscherpt; meer en meer wenschte hij voor den zoon van den zoo ongelukkig vermoorden ingenieur in de bres te springen. Des anderendaags, reeds vroeg, sloeg hij den weg in naar de Murillostraat om Paul Harmant's gunst voor zijn beschermeling te vragen. Boven op het perron van 't hotel trof hij een livreiknecht van den millionair aan en vroeg hem: //Kan de heer Harmant mij ontvangen „Het spijt mij/ antwoordde de bediende, //mijnheer Darier te moeten mededeelen, dat de heer Harmant op reis is." „Zal hij lang afwezig zijn vroeg Georges min of meer ontevreden. „Dat weet ik niet, maar juffrouw Mary zal wel beter ingelicht zijn. Zeker zal zij den heer Darier ontvangen en hem mededeelen wat hij verlangt te weten. Zal ik mijnheer aanmelden Georges had vaak genoeg het hotel van den heer Harmant bezocht om te weten, dat de juf frouw den grootsten invloed op haar vader uit oefende. Hij achtte het dus van bijzonder belang Mary voor zich te winnen; want, zoo zij zicli genegen toonde de zaak van den heer Lucien Ook deze personen moeten een formulier aanvragen en terugbezorgen evenals die sub a. c. Zij die wel op aanslagbiljetten ten eigen name f 10 (hooldsom en rijksopcenten) aan grondbelasting betalen, maar verdeeld over verschillende gemeenten. Deze adspi- rant kiezers moeten zich met de voor voldaan geteekende aanslagbiljetten voor 15 Febr. ter secretarie vervoegen. d. Zij die in eene andere gemeente het vereischte bedrag aan personeele belasting betalen. Om tot deze categorie te kunnen behooren, moet men alzoo minstens in eene gemeente tot het vereischte bedrag zijn aan geslagen. Samenvoeging der aanslagen in onderscheidene gemeenten komt hierbij dus niet te pas. Ook deze personen moeten voor 15 Febr. het voor voldaan geteekende aan slagbiljet van hun aanslag in die andere gemeente ter secretarie hunner woonplaats overleggen. Al de personendie tot bovengenoemde vier klassen behooren kunnen derhalve, het zij nog eens herhaald, het kiesrecht voor het volgende kiesjaar alleen dan deelachtig wor den, als zij voor 15 F ?br. e. k. het verlangen daartoe schriftelijk aan het bestuur hunner resp. gemeenten hebben te kennen gegeven. Doen zij dit niet, dan hebben zij alle moge lijke aanspfaken op de uitoefening van het kiesrecht onherroepelijk een jaar lang verbeurd. De rectificaties van berichten, betrekkelijk vorst Bismarck's verblijf te Berlijn (de na drukkelijke en alleszins vertrouwbare mede- deeling, dat de oud kanselier niet met zijn opvolger Von Caprivi is saarageweest, dezen zelfs nic-t heeft gezien, is wel de voornaamste) brengen al evenmin een wijziging in het karakter van 's vorsten bezoek aan de hoofd stad des rijks Op uitdrukkelijk verlangen van Wilhelm II, als al de beschouwingen (partijdige en onpartijdige) vooraf en al de nabetrach tingen door woord en door geschrift. Waar Labroue op zich te nemen, dan behoefde hij niet langer meer aan het succes te twijfelen. Hij haastte zich dan ook te antwoorden: „Zoo gij denkt, dat ik juffrouw Harmant niet derangeeren zal, gelief haar dan mijn kaartje af te geven/ Mijnheer Darier gelieve mij te volgen naar de zaal. Ik zal mejuffrouw waarschuwen. De livreiknecht bracht den jongman in eene kleine zaal in de nabijheid der ontvangkamer, liet hem daar enkele oogenblikken alleen en ging dan het kaartje aan juffrouw Harmant afgeven. Mary, die reeds geruimen tijd met haar toilet gereed was, begaf zich onmiddellijk tot den be zoeker. „Dag, mijnheer de advokaat/ zeide zij op zeer bevalligen toon, terwijl zij Georges Darier de hand reikte. //Uw bezoek gold niet mijn persoon, daar i van ben ik zeker: doch 't verheugt mij zeer, da' gij niet hebt willen vertrekken, zonder mij alvorens een kort bezoek te brengen. Zet u en laat ons samen praten.'» „Hoe vaart gij, mejuffrouw?" ../Uitstekend! Ik ben nog nooit zoo goed gezond geweest/ Een hevige aanval van hoest ontnam haar het woord. A-Ellendige kwaalzeide zij op nauwelijks verstaanbaren toon, toen de aanval geëindigd was. „Zij vervolgt mij met eene hardnekkigheid, die iemand zou doen wanhopen/ Met deze woorden veegde zij het voorhoofd af, waarop dikke zweetdroppelen parelden. „Onderwerpt gij u aan eene voorzichtige le venswijze?" vroeg Georges, die echter zeer goed wist, dat Mary door eene ongeneesbare kwaal verteerd werd. „ZekerZeker!' antwoordde Mary. //De dok toren schrijven mij allerlei