BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Engeland.
Italië.
Servie.
BINNENLAND.
ome rule vóór Ierland wordt niet opgegeven,
maar 't wordt uitgesteld tot de kansen beter
-staan, tot nl. door een Engelsche meerderheid
er voor in 't lagerhuis, het hoogerhuis feitelijk
gedwongen is toe te geven. Nu heeft Dillon,
een van de leiders der nationalisten van
Ierland wel bepleit de eerlijkheid e.. den
goeden wil van den premier, maar 't is toch
twijfelachtig of de heethoofden onder de
Ieren nu maar geneigd zullen zijn in rustige
afwachting van de ontbinding van 't lagerhuis,
voort te leven; er is inderdaad wel kans op
een .toenadering der liberale unionisten.
In den jongsten Spaanschen ministerraad
heeft de minister van buitenlandsche zaken,
de heer Moret y Prendergast, verslag gedaan
aangaande de zending van Martinez Campos
naar Marokko. Hij deelde verder den tekst
mede van het op 5 Maart 11. met den sultan
gesloten verdrag en ontving van den minis
terraad machtiging dit aan de koningin-
regentes ter onderteekening voor te leggen.
De Italiaansche kamer commissie voor de
financieele plannen van minister Sonnino
.moet berekend hebben, dat de regeering zich
in de becijfering van het tekort 40, zegge
veertig millioen vergist heeft en bijgevolg
voor die som aan nieuwe belastingen kan
worden geschrapt.
Op dit punt na, waarlijk geen kleinigheid,
moet de commissie het in hoofdzaak met de
regeering eens wezen.
De Italiaansche senaat heeit, op voorstel
der regeering, een Artikel opgenomen in het
nieuwe militaire wetboek krachtens hetwelk
de regering den staat van beleg ook reeds
kan afkondigen bij dreigenden opstand. De
kamer moet het nog goedkeuren. Aan den
minister Crispi werd bij het debat herhaal
delijk verweten, dat deze groote uitbreiding
der bevoegdheden van de uitvoerende macht
ten eenen male in strijd was met zijn verle
den. Crispi antwoordde hierop, dat hij het
verdienstelijk achtte op vroegere meeningen
terug te komen waar het welzijn van den
staat het ten offer brengen van eigen gevoe
lens eischte.
De Braziliaansche president Peixoto heeft
(per telegram aan den New York Herald)
aan het volk der Vereenigde Staten het ge
lukkig einde van den burgeroorlog voor Rio
medegedeeld daarbij de heldhaftigheid en
de inspanning, die de burgerij zich getroost
heeft, roemende en ook zichzelf, wegens zijn
vastberaden houding, lichtelijk prijzende.
De regeering dus eindigt de proclamatie,
die weer sterk aan het gewone euvel der
Braziliaansche staatsstukken lijdt, namelijk
hevige gezwollenheid de regeering zal
zich haasten de schepen en forten weder in
haar bezit te nemen, welke de vijanden van
het gevestigd bewind hebben onteerd, door
ze te doen dienen tot een werk der vernieling
tegen het land en tegen de republiek
Aan de zuster-republiek, haar president
haar volk en hare regeering wordt ten slotte
dank gezegd, wegens de ondervonden sym
pathie, waardoor feitelijk mede aan den op
stand een einde is gemaakt.
Intusschen komt uit Rio bericht, dat de
Portugeesche oorlogsschepen Mindello en
Alfonso Albuquerque met den insurgenten-
admiraal Da Gama en 70 van diens officieren
aan boord Zondagmiddag onverhinderd zijn
vertrokken.
De Amerikaansche admiraal Benham ver
trok met zijn schip naar San Francisco.
„Ja, doch in deze aangelegenheid ben ik, niet
hij, de verplichte."
„Hoe zoo?"
//Georges Darier heeft mij een grooten dienst
bewezen door mij Lucien Labroue aan te bevelen."
Gij zijt dan zeer tevreden over den heer La
broue?"
