iniTm
Nummer 28.
Donderdag 5 April 1894.
!7e Jaargang,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Uitslag verkiezingen.
buitenlandT^8
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Iiiiptraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 'i maanden j 1,00.
Franco per posi door het g'eheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
«an den Uitgever.
UITGEVER
Waalwijk.
Advertentiën 1—7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3maalter plaatsing
opgegeven, worden. 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscl-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steineb, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De aanstaande algemeens verkie
zingen voor de Tweede Kamer der
Staten-Generaal liebben uit een
algemeen staatkundig oogpunt dit
maal bijzonder veel gewicht. Meer
dan ooit wordt de uitslag daarvan
met spanning te gemoet gezien
en is vlugge verbreiding van dien
uitslag ongetwijfeldzeer gewenscht.
Wij hebben daarom de noodige
maatregelen genomenten einde
Woensdag 11 April zoo spoedig
mogelijk langs telegrafischen weg
in kennis te worden gesteld met
den afloop in bet gansche land.
Naar mate de dépêches aanko
men, zullen wij ze aanplakken aan
ons bureau, waar belanghebbenden
ze ook kunnen komen overnemen,
's Avonds zullen wij al de dien
dag ingekomene afdrukken en aan
onze abonné's binnen en buiten
de gemeente laten bezorgen.
Zijn er onder onze lezers buiten
de gemeentedie in den loop
van den namiddag per telegraaf
wenschen te worden ingelicht, wij
houden ons te hunner beschikking.
DE REDACTIE.
Vorst Bismarck, Duitschlands ex-kanselier
heeft Zondag zijn 79en verjaardag gevierd
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant
72
Paul was juist bezig zijn brandkast dicht te
sluiten, die tuischen de beide vensters was ge
plaatst en stond zoo met den rug naar den binnen
tredende. Eensklaps wendde hij het hoofd en stiet
doodsbleek een kreet van verbazing en angst uit,
toen hij Ovidius Soliveau herkende, die daar voor
hem stond met de handen in de zakken en den
hoed schuins op het hoofd.
„Dag neef! Hoe gaat het u sprak Soli
veau, wien het niet ontging hoe zonderling Paul
Harmant er uitzag.
„Gij! Gij hier!" riep Jacques Garaud uit.
„Ik zelf, neef, in hoogst eigen persoon
Maar wat ziet gij er tocli verward uitMen
zou waarachtig zeggen dat mijn komst u niet
aangenaam is! Wat! Valt gij mij niet om den
hals? Steekt gij mij zelfs de hand niet toe? Uwe
ontvangst is niet bijzonder lief en getuigt ook
niet van veel liefde voor uw familie!"
Paul Harmant beefde als een koortslijder uit de
Romeinsche Campagne. Ovidius vervulde hem
met schrik en angst.
De aankomst van dezen man te Parijs scheen
hem een voorteeken van allerlei ongelukken. Na
enkele oogenblikken was hij echter in staat zijne
onrust te bedwingen en, zijn bezoeker naderend,
food hij hem de hand.
„Waarom zijt gij naar Frankrijk teruggekomen?"
v-oeg hij tevens.
„Omdat ik daar ginds niet langer blijven kon."
Waarom komt gij tot mij
Natuurlijk om u werk te vragen."
,Dan was 't de waarheid wat gij mij schreeft?"