geneesmiddelen voor! Maar een geringe verkoudheid moet toch gemak kelijk te bestrijden zijn Bah I Bah Het is de moeite niet daarop veel acht te slaanLaat ons niet langer over mij spreken. Gij zijt hier gekomen om mijn vader te ontmoeten?" //Ja, mejuffrouw." „Hij zal drie weken lang afwezig zijn, zoodc.t hij te Parijs niet voor het begin der volgenf c maand kan terugkeeren. Hij is groote inkoopöo doen voor zijne fabriek. Hij is zelfs van pla zijne reis tot in Belgie door te zetten, waar hii" de een zegt, dat het bezoek in alle opzichten het karakter heeft gedragen van de persoon lijke ontmoeting tusschen regeerende vorsten, zonder dat de politiek er direct bij betrokken is geweestwaar de ander gewaagt van 's vorsten volkomen tevredenheid over de ontvangst ten hove en waar weer een ander gelooft te kunnen vertellen, dat de ex kanselier nu maar vrede zal nemen met de tegenwoor dige richting der politiek, wordt eigenlijk niets nieuws gereleveerd: de gansche regeling van de ontvangst aan het station, van de receptie ten hove en van het uitgeleide door den keizer zelf is van dien aard, dat eigenlijk elke politieke beteekenis er aan ontzegd moet worden 't is geweest een gezellig, voor 't uiterlijk hartelijk samenzijn en dat 't zoo is geweest, dankt men aan 's keizers persoonlijken wensch. Wilhelm II heeft, doende wat hij reeds voor een drietal jaren had moeten doen, aanmerkelijk bijgedragen tot verhooging zijner populariteit een resultaat, welks verkrijging wel het hoofdmotief zal zijn ge weest tot keizers initiatief, een initiatief dat kon genomen worden zonder vrees, dat op des ex kanseliers actieve deelneming aan het beheer over land en volk, zou worden ge rekend. De kalme toon, welke in de groote pers van Europa ten aanzien van de samen komst tusschen Wilhelm II en vorst Bismarck, onverdeeld is bewaard gebleven, bij zeer be duidend verschil in waardeeriDg van onder geschikte punten, is wel 't beste bewijs voor de appreciatie er van uit een oogpunt der algemeene politiek. Op 't oogenblik, dat is meer dan vier et malen na Bismarcks terugkeer op Friedrichs- ruhe, wordt er zelfs bij geruchte niets ver nomen omtrent het samenzijn tusschen gastheer en gast en nog kenmerkender bijna is 't, dat, naar aanleiding van het feit dat noch Von Caprivinoch Miquel, noch Eulenburg een onderhoud met Bismarck hebben gehad, geen enkel sensatie nieuwtje wordt gelanceerd. Zoo wordt dan deze periode van kalmte na zooveel opwinding, aangevuld met mededeelingen als volgt: 's keizers eigenhandig schrijven aan den te Mons en te Charleroi contracten wil sluiten voor de levering van steenkolen. Te Courbevoie gaan de werkzaamheden zoo goed mogelijk voor uit. Mijn vader rekent er op, dat zijn nieuwe inrichting eene maand na zijn terugkeer in werking zal zijn. Kortom, ik ben hier geheel alleen en er zijn oogenblikken ik kan het niet ontkennen dat deze eenzaamheid mij zwaar te dragen valtWat hadt gij mijn vader mede te deelen Ik ben in geregelde correspondentie met hem, en, zoo het eene dringende zaak geldt, dan kan ik vader uw bezoek melden en hem het doel er van blootleggen." aIk kan wel wachten tot zijn terugkeer, me juffrouw; doch ik acht mij zeer gelukkig de gelegenheid gevonden te hebben een oogenblik met u te kunnen praten en u het doel mijner komst mede te deelenDan zult gij wel zoo goed willen zijn als mijne voorspreekster bij uw vader op te treden," //Volgaarne. Wat voert u hierheen?" z/In de fabriek van den heer Harmant een jong- mensch te plaatsen, een uitstekend teekenaar en zeer bekwaam werktuigkundige." //Is die jongman een nwer vrienden „Een oud schoolkameraad, fa. Hij werd zeer wreed getroffen door het tragisch uiteinde zijns vaders, wien men zijne gansche fortuin ontstolen heeft, en door den dood eener tante, die hem teederlijk beminde, doch geene middelen bezat om hem na te laten. Hij bezit slechts zijne kunde om zich door de wereld te helpen." „Wat gij daar vraagt, mijnheer Darier, is eene menschlievende daad en ik zal uwe vraag bij mijn vader met kracht ondersteunen. Uw vriend kan op mij rekenen. Ik zal niets nalaten om hem te doen aannemen en durf haast de belofte af leggen, dat aan uw verzoek zal voldaan worden. Den tweeden zal mijn vader aankomen. Dat uw beschermeling, voor wien ik ook alles over heb, den derde komen en wij zullen zien wat er te doen is." Gij hebt een edele