Engeland. Duitschland. Oostenrijk. Rusland. Azie. BINNENLAND. Het schijnt, dat kapitein Dreyfus uit wraak gehandeld heeft. Verscheidene makkers waren, met een speciale zending belast, in den vreemde gezonden, terwijl hij, niettegen staande zijn herhaalde verzoeken, te Parijs moest blijven. Om hun zending vruchteloos te maken, deelde hij dus aan de vreemde mogendheden de tegenwoordigheid van die officieren op hun gebied mede. De anarchisten Marpeaux. de moorde naar van den agent Colson, Léauthier, die te Parijs een aanslag deed op Georgewitch, den tegenwoordigen minister van justitie in Servie en Simon, bijgenaamd Biscuit, een der medeplichtigen van Ravachol, zijn in Cayenne bij een oproer doodgeschoten. S Als Von Schelling's opvolger als minister van justitie verder wordt genoemd de streng- conservatieve procureur-generaal Von Tessen- dorff, wat al te gader het vermoeden doet rijzen, dat maatregelen van reactie te wachten zijn. Inmiddels moet in den ministerraad reeds in hoofdtrekken het ontwerp zijn vastgesteld, de maatregelen bevattend om de woelingen der Umsturz-partijen te keeren. Is het geheel gereed dan wordt het aan de goedkeuring des keizers onderworpen, om daarna aan den bondsraad te worden voorgelegd. Te Londen is Zondag een bom gesprongen voor een huis in Tilney Street bij Hydepark, een der deftige wijken. Het huis werd sterk beschadigd en ook in de belendende perceelen sprongen ruiten stuk. In een dezer huizen woont rechter Hawkins, die onlangs eenige anarchisten heeft veroor deeld wat tot nu toe het eenige argument is, dat wordt aangevoerd voor de bewering, dat de aanslag op zijn huis gemunt was. De daders loopen nog. Eene Engelsche grensregelings-commis- sie, van een inlandsch escorte vergezeld, is op de grens tusschen Punjaub en Afghanistan door aldaar wonende YVaziri's aangevallen. Een verwoed gevecht ontstond, waarin de Wazirl s ten slotte tot wijken werden gebracht, met een verlies van 250 man. Van de En gelsche troepenmacht werden 44 inlandsche soldaten en een Britsch officier gedood en vijf Britsche officieren gewond. LONDEN, 6 Novmber. De Times verneemt uit Tientsin d.d. 5 dezerVolgens een ge rucht zijn 70,üC0 man Siberische troepen te Wladiwostok bijeengetrokken. De Daily News verneemt, dat China, be zorgd over het wapengeluk der Japanners besloten heeft de tusschenkomst der Wester- sche mogendheden in te roepen. De Chinee sche gezant heeft gisteren aan de Engelsche regeering dat verlangen van zijne regeering medegedeeld, 's Avonds is hij naar Parijs vertrokken, waar hij een onderhoud met Ha- notaux en Périer zal hebben. Min of meer blijft het nog steeds te Ber lijn aan het kriseln, en in verband daarmede moet het besluit staan om eerst den 5en December a sin plaats van, gelijk eerst be paald was, reeds 23 November, den rijksdag te doen bijeenkomen. En men is lang niet gerust omtrent hetgeen op dit punt misschien de toekomst brengen kan. Tegenover de koele wijze, waarop men Von Capriri na zijn onslag naar Montreux liet trekken (waar hij is aangekomen en waarschijnlijk den winter zal doorbrengen), vallen bijzonder in het oog de égards, waar mede de minister-president Von Eulenburg na zijn aftreden werd behandeld, die zelfs de hoogst zeldzame eer genoot van ten paleize op het déjeunerwaarbij de keizer en de keizerin 't lietst alleen plegen te wezen te worden genoodigd. Von VVillanowitz, die als Von Heyden's opvolger als minister van landbouw wordt aangewezen, is een erkend leider der agrariërs, en dat Von Hevden een ander hem door den keizer aangeboden staats-ambt heeft geweigerd, verraadt duidelijk Verstimmnng. De rouwwagon en de kist zijn reeds uit Pe- j tersburg vertrokken, begeleid door alle hot- priesters. Deze moeten gedurende het vervoer |j van het stoffelijk omhulsel de gebeden voor i de dooden opzeggen. s Te Petersburg is men ran oordeel, dat Giers de portefeuille van buitenlandsche zaken zal behouden, hetgeen voor den vrede van groot belang zou wezen. „Wanneer