Nummer 15. Zondag 18 Februari 1894. 17e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, "II UITGEVER; ANTOON TIELEN Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Waalwpsche en Langslraalschc Conrant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonneuoentsprijper 3 maanden _/l,00. Franco per posi door het geheele rijk f 1,15 Ürieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentien 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Terwijl de bijzonderheden over den aan slag, Maandagavond "te Parijs gepleegd, niet zoo mild meer vloeien, doch de aandacht onverdeeld is gevestigd gebleven op den daderdietwee etmalen lang bijna, zijn naam en qualiteit heelt weten verborgen te houden, worden er van alle zijden middelen aan de hand gedaan tot bestrijding der anar chie, tot voorkoming der bedreiging van an- derer leven en eigendom, meer dan tot be- s traffing van reeds gepleegde misdrijven van «tien aard. Daar zijn er velen, die de Fran sche republiek met haar vrijheidsbegrippen voor de gemeenschap en voor het individu, in de armen willen werpen der reactie en 't is waarlijk een geluk te heeten, dat de re geering haar koelbloedigheid bewaartzich onder den drang der omstandigheden van 't oogenblik niet verleiden laat tot maatregelen en besluitendie al spoedig onuitvoerbaar zouden blijken en welker kortstondig bestaan dan niet zou kunnen strekken tot versterking der regeering en haar meerderheid. Er heerscht eigenlijk groote verwarring van begrip in de pers: de een wil dit en de ander juist iets anders en dan bepleit de een de aanneming juist van datgene wat door den ander noodlottig en gevaarlijk wordt geheeten en dat alles met dezelfde goede iotentiöu bescherming der geordende maatschappij tegen ";'t onvoorziene en angstwekkende bedrijf der anarchisten. Dat is de spontane uiting van de meeniug van 't oogenblik nu men nog onder den indruk is van 't laatste wanbedrijf. •*En de pers heeft volgens menschen van gezag en doorzicht de hand slechts in eigen boezem te steken om tot de overtuiging te komen, dat bij haarzelve 't kwaad schuilt of ten minste door haar bevorderd wordt! 't Is natuurlijk gansch en al zonder opzet, doch de groote pers zoowel als de kleine maakt -geweldig reclame voor de heldendaden van een Ravachol, een Vaillant en al hun navol gers, kleine en groote. Niet alleen hun daden Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant) 59 „Ik herhaal u, dat ik sterk ben en den kost .'moet verdienen." H „Kent gij Parijs?" „Een beetje; maar de klanten zullen toch wel allen in hetzelfde kwartier wonen.* „De patroon heeft er nog al vele ver van huis." „Waar woont hij „In de Dauphinestiaat." „Die ken ik." „Wij hebben klanten tot in de Cité en veel verder nog." „In een dag of twee zal ik op de hoogte zijn, en mijne beenen zal ik niet sparenGelooft gij dat men mij zal aannemen „Ja, daar sta ik voor in. Reeds drie dagan zoekt men eene draagster. Zoo gij wilt zal ik van avond aan den patroon zeggen, dat gij u morgen ■bij de bazin zult komen aanbieden. Want ja, het ;,ois madame Lebret, die zich daarmede bemoeit." „Dat zal mij zeer aangenaam zijn. God zal n daarvoor zegenen." V» toon, waarop deze woorden gesproken wer den, ontroerde het hart van den jongen bakker. „O, gij kunt er op rekenen, want gij schijnt eer.e .juitstekende vrouw te zijn, moedertjeMorgen vroeg hebt gij u slechts in mijn'naam aan te melden, in naam van den Lyonnees, zoo noemt men mij, verstaat ge „Hoe laat?" „Om half acht of acht uur." „In de Dauphinestraat, niet waar?" I „Ja, nummer 15, bij Lebret. Het ie een bekend ■ïuis...... En nu ga ik werken. Tot morgen, raa- Jgnaatje. Wees gerust, de betrekking is voor u