Nummer 68. Zondag 26 Augustus 1894.
17e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UITGEVER;
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
Echo van het Zuiden,
Waahvijhsthe en Langstraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1—7 regeli 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën yoor Duitse!)-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
A.DOLP Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De Koninginnen in Zeeland.
Woensdag was in de eerste plaats Veere
aan de beurt om het vorstelijk bezoek te
ontvangen. Dagen te voren had het zich
reeds in gereedheid gebracht en met zijn
bloemen en vlaggentooi zag het oude stadje
er vroolijk uit.
Voor het gehucht Zandijk, dat eigenlijk
een voorstad van Veere is, stond de eerste
eerepoort, eenvoudig groen met een „welkom
in Veere" aan den top; de eerewacht, be
staande uit 26 ruiters, was daar reeds ter
ontvangst van de koninginnen gereed.Verder
waren er in Veere nog drie eerepoorten, een
heel mooie op den hoek van de Markt en
de Haven, de geheele kade was versierd met
guirlandes van boom tot boom. Het muziek
gezelschap van Kortgene stond geschaard op
de kade om HH. MM. met muziek te ont
vangen.
Het stadhuis en de kerk, twee gebouwen
waarop Veere trotsch is, waren niet versierd,
daaraan heeft men goed gedaan, de prachtige
gevels zouden onder groen en bloemen niet
zoo'n sterken indruk kunnen geven ah nu.
In het voorportaal van het stadhuis stonden
115 schoolkinderen geschaard, onder leiding
van de onderwijzers.
Te halfelf werd het rumoer buiten zeer
heftig en dan in eens was het doodstil, alle
hoofden ontblootten zich, men hoorde paar
dengetrappel, het volkslied klonker werd
hoera geschreeuwd, daar waren de Majesteiten!
Voor de Gotische kerk stapten de konin
ginnen uit; de burgemeester, de heer jhr.
mr. A. A. van Doorn, had Haar reeds te
Gapinge begroet, hij leidde haar nu de kerk
binnen.
Van de kerk wandelden de koninginnen
naar het raadhuis, het is een zeer korte af
stand; de kinderen, die in een zenuwachtige
drukte rondgeloopen hadden, schaarden zich
vlug, de onderwijzers gaven het teeken en
als de koninginnen het bordes beklommen,
klonk een lied.
Minzaam dankte de koningin - regentes,
vriendelijk lachte het koninginnetje de dol
verlegen meisjes toe. Van gemeentewege onc-
ving hier de koningin een fraai geschilderd
glastableau uit de fabriek van den heer Mel-
chers^ voorstellende een boerendeern. Ver
volgens verzocht de burgemeester Haaf de
eer, de Veersche oudheidskamer binnen te
gaan.
Die kamer is heel eigenaardig, er hangen
langs de wanden en er staan op de tafels,
overal verspreid, voorwerpen, die aan Veere's
oudheid herinneren. Maar het merkwaardigste,
en de vorstinnen vestigden hierop dan ook
Hare bijzondere aandacht, is de verguld zil
veren, eerebeker die in 1551 door Maximiliaan
van Bourgondie geschonken is.
Nadat de koninginnen alles bezichtigd had
den, werden zij geleid naar de raadzaal op
de eerste verdieping, waar zij een oogenblik
plaats namen en welwillend voldeden aan
het verzoek van den burgemeester, Haar
namen te schrijven in het boek, dat Veere
tot een eeuwigdurende herinnering bewaren
zal.
Van Veeie reden HH. MM.die telkens
geestdriftig werden toegejuicht, door den
Vrouwenpolder, waar zij een oogenblik luis
terden naar het gezang der kinderen, met
onderwijzer Van Houten als leider, naar het
buitengoed Zeeduin, waar de eigenaar, de
heer Landsheer, wethouder van Oostkapelle,
Haar ontving en, nadat zij daar een wijle
vertoefd hadden, naar Oostkapelle. Ook daar
was eene eerewacht opgesteld, 18 ruiters
sterk; zij leidde de koninginnen door het met
vlaggen en eerepoorten versierde dorp; even
luisterden HH. MM. weder naar het gezang
van kinderen en vertrokken naar Domburg.