mij geen twijfel meer overblijft, zal ik dan in staat zijn Lucien alles te vergeven „Lucien kan u niet huwenEn gij zult ook weigeren zijne vrouw te worden, zoolang de on schuld uwer moeder niet bewezen is." Het jonge meisje werd zeer bleek. „De onschuld mijner moeder bewijzen?' herhaal de zij. „Werd mijne moeder dan beschuldigd?' //Ja." „Van welke misdaad?" „Van moord11 we moeder werd veroordeeld, beschuldigd Lucien Labioue's vader vermoord te hebben." Lucia stiet een doordringenden kreet uit en verborg bet gelaat in beide handen. Gedurende enkele oogenblikken heerschte er een verschrikkelijke stilte. Eindelijk hernam het meisje: „Dan is mijne moeder de vrouw, die Lucien's vader vermoord en besfolen heeft, die de fabriek in brand heeft gestoken. O, 't is verschrikkelijk I' „Zij was onschuldig, Lucia," riep Jeanne uit. „Toch werd zij veroordeeld „Schandelijke veroordeelingOnrechtvaardige veroordeeling I Hebt gij Lucien Labroue zelf niet hooren verzekeren, dat hij aan de onschuld dier arme vrouw geloofde?" „En zou hij zich van mij verwijderen, zoo hij er niet werkelijk aan geloofde?" „Hij twijfelt, en in dien twijfel trekt hij zich terug. Kan hij overigens de meening der wereld trotseeren „Mijn GodMijn Godriep Lucia wanhopig de handen wringend uit. „Waarom dan toch heeft mijne moeder mij ter wereld gebracht Een tranenvloed ontsprong aan Jeanne's oogeo en kwam hare wbngen bevochtigen. „Gij moogt uwe moeder niet verwenschen, mijn kind," sprak zij op gebroken toon. „Gij zoudt medelijden met haar hebben, indien gii haar kendet even als ik haar vroeger gekend heb, de arme Jeanne." Lucia staarde de brooddraagstcr met de groot ste verbazing aan. „Hebt gij dan mijne moeder gekend, mama Lison P" „Ja, liefste. Zij was eene moedige vrouw niet in staat iets kwaads te verrichten. Zij had haren man teederlijk bemind, uit al de krachten harer zielHartstochtelijk had zij hare kin- Het gerucht loopt te Weenen, dat een hoofdofficier gearresteerd is beschuldigd de Russische regeering voor een millioen gulden de plannen verkocht te hebben, betreffende de grensverdediging. Het lijk van den czaar zal den I5en November (N. S te Petersburg aankomen na twee dagen te Moskou tentoongesteld te zijn. Men verzekert, dat een der eerste daden van den nieuwen souverein zal zijn, den drie grootvorsten, leden zijner familie, die in de laatste jaren van het hof verbannen waren, vergiffenis te schenken. Er schijnen geen persoonsveranderingen onder de ministers of de gezanten plaats te zullen hebben. Het schijnt, dat de dood van den over leden czaar voor George, den tweeden zoon, die aan tering lijdtverborgen gehouden wordt. Men weet, dat deze te Abas Tuman in den Caucasus vertoeft. Ongeveer twee jaar geleden is hij met een dochter van een ondergeschikt ambtenaar getrouwd. De ge zondheidstoestand van de keizerin moet geen aanleiding geven tot ongerustheid. Vrijdag is Alix tot de orthodoxe kerk overgegaan. Denzelfden dag heeft de verwis seling van ring tusschen keizer Nicolaas en prinses Alix, thans Alexandra Feodorowna plaats gehad. I.'et huwelijk wordt, naar ver zekerd wordtongeveer een week na de begrafenis vau Alexander III gesloten, Tot dien tijd gaat ze logeeren bij haar zuster grootvorstiu Sergius. Professor Leyden moet bekend hebben, dat Sacharjin gelijk gehad heeft met zijn diagnose. Het volk te Moskou moet echter aan hem den dood van den czaar wijten zoodat zijn huis bewaakt wordt, Over het vervoer van het stoffelijk overschot van Alexander III naar Petersburg wordt thans het volgende medegedeeld. Woensdag vertrekt het lijk uit Liwadija, waar het eerst op een praalbed is tentoongesteld, Onderweg wordt het in Moskou en, volgens sommige berichten ook in Odessa en Kief in staatsie gelegd en na aankomst eveneens in de Peter en Paulskerk op het slot in de hoofdstad. De minister van oorlog heeft last gekregen den geheelen weg, dien het lijk neemt met een eerewacht te bezetten. De troepen zijn reeds vertrokken om dien last uit te voeren. Aan het lijk worden dezelfde eerbetuigingen bewezen als aan den levenden keizer. Zondag vertoeft het lijk in Moskou, de oude tsarenstad. 