buitenland"
Staatkundig overzicht.
Frankrijk.
betófd hèbrrgenl 'Vergeet niet wat gij mi->
Spanje.
Engeland.
hel woord „fatsoen". In bijzonderheden kan
het niet geschetst worden, omdat ter bepaling
van de lijn waar het begrip ophoudteen
groot aantal gegevens noodig zijn; wat even
wel niet in woorden is uit te drukken ont
snapt niet aan het gevoel van ieder, die de
moeite wil nemen er over na te denken.
Eu dat laatste hebben we vooral niet te
verzuimen. Wie elk woord dat hij spreekt,
en bij elke handelingwelke hij verricht
zichzelven de vraag voorlegtof dat wel
„fatsoenlijk" is, moge niet den gestrengsten
maatstaf van zedelijkheid aanleggen hij is
toch op den goeden weg om zich straks nog
hoogere eischen te stellen. Wij meenen zelfs
te mogen aannemen, dat zoo de regel werd
het steeds te doen een algemeene peilver-
hooging het onvermijdelijk gevolg van deze
zelicritiek zou worden. Aldusde begeerte
om op zijn minst nooit anders dan „fatsoen
lijk" te zijn, zou in niet geringe mate bij
dragen om de wezenlijke beschaving te be
vorderen.
Wèlbeschouwd is „fatsoen" een min ot
meer nevelachtige gedaante voor den een
een luimige despoot, die hem soms tot zeer
dwaze dingen drijft, voor den ander een
kalme leidsman die hem langs de kronke
lende levenspaden den weg wijst en menig
gevaarlijk plekje zonder schade doet passee-
ren. Laten wij zijn goede diensten niet ver
smaden. (R JsJ
t Is geen verheffend schouwspel, dat Frank
rijks kamer van afgevaardigden op 't oogen-
blik biedt de volksvertegenwoordigers bewe
gen zich in een chaos van amendementen en
contra-voorstellen, heel handig gelanceerd en
verdedigd door de oppositie, wierhootdstreven
t van den aanvang af geweest is om den
nieuwen maatregelen tegen de anarchisten
een politieke kleur toe te dichten, 't Is een
Babylonische spraakverwarring in het wet
gevend lichaam van de groote republek: 't
eene amendement is in lijnrechten strijd met
het andere en deze afmattings- en verwar-
rmgstatiek der radicaal-socialistische oppositie
kan reeds op kleine voordeelen en bescheiden
triomfen bogen. Zoo heeft men de regeering
in overleg met de commissie, zich zien ver
klaren ten gunste van voorgestelde wijzigingen,
welker bestrijding eerst was ondernomen met
geweldige heftigheid! Er ontstond dan ook
gegronde twijfel of de vrucht van zooveel
arbeid, van zooveel geharrewar en gekijf, wel
in hoofdzaak zou overeenstemmen met het
oorspronkelijke regeeringsontwerp. Op 't einde
der week was 't ondoenlijk zich van het reeds
beslotene een voorstelling te maken en er
waren eerst twee artikelen van de zes aange
nomen! Een groot deel van deze week zal
met de beraadslagingen over het resteerende
gemoeid zijn Zaterdag was er, na een be
raadslaging van ongeveer tien uur, zelfs sprake
van een nachtzitting en vaneen bijeenkomst
op Zondag.
