Nummer 19. Zondag 4 Maart 1894. 17e Jaargang, DË BR00IDR4AGSTËR. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, I Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. Waalwykscbe ra Lanptraatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. A bo nn e m en tspri j r. per 3 maanden J 1,00. Franco per posi door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden oan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentie® 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen doorliet advertentiebureau van Adolp Steiuer, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. P 't Is of de wereldgeschiedenis voor een paar dagen stilstaat, zoo iets als een kleine voor- jaarsvacantie: terwijl toch in vier of vijf van, de voornaamste Europeesche parlementen gedebatteerd wordt over de meest belangrijke onderwerpen, groot in hun gevolgen, verschilt de eene dag nu juist niet zoo heel veel van den andere. De beraadslagingen, gevoerd in Duitschlands rijksdag over het handelsverdrag met Ruslandin Hongarije's huis van afge vaardigden over de wet regelend het bur gerlijk huwelt'k; in Italie's kamer over de door Crispi gevoerde binnenlandsche politiek en in Engelands lagerhuis over de parochiale raden, zijn in hoofdzaak, zooal niet uitsluitend, van belang voor de burgers van elk dier landen afzonderlijk. De afloop van al die hervormingsplannen kan zoo groote gevolgen hebbendat de be^ rekeningenhoe onvertrouwbaar en weinig -Vertrouwd ook, steeds aanhouden, alleen ge ëvenaard in gedurfdheid en in aantal, door de mededeelingen betrekkelijk Gladstone's ■voornemens. Nauwlettend wordt elk van •Gladstone's daden en handelingen waarge nomen en opgeteekend om onmiddellijk te Avorden in verband gebracht met zijn voor nemens van politieken aard. Zoo krijgt men natuurlijk de zonderlingste, soms lijnrecht tegen elkaar indruisende resultaten: de een besluit tot zijn aftreding zoo ongeveer op dezelfde gronden, door een ander voor zijn aanblijven gereleveerdNu is de „grand old man" naar Buckingham-palace getogen, waar de koningin vertoeft en deze samenkomstdie anders, in verband met de opening der nieuwe parlementszitting over een tiental dagen en de daarbij vereischte troonrede, de meest natuurlijke en meest gewone zaak ter wereld zou zijn geheeten, gaf nu aanleiding tot de meest opzienbarende geruchten. De be schouwingen der bladen van alle kleur en richting zijn wel geschikt om de spanning te Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant 63 Hoe oud zijt gij „Zevenentwintig jaar.'' Woont gij te rarijs?" Ja, mijnheer.' Zijt gij Parijzenaar „Niet geheel en al. Ik ben te Alfortville ge boren." Deze naam viel als een straal ijskoud water den valschen Paul Harmant op het hoofd. De ellendeling beefde en staarde dan Lucien met nog meer aandaeht aan. „Leeft uw vader nog?" vroeg hij. „Neen, mijnheer." „Maar uwe moeder leeft toch nog?" „Neen, mijnheer, beiden zijn dood. Mijne moe der stierf bij mijne geboorte, en mijn vader, toen ik nog zeer jong was." Jacques Garaud, de gewezen meesterknecht, had veel moeite om zijne ontroering te verbergen. „Zoo! Hebt gij geene ouders meer?" stamelde hij, zonder dat zijn geest iets wist van hetgeen hij zeide. „Wat deed uw vader?" „Mijn vader was ingenieur van groote ver diensten en had te Alfortville eene zeer belangrijke fabriek." De valsche Paul Harmant was bleek als een doode. „Hoe heet gij vroeg hij met onvaste stem. //Lucien Labroue," antwoordde de jongman. //Lucien Labroue!" herhaalde de raillionnair terwijl er eene rilling over al zijne ledematen liep. Ja, mijnheer," antwoorde Lucia's verloofde, )gst verwonderd over de zonderlinge houding des industrieels. „Hebt gij mijn vader misschien gekend Deze vraag bracht den industrieel, zooals men [licht