's Avonds wordt de reis naar Petersburg voortgezet. De keizerlijke familie en de grootwaardigheidsbekleeders zullen in denzelfden trein reizen als het lijk. Het bericht der inneming van Port Arthur door de Japanners is nog niet bevestigd. Wel is, na geringen tegenweer der Chineezen, het nabijgelegen Kin Chow door eene afdeeling van het tweede Japansche leger onder Maar schalk Oyama bezet, en daarna ook Talienwan, nadat zoowel deze plaats als Kakuyono door de Japansche schepen gedurende verscheidene uren op hevige wijze waren gebombardeerd. Aan beide zijden werden bij deze gelegenheid ernstige verliezen geleden. Van een zeer belangrijk zeegevecht, dat tegelijkertijd zou hebben plaats gehad, worden in de dépêches nog geen bijzonderheden medegedeeld. Bij^ de verovering van Hongh Wong Cheng (op den weg naar Mukden) hehben de Japan ners zich meester gemaakt van 55 kanonnen, 1500 geweren en een grooten voorraad am munitie. De Chineezen „vloden iu alle rich tingen." China denkt het nu te winnen door de benoeming van prins Kung tot dictator. Li- Hung Chang zal te Lutai het commandement nemen over het eerste Chineesche leger, Liu- Kun Yionderkoning van Nankin wordt onderkoning van Tientsin terwijl rechter Huyuff en kapitein Von Hanneken last hebben ontvangen een nieuw leger uit te rusten, naar Duitsch model, dat dan als kern zal dienen voor een te vormen nieuw groot Chineesch leger. Zeer fraai dat alles, wanneer het vóór den oorlog geschiedt, maar tegenover de daden, waarmede de Japanners werken, maken deze besluiten ter elfder ure al een zeer armzalige figuur. Volgens bericht uit Tokio ruimden de Japanners alle torpedo's in de baai weg en hieven ook alle scheepvaartbelemmeringen zooals binnenloodsing, op, daar alle vrees voor eenen Chineeschen aanval geweken is. Gelijktijdig is het decreet tot verbod van den handel in buskruit ingetrokken. Men zegt dat China genegen is vrede te sluiten, op deze voorwaarden: Korea wordt onafhankelijk verklaard en China betaalt een oorlogsschattieg, waarvan het bedrag door de mogendheden wordt bepaald. JOKOHAMA, 6 November. Eene afdeeling van het le Japansche legerkorps is in eene haven boven Talienhoan Baai geland, op de zelfde plaats waar het 2e legerkorps geland was, en heeft zich met dit korps in verbin ding gesteld. deren lief; zij had er twee, een jongen en een meisje." „Dan heb ik een broeder?" riep Lacia uit, de handen vouwend. O, een broeder „Ja, gij liadt een broeder." „Leeft hij dan niet meer?" „Ik weet liet nietHij is verdwenen even als ook gij verdwenen waart. Zij aanbad hare kinderen, de arme Jeanne, en dacht er niet aan, dat zoo spoedig de droevige dag der scheiding zou aanbreken. Ja, ik heb Tiaar gekend; zij was zoo goed, zoo zacht, zoo beminnelijk Doch eens klaps stond er een ellendeling op om haar leven te versomberen door vreeselijke misdaden, en hij was laaghartig genoeg eene onschuldige vrouw, die onder een valschen schijn gebukt ging, te doen veroordeelen." Vruchteloos heeft zij den rechters verzekerd dat zij onschuldig was; een leugenachtige schijn verpletterde haar. Het eenig bewijs harer on schuld was verdwenen in den brand der fabriek. Geloof mij, Lucia, mijn kiodgeloof mij gij moogt uwe moeder niet vervloeken." „O, ik vervloek haar niet, en nochtans is zij oorzaak van al mijne smarten. „Ten koste van haar leven, dat zweer ik u, zou zij u van uwe tranen willen verlossen.' „Kan ik er aan twijfelen, wanneer gij het mij verzekert?" hernam Lucia weenend. „Maar wat ben ik toch ongelukkig! Eene onrechtvaardige veroordeeling heeft mijne moeder getroffen, eene onverdiende schande kleeft op haren naam, en de straf dier veroordeeling draag ik. Ik ben de dochter eener vrouw, die door de gerechtigheid schuldig werd verklaard aan diefstal, brand stichting en moord, en ieder zal zich met afschuw van mij