De debatten hebben de beide laatste dagen
der vorige week al te zeer het kenmerk ge-
gedragen van verwarring en ontsteltenis in de
gelederen der meerderheid, de regeering heeft
zich laten intimideeren, haar kracht en energie
zijn gebroken door de overpoosde aanvallen
der oppositie. Maandag is moeten blijken of
He ruggespraak van de ministers onderling en
de gedachtenwisseling tusschen den titularis
van justitie Guérin en de commissie, tot
goede resultaten heelt geleid. Er is wel kans
op, dat de regeering zich bij 't verder verloop
doet gelden: de zitting is ingeleid door een
verklaring van regeeringswegc. Daarin wordt
geëischt de stemming over den tekst zooals
die is vastgesteld door de ministers in over
stemming met de commissie; alle amende
menten die niet door de commissie zijn
goedgekeurd, zullen onverwijld worden ver
worpen en de regeering is voornemens te
dezen aanzien de motie van vertrouwen te
stellen. In verband met een amendement
van Pourguery de Boisserin is aan artikel 2
een paragraaf toegevoegd, artikel 3 is gewij
zigd en aan artikel 5 is een toelichting toe
gevoegd. Nog altijd is de regeering zeker
van een aanzienlijke meerderheid, doch zij
moet haar positie dan ook krachtig verdedigen
en der oppositie geen duimbreed toegeven:
gansch haar houding moet het kenmerk dra
gen weloverlegd en welvoorbereid te zijn.
Toegevendheid staat in het onderhavige geval
gelijk met zwakheid. De omstandigheid, dat
reeds rekening is gehouden met de mogelijk
heid het kabinet nog voor het beslissende
votum in de minderheid te zien, is voldoende
bewijs voor de zwakheid der bewindvoerders,
wier meerderheid betrekkelijk aanzienlijk is.
Met 316 tegen 180 stemmen heeft de kamer
het eerste gedeelte van artikel drie, de re-
legatie betreffende, en met 327 tegen 148
stemmen het tweede gedeelte van het artikel
aangenomen. Het geheele artikel is toen bij
opsteken van handen aangenomen. Met
sterke meerderheid zijn tal van amendementen
verworpen.
Met heel wat minder moeite en in heel
wat minder tijd dan zijn Fransche collega
Dupny, is 't Italie's premier Crispi gelukt er
in den senaac van zijn land de verschillende,
door de kamer goedgekeurde wetsvoorstellen
door te krijgen. De financieele maatregelen
hebben de rij gesloten. Vrijdag werd de
algemeene beraadslaging gesloten. Zaterdag
begon de artikelsgewijze behandeling en allen
pogingen tot doorzetting van wijzigingen ten
spijt, werd de regeling in haar geheel goed
gekeurd met 146 tegen 51 stemmen. De re
geering had alle haar welgezinde krachten
met tromgeroffel doen bijeenkomen en kon
zich nu verheugen in de aanzienlijke meer
derheid, bovengemeld.
«"O, mijnheer! Dat bezweer ik ul«
u SCu0<?n,' d.e ion8e dame, dieu zoozeer
net hoofd op hol had gebracht?"
„Zeer schoon, mijnheer. Eene brunette met
prachtige zwarte oogen, een klein zwart teekentie
op de wang, een onvergelijkelijk uiterlijk. Amanda
is eene Pansienne, in een modemagazijn te dezer
plaatse m betrekking."
«Amanda!" herhaalde Ovidius, bij wien deze
naam en dit portret allerlei herinneringen wak
ker schudde.
„Ja, mijnheer, Amanda Régamy.«
Thans was het Ovidius beurt om van verbazine
op te springen.
„Wel. Wel! Zie, dat is zonderlingriep hij uit.
„Kentgij Amanda, mijnheer?" vroeg Duchemin.
„Ja, mijn ionge vriend, en ik begrijp zeer goed
dat zij u t hoofd op hol gebracht heeftMaar
zij is niet meer te Joigny."
.Enkele maanden geleden is zij naar Parijs
teruggekeerd. En zy is vertrokken, hier meer dan
een slachtoffer achterlatend. In het magazijn, waar
zij werkzaam was, had zij twee stukken kant
ontvreemd, die elk eene waarde van vijfhonderd
iranken vertegenwoordigden."
„Zoo! Zool En heeft men haar niet gearresteerd?"
„Neen, mijnheer. Madame uit het magazijn luis
terde naar hare smeekingen en gaf den diefstal
niet aan. Doch zij eischte eene schriftelijke be
kentenis yan hetgeen er gebeurd was met de ook
schriftelijk gegeven belofte, dat Amanda binnen
het jaar de som zou betalen. Doet zij dat niet
dan zal madame haar niet langer sparen."
