Nummer 83. Donderdag 18 October 1894. 17e Jaargang.
111! BilOOMUn.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
-k ,*v
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwpsche en Langslraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regel4
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
A.dol? Steiker, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De proefneming, Zondag in Belgie gedaan
met de nieuwe kieswet, is voor de politieke
partijen eigenlijk een sprong in 't duister
geweest: onzekerheid allerwegen en groote
agitatie eveneens, 't Waren niet de liberalen
en de clericalen, die in dicht aaneengesloten
gelederen tegen elkaar in 't strijdperk traden,
er was een derde partijdie der sociaal
democraten. Nog zijn de gedetailleerde cijfers
niet bekend, doch de uitslag in hoofdtrekken
wel. In de vorige kamer hadden zitting 152
afgevaardigden, waarvan 93 katholieken en
59 liberalen en in dm senaat 76 afgevaar
digden, waarvan 46 katholieken en 30 libe
ralen, terwijl nu te constateeren valt de schit
terende zege der sociaal-democraten, naast
de enorme nederlaag der liberalen en de
overwinning der clericalen. Gekozen waren
Maandagmorgen in de kamer 76 katholieken,
6 liberalen en 25 sociaal-democraten, terwijl
in 41 districten een herstemming moet plaats
vinden. Reeds toen waren 31 zetels onher
roepelijk verloren voor de liberalen29
aan de sociaal-democraten en 2 aan de cle
ricalen, welke laatsten elders 9 zetels verliezen
aan de liberalen. Frère Orban, die 48 jaar
als leider der liberaleu in de kamer zetelde
is geslagen. In den senaat zullen de verhou
dingen tusschen katholieken eu liberalen zich
weinig of niet verschuiven.
Aaneengesloten trokken de clericalen ten
strijde tegen liberalen en sociaal democraten,
verdeeld in vele groepen de liberalen tegen
de clericalen en de sociaal-democraten.
Naar de Post uit St. Petersburg verneemt,
heeft nu ook professor Leyden den Tsaar
medegedeeld,dat hij den winter in Korfoe moet
doorbrengen, want dat hij, Leyden, anders
voor niets kan instaan. Hij voorspelt den Tsaar
van zijn verblijf in Korfoe zulke gunstige ge
volgen, dat deze met zijn kwaal nog lang
zou kunnen leven. Door deze overweging en
de hoop op eenen terugkeer in beteren ge-
Naar het Fransch door W. v. R.
\en uit de Meierijsche Courant
„Zeer goed. Aan den zoom van het bosch van
Fontainebleau, op den oever der Seine. Hebt gij
geen vrienden te Fontainebleau?'
.Handelsvrienden slechts. Daar zullen wij vol
komen vrij zijn.'
„Welaan dan, laat ons r.aar Bois-le-Roi gaan.
Zal daar een geschikt hotel te vinden zijn
rik ga er onmiddellijk heen, en zal mij met die
bijzonderheden bezighouden. Vraag een congé aan
madame Augustine en maak u gereed. Ik zal u
daar wachten.'
Terwijl hij deze woorden sprak, haalde hij zijne
Eortefeuille te voorschijn en bood het meisje een
ankbriefje voor de noodzakelijke kosten.
'Komt gij mij hier niet afhalen?'
„Dat zou volkomen nutteloos zijn. Durft gij
dan niet alleen reizen
»0, waarom niet? Ik zal daar zijn tegen den
tijd van het diner.'
Ovidius raadpleegde zijn spoorwegboekje.
Men kwam overeen dat Amanda aen sneltrein
zou nemen van 5 uur 30 en dat Ovidius haar
aan het station zou afhalen.
Ovidius bleef nog een oogenblik aan tafel, ter
wijl het meisje vol vreugde naar het atelier terug
keerde om madame Augustine te gaan opzoeken.
Met ontroerde stem zeiae zij, een geveinsde traan
uit het oog wegpinkend:
f Zooeven heb ik een brief ontvangen, madame,
waarin gemeld wordt, dat een mijner tantes zwaar
ziek is, gevaarlijk ziek. En tante houdt zooveel
van mij l De goede vrouw vraagt, dat ik enkele
dagen bij haar zou komen doorbrengen. Wilt gij
mij niet voor eene week verlof geven
Madame Augustine was zeer goed voor hare
bedienden. Zij twijfelde geen oogenblik aan
Amanda's woorden.