„Ja, hij is een persoon van bijzondere verdien
sten, die grondig op de hoogte is zijner taak.
//En hij is zoo uitstekend opgevoed 1 Een waar
gentleman!" voegde Mary er met vuur bij „Gij
ziet wel vader, dat ik mij niet bedroog, toen ik
reeds op het eerste gezicht de schoonste hoeda
nigheden in hem ontdekte."
Paul Harmant antwoordde niet, maar staarde
zijne dochter strak in de oogen.
Mary werd purperrood en een oogenblik ver
weet ze zich, dat ze met al te veel vuur gesproken
haddoch weldra kreeg zij al hare zekerheid
terug en dacht
„Des te beter, zoo papa goed begint te begrij
pen, dat ik Lucien liefhebWanneer het oogen
blik van den strijd komt, zal de overwinning des
te gemakkelijker zijn."
Jules Labroue'8 meesterknecht beval, dat men
met het rijtuig voor zou komen.
„Ga voor uw toilet zorgen, liefste", zeide hij
„ik moet mij ook nog gereed maken."
„In twintig minuten ben ik tot uwe beschikking,
vader," antwoordde Mary.
Een half uur later voerde een prachtige coupé,
met twee vurige Normandiers bespannen, vader
en dochter naar de Bonapartestraat.
'tWas ongeveer twee uur, toen zij voor het huis
van den jongen advokaat stilstonden.
De portier verzekerde hun, dat mijnheer thuis
was, en daarop klommen zij naar de tweede ver
dieping.
Lucien Labroue had zijn vriend sinds tien mi
nuten verlaten.
Georges sprak over hem met zijn gewezen
voogd Stephaan Castel, toen een ruk aan de schel
eensklaps hunne samenspraak onderbrak.
Schier op hetzelfde oogenblik trad Leentje, de
oude dienstmaagd, binnen.
„Mijnheer," zeide zij „daar is de heer Paul
Harmant en mejuffrouw zijne dochter. Ik heb
hen in de zaal binnengelaten."
„Groote God!" riep Georges uit. „Ziedaar een
bezoek, dat ik niet verwachtte, vooral heden niet...
Dierbare voogd", zegde hij dan tot Stephaan, „ik
Op zeer geheimzinnige wijze spreken cle bla
den over eene strafrechterlijke instructie der
justitie te Antwerpen welke als zij leidt tot
de bevestiging van het vermoeden van het
parket, zelfs nog grooter sensatie zal maken
dan indertijd het proces der gebroeders Pelt-
zer, zegt het Journal de Bruxelles. Te Ant
werpen is voor eenige dagen onverwacht ge
storven zekere A.verwant aan eene der
aanzienlijkste families aldaar, maar het lijk
is weder opgegraven en, na door den achter
gebleven zoon als dat zijns vader te zijn
erkendaan eene zorgvuldige schouwing
onderwerpen. Er zou in deze zaak, naar het
gerucht wil, sprake zijn van vergiftiging van
drie leden eener zelfde familie in 1892,1893
en onlangs, waarvan verdacht zou worden
een hooggeplaatst ambtenaar. Men beweert
dat deze ten slotte volgens de wet erfgenaam
zou wezen van de op die wijze gecumuleerde
rijke erfenissen.
BRUSSEL, 20 Maart. In de kamer heeft
minister Beernaert verklaard, dat het minis
terie als gevolg van de stemmingen in de
secties over het wetsontwerp tot invoering
eene evenredige vertegenwoordigingzijn
ontslag neemt. Het ministerie zal de zaken
blijven doen totdat de koning, afwezig om
gezondheidsredenen, terug is.
