Nummer 53. Donderdag 5 Juli 1894. 17e Jaargang. E i oegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, f aalwpsclie en Langstraatsdie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franca te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Een periode van zeven dagen, zeven da gen van agitatie, van ontzetting, van veront waardiging van medelijden van sympathie is afgesloten door een manifestatie, zoo aan grijpend en grootsch, als de geschiedenis er geen of maar zeer weinige zal weten aan te wijzen. Zondag, op den dag af een week nadat de vierde president der derde republiek, te ^ypn lathartig werd vermoordis zijn stoffelijk overschot bijgezet in het Panthéon, waar reeds het gebeente rust van vier en dertig beroemde Franschen en waarjuist tegenover de nisin welke Sadi Carnot's kist is geplaatsthet overblijfsel van Lazare Carnotzijn grootvaderin een eenvoudige steenen kist de eeuwige rust geniet. Geen vorstelijke pracht en praal, het kostelijkst eerebetoonvermag niet dien geweldigen indruk te maken als de eerste Julidag van 1894 te Parijs heeft gemaakt op elkeen wien 't vergund is geweest mede dien treu- rigen stoet te aanschouwenwelke Sadi Carnot's lijk overbracht van het Elysée dat hem tot een bijna zevenjarig verblijf heeft gediend, naar het Panthéon, waar zijn rust naar menschelijke berekeniug wel niet zal gestoord worden. Er zijn van die dagen in het bestaan van elke natie, welke een lichtschijn werpen op de geschiedenis en ook zijn er gebeurtenissen, die een schaduw werpen, dicht en donker. Zulk een schaduw is er gevallen op de historie van Frankrijk door den moord van vóór een achttal dagen en die schaduw is aanzienlijk verminderd door het rouwbetoon van Zondag: de smart, welke de gemalin van den overledene getrof fen heeft, de diepe droefheid, welke zijn drie zonen gevoelen zij moet leniging vinden in de volksbetooging van Zondag: eerbiedig blootshoofds onder de brandende Julizon heeft de Parijsche bevolking den treurigen stoet laten voorbijgaan. Parijs, als vertegen woordigend gansch Frankrijk, heeft Sadi Car not een grootsche uitvaart bereid; de Lichtstad Advertentiën 1—7 regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Naar het Fransch door W. v. R. (Overgenomen uit de Meierijsche Cowrant Moest zij dit onverwacht vertrek al een scheiding beschouwen Was hij werkelijk op reis Dat vroeg zich het modeplaatje zeer ontevreden af, want zij had al hare hoop op Arnold de Reis gebouwd, een hoop, die thans in rook dreigde op te gaan. Zij wist niet wat er van te denkenGeen enkel middel had zij om eenig licht te brengen in den twijfel, die haar verteerdeOvidius liad wel gezorgd, dat zij niet achter zijn adres kon komen. Het modeplaatje was geheel terneergeslagen en betreurde het verdwijnen van al haar lucht kasteel en. Beter ingelicht dan Amanda hebben onze lezers reeds begrepen, dat het hier eene definitieve scheiding gold. Ovidius hield er zich thans van overtuigd. Het briefje van duizend francs was de prijs der inlichtingen, die hij van haar omtrent Lucia ont vangen had. Daar hij nu het modeplaatje niet meer noodig had, zette hij haar doodeenvoudig aan den dijk, overtuigd dat hij haar nooit meer zou wederzien'. Daarin bedroog hij zich echter zeer. Toen Lucien Labroue de oogen op den brief wierp, waarvan wij het grootste gedeelte hebben aangestipt, ontving hij een vreeslijken slag in het volle hart. Lucia was bijna vermoord op den weg gevon den! Lucia het slachtoffer van een ellendigen moordenaar, lag thans op het ziekbed uitgestrekt, en hij was niet daar om het geliefde meisje te verzorgen en te helpen. «Wie weet," dacht hij,of mijne verloofde mij den hoogen ernst der wonde niet verzwijgt aan de Seine heeft de smart van de republiek over het droevig einde van den eersten amb tenaar, getroffen