„Dat is zeer ernstig."
„Ik maakte mij zoo zwaar schuldig om haar in
de gelegenheid te stellen hare schuld af te doen
En
Ti '?uen Zi* *ïet geld in handen had, zeide zij:
Ik heb een geheel jaar voor mij. Ik zal later wél
betalen. En de ongelukkige verteerde de som."
„Heeft zij na dier. tijd betaald
„Ik weet het niet, doch het zou mij zeer ver
wonderen."
„Hoe heet de modiste, bij wie de diefstal plaats
had r
„Madame Delion."
„En die woont?"
„In de Groote Straat, No. 74."
Het diner was ten einde geloopen.
Ovidius zag op zijn horloge.
Tusschen China en Japan loopt het ver
keerd. Het gerucht, dat de oorlog reeds
verklaard zou wezen, werd nog niet bevestigd,
maar de oorlogszuchtige stemming wordt
steeds sterker en de voorbereidende maatre
gelen tot den krijg steeds uitgebreider. China
zond 12000 man van Taku naar Corea, ver
gezeld van 8 kanonneerbooten om de landing
te beschermen, en stelde den Noorder-Yank
tse Kiang in staat van blokkade, de schepen
noodzakende onder de forten van Woosung
door te gaan.
Van Foochow worden voorts troepen ge
zonden naar de Löo-Choo-eilanden, en wan
neer het tot eenen oorlog komt, gaan de
vloten van Nanking en Canton naar de Ja-
pansche kusten. Iedere Chineesche provincie
zal 20000 man moeten leveren.
De geschilpunten zijn op het oogenblik
deze: Japan weigert de gegrondheid te er
kennen van China's eischdat Japansche
oorlogsschepen geen Chineesche havens mogen
aandoen dan de daartoe bij verdrag aange
wezene.
De regeering van Corea harerzijds weigert
het door Japan geformuleerde en vroeger
reeds medegedeelde hervormings-programma
ten uitvoer te leggen, wanneer Japan niet
eerst zijn troepen terugtrekt. Men vermoedt dat
China hier achter zit, daar Corea's houding
eerst uiterst lijdelijk was.
Inmiddels zijn te Seoul afdeelingen Britsche
en Amerikaansche zee-soldaten aan wal gezet
om de gezanlschaps gebouwen te beschermen.
Daar overstroomingen de telegraphische
gemeenschap met Peking hebben gestremd,
zijn de inlichtingen uit China natuurlijkerwijs
onvolledig. De Chineesche regeering schijnt
door middel van den Britschen zaakgelastigde
met Japan te hebben onderhandeld, en deze
heeft zeer sterk op eene vredelievende schik
king aangedrongen. Japan evenwel wees
China's eischen af, waarop China te kennen
gaf, dat het de onderhandelingen als afge
broken zou beschouwen, wanneer Seoul en
Chemulpo niet aanstonds door de Japansche
troepen werden ontruimd.
Zoomin aan de Chineesche als aan de Ja
pansche legatie te Londen werd geloof ge
hecht aan de geruchten, als zou de oorlog
reeds zijn verklaard.
Thans moeten wij scheiden, mijnheer Duchemin"
zeide hij. „Ik heb behoefte aan slaap en ga naar
„Neen, mijnheer, neenOntvang nogmaals de
verzekering mijner eindelooze erkentelijkheid."
„Dat is afgedaan," antwoordde Ovidiis. „Daar
over spreken wij niet meer.'
Duchemin vertrok.
Soliveau begaf zich naar zijne kamerlegde
zich te bed en sliep weldra rustig in.
Hij was hoogst tevreden over de wijze, waarop
hij den dag besteed had.
De stadhuisklerk bereikte zijn zolderkamertje
en vroeg zich af of hij niet het slachtoffer was
van een aangenamen droom.
Op 't oogenblikdat de rechter hem ging op
roepen om voor de rechtbank te verschijnen èn
daar schandelijk veroordeeld te worden, kwam
er iemand uit den hemel gevallen, die al zijne
schulden betaalde, en hem als vrij man aan de
maatschappij terugschonk.
