Nummer 91. Donderdag 15 November 1894. 17e Jaargang DË BROODDRUB. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht? FEUILLETON. v BUITENLAND. Frankrijk. Engeland. De Echo ra het Zuiden, Waalwfjkscfce en Langstraatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden^1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel* groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. In de Fransche kamer heeft de heer Pru dent Dervilliers de regeering 'geïnterpelleerd over de maatregelen tegen de werkeloosheid. O. a. heeft hij eene wijziging van het geheele economische stelsel gevraagd. Dupuy heeft de voorgestelde middelen verworpen en het helpen door werkverschaffing aanbevolen. Werkstakingen heeft de minister afgekeurd en het voorstellen van een normalen arbeids dag verworpen. De kapitalen zeide hij schuilen weg voor de socialistische drei gementen. Met 380 tegen 69 is een motie aangeno men, waarin de verklaring der regeering werd goedgekeurd. In de couloirs der kamer verneemt men dat de regeering voor Madagascar 65 millioen en 15000 man zal vragen. De meerderheid der kamer is zonder twijfel ten gunste van het voorstel gezind. In eene bijeenkomst met de leden der Spaansche kamer-meerderheid heeft de mi nister-president Sagasta verklaarddat de ontvangsten de raming overschrijden. De pacificatie van Cuba hoopt hij door het in voeren van hervormingen te bespoedigeu. Voor de handelsverdragen zal eene afzon derlijke commissie worden benoemd, waarin aan de vertegenwoordigers van al de ver schillende stelsels stem en invloed zal worden gegeven. In het Pruisische ministerie houdt de crisis aan. De Reichsanzeiger bevat het ontslag van Von Heyden (wien tot afscheid de Roode Adelaar met eikenloof word: medegegeven) als minister van landbouw en diens vervan ging door den Hannoverschen Landesdirector HammersteinLoxten, een agrariër van den beginne. Maar omtrent Von Schelling's ontslag als minister van justitie blijkt nog niets officieel. Blijkbaar heeft men veel Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant 125 „Ik luister, mijnheer." „Weet gij met welke uitvinding uw vader zicli bezighield ten tijde dat hij vermoord werd „Mijne tante heeft mij dikwijls gezegd, dat mijn vader eene groote fortuin hoopte te winnen met eene nieuwe guillocheermachine zijner vinding." Stephaan Gastel bleef zoo koel mogelijk, doch iemand, die hem op dit oogenblik aandachtig zou hebben gadegeslagen, zou 't niet ontgaan zijn, dat eenige ontroering zich van hem meester maakte. „En er was van geen andere uitvinding sprake?' hernam hij. „Dat heb ik althans nooit vernomen." Op dit oogenblik trad de dienstmeid binnen met de boodschap, dat verscheidene klanten daar waren om mijnheer den advokaat te spreken. Stephaan Castel en LucieD Labroue verlieten Georges Darier, en namen dan ook van elkander afscheid beneden aan de deur. Lucien keerde naar de lettergieterij terug in de Vervinstraat. Stephaan Castel ging naar huis en sloot zich in een klein vertrek op, dat hem tot bibliotheek en kantoor verstrekte. Hij opende de brandkast en haalde er een bun del papieren uit op wier omslag te lezen stond „Georges Fortier, 1861." De ^nveloppe, die niet gesloten was, bevatte een brief met groote zegels van zwart lak en verscheidene bladen met allerlei nota's voorzien. Stephaan verdiepte zich in de lezing daarvan. Nu eens kwam aanhoudend de naam van Jacques Garaud terug, en in andere stukken die van Paul Harman t. Waarom bracht de gewezen voogd van Georges Darier zorgvuldig alles te samen wat op deze beide personen betrekking had, die oogenschijnlijk niets met elkander te maken hadden De toekomst zal het ons leeren. moeite voor dezen op zoo uitermate onkie- sche wijze bejegenden ambtenaar eenen opvolger te vinden. In afwachting daarvan is Von Schelling zoo vaderlandslievend in functie te blijven. Toen echter Zaterdag terwijl hij aan zijn departement