O, wacht even Nog een woord Gij zult de namen der verschillende soorten van brood moeien iceren kennen, die men te Parijs gebruikt; anders zoudt gij u licht kunnen vergissen." worden breedvoerig en tot in de kleinste details verteld in kolommen druks, doch dag aan dagvan 't moment dat zij van zich spreken deden tot het oogenblik dat zij hun daden met hun leven boetten, wordt aan elk hunner „faits et gestes" een groot deel der beschikbare iuimte gewijd. Dat alles wekt hoogmoedswaanzin bij velen en de levende bewijzen ervan zijn een Léau- thier en een Emil Henry. Zij zijn niet aan te merken als de slachtoffers van maatschap pelijke misstanden, doch als door het geschrijf der anarchistische en de sensatie-wekkende berichtgeving der „bourgeoisie-pers" bedorven en tot waanzinnige nabootsiugsmanie gedre venen. Of het middel, door sommigen aan de hand gedaan en bestaande in strikte geheimhouding der anarchisten-processen en der leefwijze in de gevangenis, niet nog slimmer zou zijn dan de kwaal zelf? Er is concurrentie in snelheid en uitgebreidheid der berichtgeving, meer dan in degelijkheid en bij enorme kosten zou meu, zij 't dan ook minder vertrouwbaar en zeker nog meer gefantaseerd dan thans, toch al 't zorgvuldig geheim gehoudene publicee- ren. 't Zou er te interessanter om worden! De berichten betreffende den stand der onderhandelingen tusschen maarschalk Marti nez Camposoptredend als gevolmachtigde van Spanjeen den sultan van Marokko spreken elkaar nog al tegen; in hoofdzaak schijnt 't zeker, dat de sultan den financieelen kant der quaestie den minst aanlokkende vindt. Voor een week juist heeft de maar schalk een samenkomst gehad met des sultans groot vizier en deze heeft, hoewel het bedrag der schadeloosstelling nog niet eens was vastgesteld, ronduit geweigerd de betaling te waarborgen door de ontvangsten uit de dou ane-rechten, welke daartoe onder controle van Spanje zouden worden gesteld. De sultan zelf heeft bij de particuliere audiëntie, aan Campos verleend, het recht op elke schade loosstelling van Spanje bestredenwijl hij „Zijn er vele?" „Nogalcadeties, jockos, galetten, morphientjes, benediktijntjes, duitjes, richelieus, kurkentrekkers, gescheurd brood, kerstbrood, rijk brood, Engelsch brood, Weener brood, enz. enz. Ik zal u al die namen op schrift geven. Van namen gesproken, hoe is uw naam „Lise Perrin." „Genoeg. Tot morgen." En de Lyonnees verliet de restauratiezaal om zijn gewoon nachtwerk te gaan aanvangen. Tweeënzestigste Hoofdstuk. Jeanne betaalde wat zij verteerd had en keerde naar hare woning terug. „Brooddraagster!" sprak zij tot zichzelve, de trappen opklimmend, die naar de bovenste ver dieping leidden. „Vijf uur werk per dag. Ik zal drie franken verdienen en gedeeltelijk mijn voedselHet overige van den dag zal ik vrij zijn. Ik zal dan een overvloed van tijd kunnen gebruiken om mijn zoon op te sporenO, was het maar ï'eeds morgen I" Niettegenstaande de vluchtelinge van Clermont allerlei angstvalligheden ter prooi was, sloot de vermoeidheid toch eindelijk hare oogan. Zoodra zij het hoofd op het kussen had neergelegd, sliep zij in, en een goede nacht schonk haar een ruim gedeelte harer krachten terug. Des anderendaags stond zij op met het krieken van den dag. Om half acht ging zij naar de bakkerij in de Dauphinestraat. Madame Lebret stond achter de toonbank. De knecht had zijne belofte niet vergeten; toen Jeanne verklaarde, dat zij in naam van den Ly onnees kwam, ontving haar de bazin, die onge duldig naar eene draagster uitzag, met een vriendelijken glimlach om de lippen. „O, zijt gij het," sprak zij„van wien de Lyonnees mijn man en mij gesproken heeft?"' „Ja, madame," „Gij komt u als