onder de vervulling van zijn beroepsplichten door het staal van een ellendeling, waardig vertolkt. Wie had t den president, met kans aan gehoord te wordendurven aanzeggen vóór een achttal dagen, dat hij nu reeds zou rusten in de koele kalmte van het Panthéon, daar heen overgebracht onder begeleiding van zijn reeds sinds enkele dagen benoemden opvol ger Nog is de tragedie niet gansch en al afgespeeld, er komt nog een heel klein naspel en daarna zal de hoofdpartij worden gespeeld door den moordenaar Cesario't zij gansch alleen, 't zij in vereeniging met medeplichtigen of medewetenden. Nimmer wel is een staats hoofd welks dood een gewelddadige was ten grave gebracht, wiens moord onbegrijpe lijker, onverklaarbaarder was. Uit deze om standigheid is dan ook te verklaren de al gemeenheid der ontsteltenis, der verontwaar diging en der sympathie voor Frankrijk in t algemeeu voor het slachtoffer en zijn fa milie in 't bijzonder en er behoort een treu rige moed toe om midden in dien rijkdom van betuigingen een wanklank te doen hooren als de Kreuzzeitungwelk blad het noodig acht tegen^ te geweldige demonstratien van Duitsche zijde te waarschuwen en te protes teeren als overdreven en belachelijk. Keizer Wilhelm heeft er gansch anders over gedacht hijwiens daden en woorden niet altijd gelijkelijk in overeenstemming zijn geweest met de wenschen en de meeningen van zijn volk, heeft den gezant van Frank rijk te Berlijn, Herbette, doen weten, dat hij (de keizer) den beiden wegens spionneering te Glatz gevangen gehouden Franschen offi cieren gratie verleent. Zooals dat te doen gebruikelijk is, werd graaf Munster, Duitsch- lands gezant bij Frankrijkbelast met de overbrenging van deze waarlijk vorstelijke beschikking en Zondag in den vroegen morgen kweet hij zich van die taak bij Dupuy in diens hoedanigheid van premier. Zoo kwam dit ook ter kennis van Casimir Périer en de om haren aanstaanden echtgenoot niet al te zeer te bedroeven Jules Labroue's zoon verkeerde in een hoogst pijnlijken toestand. Wat zou hij doen Naar Parijs terugkeeren en het opzicht verlaten dat hem was opgedragen, het vertrouwen verloochenen, dat zijn patroon in hem gesteld had? Kon hij dat doen'? Zeker moest hij vooral zorgen niet de ongenade op te loopen van Paul Harmant; zoo toch zou hij gevaar loopen zijne betrekking te verliezen en zijne toekomst in gevaar brengen. Hij moest het einde der werkzaamheden te Belle garde afwachten en zich tevreden stellen met zijne geliefde dagelijks een brieije te schrijven. Dikwijls echter dacht hij uO, zoo ik eens vrij was, wat zou ik spoedig daar ginds zijn Uit al hetgeen hier voorafgaat, valt gemakkelijk af te leiden, dat niemand de ware oorzaak kon vermoeden, waarom er een moordaanslag op Lucia had plaats gehad. Niemand dacht aan eene met zorg voorbereide misdaad, ten doel hebbende Lucia uit den weg te ruimen, maar aan het brutale werk eens diefs, die na moord te hebben gepleegd zijn slachtoffer wenscht te bestelen. Ovidius en de valsche Paul Harmant, zijn medeplichtige, moesten zich dan ook boven allen argwaan verheven achten. Zij waren dan ook zoo gerust als ooit. Nieuwsgierig hadden zij de bladen nagezien om te vernemen wat er van de misdaad van Bois-Colombes gezegd werd. De couranten hadden echter niets vermeld. Daarover verheugde zich Ovidius zeer en Paul Harmant was van dezelfde meening. Het parket had ziGh niet bemoeid met een moordaanslag, die den dood niet tengevolge had; dergelijke aanvallen hebben helaas! maar al te dikwijls plaats in de omstreken van Parijs. Naar aanleiding van het proces-verba il van den kommissaris had geen instructierechter het noodig geacht op de plaats der misdaad een onderzoek in te stellen. Het parket had eenvoudig bevolen, dat er politiemaatregelen genomen werden om zoo de bewoners van