«Helaas1"
,)e fabriek, die ik u in vollen bloei heb na-
met eene verbazingwekkende snelheid ge
vallet, en behoort mij heden niet meer toe. Wat
wilt Vij," mijn vriend/ voegde Soliveau er bij,
en er is een ongeëvenaarde geestdrift en
eenstemmigheid geweest in de huldigingen,
hem uit alle gedeelten van Germanie ge
bracht. Voor Bismarck is dat alles heel ver
blijdend geweest, doch een bijzondere betee
kenis kan er niet aan gegeven worden, eigenlijk
is 't voor hem minder aangenaam aldus te
worden geöerd om zijn verleden, nu juist dat
verleden is geworden tot iets dat achter
hem ligt als een afgesloten geheel. Niemand
kan na de dubbel bezegelde verzoening tus-
schen den jongen heerscher en den ouden
Bismarck in de luidruchtigste manifestaties
ter eere van den stichter van Duitschlands
eenheid een betooging zien tegen de houding
van den heerscher en dus is gehuldigd een
man van groote verdiensteeen liguur van
hooge geschiedkundige beteekenis, geen staats
man met een toekomst, wiens rol op politiek
terrein nog niet geheel is uitgespeeld. Daar
om is 't dan ook meer een curiositeiteen
als nieuwsbericht vermeldenswaardige bijzon
derheid dan een feit van politieke beteekenis,
dat drieduizend vereerders van den oud-kan
selier uit Hamburg zijn overgekomen naar
Friedrichsruhe tot het houden van een fak
keloptocht welks voorbijtrekking ruim een
uur duurde en eveneens is 't gesteld met
de huldiging door 100,000 vrouwen uit Hessen,
Borden en den Pfalz, welke hem met inbegrip
van 400 flesschen wijn werd overgebracht
door een deputatie van veertien dames. Zoo
is vorst Bismarck ook gehuldigd door drie-
en-tachtig leden van de conservatieve en vrij-
conservatieve groepen uit den rijksdag en door
tal van vereenigingen gemeentebesturen en
deputatiön.
Zoowel de dames uit Zuidwest Duitschland,
als den leden van het kiescomilé voor den
rijksdag heeft de oud-kanselier toegesproken.
In het huldigingsadres van de dames zag hij
een treffend bewijs voor Duitschlands eenheid
en hij was tijdens het lunch heel gemoedelijk:
tegenover de leden van net kiescomité be
woog hij zich of meer op politiek terrein,
maar aan 't een zoomin als aan 't ander
een stoel zoekende en plaatsnemend, ik had niet
zooals gij, de noodige bekwaamheden om zoo
eer. groote zaak tot een goed einde te brengen.
Dat was mij te machtig!"
„En gij speeldet?"
„Ja, ik speelde, zooals gij zeer terecht opmerkt;
een droevig gebrek, dat verzeker ik u, waarvan
ik beter dan iemand de slechte gevolgen ken, doch
een gebrek tevens, dat sterker was dan ik ben."
„En in korte maanden ontzaglijke sommen
verslonden heeft."
„Zeer juist! Het ongeluk vervolgde mij dage
lijks, zonder ooit op te houden! Het is volkomen
overbodig mij verwijtingen te deen; zij zouden
niet in staat zijn mij het geld weder te geven,
dat ik verloren hebIk ben van New-York
vertrokken, voorzien slechts van de middelen om
fatsoenlijk in Frankrijk te kunnen aankomen. Ik
bezit op dit oogenblik niets dan een paar stuivers
en de niet meer zeer frissche kleeaeren, die ik
aan het lijf hebVolkomen ellende, zooals gij
ziet 1 Ik ben geheel ten onder geraakt, doch wat
kan mij dat schelen? Ben ik arm, gij zijt rijk
Gij hebt hier gebouwen opgericht, waarvan in
de gansche wereld gesproken wordt. U we ateliers
zijn prachtigHet is u onmogelijk bij tijds de
gedane bestellingen af te leverenGij gebruikt
eeu aanzienlijk personeel en, hier zoowel als in
Amerika, zult gij wel een plaatsje weten te vin
den voor uw goeden neef, dien gij zoozeer bemint
en die ook zooveel van u houdt!"
De millionnair beefde van het hoofd tot de
voeten.
„Eene plaats hierhier in de fabriek," her
nam hij. „Neen, dat is niet mogelijk
„En waarom niet?" vroeg Ovidius op arro
ganten toon.
De valsche Paul Harmant aarzelde.
Hij kon toch niet antwoorden
„Omdat de zoon zich hier bevindt van den
man, dien ik vermoord heb, en zoo gij in dit
huis uwen tijd doorbracht, steeds in betrekking
met hemzou eene onvoorzichtigheid van u
een onbedacht woord reeds \oldoende kunnen
zijn om hem het verleden te openbaren
De gewezen meesterknecht zweeg.
„En waarom niet herhaalde Ovidius.
„Omdat ik het niet wilantwoordde de in
dustrieel stoutEn ik ben u ook niets verschul
digd. In Amerika heb ik aan uwe eiachen voldaan
en u bovendien eene groote fortuin in handen
kan men te Berlijn ergernis nemen.
