Nummer 33. Donderdag 26 April 1894. 17e Jaargang.
III! RROOBDRUGSTER.
I
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
UITGEVER-
ANTOON TIELEN,
Herstem mingen
Den uitslag zullen wij heden
Woensdag namiddag even als op
11 April jl. aanplakken aan ons
bureau.
De Redactie.
Staatkundig overzicht.
FEV1LLETO A.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
SVaalwpsche ra Laifslraalscfcf Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Ad verten tiën 1—7 regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per regel
groote^ letters naarplaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, -worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Crispi's begiuseltrouvvzijn onwrikbaar
vasthouden aan 't geen hij alleen noodig en
nuttig vond, is beloond geworden, ver boven
alle verwachtingen zelfs: Zaterdag heeft de
kamer van afgevaardigden van Italië met 270
tegen 54 stemmen de begrooting van marine
goedgekeurd, nadat eerst op Crispi's voorstel
met 277 tegen 53 stemmen was besloten over
te gaan tot de orde van den dag, daardoor
goedkeurend de mededeelingen der regeering.
Nu moetder waarheid getrouw, worden ge
boekstaafd dat Crispi een gansch anderen
toon aansloeg dan een paar dagen geleden,
er was niets irritants, niets provoceerends in
zijn woorden en zelfs er was iets in dat geleek
op verzoeningsgezindheid of tegemoetkoming
aan bescheiden en verstandige eischen.
Van bezuinigingen tot eiken prijs op de
militaire uitgaven, zooals Cavallotti en zijn
aanhang dat voorstelden, wilde de premier
niets weten, wel verklaarde hij zich bereid
tot bezuinigen, doch alleen voor zoover dit
kan geschieden zonder Italie's militaire macht
en haar slagvaardigheid aan te tasten. Deze
gewijzigde toon, zich parend aan of liever
volgend op de voor enkele dagen uitgesproken
bedreiging van kamerontbinding en dictatuur,
heeft 't gansch onvoorziene doen geschieden:
tegen Crispi hebben alleen gestemd de leden
der uiterste linkerzijde en een vijftiental af
gevaardigden van verschillende politieke
kleur, terwijl een tiental volksvertegcnwoordi
gers zich onthielden van stemming. De kansen
van Sonnino's financieele voorstellen zijn
enorm gestegen, doch de oppositie wil toch
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de
78
Courant
Terwijl de man bovenstaande woerden sprak,
had hij aandachtig Harmant's gelaat gadegeslagen.
Deze zag er somber uit.
De gewaande neef begreep, dat dit bezoek eene
ernstige reden moest hebben.
„Is er iets, dat u niet aanstaat P' vroeg hij op
zachten toon.
„Laat ons binnengaan I Daar zal ik u alles
vertellen.'
Ovidius wees zijn vroegeren patroon den weg
door een tuintje, opende de deur van het pavil
joen en liet hem dan een klein vertrekje binnen,
eenvoudig, maar netjes gemeubeleerd en met veel
zorg onderhouden.
„Gij ziet Paul/ zeide Ovidius lachend, „dat
uw neef van orde houdt, sinds hij van zijne, of
beter gezegd, sinds hij van uwe rente leeft. Een
dagmeisje is mijn kamerdienaar en komt hier
eiken morgen alles in orde brengenWeelde
heb ik mij niet kunnen veroorlovenMaar
toch is mijn ameublement zeer netjes. Wat dunkt
u er van Zie eens rond. Ik verwacht een com
pliment van u."
„Gij zijt hier zeer goed gehuisvest,' antwoordde
de valsche Paul Harmant. „Doch om dat te zien
hen ik niet gekomen. Eene geheel andere reden
voert mij tot u, iets zeer belangrijksLaat ons
eens ernstig samen praten.'
„Zouden wij niet tevens kunnen dineeren P*
„Neen.*
„0, 01 Dan hebben wij met gesloten deuren te
onderhandelen. Het is dan zeer ernstig wat gij
mij te zeggen hebt?*
„Gij zult zelf oordeelen.'