De vreeselijke wissels waren Petitjean uit de
handen getrokken, en des anderendaags zouden
al zijne overige schulden betaald worden.
En om dit alles te verkrijgen was 't voldoende
geweest zijn beschermer een stuk te beloven
dat in het archief der mairie voorhanden was.
Dat achtte hij ook wei de moeite waard
Doch er was iets dat den jongen Duchemin
zonderling en zelfs vrij verontrustend toescheen.
Waarom had die vreemdeling, wiens naam
hij zelfs niet kendehem niet de twee wissels
teruggegeven die de valsche handteekening be
vatten van Duchemin's oom, den vroegeren
maire I 6
„Maar wat zou ik mij verontrusten?" dacht
dan weer de klerk. „Deze waardige weldoener
kan geen booze bedoelingen tegenover mij koes
geven ^en za' kij mij die wissels wel terug-
En Duchemin sliep in, even bedaard als Ovidius
Soliveau.
De klerken van 't stadhuis bereikten des mor
gens geregeld hunne bureaux tusschen halfneeen
en negen uur.
Des anderendaags was Duchemin tegen zijne
gewoonte hij kwam steeds te laat reeds kwart
voor acht uur daar.
Bij den portier nam hij den sleutel van zijn
De kamer heeft een eerste crediet van
100.000 francs toegestaan voor de studiën,
noodig voor de wereldtentoonstelling van 1900.
Dit krediet moet dienen voor de organisatie
van de wedstrijd betreffende de algemeene
inrichting der gebouwen tuinen en andere
inrichtingen der tentoonstelling. Het voor
nemen van den commissaris-generaal is dat
concours binnen eenige weken te openen
zoodat het gesloten en beoordeeld kan worden
voor het einde van het loopende jaar. In
de laatste maande- van 1896 zou men met
de bouwwerken aanvangen.
Gedurende den lijkdienst voor Leconte
De Lisle in de kerk St. Sulpice te Parijs
heeft men een man een ongunstig uiterlijk
gearresteerddie een groot keukenmes ge
worpen had naar den kant, waar Challemel-
Lacour en Leygues zaten. Men heeft weldra
bemerkt, dat men te doen had met iemand
die heel zwak van hoofd, doch overigens on
schadelijk was. Hij is reeds in vrijheid gesteld
Te Reims zijn een anarchist en zijne
maltresse gevangen genomen in wier valies
ontplofbare stoffenexemplaren van Père
Peinard en la Révolte en brieven gevonden
zijn, die aan de compagnons zouden worden
gezonden om voor het geval dat de hier
bedoelde anarchist aangehouden werd, hen
daarvan tijdig te verwittigen en hun op te
geven, waarheen zij zich te begeven hadden
ter verspreiding van de anarchistische leer.
PARIJS, 25 Juli. Volgens een gerucht, dat
bevestiging behoeft, zijn drie nihilisten en
Paul Reclus hier gevangen genomen.
Onder de gearresteerden is de nihilist
Lazareff, die veroordeeld is tot 20 jaren
dwangarbeid in de Siberische mijnen. De
prefectuur spreekt tegen, dat Paul Reclus
gevat zou zijn.
Na het verwerpen van verscheidene
nieuwe amendementen, is art. 4 in zijn ge
heel met 323 tegen 131 stemmen aangenomen.
De kamer beraadslaagt over art. 5 van
het wetsontwerp tegen de anarchisten, han
delende over de openbaarmaking van de
debatten.
Denechaux zegt, dat de regeering den ver
koop in Frankrijk van vreemde bladen, be -
vattende de documenten, welke de wet bedoelt,
niet zal kunnen verbieden. Dat zou interna
tionale moeielijkheden kunnen geven. In
antwoord zegt minister Guérin„Men zal
niet de drukkers noch de schrijvers vervolgen,
maar de verkoopers en houders dier biaden.