Maandag hervatte Italie's kamer den arbeid
en heel moeilijk zullen de afgevaardigden 't
in de eerste dagen nog niet hebben daar
de beraadslaging over de volmachten en de
financieele maatregelen zooals Sonnino die
voorstelt, nog eenige dagen zullen worden
uitgesteld, zooals men zich zal hebben bezig
te houden met enkele interpellatien. Ten
aanzien van de door hem verlangde volmach
ten zal Crispi de afgevaardigden eenvoudig
weg stellen voor :1e keus: heengaan en zich
opnieuw aan hun kiezers presenteeren of hein
zijn zin geven. Tegenover Sonnino's nieuwe
belastingplannen, berekend op een netto op
brengst van 101 millioen, stelt de commissie
uit de kamer gansch andere: zij wil het tekort
door besparingen reduceeren tot de helft (twin
tig millioen te besparen op oorlog en marine
en dertig op de andere departementen) en
de overige millioenen dekken door belastingen.
Maandag morgen is tusscher. Rusland en
Oostenrijk van kracht geworden een voor-
loopig handelsverdrag dat zal gelden tot 1
juni (ouden stijltijdens welke periode een
nieuw verdrag zal worden vastgesteld over
welks hoofdbeginsel beide landen 't nu vol
komen eens zijn;
Jarenlang heeft de strijd tusschen de volks
vertegenwoordigers en de regeering van De
nemarken geduurd jarenlang is de heffing
der belastingen en zijn de staatsuitgaven
vastgesteld bij koninklijk decreet. Voor de
eerste maal sinds 1885 hebben de beide
kamers het financieele plan der regeering
goedgekeurd.
Omtrent den toestand op de Samoa-eilan
den wordt gemelddat die bepaaldelijk
ontstaan is door het streng Europeesch be
stuur. Doorsiag gaf, dat eenige oproerige
gegevenIs het mijne schuld, dat gij niet in
staat zijt geweest deze te behouden Gij zijt ge
ruïneerd. Des te erger voor u
..Nuttelooze woorden!" zeide Ovidius. „Wat
gij gedaan hebt, moest gij doenZoo gij mijne
eischen hebt opgevolgd, dan geschiedde dit slechts
daar gij u er niet aan kondt onttrekkenEn
wat ik met mijn geld heb aangevangen, dat gaat
u niet aan. Doch ik ben thans zoo hard als een
steen; dat gaat u wel aanGij zoudt nooit een
bloedverwant, die u zoo innig is toegedaan, in
nood en ellende willen laten, vooral niet een
bloedverwant, die zoo goed op de hoogte van
alles is 1"
„Kortom, gij wilt mij te kennen geven, dat gij
mij, even als vroeger, nog steeds in handen hebt!
Gij zet mij 't mes op de keel, zooals gij ook te
New-York gedaan hebt."
„Bedaar! Bedaar, neefje! Wat uit gij daar een
leelijk woord!" zeide Ovidius met een spottend
lachje. „Ik denk er zelfs niet aan eenige bedrei
ging tegen u te doen. Ik tracht slechts uw geheugen
wat op te frisschen."
„Gij beweert mij in uwe macht te hebben, zoo
lang ik leef."
„Neef
„Gij denkt: Ik ben op de hoogte van zijn
geheimHij zal steeds voor mij beven en de
angst zal hem geheel naar mijn pijpen doen
dansen 1"
z/IIoor eens neef, die woorden konden wel eenige
waarheid bevatten 1En denkt u, dat ik geen
gelijk heb."
„Ik vind dat uw gedrag schandelijk is en dat
gij van mij het slachtoffer maakt eener hatelijke
oplichterij."
„Hebt gij nu nog al van die hooge woorden
Wees toch wat bedaarder, neefDe Fransche lucht
maakt u kittelooriglIn Amerika wist gij u
veel liever te gedragen. Hebt gij nu in 't geheel
geen gevoel meer voor uwe familie?"
Eene hevige woede maakte zich van JaGques
Garaud meester.
„Laat die dwaze gekscheerderij varen I" ant
woordde hij op sissenden toon. „Ik ben minder
in uwe macht dan gij schijnt te denken."
„Werkelijk neef? En hoe verklaart gij dat?"
„Het is waar, gij kunt mij met een enkel woord
vernietigen; maar waartoe zou u dat baten? Ge
looft gij, dat zoo er eenig schandaal gemaakt
werd, gij er lang genoegen van zoudt hebben
hoofden tot dwangarbeid werden veroordeeld.