draagster aanbieden?" „Ja, en ik zal mij gelukkig achten die betrek king te kunnen verkrijgen." „Gij zijt niet van den stiel „Neen, madame, maar ik hoop dat mijn goede wil mij spoedig geheel op de hoogte van dien stiel zal brengen, Ik zal niets nalaten om u te vreden te stellen." meende dat Spanje niet eigenmachtig tegen de Riffoteu had mogen optreden, doch zijn tusschenkomst had moeten afwachten. Door dit te doen kan zij geen rechten doen gelden op betaling uit de schatkist van Marokko. Later is de sultan wat bijgedraaid, maar de vermelding der geöischte som bracht hem opnieuw buiten zichzelven. Toch hield hij Campos tegen toen deze wilde heengaan en verwees hem voor verdere onderhandelingen naar den groot vizier. De tegenstanders van de godsdienstige voorstellen der Hongaarsche regeering zoowel als de voorstanders, bereiden zich voor tot een heftigen kamp in het parlement. De oppositie zal voor niets terugdeinzen om het eindvotum, zij 't al niet te verhinderen, "dan toch zoolang mogelijk te vertragen en bij verschillende leden der nationale partij vinden zij steun. Toch zal de minderheid tegen Weckerle's voorstellen niet hooger zijn dan 100 stemmen een derde deel ongeveer van het geheele aantal stemmers. Nu Sze- chenyi en Andrassi in het huis der Magnaten zich hebben verklaard ten gunste van het regeeringsplan, zijn ook daar de kansen veel verbeterd. In de wapenfabriek van Pieper te Luik, is door een kruitontploffing groote schade aan gericht. Het dak van de schietbaan, waar bij schietoefeningen een parij kruit ontbrandde, vloog in de lucht en viel als een hagelbui van puin weder neer. De muren der aangren zende gebouwen werden beschadigd. Een werkman werd levensgevaarlijk gewond en drie andere bekwamen minder ernstige kwetsuren. Ook de Fransche regeering ontving thans „Dat hoop ik." „Gij neemt mij dan aan?" „Zeker. Wij zullen een proefje nemenWaar woont gij „In de Seinestraat, No. 24. Ik kom van buiten, waar ik drie jaar „Zijt gij getrouwd „Ik ben weduwe." „Genoeg. Gij ziet er trouw en eerlijk uitdat is mij voldoendeHoe is uw naam?" „Lise Perrin." „Welnu, Lise, gij bevalt mij. Morgen vroeg zult gij uw werk aanvangen. Van daag kunt gij met mijne dienstmeid de klanten gaan bezoeken, wier adres ik u geven zal, om zoo te leeren wie op ciediet koopt en wie onmiddellijk betaalt. Met goeden wil en eenig overleg zult gij spoedig op de hoogte komen. „Hoe laat moet ik hier zijn „Om zes nur voor de morgenbestelling.* „Gij kunt op mij rekenen." „Niettegenstaande wij klanten hebben die op vrij grooten afstand wonenzult gij om negen uur terug kunnen zijn, om met mij af te reke nen.... Dan moet gij des avonds om vijf uur te- rugkumen, want wij hebben ook huizen en res tauraties in de buurt, die tweemaal per dag moeten bediend worden. Doch dan hebt gij niet meer dan anderhalf a twee uur voor uw'werk noodig.* „Goed, madame." „Gij zult drie franken per dag verdienen en twee pond brood.... Dat is mijn prijs." „Dien neem ik aan, madame." „Kom dan tegen den middag terug. Mijne meid zal u bij morgen- en avondklanten brengen." „Ik zal op tijd hier zijn." „Ziedaar," zeide madame Lebret, een stuk van tien franken uit de lade nemend en dit Jeanne toereikend, „ziedaar uw Godspenning." De vluchtelinge kleurde tot in het wit deroogen, betuigde hare dankbaarheid en vertrok dan zeer tevreden. Des middags was zij in den bakkerswinkel terug, waar de dienstmaagd haar wachtte. Zij vertrokken te zaam, en na twee uren had Jeunne reeds al de adressen der morgenklanten in het geheugen gegrift. Daarop deed zij de avondbestelling, steeds in gezelschap van een groot, droog, langzaam en bericht omtrent de tweede Fransch-Engelsche