Een belangrijke vangst is te Parijs door de
geheime politie gedaan: Ortiz, hoogst waar
schijnlijk de medeplichtige van Emile Henry
in de aanslagen in de straat des Bons Enfants
en het café Terminus, is gearresteerd. Hij
is in Oostenrijk geboren, zijn vader was een
Mejicaan, zijn moeder een Poolsche. Wegens
diefstal nam hij de vluchtnadat hij nog
Emile Henry aan zijn patroon aanbevolen
had als zijn opvolger. Eenige dagen daarna
had de ontploffing in de rue des Bons Enfants
plaats. Sedert meende men, dat Ortiz in
Engeland was maar op den dag van den
aanslag in het café Terminus werd hij te
Parijs gezien. Deze arrestatie kan leiden tot
die van Paul Reclus, die, volgens sommige
bladen, Parijs niet verlaten heeft. De Matin
verzekert daarentegen, dat hij te Barcelona
vertoeft.
De 18e Maart, de jaardag der Parijsche
commune, is door heel Frankrijk kalm gevierd.
De politie behoefde nergens handelend op te
treden, In het „Volkshuis» had een zonder
linge pic-nic plaats niets dan roode spijzen
en dranken werden er gebruikt, zooals roode
eierenroode boonen, bijna rauw vleesch
roode wijn, enz. Er waren echter niet veel
deelnemers.
Onder de wetsontwerpen, die Zaterdag in
eerste lezing door het lagerhuis zijn aange
nomen, om daarna verzonden te worden aan
de commissie, belast met het onderzoek van
plannen, door het particulier initiatief ontstaan,
behoort ook dat, hetwelk betrekking heeft op
een brug, die Engeland en Frankrijk verbindt;
het plan geeft de „Maatschappij tot het leggen
van een brug over het Nauw van Calais»
volmachtom alle noodige regelingen te
treffen, hetzij met de regeeriug, hetzij met
particulieren of maatschappijen.
Men verzekert, dat de Londensche anar-
zal u laten kennis maken met een der grootste
industrieelen van onzen tijdden patroon van
mijr. vriend, Lucien Labroue."
„Dat zal mij zeer aangenaam zijn," antwoordde
de schilder.
„Weest welkom, mijnheer en mejuffrouw
zeide George9, den millionnair de hand reikend
en eene beleefde buiging makend voor het jonge
meisje. „Ziedaar een bezoek dat mij hoogst ver
heugt."
„Mijn waarde advokaat, ik kom u zelf mijn
antwoord brengen op den brief, dien gij mij
enkele dagen geleden geschreven hebt, antwoordde
Paul Harmant.
»In stede van u een brief te schrijven had ik
u en mejuffrouw Mary persoonlijk moeten komen
bedanken voor het keurig onthaal, dat mijn be
schermeling bij u genoten heeft; doch werkzaam
heden van velerlei aard lieten mij niet toe uit te
gaan. Verschoon mij dus en duld tevens, dat ik
u een uitstekend vriend voorstel, die vroeger mijn
voogd was, den heer Stephaan Castel, wiens naam
gij zeker kent."
„Niet slechts ken ik den naam van Stephaan
Castel", antwoordde Mary, „doch tevens verschei
dene zijner doeken, en ik houd zijn groot talent
hoo{* in eere."
„En ik ook/ antwoordde de valsche Paul
Harmant, „en ik heb tevens den lof van den
heer Castel hooren malen door personen, die op
kunstgebied heel wat meer kennis hebben dan
ik."
Stephaan betuigde zijn dank voor deze wel-
.willende woorden.
„Brengt gij dit jaar eenig werk op de tentoon
stelling, mijnheer?" vroeg Mary.
„Neen, mejuffrouw, sinds twee a drie jaar ex
poseer ik niet meer. Ik stel mij tevreden als lid
der jury op te treden."
Tiende Hoofdstuk.
Georges bracht het gesprek op een ander on
derwerp.
*Ik kan het u niet genoeg herhalen mijnheer,"
zeide hij, „hoe gelukkig ik mij gevoel, daar gij
mijn vriend hebt aangenomen. Al mijne erken
telijkheid is voor u."
