Nummer 87. Donderdag 1 November 1894. 17e Jaargang.
DE BROODDRUGSTER.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
UITGEVER:
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Oe Mo van het Zuiden,
WaaltyksÉe rn Langslraalsche Coirail,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel4
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscli-
land worden alleen aangnomen ioorhet advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De toestand in Duitschland.
Iets langer dan een etmaal heeft de crisis
in Duitschland geduurd vorst Chlodowig zu
Hohenlohe- Schillingsfttrststadhouder des
keizers in F.lzas-Lotharingen, is benoemd tot
kanselier des Duitschen rijks in de plaats van
von Caprivi en tevens tot president van den
Pruisischen ministerraad,en Von Köller, onder
staatssecretaris van binnenlandsche zaken, is
door Wilhelm II uitverkoren om von Eulen-
burg's plaats in te nemen aan t hoofd van
het departement van binnenlandsche zaken.
Deze verandering in de bezetting van twee
zoo voorname posten is in de eerste plaats be
langrijk omdat er niet mee samengaat, niet
toe geleid heelt en niet uit volgt een veran
dering in de politiek en ze ook niet is het
uitvloeisel van de meening der parlementaire
meerderheid, welke in den regel geacht moet
worden te zijn in overeenstemming met 't
geen het grootste deel der natie wenscht en
verlangt. Von Caprivi is afgetreden omdat
hij te veel man van karakter was: Wilhelm
II heeft zóó dikwijls herhaaid, zoo duidelijk
doen blijken dat voor hem de wil des vorsten
de hoogste wet is, dat zijn kanselier en zijn
ministers niets anders kunnen zijn dan de
uitvoerders van zijn keizerlijken wil; raadge
vers kunnen ze slechts zijn in naam, omdat
een raadgever in werkelijkheid alleen dan
beantwoordt aan zijn plichten, wanneer hij
alles zegt wat recht en billijk is, naar zijn
persoonlijke meening en overtuiging zonder
eerst zich aftevragen, of 't wel strookt met
den wil van hem wien de raad gegeven
wordt. Zoo kan dus de eerste beambte in
Duitschland niet zijn een persoonlijkheid, een
man van een vast karakter en innige over
tuiging bereid te staan of te valleu met
zijn meening is hij evenwel ondanks die
qualiteiten opgeklommen tot kanselier des
Duitschen rijks, dan kan men zich overtuigd
houden, dat hij vroeger of later tot heengaan
zal worden genoopt, juist ten oorzake van
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant
121
„Wat is er vroeg haar de gewaande baron.
„Heeft het ongeluk u thans alle vroolijkheid ont
nomen
„Ja, wel eenigszins." 4
„Kom, wees toch wijzer. V n zijn toch niet
gedeerd 1'
„Dat is eene zeer egoïstische opmerking.'
„Ik ben ook nog al egoïstisch, liefste; dat zal ik
niet verheelen.'
Het diner werd opgediend.
Miinheer en madame," zeide de dienstmeid, na
alle gerechten op tafel te hebben gebracht. »De
koffie staat gereed op liet vuur, wilt gij thans
niet toestaan dat ik mij verwijder, want de ge
wonden brengen heel wat drukte mede
„Ja, ja, miin kind," antwoordde Amanda. „Ik
zal zelf de koffie wel inschenken."
De dienstmeid vertrok.
Ovidius at zeer smakelijk. Eindelijk bracht
Amanda de koffie op.
„Wat zult gij daarbij gebruiken, mijn vriend?"
Vr?RÏium, naar mijn gewoonte. En gij
O een glaasje chartreuse, zooals steeds. Daar
van houd ik het meest."
Amanda plaatste een flescli met rlium voor
Ovidius en schonk zich uit de flesch, waarin hij
het Canadeesche vocht gegoten had, een glaasje
chartreuse in, rolde eene sigarette en blies lichte
rookwolken naar liet plafond. Dan dronk zij haar
tas koffie uit en ledigde in eens haar likeur
glaasje Nog eens vulde zij het, en dronk terwijl
fii i) raat te en rookte, dit met kleine teugjes uit
Ovidius verloor geen enkel liarer bewegingen.
Het sloeg half elf, elf uur.