vergissings-botsing in West-Afrika. De gou verneur van Fransch Guinea rapporteerde na melijk, dat in de provincie Samoh, Fransch gebied, een Engelsche en eene Fransche ex peditie slaags raakten. Het waren de Engel- schen die volgens den gouverneurhier schuld hadden door een op Fransch gebied gelegen dorp aan te vallen. Slechts ter ver dediging van dit dorp zijn toen Fransche troepen toegesneld, van welke een man gedood werdterwijl de Engelschen vijt inlandsche soldaten verloren. Een wedstrijd tusschen voetganger en ruiter is gehouden in de Galérie des Machi nes te Parijs. Gallot, houder van het „wereld-record", als wandelaaren Codyde „koning der Cowboys" (maar niet Buffalo Bill), hebben daar vijftig uren achtereen rondgeloopen en gereden, om 6000 francs en de eer der over winning. Gallot was Cody een tijdlang voormaar ten slotte was de ruiter overwinnaar. Hij legde in de vijftig uren 259 Kilometer 329 Meter af, en Gallot 242 Kilometer, 601 Meter. Het publiek toonde meer sympathie voor den overwonnene dan voor den overwinnaar. Gallotdie zich zoo kranig gehouden had maar ten slotte niet meer voortkon en door zijn entraineurs ondersteand moest worden werd meer toegejuicht dan Cody. Weer is een gevaarlijke anarchist door de politie te Parijs gepaktiemand Paul Bernard geheeten. Na den aanslag op het Liceo-theater te Barcelona nam hij de wijk naar Parijs, waar hij spoedig in het oog werd gehouden. De politie nam hem onverhoeds gevangen. Hoewel gewapend, bood hij geen wederstand; wel zocht hij zijne identiteit te verbergen, doch dit hielp hem niet, daar hij al te zeer bekend was. Zooals men zich herinneren zal was in Engeland het bericht ontvangen uit de om streken van Dahomey, dat de afgezette koning Behanzin, volgens een gerucht, overleden is. verdrietig meisje, dat haar 's morgens ook ver gezeld had, en lceerde dan, na met madame Lebret de werzaamheden van den volgenden dag geregeld te hebben, naar huis terug. Jeanne gebruikte haar middagmaal niet thuis. Hare dugelijksche werkzaamheden, hare onver poosde navorsehingen lieten de vrouw den tijd niet om zich met hare keuken bezig te houden. „Het is niet duur," dacht zij, in „het Rendez vous der Bakkers," en besloot dan ook daar haar eten te halen. Zij begaf zich naar die restauratie, onmoette er den Lyonnees en bedankte hem hartelijk. „Het is de moeite niet, mama Lison," ant woordde de dienstvaardige jongman. „Het is mij een waar genoegen in staat geweest te zijn u eenen dienst te bewijzen." Den naam van mama Lison zou zij bij het personeel der bakkerij behouden. Van af dien dag was zij ingelijfd. Des anderendaags was Jeanne op het vastge stelde uur op haren post. Het was schoon weder, droog, maar koud, De nieuwe draagster had liever de mars op den rug dan den wagen voor zich uit te duwen. De Bourbonkaai was 't ver9t dat zij te loopen had. Daar kwam zij steeds 't laatst. Wanneer zij daar arriveerde sloeg 't gewoonlijk half negen. „Alweer een nieuw gezichtriep de portierster uit, toen Jeanne zich aanbood. „Ja, madame," antwoordde Pierre FortiePs weduwe glimlachend. „Doch ik hoop dat ik u nog lang bezoeken zal." Wol, dat zal mij genoegen doen, vooral, zoo gij steeds zoo goed op tijd komt." „Ik zal daarvoor mijn best doen. Wilt gij mij aanwijzen bij welke personen ik hier te bestel len heb Na ontvangen inlichtingen klom Jeanne haastig naar boven. Daar zij op de zesde verdieping twee deuren tegenover elkander aantrof, waarop, niet de ge ringste aanwijzing te vinden was, wist zij niet waar aan te kloppen. Toevallig echter opende Lucia de deur en verscheen op den drempel. „Zoo! Brengt gij mij mijn brood?" vroeg zij Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1