De weg leidt langs den Zeedijk naar Vrou
wenpolder, de „Oranjezon," een bezitting van
het Kroondomein, over de buitenplaats Zee-
duijn en van daar naar Westhove, waar zij
12.45 arriveerden. Het oud kasteel Westhove,
liggend in een prachtige, boschrijke omgeving,
is tegenwoordig een gesticht, waar ziekelijke
kinderen voor rekening van de weldadige
vrouwe De Bruijne Bodard verpleegd worden.
De koninginnen vertoefden daar niet lang,
maar toch lang genoeg, ongeveer 10 minuten,
om een lied aan te hooren, dat de kinderen
HH. MM. toezongen. Bouquetten werden
daar aangeboden namens den graaf en de
gravin van Lijnden.
Aan de grens van Domburg waar de vor
stinnen te 1 uur aankomen staat de eere
wacht bestaande uit 26 ruiters geschaard
de burgemeester, de heer baron Van Harden
broek heet HH. MM. in het kort welkom
en geleidt haar en haar gevolg door de
eenvoudig maar fraai versierde dorpsstraat
waar de Domburgers juichen en met petten
en doeken zwaaien, naar het badhotel.
Voor de koniginnen is hier een smaakvol
gemeubileerd vertrek in gereedheid gebracht,
waar zij zich even verfrisschen kunnen. Van
deze kamer voert een breede gangmet
tapijten belegd naar de ontvangkamerdie
versierd is met planten en fraai gebeeldhouw
de meubelen, de suite daarvan is de eetzaal,
waar een dejeuner plaats had.
Tijdens het dejeunerdat kalm verloopt
zingen de schoolkinderen op het terras voor
het hotel liederen en voert een muziekkorps
uit Middelburg op die plaats verschillende
nummers uit. Namens de in Domburg ver
toevende badgasten werden HH. MM. kost
bare bouquetten aangeboden.
Te kwart over twee reden de koninginnen
naar Westkapelle, waar zij den Zeedijk be
zichtigden op een getimmerte bij den vuurtoren,
daar gezet door het polderbestuur van Wal
cheren een prachtig gezichten keerden
vervolgens over de dorpen Zoutelande dat
zeer mooi is versierd, Biggekerke, Koudekerke
en het schilderachtige Zand naar Middelburg
terug.
Het diner dat te half zeven in het Gou
vernementshotel begon en te acht uur ge
ëindigd waswerd uitsluitend door genoo-
digden bijgewoond en droeg een zeer intiem
karakter
Te acht uur werd in een der zalen door
de commissie aan H. M. de koningin het
geschenk der ingezeten aangeboden, een groot
schilderij van Klinkenberg, voorstellende het
stadhuis te Middelburg. Het is een typige
Klinkenberg, vol zon, met een gevoelig licht
bewolkt luchtje, fijn van kleur. Bij de schil
derij behoort een album met de namen der
gevers, een dik boekdeel in kwarto imperiaal
kalfsleder gebonden naar den stijl van de
tweede helft der achttiende eeuw. Om negen
uur begon de raout, die door H.M. de regentes
voor een groote schaar genoodigden werd
gegeven. Drie zalen ensuite waren daartoe
aangewezen. Het kleinste zaaltje was tot an
tichambre ingericht, daar stond ook de schil
derij teutoongesteldde tweede zaal diende
tot de wachtkamer voor de heeren 't was
hier verbazend vol. In de derde zaal verza
melden zich de dames. Er was een verbazende
pracht van toiletten. Te kwart over negen
trad H. M. de koningin regentes binnen
gekleed in een effen zwart gewaad, gedecol-
letteerd met een langen witten sluier, die tot
op den rug afhing. Zij werd ontvangen door
den heer De Brauw en zijne echtgenoote.
De regentes wandeldebuigend naar alle
zijden, naar de ontvangzaal der dameséén
voor één werden dezen aan haar voorgesteld,
met elk wisselde zij eenige vriendelijk woor
den. Vervolgens werden de leden van de
eerewachtde officieren der schutterij en
enkele andere heeren door haar ontvangen.
Precies te 10 uur vertrok H. M. weder. De
gasten bleven toen nog eenigen tijd bijeen; er
werd champagne, ijs en vruchten aangeboden.