Bois-Colombes eenigszins gerust te stellen. Ook zocht men naar het nummer van het gestolen horloge. Lucia had het adres gegeven van het magazijn overige personen van gewicht in Carnot's begrafenisstoet en overal, waar men er van hoordewerd Wilhelm's daad geprezen als een groote en goede, als hoedanig de presi dent der republiek ze ook betitelde, toen hij Dupuy opdroeg Duitschlands keizer zijn dank te brengen. Door dergelijke daden garandeert men wel den eeuwigen vrede niet, maar men verbetert er toch de relatien door; men opent de kans op meer wederzijdsche waardeering, minder wederzijdsche verguizing en tusschen Duitschland en Frankrijk kan dat alsnog niet gansch en al overbodig worden geheeten Dupuy en zijn helpers blijven onder Casimir Perier de door hen onder Sadi Carnot aan vaarde taak vervullennadat gebleken was dat Burdeau slechts in den uitersten nood als premier zou kunnen optreden, heeftDupuy zich na lang aarzelen en onder den heftigen aan drang van zijn politieke vrienden bereid ver klaard met zijn kabinet aan te blijven. Dinsdag presenteeren de ministers zich met de presi- dentieele boodschap aan de kamer. Terwijl een deel der Fransche pers voort gaat alle bijzonderheden over Cesario bijeen te garen als iets kostbaars en waardevols, is de justitie en de politie ijverig aan 't nasporen van het complot als welks slachtoffer Carnot is gevallen en uit welks achttal deelnemers Cesario door het lot is aangewezen Te Charleroi heeft den 30en Juni eene vreeselijke mijn ontploffing plaats gehad, in de Charbonnages Réunis de Charleroi. Drie mannen zijn op de plaats gedood en vijf andere zeer ernstig gekwetst. Sedert vijftien jaren was in die mijn geen ongeluk gebeurd, maar in het bekken van Charleroi in het geheel zijn in de laatste twee maanden vier ontploffingen geweest. Volgens het Journal de Bruxellas breidt waar haar verloofde het horloge gekocht had en spoedig had men dan ook gevonden wat er ge zocht werd. Het nummer werd opgeschreven en men zou dan den tijd afwachten, dat de dief door het te koop bieden van dit voorwerp zich zelf in handen der politie zou leveren. In het hotel der Murillostraat liepen de zaken hun gewonen gang. Paul Harmant sprak tegenover zijne dochter zoo weinig mogelijk van Lucien Labroue. De jongman gebruikte in zijne brieven ook zoo weinig mogelijk dien naam. «Wanneer Lucien terugzal gekeerd zijn,» dacht Paul Harmant, Hen kennis zal genomen hebben van het verdwijnen van haar, die hij meende te beminnen, zal ik wel weten te oordeelen over den invloed die dit nieuws op hem zal uitoefenen en naar aanleiding daarvan weten te handelen. In Mary's toestand kwam geen verandering. Veertigste Hoofdstuk. Haar lijden hield Paul Harmant's dochter zoo veel mogelijk verborgen en trachtte de droevige pijnen te verhelen, die zij zonder een smartkreet te uiten, met een bewondei ens waardig geduld door stond. Toch las haar vader duidelijk in hare zielbegreep gemakkelijk wat zij niet zegde en vroeg zich af of het niet goed zou zijn Lucien spoedig te laten terugkeeren. Doch zou er geen argwaan opgewekt worden wanneer de jongmanzonder bekende redenen terugkeerde En zeer geduldig zag hij de toekomst tegemoet. Tien dagen gingen op deze wijze voorbij. Lucia had Bois-Colombes verlaten na den po- lite-coramissaris, zijne vrouw en den dokter voor hunne teedere zorgen bedankt te hebben en was dan naar de Bourbonkade teruggekeerd, waar zij door Jeanne Fortier met de hartelijkste vreugde begroet werd. Het jonge meisje was onmiddellijk weer aan 't werk gegaan doch 't was haar streng verboden zich te vermoeien, want al was haar herstel naar allen schijn ook volkomen, toch deed de wonde haar nu en dan nog ernstig lijden. Lucia was gereed met het driegen der kostuums van mejuffrouw Harmant. Mary, wier moreele toestand en