„Zeker, mijn kind,' antwoordde zij. „Ik zal u
zondheidstoestand liet de tsaar zich bewegen
om erin toe te stemmen den Russischen grond
te verlaten eu den Tsesaréwitsj troonopvolger
de leiding der loopende regeeringszaken over
te dragen, evenwel zonder een formeel re
gentschap in te stellen. Professor Sacharin
neemt aan de behandeling des tsaren niet
meer deel.
Tot juist verstand van deze mededeeliug
der Post diene, dat de verklaring van Leyden
aan welingelichte politieke personen niet ver
rassend voorkomt, want men weet, dat er
de laatste dagen in Liwadija veel minder
van geneeskundige dan wel van politieke
consulten sprake was, die als voornaamste
doel hadden den tsaar door een vertrek uit
Rusland tot het opgeven zijner politieke werk
zaamheid te brengen, op grond van voorzich
tigheid zoowel wat zijne staatkunde als zijne
gezondheid betrof.
China's vredevoorstellen, door bemiddeling
van den Britschen gezant te Tokio ter keunis
van de Japansche regeering gebracht, ziju
door deze aanstonds afgewezen, op grond, dat
de voorwaarden, neerkomende op onathanke-
lijkverklaring van Korea en het betalen eener
oorlogs-schatting, volkomen onaannemelijk
zijn.
't Was te verwachten. Met zoo weinig kan
Japan zich na de behaalde gewichtige voor
deden moeilijk vergenoegen, en zelfs de Lon-
densche Standard heeft Japan's goed recht
op uitbreiding van grondgebied ten koste
van China erkend. Dan hadden de mogend
heden het maar zoover niet moeten laten
komen.
Het moeten de keizerin-weduwe Tsi Thsi
is haar naam en voorts de pas onlangs
weer in gunst gekomen zesde oom des kei
zers, prins Kung, benevens de bekende onder
koning Li Hung Chang wezen, die op het
sluiten van den vrede aandringen. De keizer
evenwel, uit den aard der zaak wegens de
afzondering, waarin hij gehouden wordt,
minder op de hoogte van de toestanden,
moet voortzetting van den oorlog wenschen,
van de vervulling eens duren plichts niet terug
houden. Ik geef u acht dagen.'
«Ik dank u zeer, madame. Kan ik onmiddellijk
vertrekken
«Gij kunt gaanHebt gij geld noodig
«O, neen, madame, Ik heb nog eenige spaar
penningen en die zullen voldoende zijn."
«Ga aan, mijn kind, en denk er aan, dat ik u
over acht dagen terug verwacht.'
Amanda ging daarop de noodigeinkoopen doen
en nam dan den trein, die haar naar Bois-le-Roi
zou brengen.
Laat ons thans Ovidius weer opzoeken.
Toen hij zijne gezellin in de restauratie der St.
Honoréstraat verlaten had, liet hij zich naar de
Clichylaan brengen, ging in huis, nam een valies,
waarin hij het noodige pakte en tusschen twee
hemden zorgvuldig een üeschje verborg, dat hij
van Amerika had mede gebracht.
Dan stapte hij weer in zijn rijtuig en liet zich
naar het Lyonstation brengen.
De trein stond op 't punt van vertrek. Ovidius
had juist den tijd een kaartje te nemen.
Te Bois-le-Roi aangekomen, spoedde hij zich van
het station naar het dorp, dat zich op de helling
van een schilderachtigen heuvel uitstrekt en tot
de Seine afdaalt.
Hij ging een hotel binnen, dat er nog al een
voudig uitzag, het „Rendez-vous der Jagers"
genoemd, welks keuken echter zeer gunstig bekend
stond.
,Hebt gij eenige kamers te huur voor een
week?' vroeg hij aan de dikke waardiu, die
hem te gemoet kwam.
«Ja, mijnheer, zeer schoone kamers, hier in het
paviljoen, dat er zoo schilderachtig uitziet.'
«Zeer goed."
«Een prachtig gezicht op de Seine, zooals gij
ziet.'
«Hebt gij een bootje voor mij
«Wij hebben er zes; gij kunt kiezen.*
«Uitstekend!Ik zou willen dineeren."
«Mijnheer alleen
«Twee personen. Met den volgenden trein komt
een nichtje van mij aar.."
«Hoe laat?"
«Om acht uur.»
«Gelief zelf uw menu op te maken. Alleen ver
zoek ik geen buitengewone zaken te vragen. Dan
zal ik wel zorgen dat u voldaan zijt.'
en wordt daarin gesterkt door zijn vertrouw
den particulieren raadsman en door den
minister van oorlog.