De staat van zaken moet er onhoudbaar
wezen, en de inboorlitgen dreigen met een
parig verzet tegen den hundoor de mo
gendheden opgedrongen, onbekwamen koning
Malietoawiens troepen zich aan groote
gruwelen schuldig maakten.
Als eenig redmiddel wordt opgegeven, dat
de Europeanen zich terugtrekken en inlijving
volge bij Nieuw-Zeeland.
In Brazilië ligt de optand nu toch te ziel
togen. Wel houden de rebellen nog altijd
Desterro bezet,maar er heerscht verdeeld
heid onder de voorloopige regeering. De
eenige overgebleven schepen der opstande
lingen de Republica en de Aquibadan, zijn
daarbij zwaar beschadigd.
Itarare werd door de opstandelingen ont
ruimd, die eveneens Caritiba moesten prijs
geven.
-*
President Bermudez van Peru overleed
Zondagavond.
Men vreest nu een coup d'état van den
militairen candidaat voor het presidentschap,
generaal Cacereswiens burgerlijke tegen
stander de heer Valcarcelvoorzitter der
kamer van atgevaardigdenuit vrees voor
hem zich reeds aan boord van een Engelsch
oorlogsschip in veiligheid brachtna een
manifest te hebben uitgevaardigd, waarin tot
onthouding bij de verkiezing wordt aange
spoord wijl de tegenpartij inbreuk maakte
op de grondwet. Alle zaken staan nu stil.
De oud-minister Flourens, die onder voor
wendsel de buitenlandsche politiek van
Frankrijk sedert 1871 te bespreken, aan al
zijn voorgangers, maar vooral aan Wadding-
ton, Jules Ferry en de Freycinet verwijt, dat
Ik zou...... En var. mijne fortuin zoudt gij niets
in handen krijgen, want deze behoort geheel en
al aan mijne dochterUw eigen belang brengt
dus mede mij te sparen. Wat gij tegen mij aan
wendt, wendt gij gij tegen u zelf aan!"
Ovidius begreep zeer goed, dat zijn gewaande
neef hier volkomen de waarheid sprak. Bracht hij
Jacques Garaud tot wanhoop, dan riskeerde hij
zeer voor immer de brandkast te sluiten, waaruit
hij met volle handen hoopte të putter.
Er moest dus met meer zachtheid gehandeld
worden. Ovidius veranderde dan eensklaps van
toon en gelaat en sprak honigzoet
„Maar laat ons nu eens ernstig spreken! Gij
hebt een goed hart en zijt niet in staat een bloed
verwant in ellende te laten voortsukkelen."
„Neen, dat zal ik niet doen."
„Ha! Dat trekt er beter op! Gij zult mij eene
betrekking geven
„Neen, aat niet."
„En wat zult gij dan doen
„Ik zal u in staat stellen onbezorgd te leven."
„Verre van u
„Ja, wij moeten elkander zoo zeldzaam mogelijk
ontmoeten."
„Dat is niet zeer lief; doch enfin, ik ben een
goede jongen en zal mijn teergevoeligheid doen
zwijgen. Van u wil ik alles aannemen. Maar gij
zult mij toch wel toestaan, dat ik u in nw hotel
der Murillostraat kom opzoeken, u en mijne lieve
nicht, die ik als mijn oogappel bemin, al heeft
zij nooit veel van mij gehouden."
„Later."
„Enfin. Ik zal wachten. Deel mij nu eens mede
wat gij van plan zijt voor mij te doen."
„Ik zal u eene jaarlijksche rente toekennen."
„Van hoeveel?
„Van twaalfduizend franken."
„Duizend franken per maand hernam Ovidius
met een bedenkelijk gezicht, niettegenstaande hij
werkelijk tevredener was dan hij schijnen wilde.
„Dat is zeer bescheiden, doch'men moet zijne'
eischen niet te ver doordrijven en zich des noods
met weinig weten tevreden te stellenIk neem
dan ook uw voorstel aan; doch ik verzoek u wel
in aanmerking te willen nemen, dat ik niets meer
op zak heb en dat ik mij toch eenig huisraad,
linnengoed, kleederen, in eer. woord alles, wat
onontbeerlijk is, zal moeten aanschaffen.
Wordt vervolgd.