Ovidius stond op, richtte zich naar het
venster des paviljoens, dat hij dichtsloot om dan
weer tegenover Amanda plaats te nemen.
die zoo hoog te waardeeren menschelijke
deugden. Zoo is 't met graaf Leo Von Ca
privi gegaan: zelts als militair van beteekenis,
waarvoor hij alle rangen heeft moeten door-
loopen, is hij gebleven een man uit één stuk,
te zeer edelman in den waren zin des woords
om als stroopop te fungeereu tot in lengte
van dagen. Juist Caprivi's positie in't leger
gaf hem gelegenheid tegenover zijn vorst, die
voor alles opperbevelhebber van 't leger is,
een houding aan te nemen, welke, ook al
was ze niet in directen strijd met 't geen
Wilhelm II noodig en nuttig oordeelde, toch
door dezen niet zou geduld zijn van een
«Civilist,» een ambtenaar met bureaucratische
verdiensten alleen.
Caprivi heeft de oide van den Zwarten
Adelaar met brillanten gekregen, Eulenburg
is kommandeur van de huisorde der Hohen-
zollerns met kruis en ster geworden.
Vorst Zu Hohenlohe -Schillingsfürst, prins
van Ratibor en Korvey, is 75 jaar oud (ge
boren 31 Maart 1819), trad in 1842 in
Pruisischen staatsdienst, werd in 1849 gezant
te Londen in 1866 minister president van
Beieren, in 1874 gezant te Parijs en in 1885
stadhouder van Elzas Lotharingen. Köller,
de nieuwe minister van binnenlandsche zaken,
is 53 jaar en der conservatieven richting
toegedaan, terwijl Hohenlohe liberaal is. Het
plan-Caprivi blijft gehandhaafd, dus alleen
een veraudering van personen, geen veran
dering in de politiek
De benoeming van Hohenlohe maakt alom
een zeer gunstigen indruk. Alleen een paar
radicale stemmen laten zich ontevreden hoo-
ren, maar dat heeft geen beteekenis. Ove
rigens stemmen alle politieke mannen en
partijen hierin overeen, dat de keizer onder
de tegenwoordige omstandigheden werkelijk
eene gelukkige keuze heeft gedaan. De
onbaatzuchtigheid van Hohenlohe, die den
rustigén en schitterend bezoldigden post van
stadhouder van het rijksland verwisselt voor
het vermoeiende en matig betaalde ambt van
rijkskanselier en minister president vindt
allerwege prijs en lof. Hohenlohe is onge-
Deze rookte de eene sigarette na de andere.
Eensklaps, juist als dit eenentwintig jaar ge
leden het geval was met Paul armant, geraakte
zij onder den invloed der likeur en de symptomen,
die wij eeds vroeger beschreven hebben, deden
zich thans ook voor.
De jonge vrouw bracht de hand aan 't hoofd
en dan aan den hals.
„De keel brandt," zuchtte zij. „O een vreese-
lijke dorst verslindt mij.'
'Zij schonk zich een groot glas water in, dat
zij liaastig uitdronk.
Dit deed den uitslag nog verhaasten.
Amanda stond recht met stramme ledematen en
verwilderde oogen. Tevens klonk er een nerveuse
lach uit haren mond.
Ovidius, die wist wat er ging gebeuren, staarde
het meisje met de grootste kalmte aau en liet
haar gedurende eenige minuten begaan. Zij zag
er thans zeer koortsachtig uit.
„Wel," vroeg nu Ovidius, die begreep dat het
oogenblik gekomen was, „hebt gij geraden, wie
het mes op de Bourbonkade gekocht heeft
Amanda wierp op Ovidius een zeer zonderlingen
blik en antwoordde dan op sissenden toon
„De man, die 't mes gekocht heeft op de
Bour'jonkadeUien kent gij even goed als ik!...
't Is dezelfde, die te Joigny den valschen wissel
is gaan zoeken van Duchemin en het bewijs van
den diefstal, dien ik bij madame Delion bedreven
heb. Gij, gij zelf!Maar gelooft gij dan, beste
vriend, dat ik u niet lang reeds geraden heb
Ik ben nog zoo dom niet en laat mij geen ap
pelen voor citroenen verkoopen Ik zeg niets
doch denk er niet te minder om. Gij hebt op
zekeren avond, toen gij mij naar Lucia begolei-
det, het mes gekocht, terwijl ik boven bij het
meisje was. Door mijne dwaze antwoorden op
uwe behendig gestelde vragen ingelicht, hebt gij
u in hinderlaag g plaatst op den weg, dien het
jonge meisje te volgen hadGij hebt een moord-
aauval op het ongelukkige kind gedaan Gij zijt
veel boosaardiger dan ik, mijn goede vriend. Ik
ben eene diefegge, ja, dat is waar, doch gij zijt
een moordenaar
Amanda geraakte in vuur en sprak luider en
luider. Hare stem werd krijsc .cnd.