Rusland en Engeland moeten het er over
eens zijn geworden eene bezitneming van
Korea door Japan desnoods met geweld te
beletten. Op zijne vraag om samenwerking
aan de mogendheden heeft Engeland overigens
in deze nog weinig succes. De Vereenigde
Staten van Amerika weigerden medewerking
op grond van het bekende, daar onder den
naam van leer van Monroe gehuldigd be
ginsel dat Amerika geen bezwarende ver
bintenissen moet sluiten en zich niet mengen
in niet-Amerikaansche aangelegenheden. En
de Duitsche rijks regeéring heeft eveneens
geweigerd aan eene tusschenkomst deel te
nemen, zoodat daarvan althans in den vorm,
dien Engeland wenscht, wel voorloopig zal
zijn afgezien.
Engeland versterkt inmiddels nog voort
durend zijn eskader in de Chineesch-Japan-
sche wateren.
Het gerucht van een Japanschen aanval
op en bezetting van de Chineesche haven
Ischifu (Chee-Foo) door de Japanners wordt
tegengesproken.
Daarentegen wordt het bericht van den
binnenlandschen opstand in China bevestigd.
De rebellen zijn tamelijk goed gewapend en
de overheid slaagde lot nu toe niet in hare
pogingen om hen ten onder te brengen.Twee
mandarijnen zijn reeds door de rebellen ge
dood, die naar Wu-Chang schijnen te willen
oprukken, welks garnizoen naar de kust is
gezonden.
Als reden voor het langzaam avanceeren
der Japanners op hun marsch naar Muk-den
wordt opgegeven, dat ze onder de hand het
land hebben gezuiverd van de Chineesche
verspreide soldaten (marodeurs), die als roo-
vers huishielden en aan de bevolking veel
overlast deden. Ook zijn de wegen slecht en
heeft men moeite met de proviandeering.
Het Japansche ministerie van buitenland-
sche 'zaken heeft bekend gemaakt, dat behoor
lijk van legitimatien voorziene dagblad be-
«Zeer eenvoudig, madame. Een matelote b. v.,
wat gebakken visch, een hoentje, groenten, vruch
ten en koffie.'
«Alles zal om acht uur gereed zijn.'
Nadat Ovidius de kamers had gezien en eene
beschikking genomen had omtrent de vraag, welke
hij voor zich zou houden cn welke hij voor
Amanda bestemde, keerde hij naar de restaura
tiezaal terug, daar men reeds bezig was 't diner
in gereedheid te brengen.
Hij vroeg de noodige schrijfbehoeften, nam
plaats aan een venster en schreef het volgende
«Dierbare Neef!"
«Ik geniet de buitenlucht te Bois-le-Roi. Hebt
gij mij noodig, schrijf dan of telegrafeer aan
baron Arnold de Reiss, in het hotel Rendez-vous
der Jagers.
Gegroet,
OVIDIUS.'
Dan riep hij de waardin en zeide:
«Madame, mijn naam is baron Arnold de Reiss.
Znlt gij dat onthouden
«Zeker, mijnheer," antwoordde de waardin,
eerbiedig neigend.
„Komen er brieven of telegrammen aan, dan
zult gij die mij persoonlijk afgeven."
«Goed, mijnheer. Begrepen.*
„Waar is het postkantoor
„Daarboven, mijnheer, het zal gemakkelijker
zijn den brief aan het station te bestellen."
Tweede Hoofdstuk.
Ovidius richtte zich naar het station, waar hij
zijn brief ter post bezorgde. Nog een uur had
hij voor Amanda's aankomst.
Het bosch van Fontainebleau bood hem eene
schoone wandeling. Hij liep een der schaduwrijke
lanen in. Nauwelijks had hij daar onder 'die
eeuwenoude boom en een vijftig passen gedaan of
hij ontdekte een groepje van vijf personen, aan den
voet van een zwaren eik op het gras gezeten.
In 't midden bevond zich een man, wiens lange
haren, wit als sneeuw en bruin gerimpelde huid
van hoogen ouderdom getuigden.
't Was werkelijk een 80jarige grijsaard maar nog
krachtig voor zijne jaren en met levendige oogen.
Zijne ledematen waren wel eenigszins gekromd,
doch met behulp van een stok, dien hij thans
tusschen de beenen hield, was hij nog zeer goed
in staat het gewicht zijns lichaams te dragen.
richtgevers de troepen mogen vergezellen en
door de bevelhebbers zooveel mogelijk zullen
worden voortgeholpen.