(Uitroepen links.) Wij moeten den anarchisten
het nnddel van de propaganda door de pro
cessen ontnemen." Lockroy bestrijdt 't voorstel
heftig. Minister Dupuy doet opmerken, dat
de regeering de bevoegdheid heeft, aan bui-
tenlandsche bladen den toegang tot het land
te verbieden.
Terwijl Denoix art. 5 verdedigt doet zich
een incident voor. Er wordt leven gemaakt
op de tribune der pers. De Mahy, die de
kamer presideert, geeft daarop bevel de tri
bune te doen ontruimen, hetgeen door de
paleiswacliters en deurwaarders tamelijk ruw
wordt gedaan. De journalisten protesteeren
met klem. Het voorstel van Humbert om de
zitting te schorsen wordt verwopen. De pre-
sident heft daarna de uitwijzing der pers op.
De meeste journalisten weigeren echter weder
binnen te komen.
De zitting wordt voortgezet. Een amende
ment van Grousset, om de in de wet bedoelde
documenten in het Journal Officiel op te
nemen, wordt verworpen.
Nadat de kamer de eerste paragraaf van
art. 5 met 323 tegen 167 stemmen heeft aan
genomen, wordt de zitting verdaagd.
/nüe j°"r°aliste° hebben bij loting Drauet
(Drumond.) van de Libre Parole aangewezen
om Denoix tot een tweegevecht uit te dagen.
gehad" reedS Cene samcnkomst
De minister van koloniën heeft een telegram
den r g0uvernear de Phillippijnsche eilan
den ontvangen, waarin gemeld wordt dat een
detachement koloniale troepen van SpaMe
EreTe Hn "tïï MaIeierS van Miadanahi!
welke een" offi .SPanJaarde„n Sed°°donder
weke een officier, en 47 gewond, onder
welke twee officieren. De Maleiers werden
teruggeslagen roet achterlating van 27 dooden
te kehh°ninSin ^iCt0ria te °sborne vaarwel
evhch Intgefegd' VTr°k de ^ische Cza-
rev,tch Zaterdag aan boord van het Russische
keizerlijke jacht Poolster. Iedereen aan het
hof om van de geheime politie niet te spreken,
veHirht' /T T Vertrek min ™eer
Ichint Hit ,fn'g«hts onbeleefd
S" .d "r. zeSgen. Maar er is reden voor.
Men hield zijn hart vast voor het leven van
den hoogen gast, en gedurende diens bezoek
we! ,n,de uiterste voorzorgen voor zijne
veiligheid genomen. Bij eiken stap werd hij
bewaakt; geen oogenblik mocht hij zonder
Isrhé k1Jn' I>oloneI B)'nS, die den Rus-
FncM ¥00DPnns gedurende zijn verblijf in
lHkfn toegevoegd washeeft een moeie-
lyken en angstigen tijd doorgebracht.
Het is nn?enr ïe Sun schrijft dienaangaande:
Hike m aangenaam vreemde vorste
lijke personen bij ons te hebben, en we zijn
stel ik n °P' uMaar t0ch' als zulk een vor-
L van het00" h!' voorwerP van diepen haat
der wereM Jnac!ltIgste g^eim genootschap
der wereld dan is ons geluk een weinig ge-
mengd. Vraag de hoofden van onze geheime
stemmen." Za"en hie™ede zekerliJk in"
Het is thans de Parijsche politie, die de
bewaking zal moeten overnemen.
i De Fa" Ma" Gazette schrijft II M 's
vloot maakt z.ch op. De oefeningen zijn nog
beg™nen maar de mobilisatie, die er
noodzakelijk aan vooraf moet gaan, is be
fje Tasé de "^komsten verrassend.
De Jaseur is ernstig buiten gevecht gesteld
hare plaats zal ingenomen worden door dé
bureau medeen liet zich tevens dien van het
archief afgeven, waar, naar zijne verklaring hii
een onderzoek had in te stellen.
Het archief werd beneden in een donker ver
trek, dat onwillekeureg aan een dompigen kelder
deed denken, bewaard.
Langs de muren waren banken aangebracht
waarop allerlei registers lagen met stofferige
saamgebonden liassen papier van den meest ver
scheiden aardalles wat men niet langer on de
bureaux wenschte te bewaren.
