m lolitïfiim is Nummer 31. Zondag 15 April 1894. 17e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Merfiënkeüfing te Heiden, UITGEVER: ANTOON TIELEN, Bij dit nummer behoort 'een BIJVOEGSEL. FEUILLETON. Staatkundig overzicht. aalwpscle en Laigslratscls Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. franco per post door het geheele rijk f 1,15 JJrieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden '.an den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscli- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Stkikïk, Hamburg. Reclames 15 cent per regel Aan het verslag van den provincialen vee arts A. de Jong, te 's Grevelduin-Capelle ontlcenen wij het volgende Na den uitslag der keuring te hebben ine degedeeld, zegt de heer De Jong Is dus over het algemeen de meening gunstig, wat deze aangeboden merriën betreft, ik voer mij, overtuigd als ik ben, dat het volmaakte moeilijk te eischen is vind, dat juist aan vele hengsten en merrien, welke ik heb gezien, een hoofdgebrek is waar te nemen, n.l. zwakte der ledematen, waarmede ik be doel, dat bij flinken lichaamsbouw in het algemeen beenen werden aangetroffen met zwak spierstelsel en waarbij droge sterke gewiichten tevergeefs moesten worden gezocht. Ónder 21 merrien waren er 16, die aange- teekend stonden voor (grootere of kleinere) fouten aan de ledematengewis een droevig verschijnsel, als normale hoofdwerktuigen de uitzonderingen vormenZeer opvallend is het tevensdat „maaien der voorbeenen" bijna algemeen voorkomt bij hengsten en inenten. Wat aanleiding geelt tot dit laatste sc.hoonheidsgebrek: kluisteren, ongelijken stand op Mal met geleidelijke gewrichtsvervorming, óf dat dit gebrek reeds een aangeboren zaak is, ik weet het niet, doch geloof, dat het bij eene poging om het paard te verbeteren, wel de aangewezen weg is, ook hierop te letten! Stelt men mij de vraag: werkt de keuring gum tig? dan zal deze laatste hengstenkeuring, vei geleken bij de vroegere keuringen, u direct het ontkennend antwoord in den mond geven, want wat bij de merriën in het algemeen gold wat de ledematen betreft, kwam bij de hengsten nog cel duidelijker voor den dag! Nu is echter de vraag wat kan de oorzaak zijn van dit alles Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant) 75 „Doe dl" riep hij, ter prooi aan de hevigste ontsteltenis uit. „Zij is doodIk heb haar ver moord Als een waanzinnige sprong hij op, greep het schellekoord en rukte er aan, alsof hij het stuk wild.! trekken. IJ lings verscheen een kamermeisje. „Mijne dochter sterft!' riep Paul Harm an t op lioeschcn toou uit. Het meisje slaakte een lievigen gil en snelde naai hare meesteres toe. Op dit oogenblik maakte Mary eene lichte beweging. //ij komt tot zich zelve!' sprak de vader, in wiens dolle wanhoop weer een straal van vreugde scheen. «Heb medelijden met mij, o mijn God, neem haar niet van mij weg, o neem het lieve kind niet van mij weg!' En dan Mary optillend droeg hij haar te bed. Blneddroppelen kleurden de lippen van het meisje. Jacques Garaud's angst verdubbelde nog. y nd el ijk opende Mary de oogen, sloeg een on- v.i& en blik om zich heen en herkende haar vader. ,Liicien Lucien?' sprak zij op zeer zachten ca viagenden toon. „Ja," antwoordde de millionnair, tot haar nei gend. »Gij zult leven om hem te beminnen.' ]>e/.e woorden oefenden een electrischen invloed op de jonge dame uit. 7ij greep het hoofd haars vaders tusschen de handen en zoende hem op beide wangen. //.uit gij mij Lucien scnenken vroeg zij. //Ja, liefste, ja, dat zal ik doen.' Waarlijk „Ik zweer het u!' „Hal Nu ben ik gelukkig 1De vreugd ver leent mij nieuwe krachten en zal mij spoedig Ik voor mij geloof, wanneer meer pogingen in het werk werden gesteld om dieren voor eigen bedrijf te fokken en