zou kunnen verwachten, niet meer in ver warring, maar schonk hem integedeel al zijne doen voortduren, den officieelen en officieusen dementis ten spijt. Teekenend is ook wel hoe Gladstone en zijn bewind welgezinde bladen, na terloops te hebben gewaagd van de aftredingsgeruchten als onjuistheden in den breede er over uitweiden wie nu eigenlijk wel de meest geschikte eventueele opvolger zou kunnen zijn, een geschrijf, dat toch eigenlijk onzin zou zijn als Gladstone waarlijk zoo in 't geheel niet dacht aan terugtreding. Gladstone is niet naar de koningin gegaan om zijn ontslag te nemen, de toestand heet men in de regeeringskringen onveranderd doch ondertus8chen heeft men Rosebery ge lanceerd als des „grand old mans" opvolger in diens qualiteit van minister president en William Harcourt als zijn opvolger in de leiding van 't lagerhuis. Er schijnen in 't Vereenigd Koninkrijk in derdaad groote dingen te worden voorbereid, veranderingen van den meest ingrijpenden aard Weder was 't Woensdag vol in Duitschlands rijksdag en 't was nu de redevoering van den Centrumsleider Lieber, welke met verlangen en nieuwsgierigheid werd verbeid. Richter, de leider der vrijzinnige volkspartij, hield eerst een heftig betoog tegen de agrariërs en heette het verdrag met Rusland van groot politiek belang; Lieber stelde door zijn woor den de verwachtingen teleur: hij verklaarde zich deels voor, deels tegen de handelsover eenkomst, daardoor biedend een juist beeld van de stemming in 't Centrum. De sociaal democraat Schultze verklaarde zich namens zijn partijgenooten voor het verdrag en zoo spraken nog ten gunste er van Stumm van de rijkspartij en de Welf Bernstorff. Terwijl men nu weer uit Berlijn meldt, dat de kansen voor het handelsverdrag steeds beter worden doordien de gelederen der te genstanders langzaam doch zeker dunnen wordt uit Petersburg bericht, dat de minister van financien, rekening houdend met de mo- koelbloedigheid terug. Thans had bij het oog op den toestand, waarin hij zich bevond, tegenover den zoon van den man, dien hij bestolen en ver moord had. „Ja," antwoordde hij vastberaden, „ik heb uw vader gekend. Ik stond op vriendschappelijken voet met hem en onderhield handelsbetrekkingen met den manHet was toch wel Jules Labroue, niet waar?" „Zooals gij zegt, mijnheer." „Dan moet gij mijne ontroering begrijpen. Was deze niet zeer natuurlijk, toen ik geheel onverwachts van een man hoorde spreken, dien ik steeds zeer hoog schatte en wiens vreeselijke dood ik te New-York vernomen heb?" „ZooGij weet hoe mijn arme vader is om gekomen „Ja, mijnheel*; in zijn eigen werkplaatsen, die aan de vier hoeken in brand stonden, werd hij vermoord," zeide Jacques Garaud bevend. En tevens dacht hij „Wonderlijke zaak! Wonderlijke beschikking, die den zoon mijns slachtoffer als een nederig persoon voor mij brengt om mij eene gunst af te sraeeken I" De valsche Paul Harmant kon even als iedereen onder een onverwachten schok den rug buigen; doch hij was de man niet om zich zoo spoedig te laten ontmoedigen. Een oogenblik dacht hij over den toestand na, en ras was zijn besluit genomen. „Vermoord, ja, mijnheer!" antwoordde Lucien, „vermoord in zijne fabriek, die door den moor denaar in brand was gestoken I" „Zoo mijn geheugen mij niet bedriegt/ zeide Jacquee Garaud met eene groote koelbloedigheid, „dan werd de moord door eene vrouw gepleegd, door de portierster der fabriek „De rechters meenden daarvan het bewijs ver kregen te hebben, want zij hebben Jeanne Fortier voor eene tweevoudige misdaad gestraftMaar ik geloof niet „Wat gelooft gij niet?" vroeg Paul Harmant, wien op nieuw eene rilling door de leden ging. „Wat de rechters hebben aangenomen." „Gij gelooft dan, dat de vrouw, wier naam gij genoemd hebt, onschuldig was „Ja, mijnheer." „Maar ik meen mij nog te herinneren, dat de beschuldigingen tegen haar uitgebracht ten dui delijkste aantoonden dat zij de plichtige was „Misschien bedroog men zich zeer." gelijkheid op verwerping van het traccaat reeds een heele reeks represaliön heeft voorbereid, hoogst bezwarend voor Germanie. Crispi, Italie's premier, is in de kamer aan 't woord geweest om te antwoorden op de interpellatie aangaande den toestand op Sicilië en hij heeft 't gebeurde voor een groot deel op rekening gesteld van de woelingen der sociaal democraten, 't een plicht en een recht der regeering heetend om krachtig tusschen- beiden te treden; de anarchie ducht hij op 't eiland niet. Ook Oostenrijk-Hongarije zal met Rusland onderhandelingen aanknoopen over een han delsverdrag. Graaf Kalnoky en de Oosten- rijksche minister van koophandel gaan eerst daags naar Budapesth, om zich met de Hon- gaarsche regeering in deze te verstaan. In zake van de stemrecht-uitbreiding schijnt het ministerie Windischgratz veel minder ver te willen gaan dan het deswege gevallen kabinet Taaffe. Het aantal leden der kamer van afgevaardigden zou b. v. slechts met vijf worden vermeerderd. Zekere hooggespannen verwachtingen zullen dan ook zekerlijk wel aanmerkelijk worden teleurgesteld. In Servie schijnt thans eene militaire dic tatuur aanstaande. Koning Alexander zou namelijk voornemens wezen tot buitengewoon commissaris voor geheel Servie te benoemen den oud-minister Nicola Christie, bijgenaamd de ijzeren korporaal, wat al voldoende's mans geaardheid aantoont. De heer Milan, die. nog steeds te Belgrado vertoeftzou dan inspecteur-generaal van het leger worden. Als aanvoerder, weet men, ver beurde hij indertijd zijn sporen in den strijd tegen de Bulgaren, onder hun dapperen Alex ander I. „Waarom veronderstelt gij dat?" vroeg de mil- lionnair. „Omdat ik uit den mond mijner tante, die mij heeft grootgebracht, zaken vernomen heb, welke duidelijk een persoon aanwijzen, die veel belang had bij den dood mijns vaders." „Een ander persoon herhaalde Paul Harmant, wiens hart tegenover het klimmend gevaar meer en meer angstig werd. „Maar wie dan „Een meesterknecht uit de fabriek, een eer zuchtig manMijn vader, die alle vertrouwen in hem stelde, had hem een geheim toevertrouwd eener nieuwe uitvinding, en om alleen in het bezit te blijven van dit geheim, heeft hij wellicht de misdaad bedreven." „Hoe heette die meesterknecht?" „Jacques Garaud." „Jacques Garaud 1 O ja. dien naam herinner ik mij ook nogMaar die man is, naar men ver zekerde, in de vlammen omgekomen, gevallen als het slachtoffer zijner toewijding." ,Ik geloof noch aan deze toewijding noch aan dezen dood, maar aan eene schandelijke komedie, door den ellendeling gespeeld." „Hebt gij daarvan eenig bewijs riep de in dustrieel uit, wien het al banger en banger om het hart werd. „Neen, mijnheer, ongelukkiglijk nietmaar Jacques Garaud had aan Jeanne Fortier een brief geschreven, waarin sprake was van de misdaad, en waarin de ongelukkige vrouw gevraagd werd met hem de vlucht te nemen." „Waarom heeft Jeanne Fortier geen gebruik femaakt van dien brief om zich te reentraar- igen „Zij had dit schrijven niet meer. 't Werd door de vlammen verteerd." De valsche Paul Harmant schudde het hoofd. „Dat alles," zeide hij, „berust slechts op veron derstellingen." „'t Zij zoo," antwoordde Lucien. „Doch er zijn oorgevoelens die een zoon nooit bedriegen Vroeg of laat zal het licht de duisternissen ophel deren. De dag der boetedoening zal aanbreken 1 lk moet mijn vermoorden vader wreken!