„Erkentelijkheid!" onderbrak hier Mary. „Maar
wij zijn u erkentelijkheid verschuldigd. Mijn
vader verzekert, dat hij met den heer Labroue
een keurig geschenk ontvangen heeft."
i
chisten beschikken over 100000 gulden
waarvoor Vaillant verzekerd was. Ook Pau
wels en Henry moeten bij dezelfde maat
schappij verzekerd zijn.
Uit Zuid Afrika is een gruwelijks nieuws
gekomen, dat nog bevestiging behoeft, maar
in elk geval een streng onderzoek verdient.
Twee boodschappers van het Matabele-
hoofd Lobengula, na diens groote nederlaag
afgezonden om 's Konings overgave aan den
Engelschen bevelhebber aan te bieden, be
nevens duizend pond sterling in goud. zouden
door een paar manschappen van het Britsche
politiekorps opgevangen en beroofd zijn ge
worden zoodat de Engelsche aanvoerders
nooit iets van dit aanbod vernamen en alles
gebeurde zooals het sedert gebeurd is ook
het treurig einde van Wilson en zijn dap
peren
In San Gregori is Vrijdag voor het raad
huis een dynamietbom gesprongen. De bur
gemeester werd onmiddellijk gedood de
gemeente secretaris werd zwaar en een herder
die juist voorbijging, licht gewond. Het ge
bouw is geheel vernield. Vijftien anarchisten
zijn den verloopen nacht gearresteerd.
Op een onlangs te Reggio gegeven bal,
waaraan de voornaamste inwoners dier stad
deelnamen, zag men evenals wel in too-
neelstukken of operetten geschiedt plot
seling een troep gewapende karabiniers de
zaal binnentreden om één der aanwezigen
gevangen te nemen.
De man dien zij kwamen halen een
keurig gekleed heer met een aristokratisch
voorkomen noemde zich graaf Mascini
maar was een langgezocht rooverhoofdman
Jozef Tribori, die zich door een aantal mis
daden berucht had gemaakt en die nog on
langs het spoorwegstation te Pesace plun
derde, waarbij hij den statiouschef vermoordde.
Een ontmoeting tusschen 80 Bulgaren, die
met 30 ossen kwamen, om boomen te vellen
en mee te nemen, en een Servische grens
wacht heeft in een streek plaats gehad, waar
op Bulgarije aanspraak maakt, doch die onder
toezicht van de Servische grenswacht staat.
Verscheidene Bulgaren moeten gewond zijn.
WAALWIJK, 21 Maart 189i.
De beide telegrammen betreffende de crisis,
Zaterdag in den namiddag, na het afdrukken
van het vorig nummer van de Echo van het
Zuiden, door ons ontvangen, hebben wij on
middellijk aan ons bureau aangeplakt en
zooveel mogelijk binnen de gemeente bekend
gemaakt.
De Staats Ct. bevatte Zaterdag het kon.
besl. tot sluiting van cL Staten Generaal
op Dinsdag 20 Maart 1894.
Verder is bij kon. besl. met ingang van
21 Maart, aan mr. G. van Tienhoven, op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als minister
van buitenlandsche zaken, met dankbetuiging
voor de vele en gewichtige diensten, door
hem aan H. M. en aan den lande bewezen,
en het beheer van het departement van bui
tenlandsche zaken, ad interim, opgedragen
aan den minister van marine, den heer J.
C. Jansen.
Gisteren namiddag ontvingen wij het vol
gende telegram
„Werkelijk," bevestigde de industrieel, „uw
beschermeling is voor mij een onschatbaar me
dewerker."
„Ik was er ook bepaald van overtuigd, want
ik kende de verdiensten van mijn vriend. Doch
niettemin heeft hij aan u de grootste verplich
tingen, en hij beschouwt u dan ook als zijn
weldoener, zijn redder, en hij heeft gelijk. Zoo
gij hem niet de reddende hand had toegestoken,
zou hij zich aan wanhoop hebben overgeleverd."
„Aan wanhoop," herhaalde Mary met kloppend
hart.