ziel, mejuffrouw; ik dank u vaii ganscher harte/ „Geen dank/ antwoordde Mary, na een nieu wen aanval van hoest, uog sterker dan de eerste. „Er is nog niets gedaan. Maar toch geloof ik, dat gij veel hoop moogt koesteren. In mijn volgenden brief zal ik aan vader schrijven, da^ ik u bij mij ontmoet en u in zijn naam iet ex kanselier, nu juist voor een week door dezen ontvangen was drie zijdjes groot; Wilhelm II heeft vorst Bismarck een lap grijs laken geschonken, opdat hij zich daarvan een nieuwen ordonnance mantel late maken; op de schrijftafel van den vorst in zijn apparte menten ten hove, stonden de afbeeldingen van hem zeiven en Wilhelm II vis vis, een regeling van dezen laatsten in hoogst eigen persoon; terwijl alle rijksgebouwen op last vau den keizer vlagden, onderscheidde het stadhuis zich door niet te vlaggen tijdens de aanwe zigheid van zijn eereburger. Wat zal voort vloeien uit het vele, dat is geschied en uit al het andere, dat is nagelaten bij Bismarck's bezoek, moet de toekomst leeren: Willem II van zijn kant heeft alles gedaan om het intiem karakter .van het kortstondig samenzijn te bewaren en door Bismarck zoomin, als door de tegenwoordige bewindvoerders is iets ge daan om dat karakter te wijzigen. De werki nans-afgevaardigde, kieldrager en sociaal-democraat Thivrier is Zaterdagnamid dag naar het beroemde voorbeeld van Ma nuel, die in 1823 den 4en Maart werd ver bannen uit de gewijde hallen der wetgevende vergadering door de gewapende macht uit de zittingszaal van het Paleis-Bourbon ge bracht. De afgevaardigde Clovis Hugues in terpelleerde de regeering over de laatste arrestatien van anarchisten, welke interpellatie door hem werd gebezigd om de regeering en in 't bijzonder den titularis van justitie Ray- nal te betichten van oneerlijkheid en partij digheid; hij meende dat men 't eigenlijk op de socialisten gemunt had. 't Ging zoo voort, tot eensklaps Thivier uitriep: „Leve de Com mune welke kreet algemeene agitatie wekte, zoodat Dupuy, de president der kamer, hem verzocht onmiddellijk die woorden in te trek ken. Dat weigerde Thivrier en hij ging voort met schreeuwen. Ondanks het protest der so ciaal-democraten besloot de kamer het re glement toe te passen, Thivrier weigerde de zaal op uitnoodiging van Dupuy te verlaten, en zijn vrienden schaarden zich rondom hem. beloofd heb.' Georges was opgestaan. Hij stak mejuffrouw Harmant de hand toe. „Gij verbiedt mij u vooralsnog mijn dank te brengen; ik gehoorzaam," zeide hij; „toch ik ver trek, het hart vervuld met erkentelijkheid." Mary drukte hem hartelijk de hand en deed hem uitgeleide tot in het voorportaal. De jonge advokaat keerde naar de Bonaparte- straat terug en schreef een briefje aan Lucien om hem den uitslag zijner eerste poging mede te deelen. De zoon van Jules Labroue had nog slechts te wachten. Vijfenvijftigste Hoofdstuk. Wij hebben Jeanne Fortier verlaten, als eene kloosterzuster gekleed, in 't midden van de sneeuw, tegenover den voornaamsten ingang der centrale gevangenis te Clermont, op het oogenblik, dat de arme vrouw met eene koelbloedige stoutmoedig heid de vlucht nam. De waker, overtuigd, dat hij zuster Philomena, op weg naar de kerk om zich daar bij hare ge zellinnen te vervoegen, doortocht had verschaft, had de poort na dit vertrek gesloten en weder zijne plaats ingenomen bij de groote ijzeren kachel in de wachtkamer. Jeanne deed enkele stappen op den weg, die naar de stad geleidde. Eensklaps stond zij stil, en op de beenen wan kelend, bracht zij de hand aan het hart, De ontroering, die zich in dit eerste oogenblik van vrijheid van haar meester maakte, was op 't punt haar het bewustzijn te ontnemen. Geheel haar lichaam beefde, terwijl dikke vreug detranen over hare wangen liepen. Deze hevige ontroering duurde echter niet lang. De weduwe van Pierre Fortier begreep, dat er voor haar geen oogenblik te verliezen wasdat men in enkele minuten hare vlucht zou kunnen opmerken. Zij dacht reeds de gendarmen op hare hielen te zien. En zij wilde vrij zijn, en vrij blijven. Zij wilde tot eiken prijs hare kinderen wederzien. Deze gedachte schonk haar moed. De onge lukkige haastte zich met versnelden pas naar de stad en verdween te midden van een doolhof enge en sombere straten, waarvan de winkels slechts enkele uitgezonderd, nog gesloten waren.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1