Ovidius stond op om haar te doen zwijgen
en des noods haar de hand op den mond te leggen.
„Laat mij gerustLaat mij gerust, zeg ik u
twijfeld van zich zelf zeer rijk men rekent
echter uitdat hij nu ruim 100000 mark
's jaars minder verdient dan wat hij te Straats
burg had.
Minder vriendelijk dan Hehenlohe wordt
von Köller door de bladen van de vrijzinnigen
en het centrum ontvangen. Men herinnert
zich, dat hij vroeger als parlementslid zeer
reactionair was. Daarom begroeten hem de
gematigde middelpartijen niet onvriendelijk,
er op bouwende dat hij tijdens zijnen tien
jarigen werkkring te Frankfort en Straatsburg
een wezenlijk bedachtzaam politicus geworden
is en nu tot het soort der „genietbare con
servatieven" behoort. In zijne bekwaamheid
en werkkracht wordt algemeen gelooid. De
socialisten zien in hem een scherpen politie
minister dreigen. De Fortschritt-mannen
noemen hem een minister voor verkiezingen-
geknutsel in den geest van Puttkammer. Onder
de conservatieven heeft hij reeds door zijne
adellijke verwantschap sterke sympathieën.
Van Caprivi wordt betrekkelijk nog maar
weinig gesproken. In de pers van het centrum
klinken nu eenige warmere tonen dan in het
begin. Het gaat op de algemeene voys
Jammerhij was eene eerlijke, fatsoenlijke
man, en de wijze van zijn plotselingen val
kon voor toekomstige gebeurtenissen wel eens
zeer bedenkelijk zijn. Daarmede is het open
lijk leedbetoon over zijn lot ook uitgeput
dank zij de verstandige keuze van zijnen
opvolger.
Veel kalmer dan de vorige Zondagen is
het Zondag in Belgie geweest, waar de ver
kiezingen voor de provinciale staten plaats
hadden. Nergens was er een spoor van
opgewondenheid te merken; het schijntdat
de ijverwaarmee de vorige keer gestemd
is, toen het belang van het land er ten zeer
ste mee gemoeid wasplaats gemaakt heeft
O ik ken u maar nog niet volkomen doch
weldra zal ik u geheel en al weten te doorgron
den 1 Ik zoek er naar en zal weten te ontdekken
wie zich zoo behendig onder den r.aam van baron
Arnold de Reis weet te verbergen.
Wees voorzichtig 1 O, gij hebt het bewijs gekocht
der misdaad, die ilc bedreven heb 1 Gij kunt mij
iu het verderf storten, dat is waar; doch gij zult
de eerste zijn om ten gronde te gaan, of gij zult
mij mijn stilzwijgen duur betalen 1Waarom
wildet gij Lucia dooden Ziedaar een geheim,
dat ik zal weten te ontsluieren, en wanneer de
waarheid helder zal schijnen, dan zal de strijd
aanvangen. Dan zal ik de sterkste zijn niettegen
staande gij dat briefje van mij hebt weten
machtig te worden 1"
Ovidius werd doodsbleek. Hij beefde aan al
zijne ledematen.
„Zwijg," zeide hij, „ik beveel u te zwijgen."
„En 'ik wil spreken!" antwoordde Amanda met
nieuwe kracht, terwijl er bloed in hare oogen
stond en haar gelaat zich krampachtig samentrok.
„O, gij geloofaet mij blind genoeg om niets te
zien, dwaas genoeg om niets te begrijpen Gij
vergistet u zeer. Ik zag, ik hoorde, ik begreep 1
Thans zal ik u op al uwe schreden volgen. Ik
zal als uw schaduw zijn. Ik wil geld van u
hebben, veel geld, en dat geld zult gij mij geven'
Ik wil rijk zijn, en gij zult mij daartoe de mid
delen verschaffen, of, geloof mij, ik zend u naai
de gevangenis 1 Hoort gij dat Begrijpt gij dat
Naar de gevangenis, recht naar de gevangenis
voor uw leven lang, zoo gij er liet leven niet bij
inschiet 1*
En het meisje brak in een langen schaterlach
uit, een wilden krijschenden schaterlach.
Ovidius was vol vrees, dat men daar binnen
alles zou hooi en en staarde angstig naar de deur,
doch men had het te druk met de gewonden.
„Wilt gij zwijgen herhaalde hij op dringen
den toon.
„Zwijgen riep Amanda meer er meer verward
uit. „Waarom zou ik zwijgen? Ik spreek toch
de waarheid!Gij zijt niet baron de Reiss! Ik
zal h uw masker weten af te rukken Zooeven
sprak ik van de gevangenis, wie weet of men u
niet naar het schavot brengt
Ovidius had thans een hoogroode kleur.