„Ja, mejuffrouw," antwoordde Georges.
„En waarom dan?" vroeg de valsche Paul
Harmant.
„Daar Lucien Labroue reeds zoover gekomen
was, dat hij aan zijn toekomst begon te twijfelen.
Welnu, twijfel brengt ontmoediging mede, en
ontmoediging leidt tot wanhoopLucien heeft
veel geleden, zonder dit te verdienen. Het werd
tijd dat eenig geluk de wonden kwam heelen,
door een droef verleden geslagen."
De gewezen Jacques Garaud bevond zich bij
deze woorden in het geheel niet meer op zijn
gemak. Hij was gereed op te staan en te ver
trekken, toen Mary, voor wie alles wat den jong
man aanging, van bijzonder belang was, het
woord nam.
„Mijnheer Lucien heeft geen familie meer, naar
ik vermeen zeide zij.
„Juist zoo, mejuffrouw, eene zware misdaad
heeft een wees van hem gemaakt," antwoordde
Georges.
Het jonge meisje liep eene huivering over de
ledematen.
„Eene misdaad!" riep zij uit. „Daarvan heeft
hij mij nog niets gezegd. Heeft hij u daarover
gesproken, vader?"
„Zeker,zeide de millionnair. „Doch ik heb
het niet noodig geacht u deze sombere geschie
denis te verhalen."
„En waarom niet? Mijnheer Lucien is toch
mijn beschermeling ook, en ik wensch zeer de
beproevingen te leeren kennen, waaraan hij heeft
blootgestaan om des te beter met u te kunnen
samenwerken om hem deze te doen vergeten.'
„Ziedaar een braaf kind dacht Stephaan Castel,
die beurtelings vader en dochter aanstaarde.
Mary ging voort
„Gij zegdet dan, mijnheer Darier, dat mijnheer
Lucien tengevolge eener misdaad wees werd
Verkiezingen nieuwe Tweede Kamer be
paald 10 April. Herstemmingen 24 April.
Opening nieuwe zitting 16 Mei
Ook dit telegram hebben wij zooveel mo
gelijk verspreid.
In de gisterenavond gehouden open
bare vergadering van den gemeenteraad is
aangenomen het plan tot uitbreiding der
gasfabriek, opgemaakt door den directeur
J. van Dijck en, op advies van de gascom-
missie, door het dagelijksch bestuur aan den
raad voorgesteld. Eenige bijzonderheden ga
ven wij in ons vorig nummer.
De kosten zijn geraamd op ongeveer
f 28,000, tot welk bedrag B. en W. gemach
tigd zijn eene leening te sluiten.
De gevoerde discussien geven wij in ons
volgend nummer.
In hooi ging de laatste dagen in de
Langstraat weinig om; slechts enkele par
tijen werden tegen f 23 a 24 per 500 Kg.
verkocht.
De aanvoer van groenten in de Boven-
Langstraat was tamelijk grootvooral was
veel sla uit de broeibakken voorhanden, die
tegen betrekkelijk hoogen prijs verkocht werd.
Naar men met zekerheid verneemt, zal
door den commissaris der koningin in dit
gewest machtiging worden gevraagd tot het
houden eener buitengewone vergadering der
Staten dezer provincie, op den 17 April.
In die vergadering zal aan de orde worden
gesteld de benoeming van een hoofdingenieur
van den provincialen waterstaat, om te voor
zien in de vacature, ontstaan door het over
lijden van den heer F. C. Bake, en voorts
worden behandeld een in de jongste najaars
zitting der staten gedaau voorstel betreffende
eene nadere regeling van den provincialen
waterstaatsdienst.
Zaterdag werd het admissie-examen voor
de normaallessen alhier gehonden. Er hadden
zich aangemeld 10 candidaten, 9 werden tot
de le klasse der normaallessen toegelaten
1 werd afgewezen maar toegelaten voor de
eerlang op te richten voorbereidende klasse.