verwijderen, even als Lucien dit gedaan heeft. Is dat niet verschrikkelijk, mama Lison Heb ik gevraagd om geboren te worden? Nu begrijp ik maar al te goed Lucien's wijze van handelen. Het bloed zijns vermoorden vaders vloeit tusschen ons beiden, daar de onschuld mij ner moeder niet te bewijzen is.' „Gij moet hopen, mijn kind," antwoordde Jeanne. „Wie weet of uwe beproevingen niet spoedig zullen ophouden. Wie weet of uwe moe der den waren schuldige niet zal weten te oni- dekken „Zij is uit de gevangenis ontvlucht.,,...,. Ik herinner mij nog zeer goed, dat Lucien mij dit WAALWIJK, 7 November 1894. De 1ste zitting van den militieraad (keuring) zal plaats hebhen te Tilburg op 18 December voor de lotingsuummers 1 tot 125; op 19 Dec. voor 126 tot 250; op 20 Dec. van 251 tot en met 400. Op 21 December voor Berkel en Ooster- wijk, LoonopzandUdenhout, Vrijhoeven- Cappel, Sprang en Moergestel. gezegd heeft." „Ja, zij is ontvlucht," antwoordde Jeanne op levendigen toon, „en ik geloof dat hare ontvluch ting ten doel had Jacques Gart^ud te zoeken, den waren, den eenigen schuldige." „En zoo zij er in slaagtzullen wij er niets van weten." „Gij zult de eerste zijn het te vernemen." „En hoe?" „Uwe moeder zal u weten terug te vinden. Haar hart zal haar tot u geleiden. Schep moed, liefste. Gij moet leven, leven met de hoop de onschuld eenmaal volkomen hersteld te zien, leven met de overtuiging dat er na regen ook voor u zonne schijn zal komen." „Te laat! Dan zal Lucien getrouwd zijn 1" „Wie weet het? Niets trekt hem aan tot het huwelijk, dat men hem wil opleggen. Wellicht zal dit nooit gesloten worden. Mejuffrouw Har- mant is ziek, zeer ziek. Hare dagen zijn geteld. Lucien verwijdert zich van u, mijn lief kind, om te gehoorzamen aan hetgeen hij zijn plicht acht, doch hij vergeet u niet. Ik heb zijn ontsteld ge laat gezien, zijne met tranen gevulde oogen, terwijl hij mij verzekerde, dat hij u niet meer beminnen mocht. Dat is wel een bewijs zijner nog steeds levende liefde.' „Maar had die man, die Paul Harmant dan het recht het verleden te doorgronden en mij met schande te overladen Beschermde mij de wet niet tegen zulke afgrijselijkheden „Helaas, mijn kind, in menig geval is de wet volkomen onmachtig. Op haren steun moet gij niet rekenen. Moed, mijn kind, moed lieveling Mama Lison is bij u. Hare liefde zal u ten troost zijn. En Jeanne drukte het jonge meisje op haar bonzend hart. „Ik wed, dat gij nog niet gedineerd hebt," zegde zij na enkele oogenblikken. „Dat is waar; doch ik zou niet kunnen eten. Ik heb geen honger." „Gij moet trachten u te overmeesteren. Ik heb goede bouillon. Daarvan moet gij een tas ge bruiken." De brooddraagster oefende een zachten dwang op het meisje uit, dat dan eenig versterkend voedsel gebruikte en verliet eindelijk Lucia om haar de gelegenheid te schenken in een weldoen- den slaap herstel harer krachten te zoeken. Op 22 December voor Baardwijk, Capelle, Besoijen, Waalwijk, Goirle, Hilvarenbeek en Diesen, telkens lüVg uur. Het Maandagavond jl. gegeven concert door de harmonie TEspérance werd bijge woond door een talrijk en uitgelezen publiek. Mag voor velen de heer Chrétienni, die het concert opluisterde, de great attraction zijn geweest wat de harmonie zelve aanbood was niet minder degelijk en uitstekend, dan wat de heer Chrétienni met niet overtroffen talent ten gehoore bracht. De directeur Van Iersel weet bij zijn luidjes den studielust aan te wakkeren en gaande te houden, waar schijnlijk wel het meest door den onvermoei- den ijver, waarvan hij het levende voorbeeld is. Het is alleen te bejammeren, dat de keurige muziek van het onder zijn leiding staand corps onmogelijk tot haar volle recht kan komen in het lage en veel te kleine hokje, waaruit het voortdurend aangroeiend getal werkende leden hoe langer hoe meer komt uitpuilen. Als het zoo voortgaat nemen de muzikanten ten laatste de gansche zaal in beslag en zit het publiek op den balcon of op de markt. Overigens het is concert onder alle