het handelsoogmerk wel er naast, maar niet er boven stelde, men tot gelukkiger resultaten komen zou. Wanneer men trachtte, om door zeer goede exemplaren van ons inlandsch paardde nakomelingen te verbeteren, geloof ik, dat zulks gemakkelijker en zekerder aan het doel zou beantwoorden, dan paarden alhier te gaan fokken, waar plaats en verblijf hun vreemd zijn. Wat is eigenlijk de hoofdzaak nog onder die (mijns inziens) dwalende zaken Men roepto, er zijn zooveel paarden voor 6, 7 a f 800 weggegaanen ik vraag er direct over heen hoeveel goede paarden om te fokken zijn er hier gebleven Neen, het is een schijn voordeel en duurt slechts kort. Wauneer men steeds het beste wegzendt en het slechtste in eigen streek houdt om te •fokken, dan behoeft het toch werkelijk geen raadsel meer te blijven, waarom het paar denras zoo ontaardt. De commissie niet alleen, maar ieder toeschouwer kan geleidelijk zich overtuigen, dat jaar op jaar de hoeda nigheden der hengsten achteruitgaan, dus de merrien vanzelf in hoedanigheden moeten verminderen Met ons eigen paard kan men twee, drie jaar en langer landbouwarbeid verrichten zonder achteruitgang in handelswaarde en of dit ook doorgaat van de gekruiste paarden? Vraag dit slechts aan de meeste landbouwers in deze streken en het antwoord op het groote vraagstuk der kruising-fokkerij is u bekend. De beenen kunnen de vermoeienis der zware klei op den duur niet velen en wat de han- delsprijzen betreft, hoevele inlandsche paarden zijn niet als luxepaarden naar Frankrijk ver zonden en wel voor zeer hooge prijzen? Wat het nut der keuring op zich zelf be treft Met den besten wil kan men langs dezen weg, om genoemde redenen, de zaak niet krijgen, zooals men zulks wenscht. Ik geloof, dat het gunstiger zou werken, als men de gelden aan premiën en onkosten besteedde voor aankoop en onderhoud van beste Gel- dersche hengsten, die men, tegen billijk dek- geld, op goede plaatsen stationneerde! Laat de bovenlandsche hengsten van particulieren (die toch aan strenge keuring onderworpen moeten blijven) dan om den voorrang mee dingen dan zal de tijd uitmaken of deze wijze van handelen mijne meening zal be schamen mijne gezondheid wcderschcnkenNu wil ik niet meer sterven 1" Paul Harmant verliet het vertrek, na zijne doch ter zoen voor zoen weergegeven te hebben. Bij de deur wendde hij het hoofd en wierp nog een blik vol angst en schrik op het bevallig en bleek gelaat zijner dochter, dat reeds door de hand des doods scheen geraakt te zijn. „Tot van avond liefste kind 1" riep hij haar met een gedwongen glimlach toe. „Tot van avond!" Zijn rijtuig wachtte hem op het voorplein. Har- mant stapte in en vertrok naar Courbevoie. Zijn hoofd gloeide. Een vreeselijke strijd heerschte in zijne ziel, doch de uitslag daarvan was nu niet twijfel achtig meer, daar Mary, wat het ook kosten mocht, moest gered worden. Hij zou het althans beproeven. „Dit huwelijk moet plaats hebben," dacht hij eindelijk, „Wat er ook gebeuren mogeZiedaar de prijs van het leven mijner dochter, en voor dit leven zou ik het mijne willen opofferen." - - Èn"85n voegde hij er na een oogenblik stilte weder bij „Zou dit overigens ook niet een middel voor mij zijn om Luclens wraak van mij af te weren, zoo eenig noodlottig toeval hem met het verleden in kennis stelde? Zou hij na zijn huwelijk met mijne dochter nog wel in staat zijn mij aan de openbare verachting prijs te geven? Zeker niet Mary is mijn reddende eugel. Deze echtver bintenis, die mij zooveel angst inboezemde, zal mijn geluk zijn!" Toen de industrieel in zijne fabriek kwam, stelde hij voor een oogenblik alle zorgen terzijde, hield zich met zijne zaken bezig en bezocht in gezelschap van Lucien de gansche fabriek. Dan verzocht hij den directeur hem in zijn kabinet