Wij vestigen bij deze de aandacht van
ouders en voogden op de hierachter voor
komende advertentie van den heer directeur
der rijks normaallessen alhier, betreffende de
gelegenheid tot aangifte voor de voorberei
dende klasse.
De moord te Harlingen.
Naar wij vernemen moet mevrouw Bager,
die met voorbeeldelooze aanhankelijkheid
haren man getrouw bleef, er eindelijk in toe
gestemd hebben om echtscheiding aan te
vragen. Trouwens ook buiten het vreeselijk
tragisch voorval zou daarvoor nog wel reden
zijn geweest.
Voor en na komt het uit, welk een Quilp
de deugniet voor zijn zachtaardig, goed
vrouwtje is geweest.
Toen dit mengsel van zedelijke verdorven
heid en huichelarij door zijne echtgenoote bij
een laatste bezoek werd gevraagd „Kan ik
nog iets voor je doen?" moet zijn antwoord
geweest zijn„Ja, zorg dat ik mijn nagel
schuier krijg."
Men zegt, dat hij de politieagenten, die
hem bewaakten, toen zij hun ontbijt gingen
gebruiken, de vraag deed „En gaat dat hier
zoo maar zonder bidden?" In allen gevalle
is het waar, dat hij, zijn ontbijt aanvaardende,
den morgen na den moord, zich niet schaamde
te bidden en ua het gebruik te danken. De
eigen vader van Barger moet gezegd hebben:
„Ik heb altijd verdriet van hem beleefd, maar
zoo iets had ik nooit verwacht."
„Ja, mejuffrouwHet is een vreeselijk drama,
dat hem van zijn vader beroofd heeft. Zijne moe
der was reeds geruimen tijd overleden."
„Wilt gij mij dat drama mededeelen
„Ik kan 't in enkele woorden doenJules
Labroue, zijn vader, keerde van een reisje terug.
Toen hij in het raidden van den nacht te Al-
fortville terugkwam en den drempel zijner in
brand staande fabriek overschreed, werd hij ver
moord
„Dat is afgrijselijk!" zeide Mary bevend. „Dat
is af-chuwelijk. niet waar, vader
De valsche Paul Harmant verzette zich tegen
de ont teltenis, die zich van hem meester maakte,
en antwoordde met eene stem, die hij zoo vast
mogelijk trachtte te doen zijn
„Ja, afgrijselijk."
„En," hernam Mary, „wie was de brandstichter,
en wie de moordenaar
„De rechtbank heeft dezelfde persoon voor beide
misdaden veroordeeld, eene vrouw."
„Eene vrouw 1"
„Ja, de portierster der fabriek. Door de jury
schuldig verklaard, werd zij door't assisenhof tot
levenslange gevangenisstraf veroordeeld."
„Deze vrouw was een monster!" hernam Mary
met een beweging van afschuw.
„Of wel eene martelares, mejuffrouw," antwoord
de Georges Darier.
„Wat bedoelt gij, mijnheer? Verklaar u nader,
zoo ik u verzoeken mag."
„Volgens zekere inlichtingen die Lucien door
de zuster zijns vaders verstrekt werden, eene brave
en waardige vrouw die hem heeft opgevoed, is
er een ernstige twijfel ontstaan in den geest van
mijn vriend."
„En heeft de rechtbank dezen twijfel niet ge
deeld?"
„Neen, mejuffrouw; alles spande samen om
de vrouw te beschuldigen."
„En hoe kan mijnheer Lucien dan nog twijfelen?"
„De bewijzen schenen hem niet afdoende.... Hij
gelooft dat er een dier rechterlijke dwalingen
heeft plaatsgegrependie helaas maar al te dik
wijls voorkomen. Hij hoopte uit den mond van
Jeanne Fortier, de veroordeelde, uitleggingen te
bekomen om hem op 't spoor te brengen van den
waren schuldige.... Doch 't is onmogelijk deze
vrouw weer te vinden."
Wordt vervolgd.