physische zwakte wij kennenwerd door hare smarten overmeesterd, ging nauwelijks de cholera-achtige ziekte in [de 9tad Luik zich uit. Er zijn zes nieuwe gevallen vast gesteld en Zondag is één van de zieken overleden. De gevallen komen vooral voor in de onzindelijke buurten. Maandagnacht zijn er weer twee dooden geweest. De ziekte is verdwenen te Seraing en Til- leur, maar is in Soumagne, een ander dorp in de nabijheid, met hevigheid opgetreden. De particuliere correspondent van de N. R. Ct. beschrijft als volgt zijne indrukken bij de begrafenis van Carnot: Het schouwspel dat Parijs Zondag heeft opgeleverd, is niet te beschrijven. De pracht en de praal welke tentoon zijn gespreid; de groote militaire macht, welke ontwikkeld is; de deelneming van de geheele wereld, ver tegenwoordigd door hare ambassadeurs en gezanten in hunne rijk gestikte galarokken, door opper-hoofd- en mindere officieren van hare legers: de majestueuse omlijsting van de stad Parijs; dat alles is reeds grootsch en imposant. Maar meer nog dan dat alles treft u op een dag als deze de houding der bevolking. Rij achter rij tot vijftien en twintig rijen heh ik op sommige punten ge teld staan mannen en vrouwen uit alle standen geschaard langs de straten. In de boomen van de Champs Elysées hangen trossen jongens; tusschen sommige stammen zijn hangmatten gespannen; van de acht stedenbeelden welke het Concordeplein om geven Straatsburg was omfloersd zijn er welke geworden zijn tot levende men- schengroepen; het ministerie van marine, de woningen langs de rue de Rivoli zien zwart van toeschouwers, verdieping boven verdieping tot op de daken toe hebben zij eene plaats gevonden; bij het Louvre zitten er personen om en op de figuren der maarschalken van het eerste keizerrijk, welke de nissen vullen; de straten die uitkomen op den weg, welken de stoet volgt, zijn meestal afgezet door hu- zuren, jagers, dragonders of kurassiers en meer uit en dacht zelfs niet meer aan de hestel lingen, bij madame Augustine gedaan. Wetend dat de dochter van den millionair lij dend was, en dat er bijgevolg geen haast kon zijn had madame Augustine met het grootste geduld Lucia s genezing afgewacht. Mejuffrouw Harmant had niets vernomen van het ongeluk, dat het ionge meisje was overkomen, en hadde het toeval haar dit ter kennis gebracht, zou zij niet vermoed hebben zelve de onwille keurige oorzaak daarvan geweest te zijn. Enkele dagen nadat zij hare kamertjes op de Bonrbonkade weder betrokken had. was mama Lison naar madame Augustine gegaan om te vernemen wat zij te doen had. Deze berichtte, dat het haar zeer aangenaam zou zijn, indien Lucia zelve naar het hótel in de Murillostraat kon gaan. Dit beviel Lucien Labroue's verloofde minder Juffrouw Harmant had zich bij haar bezoek op de Bourbonkade daags voor Lucien's vertrek zoo bijzonder droog getoond, en dat had het meisje zeer gekwetst. Een onbepaald en onbeschrijfbaar voorgevoel zegde haar «Ga er niet heen Maar madame Augustine had haar doen vragen wel te gaan, en dit verzoek was voor haar een beleefd bevel. Des anderendaags tegen den middag begaf zij zich op weg in gezelschap van Jeanne Fortier die de kartons droeg. Een warm zonnetje stond aan den onbewolkten hemel. De boomen op de kade, in de squares en de avenues waren reeds in 't bezit van schier hun volslagen bladerentooi. De lente had de overwinning over den langen winter behaald. Lucia voelde zich nog zeer zwak. «Zouden wij niet een rijtuig nemen liefste?" vroeg de brooddraagster. «Ik zou liever te voet gaan// antwoordde zij, mij dunkt dat mij dit goed zal doen en mijne krachten zal doen herleven. Het iB zoo'n mooi weer "Zult gij zoover kunnen loopen ?-» «Ik denk het wel." «Leun dan stevig op mijn arm.' .0, dat volgaarne.' Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1