* Het ijskoude zweet brak den moordenaar uit. In zijn brein werd het minder helder, en toch trad nij nog eens stoutmoedig op. „Maar wat kunt gij toch doen vroeg hij. „Tweeëntwintig jaren zijn er verloopen, sinas het drama van Alfortville plaatsgreep,Laat ons eens veronderstellen, dat Jacques Garaud werke- Marokko heeft zijne schadeloosstelling aan Spanje nog niet betaald of weer beginnen de Kabylen. Ditmaal zijn het die van Besi Sicardie 't was Zondag 1.1. het aan Spaansche visschersbooten dermate hebben lastig gemaaktdat ze naar Melilla moesten terugkeeren. De ongelukken, achtereenvolgens overko men aan de drie schepen der Braziliaansche insurgenten Jupiter, Mercurius en Venus den val der planeten noemt schertsend een New Yorksch blad de gezamenlijke ramp zullen waarschijnlijk helpen bijdragen tot het spoedig doen eindigen van den burgeroorlog. Ook wacht men in deze heil van de nieuwe presidents-verkiezing, die 1 Maart moest plaats hebben en die waarschijnlijk generaal Peixoto door den zoozeer gewenschten burger-presi dent zal doen vervangen. Candidaten zijn Prudenti de Moras oud vice president van den senaat, en Alfonso Penno, (lie als uit stekend administrateur geroemd wordt. Beiden echter zijn burgers, zoodat, wie ook gekozen moge worden, in elk geval de hoofd oorzaak zal komen te vervallen, die de op standelingen naar de wapenen deed grijpen het presidentschap van een militair. Wordt dat nu anders, dan heeft de geheele beweging geen reden van bestaan meer. Graaf d'Aunay, oud-gezant van de Fransche republiek aan het Deensche hof, is, bij in het Journal Officiel verschenen besluit, uit den diploraatieken dienst ontslagen. Zulks ge schiedt waarschijnlijk in verband met een „onthullings artikel," dezer dagen in Le Figaro verschenen, waardoor is uitgekomen, dat de militaire attaché van het Fransch gezantschap graaf de Beauchamp, indertijd op minder lijk de schuldige was, en dat hij nog levedan bestaat er toch pre criptie voor hem, en de rech terlijke arm is niet meer in staat hem te treffen." „Wat kan mij die prescriptie schelen Zoo Jacques Garaud leeft en ik hem ontmoet, dan zal ik aan de wet geen rechtvaardiging gaan vragen. Door de misdaad verrijkt, heeft ae ellendeling zeker een anderen naam aangenomen, en leeft hij wellicht op grooten voet in 't midden der zijnen. De ergernis rondom hem, de haat en de verach ting der zijnen, die uit deze ergernis zullen voort vloeien, zullen voldoende zijn voor mijne wraak." De millionnair stond opter prooi aan eene vreeselijke ontsteltenis. Gedurende enkele oogenblikken liep hij koorts achtig op en neer door zijne bibliotheek. Eensklaps stond hij stil en sprak dan weer op doodbedaarden toon „'t Is schoon van udat ge uw vader wilt wreken maar ik vreesdat gij nooit uw doel zult bereikenLaat ons thans ons vorig onder houd weder opvattenOp dit oogenblik zijt gij zonder familie, zonder betrekking, zonder Fortuin „Ja, mijnheer." „Gij solliciteert bij mij naar eene betrekking die uw bestaan vei zekert, niet slechts voor dit oogenblik, maar ook voor de toekomst „Ja, mijnheer." „Welnu, die betrekking verleen ik u." „Mijnheer 1" In eene opwelling van erkentelijkheid greep Lucien Jacques Garaud's beide handen. Die handen waren ijskoud. De millionnair trok deze zonder affectatie terug en ging voort „Gij zijt zeer bekwaam en hebt daarvan de noodige bewijzen afgelegd bij de firma Simons Co. Gij zult steeds mijn plaatsvervanger zijn. Üw titel van directeur der werken zal u eene absolute macht verleenen. Aan u de keuze der teekenaarsder meesterknechtsder werklieden, die onder uwe bevelen staan. Verlies geen oogen blik. Ik verlang dat het teeken-atelierhetwelk ik van plan ben hier voorloopig te houdenin drie dagen gereed zij. Ik heb werken vn mijne reis medegebracht, die den grootsten spoed eischen. Elk uur van den dag zal ik u noodig hebben. Gij zult dan ook in mijne nabijheid komen wonen." „Goed mijnheer.' Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1