te volgen. De valsche Paul Harmant wist echter niet hoe hij de zaak zou aanpakken. En geen wonder,; want het gold hier ziine dochter aan te bieden, die niet gevraagd werd. Eindelijk herinnerde hij zich hoe Jacob Mor timer op de stoomboot tegenover hem gehandeld had, en dacht „De omstandigheden, zondei juist dezelfde te zijn, gelijken goed op elkander." Zestiende Hootdstuk. Labroue had op het kantoor des heeren Harmant De uitslag. Als wij den uitslag der verkiezingen resu- meeren zegt de N. R. Ct.dan komt die op het volgende neer: Voor 38 plaatsen zijn tegenstanders van het kiesontwerp-Tak gekozen en voor 30 voorstandersterwijl in één district (Tiel) de heer Tydeman gekozen is, van wien, na de door hem afgelegde verklaring, moeielijk te zeggen valt of hij tot de vóór- of tegen standers behoort, terwijl ook over de meening van den heer Hennequin verschillend wordt gedacht. Er moeten 29 herstemmingen plaats hebben terwijl ook Dokkum wel eene her stemming zal opleveren. Van de voorstanders van het ontwerp- Tak zijn 4 door tegenstanders vervangen t. w. te Haarlem Sanders door Röellte 's Gravenhage Pijnacker Hordijk door Gleich- mante Utrecht Van Beuningen door mr. W. H. de Beaufort, te Katwijk Donner door Van Limburg Stirum. Daarentegen hebben 3 tegenstanders van Tak's ontwerp hunne plaats voor voorstanders moeten ruimen Van Houten te Groningen voor pror. Drucker, De Meijier te Zaandam voor De Boer, en Bevers te Deutichem voor Hesselink van Suchtelen. Buitendien behoudt de partij-Tak bij de herstemming zeker 2 zetels die te Harlingen en Ridderkerk waar slechts voorstanders in herstemming komen en wint zij zeker 4 zetels1 te Sliedrecht, waar De Geer, tegen stander bedankte en waar nu dr. Kuyper en Van Haaften, beiden voorstanders, in her stemming komen; 1 ie Bodegrave waar na het bedanken van Van Velzen, tegenstander, de voorstanders Van Löben Seis en Knijff tegenover zijn patroon plaats genomen. „Ik heb u verzocht mij te volgen, Lucien," zeide deze, „omdat ik u over aangelegenheden van het hoogste gewicht te spreken heb." Jules Labroue's zoon boog. De toonwaarop dit gezegd werd, prikkelde zeer zijne nieuwsgierigheid. Paul Harmant ging voort: „Zijtgij tevreden over uwe betrekking bij mij „O, mijnheer, hoe kunt gij zoo iets vragen Dank zij uwe vrijgevigheid verdien ik geld genoeg om maandelijks eene aardige som te kunnen overleggen. Na korte jaren zal ik eene fortuin gespaard hebben!' „En daarnaar is 't dat gij haakt?" „Ja, ik erken het." „Eene fortuin, die u in staat zal stellen uwen levensdroom te vervullen. Dat is zeer prijsbaar." Lucien staarde zijn patroon hoogst verbaasd aan. „Wat ik daar zeg verwondert u," hernam Paul Harmant; „deze verwondering zal echter ophou den, wanneer gij weet, dat ik enkele dagen ge leden breedvoerig over u gesproken heb met mijn advokaat Darier. Van hem heb ik vernomen, dat uw vurigste verlangen is de fabriek te Alfortville weder op te bouwen." Dat is waar, mijnheer. Ziedaar mijn levensdoel en ik ben overtuigd, dat ik op deze wijze de gedachtenis mijns vaders eeren zal." „Het is eene edele gedachte, eene heilige taak." „Dan keurt gij het goed, mijnheer?" „Ik bewonder u, en wil daarvan onmiddellijk een luidsprekend bewijs geven door u in de mogelijkheid te stellen uwe plannen spoediger te kunnen volvoeren." „Gij, mijnheer Harmant?" „Ik zelf." „En op welke wijze?" „Op de eenvoudigste wijze der wereld. Gij ziet evengoed als ik, dat deze fabriek hier nu reeds veel te klein is. En dagelijks nemen de bestel lingen toe; dat weet gij evengoed als ik." „Ja, dat is duidelijk genoeg, en ik heb reeds eenmaal de eer gehad u mede te deelen, dat spoedig eene tweede fabriek zal moeten gebouwd worden." „En gij hadt gelijk," zeide de industrieel; „dit oogenblik is nu