Angst en woede overmeesterden hem.
Eensklaps sprong hij op het meisje toe en was
voor een kalm gevoel van plicht. Trouwens
er was van zelf minder opgewondenheid, daar
de uitslag grootendeels te voorzien was. Te
Brussel zijn dadelijk de 12 liberalen gekozen
mee een meerderheid van ongeveer 6000
stemmen te Antwerpen is er herstemming
tusschen de liberalendie 24412 stemmen
kregen en de cler'calen met 22679. Aangezien
de sociaal-democraten tusschen de 3 k 4000
stemmen hadden is de verkiezing van de
liberalen bijna zeker. Te oordeelen naar de
berichten, die ons bereikt hebben, blijft de
clericale meerderheid behouden in de zes
Vlaamsche provinciën. De 12en November
zullen de senatoren wier verkiezing tot de
bevoegdheid der provinciale staten behoort
gekozen worden.
Men zegt dat de nieuwe sociaal-demo
cratische afgevaardigden, reeds in de eerste
zitting der kamer, den 13 November, een
verklaring afleggen en weigeren zullen den
eed te doen, die ook trouw aan den koning
voorschrijft. De premier De Burlet, die te
Nivelles gevallen is, zal waarschijnlijk door
de provinciale staten van Antwerpen tot se
nator gekozen worden. Frère-Orban zal
waarschijnlijk tot die waardigheid gekozen
worden door de staten van Luik.
De begrootingscommissie heeft met 12 tegen
7 stemmen het voorstel verworpen van den
minister van financiën, om het voorrecht van
de stokers van eigen gewas te regelen en
aangenomen dat van den afgevaardigde Salis,
om dat privilege af te schaffen. Wanneer
de kamer de beslissing der commissie goed
keurt wordt het aftreden van het gansche
ministerie als zeker beschouwd.
Een zeker aantal afgevaardigden heeft
een deputatie van den bond van spoorweg
beambten ontvangen die aandrong op het
tegengaan van een overmatigen arbeidstijd
Er werd verklaard, dat, hoewel de bond in
principe tegen een algemeene werkstaking is,
er toch teekens zijn van verbittering, waarmee
op het punt haar tusschen zijn zenuwachtige han
den te worgen, doch als eene slang ontschoot
Amanda hem en stiet daarbij een huilenden
kreet uit.
Thans keerde Ovidius tot de rede terug.
Wat zou hij het meisje dooden Zoo zou het
gevaar voor hem nog grooter worden.
En waai toe kon Amanda's dood hem dienen?
Hij was gewaarschuwd en wist wat zij van hem
dacht en waarnaar zij streefde. liet zou voldoende
zijn in het vervolg over zich en over haar te
waken. Mocht zij eenmaal gevaarlijk worden, dan
zou het nog tijds genoeg zijn haar op te ruimen
en dit kon dan op eene min gevaarlijke wijze
plaats hebben.
Vijfde hoofdstuk.
Amanda sprak niet meer.
Het effect van het likeurtje bereikte thans zijne
laatste periode.
Onsamenhangende klanken, aan het gebrul van
eenig wild dier gelijk, vervingen het gesproken
woord.
Eenige minuten gingen nog voorbij en dan
stortte het jonge meisje, ter prooi aan de hevigste
stuiptrekkingen, op den vloer neder.
„Een roodgekleurd schuim stond op hare lippen.
Ovidius beefde van angst en schrik.
Zou zij nu sterven
Dergelijk effect had het Canadeesche vocht op
Jacques Garaud niet gehad.
Was de dosis te groot geweest? Wellicht.
Zoo Amanda nu eens bezweek, dan zou er een
onderzoek worden ingesteld, welks gevolgen al
licht zeer verschrikkelijk voor hem zouden zijn.
De stuiptrekkingen hielden niet op en waren
vergezeld van iets, wat Ovidius als een doods-
reutel beschouwde.
Alles moest voorzien worden.
Na den inhoud der flesch zorgvuldig verwijderd
te hebben, opende hij de zaal, gereed om een
dokter te gaan halen.
„Mijnheer?" sprak-4* madame hem tegemoet
komend,
„Ik wilde een dokter gaan roepen."
„Voor u, mijnheer?"
„Neen. voor mijn uichtje."
Is de dame ziek
„Zoozeer zelfs, dat ik zeer ongerust ben.'
„O, wij hebben zonderlinge kreten gehoord I#