#Wel, zit dan neder neef, en verklaar mij eens
wat u op het hart ligt.*
Zonder den stoel te nemen, dien Ovidius hem
aanwees, bracht de groote industrieel de hand
nog een laatste vereenigde poging doen om
het tegenwoordige bewind in de minderheid
te brengen. Opnieuw zal namelijk worden
voorgesteld de financieele maatregelen on
middellijk in behandeling te nemen en op
nieuw zal de regeering zich er tegen verklaren,
waarschijnlijk opnieuw gerugsteund in deze
door de meerderheid. De commissie uit de
kamer voor leger en marine zal zich tegelij
kertijd hebben uit te spreken over het rapport
van den afgevaardigde Pais, die met betrek
king tot de uitgaven voor 't leger zegt, dat
op Italië de plicht blijft rusten, te zorgen
voor de verdediging des lands ondanks de
tractaten en overeenkomsten en meent, dat
Italie's bevolking eigenlijk niets te klagen
heeft, daar Duitschland en Frankrijk eigenlijk
nog meer voor hun leger overhebben en
twaalf legerkorpsen voor de verdediging des
lands broodnoodig zijn. Van de verhouding
tusschen de draagkracht der verschillende
natiën spreekt mijnheer Pais niet!
Maandag hervatte Frankrijk's parlement
den arbeid en daar over twee en een halve
maand de gewone zitting moet worden geslo
ten, zal 't geraden zijn den tijd niet te ver
beuzelen met pólitieke muggenzifterijen of
haarkloverijen. Alle quaesties en interpellaties
moeten eerst worden afgedaan en dan kan
de begrooting voor 1895 in behandeling
worden genomen, welke eenige hervormingen
beoogt, die in beginsel van groote beteekenis
zijn.
De 1 ongaarsche kamer van Magnaten zal
nu spoedig een beslissing moeten nemen ten
aanzien van de regeling van het burgerlijk
huwelijk, zooals de regeering die eischt. De
commissie uit de kamer ging Maandag aan
't werk en de kansen van het voorstel staan
lang niet slechtdoch het eindvotum moet
komen uit de kamer zelve en hoe de tegen
slanders zich met kracht en geweld er tegen
zullen verzetten, blijkt wel uit het rondschrijven
van graaf Zichy, die daarin formeel verklaart,
dat de koning de mislukking van het regee-
aan het voorhoofd en begon
„Toen gij mij te Courbevoie bezocht, hebt gij
mij verzekerd, dat gij steeds bereid zoudt gevon
den worden mij alle diensten te bewijzen,*
„En dat verzeker ik u nogmaals. I)e wijze
waarop gij mij ontvangen hebt, heeft mij in de
felegenheid gesteld u beter te kunnen beoor-
eelen dan ik ooit gedaan heb. Gij hebt u aan
gesteld als een man, die zijne familieleden op
prijs stelt. Gij hebt u een flinken jongen getoond.
Gij hebt niets afgedongen, u niet kleingeestig
aangesteld, en dat verheugt mij nog. Ik heb dan
ook veel achting voor u en herhaal nog eens,
dat gij over mij kunt beschikken. Ik ben gereed
alles voor u te doen wat ik kan.'
„Wat ik u te vragen heb, ligt in uwe macht.'
„Verklaar u dan nader. Ik luister.*
„Zijt gij werkelijk bereid alles te doen wat ik
verlai.g Verstaat gij goed de waarde van het
woord: Alles?'
Ovidius wierp een doordringenden blik op zijn
gewaanden neef.
„Wel ja, zeg ik u. Alles beteekent, dat ik te
gehoorzamen heb, wat ook gij mij bevelen zult,
zelfs dan, wanneer gij mij een vuurtje zoudt
doen stoken, zooals gij eens te Alfortville deedt.
Is het dat
Ovidius keek verbaasd uit de oogen, en sprak
„Drommels Zoo er geen vuur verlangd wordt,
dan zal 't wel bloed zijn.*
„En wat zoudt gij dan antwoorden
„Dat bloedvergieten niet in mijne gewoonte
ligtIk ben een goede jongen, van zachte zeden
en vreedzaam humeur.'
„Mijn heil staat op het spelEn zoo gij mij
redt, bewaart gij tevens de positie, die ik u be
zorgd heb.'
„Dan verkeert gij in groot gevaar vroeg
Ovidius haastig, vol angst de lijfrente te verliezen,
die hem werd uitbetaald.
„Ja.*
„Dan ben ik tot alles bereid, tot alles, zonder
uitzondering. Wie u bedreigt, bedreigt mij. Gii
zijt mijn geldschieter, en ik wil u niet verliezen!
Komt het verleden na eenentwintig jaar nu nog
op het tapijt?'
„Ja."
„Maar er is prescriptie.'
„Er is nooit prescriptie voor schande en oneer
en daardoor kan ik even zwaar getroffen worden
ringsvoorstel verlangt. Deze inmenging der
kroon kan wel als bewijs gelden, hoe scherp
men tegenover elkander staat.