reeds gekomen." „Hebt gij reeds eene plaats gekozen „Ja, uwe terreinen te Alfortville." de meeste stemmen verkregen; 1 te Lochem, waar voor de plaats van van Kielstra de minister Lely en de heer Van Alphen 1 te Sneekwaar voor den zetel van Brantsen van de Zijp, Pollema en Borgesius, en. 1 te Dokkum waar Schaafsma en Van Vliet, voor standers van het onderwerp-Tak zich aan herstemming moeten onderwerpen. Het getal voorstanders zal daardoor stijgen tot 39. Maar te Amsterdam, waar voor 4 plaatsen slechts 3 Tak-candidaten in herstemming komen, wordt na de herstemmingen zeker 1 zetel ingenomen door een tegenstander van Tak's wet, zoodat daarmede het aantal te genstanders tot 38 klimt. Aan welke zijde de meerderheid van de nieuwe kamer zal staan, valt thans nog niet te beslissen. Over 14 dagen volgen de vele herstemmingendie den doorslag moeten geven. Zooveel is zeker, dat de meerderheid, hoe ze ook uitvalle, noch aan de eene, noch aan de andere zijde, groot zal zijn. De conflicten tusschen de regeeringen van Spanje en Italië en de commissies uit het parlement, welke gekozen zijn om die wets voorstellen in behandeling te nemen, welker verwerping zonder twijfel zou leiden lot den dood der huidige bewindvoerders, terwijl de pogingen om te wijzigen en te veranderen reeds een min gunstigen indruk zouden maken op de kabinetsleden die conflicten worden in woord en geschrift onderworpen aan ve lerlei beschouwingen zonder dat zij er een stap nader door komen tot hun oplossing in een of anderen zin. Nu eens confereert de begrootingscommis- sie uit Italie's kamer met dezen, dan weder met genen minister. Na de titularissen van oorlog, financiën en schatkist is nu in tegen woordigheid van verschillende deskundigen een bespreking gehouden over de begrooting van pqarine en de resultaten dier gedachten- „Maar die verkoop ik nietDat weet gij mijnheer 1" „Dat verlang ik ook niet." Lucien staarde zijn patroon verbaasd aan. Paul Harmant ging na een oogenblik stilte weder voort „Ik heb rijpelijk nagedacht lang het voor en tegen overwogen doen thans ben ik overtuigd dat om mijne industrieele onderneming de uit breiding te geven, die zij dringend eischt, een man van talent en ondervinding zoo spoedig mogelijk mijn vennoot moet wordenDien ven noot heb ik gekozenDie vennoot zult gij zijn." „Ik?"Ik, uw vennoot?" riep de jongman uitdie zijne ooren niet gelooven kon. „Juist-" „Maar, mijnheer, mijne terreinen vertegen woordigen niet het duizendst gedeelte der waarde uwer gebouwen en van uw materieel I" „Dat weet ik.... Maar wat kan dat schaden? Ziehier mijn voorstel, mijnheer LabroueOp de terreinen die gij te Alfortville bezit, zal ik op mijne kosten eene inrichting laten bouwen, even belangrijk als deze, en door eene notarieeïe acte zal ik u het eigendom er van verzekeren. Ziedaar het deel dat gij in de vennootschap zult aanbrengen. Beide fabrieken zullen gezamelijk werken en op het einde van 't jaar zullen wij de verdiensten deelen.... Zeer eenvoudig niet waar? Wat dunkt u van mijn voorstel?" „Mij dunkt dat ik droom, mijnheer." „Neen, neen, gij droomt niet't Is een ernstig aanbod." „Dan durt ik het niet aannemen, mijnheer." „En waarom niet?" „Daar ik niels gedaan heb om zoo met uwe weldaden overladen te worden." „Weet gij hoe ik fortuin gemaakt heb, mijn heer Labroue? Weet gij, hoe ik eenvoudig werktuig kundige, niets bezittend dan veel moed en eenige bekwaamheid, de vennoot van Jacob Mortimer geworden ben „Door uw werk „Ja, zeker; maar niet in den ziu door u opge nomen. Toen die groote Araerikaansche industrieel in mij een werkman zag van bijzondere bekwaam heid, heeft hij mij de hand zijner dochtei geschon ken en mij tot zijn vennoot verheven." Lucien beefde. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1