Een tafel stond in 't midden, welker oorspronke-
lijke kleur niet meer te kerkennen was. In 't
midden lag er eenig schrijf- en vloeipapier, terwijl
een inktkoker en eenige slechte pennen gelegen
heid tot schrijven boden.
Duchemin was zeer goed op de hoogte van het
archief. Eenige oogen blikken liet hij 't oog gaan
over den rug der registers op de banken.
Hier las hij Hospitalen, toevluchtsoorden, zie-
keninrichtingen, met den naam van nog eene
menigte instellingen van allerlei aard.
Eindelijk vond hij het opschrift: Voedsters,
verlaten kinderen enz.
„Ziedaar wat ik zoek," dacht de klerk.
Zesenveertigste Hoofdstuk.
De verzameling bestond slechts uit een tiental
registers. Daaruit koos hij er een, dat tot tweede
opschrift de jaartallen droeg 1861 1862.
Hij plaatste het register op tafel, opende het
i zocht dan nauwkeurig bladzijde voor blad
zijde na.
Het jaar 1861 leverde hem geen resultaat.
Hij ging verder.
„O, ik heb het reeds gevonden," dacht hij het
oog werpend op eene losse bladzijde, die met een
speld aan eene pagina van het register was vast
gehecht. Hij las
Frémy,Jeanne Fortier,Lucia.
„Ja, er valt niet meer aan te twijfelen," dacht
de man. „Dat is spoedig afgeloopenWat zou
ik dat stuk overschrijven Ik zal mijn vriend het
origineel medegeven.*
Hij maakte het bewuste stuk los en stak het in
den zak, zonder het geheel gelezen te hebben.
Dan wierp hij het register dicht, zette het weder
op zijne plaats, en na den sleutel van het archief
aan den portier te hebben teruggegeven, begaf
hij zich naar zijn bureau. e
groote straatstepte'cfe'
Er stond geen naam op de ruiten
in de de"ar8Kd.°P de juffr011w die toevallig
^.Mejuffrouw,' vroeg hij, .woont hier madame
rJa, mijnheer, mijne moeder."
WM lol, ar even kunnen spreken
óKaVSeT' be^ binnen te komen,
he? meTaje uU^L'winkeT. '6 9preke">' ™P
De deur eener achterzaal werd geODend «r,
madame Delion, eene vrouw van een loede vijftig
C;schyn.een welwille"de uiterlijk, tl
.Gij vraagt naar mij, mijnheer?'
alleen «prlen.6.' Z°" graag een °°i?e„blik
°t£ iC" ,teeke"d®r moeder verdween de dochter
.Ik luister, mynheer,' sprak de modiste.
Ovidius ging recht op het doel af.
,V roeper heeft hier gewoond eene winkeliuf
frouw, Amanda Regamy geheeten t"
mynheer, een meisje met een goed uiterliik
maar eene zeer slechte inborst.' uller|iJk
.Men wordt maar al te dikwijls door het uiter
lijk bedrogen, madame, Amanda Régamy heeft u
bestolen, met waar?'
.Voor duizend franken aan kant."
'Heeft zij niet beloofd u te betalen?'
,,Ja, mijnheer, doch tot nu toe heeft zij hare
belofte met gehouden. Maar ik zaZ de mijne hon-
n'iut lverzek.er lk ul Ik heb eene schriftelijke
schuldbekentenis van haar, waarop ik het meisje
een jaar uitstel verleend heb. ZooSra die liid
streken zal zijn, en de dag nadert, dan klaag ik
haar aan bij den procureur der republiek en Iaat
haar arresteeren. Ik weet dat zij tegenwoordig te
Parijs is by eene groote modiste en de politiecel
7i?rj« sP°e|l;g genoeg gevonden hebben.
Zu is eene gevaarlijke opliohtster en heeft hier
zelfs een jongman in liet verderf gestort door
hein valsche wissels te doen schrijven.'
Wordt vervolgd.