opzichten best geslaagd. Chrétienni en zijn accompagnateur waren onverbeterlijk en de jongens van TEspérance met hunnen ge- vierden directeur de verschillende solisten vooral niet te vergeten hebben opnieuw bewezen den dank en den steun van Waalwijk dubbel waard te zijn. Zondag j.l. had alhier een aankomend jongeling het ongeluk met de hand tusschen de machinekraan van den stoomtram te ge raken, met het gevolg, dat hem twee vingers werden afgesneden. Zondag is te 's Hertogenbosch aange komen en aan het hotel de „Eenhoorn* af gestapt de minister van waterstaat, handel en nijverheid, de heer Ph. W. van der Sleijden. Zijn reis gold hoofdzakelijk een bezoek aan de werken voor den Nieuwen Maasmond. (Pr. N.Br. Ct.) Volgens het Vaderland zal de kieswet vóór het einde des jaars bij den Raad van State inkomen. De leden der tweede kamer zijn tot hervatting der werkzaamheden bijeengeroepen tegen Dinsdag 13 November des namiddags ten 3 ure. Ter genezing van besmettelijke keel ziekte! Binuenkort zal te Utrecht door dr. Wirtz en prof. Spronck Behringh's diphtherie- serum bereid en kosteloos ter beschikking der Nederlandsche geneeskundigen worden ge steld voor zoover de voorraad zal strekken. De bereiding toch zal voorloopig op beschei den schaal plaats hebben. Terwijl dr. Wirtz zich zal belasten met aankoop, keuring, injectie en observatie der paarden, die in 's Rijks-Veeartsenijschool gestald zullen worden, zal prof. Spronck het diphtherie-gift bereiden, het serum contro leeren en afleveren. De redactie van het Tijdschrift van Ge neeskunde verklaart zich bereid gelden in ontvangst te nemen om de heeren Wirtz en Spronck in staat te stellen, de bereiding van het serum op zoo ruime schaal te verrichten, dat zij aan alle aanvragen zullen kunnen voldoen. Ook te Arasterdam is men reeds met de zaak bezig. Het initiatief is genomen door het Kinderziekenhuis, dat zich in verbinding heeft gesteld met den heer Mazure, veearts, die met dr. Voüte naar Parijs is vertrokken Zoodra Jeanne Fortier hare kamer was binnen getreden, liet zij zich op de knieën nedervallen. „Mijn God," stamelde zij weenend, „gij hebt mij de kracht geschonken om mij niet te verra den; ik dank u! Doch wanneer zal mijn lijden eindigen en dat mijner dochter? Haar hart breekt, en ik ben niet in staat eenige hulp te bieden 1 Zult gij mij, o Heer, mijn God, na zoo lange jaren van smart en kwelling niet een uur van reine genoegens schenken Zult gij nooit op mijnen weg brengen den persoon die mij in het ver der! gestort heeft Zult gij mij mijn zoou niet laten terugvinden Ik zou niét aarzelen hem alles toe te vertrouwen. Hij moet heden een man zijn, een man die zou kunnen handelen, mij be schermen mij verdedigen 1 Ik heb slechts hoop op u, o mijn God! Heer, help mij!" Den dag, die op het voor Lucia zoo droevig tooneel volgde, had Lucien van zijn portier het bezoek van het jonge meisje vernomen. Ilij her kende haar onmiddellijk uit het portret, dat men hem schilderde. Zijn hart bloedde, dodi hij was niet instaat iets aan het besluit te veranderen, dat hij geno men had althans zoo er zich geene bijzondere omstandigheden voordeden. En zou dat wel ooit geschieden Negende Hoofdstuk. Paul Harmant had belangrijke werken te doen uitvoeren in eene groote lettergieterij op den linkeroever, en deze werkzaamhedeneischten veel zorg en bekwaamheid. De industrieel verzocht Lucien zich met het toezicht te belasten. Jules Labrou's zoon ging in dien tijd slechts des morgens naar de fabriek van Courbevoie en bracht het overige van den dag te Parijs door. Lucien ging gebukt onder het gewicht der een zaamheid. Hij had behoefte aan uitstorting des harten. In geruiraen tijd had hij zijn vriend Georges Darier niet meer bezocht. Deze woonde in de Vervinstraat, niet verre van de gieterij. Op zekeren namiddag, dat hij over enkele uren beschikken kon, ging Lucien naar Georges, dien hij om bijzondere omstandigheden thuis trof. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 2