De verloving tusschen den bijna 26jarigen
grootvorst-troonopvolger Nicolaas van Rusland
en de bijna 22jarige Alice van He?sen, zich
aansluitend aan de huwelijksvoltrekking te
Coburgdient tot onderwerp van politieke
beschouwingen, voornamelijk in de Engelsche
pers. Men meent, dat een verbintenis tus
schen een kleindochter van koningin Victoria
en den aanstaanden beheerscher van Rusland,
onvermijdelijk leiden moet tot een toenadering
van beide machtige rijken.
Nu is de waarheid, dat het gencegen van den
een de smart uitmaak: van den ander, zeker
nimmer minder betwistbaar dan op politiek
terrein: de verbintenis voornoemd stemt Groot
Brittannie en Germanie tot blijdschap en
daarom kan Frankrijk er geen pleizier in
hebben. Toch is er geen enkele reden tot
onrustAlexander III heeft deze prinses
moeten kiezen, omdat er eigenlijk geene an
dere te kiezen was, beantwoordend aan de
verschillende eischen van geboorte en gods
dienst niet om de triple-alliantie indirect
te versterken
In den nacht van Zaterdag op Zondag
hebben te Luik twee dynamietaanslagen plaats
gehadten eerste bij den burgemeester
Gérard en verder in het Thédtre-royal. Beide
zijn gelukkig misluktdesniettemin is de
onrust te Luik heel groot, temeer daar den
zelfden nacht een helsche machine ontdekt
is op het eiland du Commerce, op een venster
van de woning van den heer G. Zondagmid
dag heeft een huiszoeking plaats gehad bij
verscheidene anarchisten, echter zonder resul
taat. De procureur-generaal leidt zelf de
instructie in deze zaak.
als door een vonnis van het Assisen hof."
„Kom, wees nu eens duidelijk. Om te kunnen
handelen moet ik alles weten,"
„Ik zal u ook alles zeggen. Toen ik te Parijs
aankwam, wierp een ellendig toeval mij Jules
Labroue's zoon voor de voeten."
„Hij, die Lucien LabroueIk wist 't reeds.'
„Wist gij dat?' herhaalde de millionnair ver
baasd.
„Zeer goed. Zijn naam werd in mijne tegen
woordigheid uitgesproken terwijl ik te Courbevoie
met u in uw kabinet wasGij weet wel, dat
ik zoo erg dom niet ben en ik begreep dan ook
gemakkelijk genoeg, dat de zoon van den andere
moest zijn. Ik vond het zeer behendig van u
dien jongman in uwen dienst genomen te hebben.
Zoo toch hebt gij hem steeds in uwe macht en
onder het oog; gij weet wat hij zegt, wat hij doet
en denkt. O, op mijn eerewoord, dat was zeer
behendig van u!*
„Omdat ik Lucien Labroue's innige gedachten
ken, heb ik hem in mijn dienst genomen,* ant
woordde Jacques Garaud.
„En die gedachte
„Is onveranderlijk, onverdelgbaar. Zijn levens
doel is den dood zijns vaders te wreken."
„Dan is hij iemand, die 't onmogelijke wil
De dood zijns vaders is gewroken, daar de Jury
met eenparigheid van stemmen Jeanne Fortier
tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld heeft."
„Hij gelooft niet aan Jeanne's schuld.*
„Zoo 1 zoo En waarom niet
„Daar hij een voorgevoel heeft der waarheid.
Jacques Garaud beschuldigt hij en de man gelooft
ook niet aan diens dood.'
„Drommels! Drommels 1 Dat verandert mijne
meening! Indien 't zoo is, dan wordt Jules La
broue's tegenwoordigheid zeer gevaarlijk voor u."
„En vooral zor^eiUe gevaarlijk worden, zoo het
toeval wilde, dat \S..j Jeanne Fortier ontmoette en
deze vrouw mij herkende.*
„Onmogelijk
„Waarom
„Jeanne Fortier is in de gevangenis en zal deze
nooit verlaten.'
„Zij is ontsnaptZij is vrij!'
Negentiende Hoofdstuk.
Ovidius Soliveau wist niet wat hij hoorde.
rVryl* herhaalde hij. „Saperlipopette, dat is
Mevr. Joniaux is Zaterdag te Antwerpen
verschenen voor de raadkamer, die het man
daat van voorloopige aanhouding bevestigde,
dat nu voor een maand van kracht is.