Casimir Périer begint onpopulair te worden
bij een deel der bevolking, wegens zijn vor
stelijk optreden o.a. ook bij de wedrennen
te Longchamps. De sociaal-democratische
en radicale bladen noemen zijn tocht daarheen
een carnavaloptocht en een naaping van
Napoleon III en gebruiken de bitterste uit
drukkingen tegen de „brutale pacht van den
menschenviller van Anzin." Van den anderen
kant echter zijn velen, vooral onder de Pa-
rijzenaars, zeer tevreden, dat zij een president
bezitten, wiens groot vermogen hem in staat
stelt een koninklijke pracht te ontvouwen.
Daarbij is Casimir Périer mild en doet hij veel
voor de armen.
De veiligheidsdienst heeft in den nacht
van 11 op 12 dezer eene goede vangst te
Parijs gedaan. De chef van den dienst
vergezeld van zeker aantal politiedienaren
heeft in eenige wijken, onder anderen in het
Quartier latin, verscheidene beruchte huizen
doorzocht en niet minder dan 131 personen
gearresteerdvan welke 93 in verzekerde
bewaring gebleven zijndie óf reeds meer
malen veroordeeld waren, óf als souteneurs
's avonds en 's nachts rondzwalken op hunne
strafwaardige avonturen.
In sommige streken van Frankrijk krijgt
men thans reeds veel overlast van de wolven.
Een priester uit Montboucher (dep. Creuze),
die 's avonds laat het bosch ^van Mérignat
door moest gaan, is daar voortdurend achter
volgd door drie wolven. Hij wist echter met
een brandende lantaren welke hij bij zich
had, de wilde dieren in bedwang -e houden.
Als zij te dicht bij hem kwamen, liet hij het
volle licht Van die lantaren op hen vallen.
Aan zijne rechterzijde ontdekte hij eene vrouw
van ongeveer vijftig jaren en twee jonge meisjes
waarvan het eene achttien en het andere zestien
jaren kon tellen. Aan den linkerkant een man
van negenveertig jaren, zorgvuldig gekapt en met
de uiterste zorg in het zwart gekleed. Een dokter
of een advokaat, zou men gedacht hebben. Doch
wij kunnen mededeelen, dat hij dokter was.
De grijsaard sprak langzaam en zijn gehoor
luisterde met diepen aandacht.
Ovidius naderde meer en meer het groepje, en
toen hij in de nabijheid was gekomen, werd hij
zeer getroffen door de stem van den tachtigjarige.
Hij huiverde een oogenblik en stond stil, zijn
vorschenden blik op aen persoon gericht.
Eensklaps zweeg de grijsaard, toen hij in zijne
nabijheid een vreemdeling bemerkte. Daar zijn ge
zicht echter niet zoo scherp meer was, kon hij de
trekken van dien man niet goed onderscheiden.
Ovidius groette en zette zijn weg voort,
„Het is zonderling,* dacht hij, terwijl hij zich
verwijderde. „Mij dunkt, dat ik die stem meer heb
gehoord. En dat gelaat komt mij ook niet onbe
kend voor. Ik begrijp er niets van. En dien man in
het zwart gekleed met witten das heb ik ook al
meer gezien, zoo mijn herinneringen mij niet
zeer bedriegen.'
Vruchteloos onderzocht hij zijn geheugen.
Terwijl hij zich verwijdert zullen wij nog
enkele oogenblikken bij het groepje vertoeven.
De dokter was thans aan het woord.
'Dan zijt gij in 1861 scheepgegaan," zeide hij,
„te Londen, op de pakketboot Lord-Maire, naar
New-York
„Op het einde der maand Septèmber," ant
woordde de grijsaard, «en ik herinner mij dat
nog alsof het van gisteren was. Ik had juist mijn
eervol ontslag gekregen en was reeds zestig jaar
geworden. Ik ging naar mijne dochter. Zestien
jaar ben ik te New-York gebleven, doch toen be-
fon het heimwee zoo sterk op mij te werken,
at ik met mijne dochter en kleindochters naar
Bois-le-Roi ben teruggekeerd, dat ik meer dan
elk plekeje der aarde liefheb
„Het toeval leidt soms de zaken op hllerzonder-
lingste wijze," hernam de dokter. 4Zonder het
te weten, bevonden wij ons op dezelfde boot."
„Op de Lord-Maire?"
Wordt vervolgd.