Donderdag te halfelf begonnen te Vlissin-
gen de klokken van den St. Jacobstoren te
luiden en dadelijk stegen er van alle kanten
luide hoera's op de koninginnen waren in
Vlissingen aangekomen.
De burgemeester heette de Majesteiten in
het kort welkom en stelde de leden van het
gemeentebestuur en enkele autoriteiten aan
Haar voor.
De koningin droeg een gouden gesp en
de broche H. M. Dinsdag te Middelburg
geschonken. Onmiddellijk na de voorstelling
werden de koninginnen geleid naar 't stoom
schip „Nederland" van de Maatschappij
„Zeeland," waar de directie van genoemde
Maatschappij Haar ontving. De donkere lucht,
die reeds den ganschen morgen een onheil
spellend aanzien had, begon zich meer en
meer te ontlasten er viel een zware regen.
HH. MM. namen onmiddellijk plaats op het
paradedek en groetten minzaam de onaf
zienbare menigte op den wal en op de
schepen in de haven.
Met deze boot werd een tocht door de
havens gedaan, aan de kanten stonden hon
derden geschaard, die HH. MM. levendig
toejuichten. Dozijnen pleizierbooten voeren
achter de „Nederland," alle met vlaggen ge
sierd, een vroolijk gezicht. Toen de „Neder
land" voorbij de typige volswijk „Transvaal"
voer, werd door de bewoners het volkslied
gezongen. De reede was het einddoel van
den tocht, daar lagen in een halven cirkel
het pantserschip „De Stier" en de fregatten
„De Ruyter," „Atjeh" en het pantserschip
„Guinea," die HH. MM. het koninklijk saluut
brachten. Op het dek was de bemanning in
parade opgesteld. Op het aanheffen door den
commandant van „Leve de Koninginnen
werd dit duizendvoudig met levendige hoera's
door officieren en matrozen bekrachtigd. De
muziek liet zich hooren en de kanonnen
werden afgeschoten. Dof klonk het kanon
gebulder over de wijde zee, die in heerlijken
tint een verrukkelijk schouwspel bood. De
menschen, die langs den Zeedijk geschaard
stonden, waren doornat. Te kwart voor 12
kwam het stoomschip aan het station terug.
Bij het verlaten van de „Zeeland" hadden
de koninginnen de regenmantels aan en had
koningin Wilhelmina het haar opgenomen.
In de rijk versierde restauratiezaal le klasse
werd HH. MM. een dejeuner aangeboden
door de gemeente Vlissingen, de Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de
Maatschappij „Zeeland."
Te kwart voor twee gingen HH. MM.,
voorgegaan door den burgemeester, naar de
koningstrap aan de le Binnenhaven en na
men aldaar, met Haar gevolg plaats op het
stoomschip „Walcheren" van den Provincialen
Stoombootdienst op de Wester-Schelde.
Precies twee uur kwam de „Walcheren"
vóór het stadhuis, aan den wal was een
sierlijke estrade gebouwd en van daar tot
aan de trap van het stadhuis lag een breede
looper.
Te kwart vóór drie formeerde zich voor
het stadhuis de stoet, juist zoo samengesteld
als die in de vorige dagen en door de straten,
waar een dichte menschenmassa geschaard
stond reed zij naar de rotonde waar de
heronthulling van het standbeeld van De
Ruyter zou plaats hebben. Daar werden haar
door de dames Elisabeth Van Unen en
Therèse Van Raalte bouquetten aangeboden.
Alvorens tot de onthulling werd overge
gaan hield de burgemeesterals voorzitter
van 't Nut eene toespraak.
Hierna werd op een teeken van de konin
gin het standbeeld van De Ruyter heronthuld
onder de geestdriftige toejuiching van al de
aanwezigen. Daarna werd H.M. overhandigd
het huldeblijk van Vlissingen een zilveren
reproductie van De Ruyter's standbeeld.
Ten slotte dit eene: Geheel het programma
van de feestelijkheden is volvoerd hoewel
de straten blank stonden en het water als met
emmers uit den hemel werd gegoten. Alleen
hebben de koninginnen de kap van haar
rijtuig voor de helft opgeslagen. Voor het
overige bleef de opgewektheid onverstoorbaar.