Een droevige bruiloft. Een treurig voor
val had Zaterdag middag om half vier te
Seraing aan den overweg der spoor in de
„rue de la Glacière" nabij Luik plaats. Een
bruiloftsstoet, bestaande uit verscheidene rij
tuigen, zou juist daarterplaatse de rails pas-
seeren wat volgens den koetsier van het
eerste rijtuig, volstrekt geen bezwaar opleverde,
daar de slagboomen niet gevallen waren.
Ongelukkigerwijze kwam een trein aan inde
richting van Luik door welken het rijtuig
gegrepen en letterlijk in tweeCn gesneden
werd; het voorste gedeelte, het paard en de
koetsierkwamen over de rails heenmaar
het achterste gedeelte, het eigenlijke rijtuig,
werd door de locomotief over de rails ge
worpen.
Er zaten vijf personen in, de echtgenoot,
Robert genaamd zijn vader zijn moeder
een getuige eti een dame. Den vader werd
het hoofd verpletterd en werden de beide
beenen afgereden, zoodat hij terstond dood
was. De overige personen bekwamen ernstige
kwetsuren. Zoo brak de moeder het sleutel
been en ontwrichtte zij den schouder, terwijl
de dame haar neus verloor, en de getuige
aan beide beenen gewond werd. Alleen de
jonggehuwde echtgenoot is er nagenoeg onge
deerd afgekomen.
Het ongeluk, veroorzaakt door een onver
antwoordelijke nalatigheid van een spoor
wegbeambte, heeft in den ganschen omtrek
algemeene ontsteltenis teweeggebracht. Een
groot aantal personen was van het treurig
ongeval getuigen en onmiddellijk is een ge
rechtelijk onderzoek ingesteld.
Generaal Dodds meldt uit Porto Novo,
dat de toestand in Dahomey goed is. en de
rust volkomen. Een broer van Behanzin, die
met de aanstelling van een nieuwen koning
eene ellendige zaakWerkelijk zij zouden elkan
der kunnen ontmoeten en dat raag niet gebeuren I
Kortom, Lucien Labroue moet verdwijnen
„Neen," antwoordde de millionnair.
„Jeanne Fortier, misschien?'
Ik weet niet, waar die zich bevindt."
„Dan geef ik het opIk ben nooit bekwaam
geweest in 't oplossen van rebussen.'
„Luister ik zal u alles uitleggen.'
„Dat is 't juist, wat ik u vraag.'
„Gij weet hoeveel ik van mijne dochter Marv
houd.'
„Zeer veel, bijzonder veel, dat moet ik erken
nen. Gij hebt een hooggeplaatst vaderlijk gevoel.
Voor mijn Hef klein nichtje zoudt gij in staat zijn
de grootste dwaasheden te begaan.*
„Voor haar zou ik Parijs in brar.d steken, de
geheele wereld vernietigenzoo dit in mijne
macht was. Ja, ik bemin haar met eene einae-
looze liefdeen zou 't met den dood bekoopen
zoo zij kwam te sterven,en gij weet hoe ziekelijk
zij is!'
'Zij zal niet sterven, maar leven, zoolang mo-
Selijk riep Ovidius Soliveau uit. „Doch van waar
eze sombere gedachten Wat heeft uwe dochter
in deze aangelegenheid te maken
„Een woord zal voldoende zijn om u alles te
doen begrijpen.'
„Deel mij dan spoedig dat woord mede."
„Mary bemint Lucien Labroue."
„O! o! Dat is het, wat u zoozeer ontsteltI*
riep Ovidius op vroolijken toon uit. „Maar wat
moet ik thans van u denkenneef Ik herken
u niet meer. Ziedaar juist uwe redplank! Haast
u den jongman de hand uwer dochter te geven
en alles is in orde. Zoo de ambtenaar van den
burgerlijken stand het Conjungo zal hebben uit
gesproken, is er voor u niets meer te vreezen
Laat ons eens veronderstellen dat Lucien een
maal uw schoonzoon gewordenJeanne Fortier
ontmoette en leerde kennen Veronderstellen wij
tevens, dat zij hem van hare onschuld volkomen
wete te overtuigen dat zij te zamen een onder
zoek instellen naar den werkelijken brandstichter
van Alfortville, naar den echten moordenaar van
Jules Labroue, en zelfs dat zij dien vinden, dan
zal Lucien de eerste zijn om Jeanne het stilzwijgen
op> te leggen. Wat zou hij aanvangen tegenover hem,
wiens dochter hij getrouwd heeft? Niets! Niets 1
Dat is duidelijk genoeg 1'