Men juichte, men zong en stoorde zich niet
aan weer en wind.
Er zou voor alle personendie den
vrede vóór alles liethebben, op 't oogenblik
alle reden zijn tot verheugenis, blijdschap en
tevredenheid als het bekende gezegde
„geen tijding goede lijding er maar niet
een van dezulke was, waarvan de regel bijna
tot uitzondering is geworden en de uitzon
dering tol regel. Tien dagen achtereen heeft
men van het tooneel des oorlogs in 't verre
Oosten geen enkel nieuw bericht ontvangen
over een treffen te water of te landzóó
primitief is de verbinding met de beschaafde
wereld, waar men kranten leest en elk nieuwtje
van eenig belangrakende den oorlogmet
fijnproeverssmaak wordt genoten, dat al de dag
bladcorrespondenten maar weer naar Shang
hai zijn teruggekeerd ze vischten er toch
altijd achter 't net en zelfs, al kregen ze eens
iets te pakken, dan stonden ze nog voor de
moeilijkheid hoe het naar Shanghai te krijgen!
Juist nu de behoefte aan iets nieuwsiets
pakkends ten toppunt was gestegen is het
toeval te hulp gekomen in den vorm van
een bericht, luidens hetwelk China's troepen
Vrijdag de Japanneezen te Ping-Yang hebben
aangevallen ze hebben teruggedreven naar
Chung-Ho elf mijl in zuidelijke richting en
eindelijk Zaterdag ze zouden hebben verslagen.
Zoo luidden de eerste berichten en de
nadere mededeelingen hebben niet kunnen
strekken om de zaak duidelijker te maken
zoo zelfsdat men op het oogenblik vraagt
of 't geheele treffen weer niet zal blijken te
zijn geweest een doodonschuldig spiegelge
vecht. Daar juist voor een paar dagen gemeld
werddat de Japansche generaal Oshima
een gedeelte van zijn leger op verkenning
noordwaarts had gezonden, leek er wel kans
te zijn op een ernstig treffen te Ping-Yang,
welk station gelegen is op 38 graden noor
derbreedte, 130 kilometer van de hoofdstad.
De baai van denzelfden naam op de westkust
van Korea dringt een eind landwaarts in en
neemt in zich op een kleine rivierdie de
grens vormt tusschen Seoul en China. Is het
bericht van Chineeschen oorsprong waar
dan moeten de troepen van generaal Tieo
de rivier Ya-Ton-Kiang reeds zijn over
getrokken (deze rivier vormt de Koreaansche
grens) en dus vasten voet hebben in Korea.
De Japansche legermacht zou 9000 man sterk
zijn geweest en de Chineesche wel 16000.
De Chineesche eskaders uit het noorden
het zuiden en het raidden, hebben order ge
kregen zich in de golf van Peichili te ver
eenigen. De Chineezen waren versterkt met
Koreaansche troepen zoo meldt men van
Chineesche zijde (geen geheel onverdachte
bron
Dit zonderling amalgama van berichten
wordt nog onbegrijpelijker en ongenietbaarder
door een mededeeling uit Tokio sprekend
van een onafhankelijkverklaring van den ko
ning van Korea, 30 Juni reeds, en een uit-
noodiging aan Japan om hem de Chineezen
uit Asnn te helpen verdrijven (de Japanners
zouden ook geholpen zijn door Koreaansche
troepen en Korea zoa alle verdragen met
China hebben opgezegd) en een telegram uit
Shangaivolgens hetwelk de koning van
Korea in overeenstemming met Japans re
geering een nieuw ministerie heeft gevormd,
dat alle hervormingen op binnenlaudsch ge
bied en een aanmunting van geld zal invoeren.
Uit Servie komt nu een mededeeling, die
zelfs den specialen berichtgever van het
Weener Spotblad zal bevredigen, welke re
porter voor een paar dagen als een hoogst
opzienbarend feit meldde, dat koning Milan
reeds een vol etmaal in Nisch was en er
nog altijd geen nieuwe coup d'état was ten
uitvoer gebrachtDe Daily Chronicle laat
zich van uit Weenen meldendat koning
Alexander atstand van de regeering zou doen
ten gunste van zijn vader. Zoo zou die goeie