eene confe rentie van hoofdambtenaren presideerde de kabinetschef des keizers, de heer Lucanus die hem indertijd de bekende vraag des keizers (of hij na zijn jubileum nog langer minister dacht te blijven) had overgebracht, zich tot het bijwonen dezer bijeenkomst aan meldde blijkbaar om voor Z. M. poolshoogte te nemen, stond Von Schelling eenvoudig op, de verdere leiding der bijeenkomst aan zijn onder-staatssecretaris overlatend, en verliet het vertrek. Deze heer Lucanus schijnt nl. bij uitnemendheid de gave te hebben on aangename boodschappen op eene, aan den inhoud daarvan volkomen gefivenredigde wijze, over te brengen. Ook Von Bötticher zou als minister van binnenlandsche zaken willen altreden. Zou het niet beter zijn te vragenwie bij eene dergelijke behandeling, als aan Von Schelling te beurt viel, nog zou willen aanblijven? Voor een Duitsch blad nog al sterk, zegt de Frankfurter Zeitung, de rautatiën van den laatsten tijd besprekend„Men kan nauwelijks op ernstigen toon meer spreken over deze gebeurtenissen, waarin schijn noch schaduw van eenig staatkundig stelsel is te bespeuren." Én het Berliner Tageblatt zucht: „Tegen woordig kan men alles verwachten!" In een roudschrijven van den minister van buitenlandsche zaken aan de Russische ge zanten in het buitenland, welk rondschrijven is gedagteekend van 9 dezer, wordt verklaard dat de nieuwe tsaar vast besloten is in het spoor zijns vaders te gaan, zijne krachten aan het welzijn van het land zelf te wijden en nooit af te wijken van de vreedzame loyalevaste politiekdie zoozeer tot het algemeen maken van het gevoel van rust en Tiende Hoofdstuk. Toen Juffrouw Amanda uit den drukkenden toe stand van neerslachtigheid was opgestaandie op de vreeselijke oogenblikken was gevolgd,waarin het Canadeesche vocht haar gebracht had, vroeg zij zich af, wat er toch wel gebeurd mocht zijn, waarom zij daar machteloos, geheel uitgeput nederlag, alsot ze pas van eene zware ziekte was opgestaan. Zij was alleen. De dienstmaagd was naar be neden gegaan en had den baron het bericht ge bracht, dat de dame goed geslapen had. Er werd gescheld. Een oogenblik later werd de dokter door de meid aangemeld. „De doKter," dacht het meisje, „haar geheugen raadplegend. „Maar wat mag er dan toch wel gebeurd zijn Mijn hoofd weegt zeer zwaar. Mij ne borst gloeit. Wat heeft er sinds gisteren plaats gehad Amanda had onmiddelijk den dokter herkend, dien zij reeds bij 't station aan 'c werk gezien had. „Wel madame, hoe gaat het nu vroeg dokter Richard. „Ben ik dan ziek geweest?" vroeg de jonge ▼rouw. „Gij zijt het slachtoffer geweest van een aller- hevigsten zenuwenaanval. Gelukkig dat ik bij de hand was om te helpen. Thans zie ik met ge noegen, dat uw toestand zeer voldoende is." „Ik ben zoo moede, dokter! Mij dunkt dat geheel mijn lichaam eene hevige verzwakking heelt ondergaan. Van waar komt dat?" „Dat is een natuurlijk gevolg van de crisis, die gij hebt doorgeworsteld. Wees geru9t; volkomen rust, een dag uitvasten en morgen zal alles weer op het oude zijn." „Ik heb een hevigen dorst." „Gij kunt lichte limonade drinken." „Maar naar aanleiding waarvan heeft zich die crisis verklaard, waarvan ik mij niets herinner?" „Mijnheer kan u op die vraag beter antwoorden dan ik," zeide de dokter, op Ovidius wijzend, die thans was binnengekomen. „Ik heb de crisis niet bij 't begin gezien en ben eerst gekomen toen uw toestand allerzorgwekkendst was." „Na tafel," sprak Ovidius, „hebt gij eensklaps, zonder datduarvoor eenige reden scheen te bestaan, een hevigen zenuwaanval gekregen. Gij scheent vrede heeft bijgedragen. Rusland zal zich trouw houden aan de traditie der vriend schappelijke betrekkingen met alle mogend heden en de achting voor recht en de wette lijke regeling der dingen is de zekerste waarborg voor de rust der staten. Wat men uit China hoort en verneemt getuigt bijna alles van volkomen demoralisatie. In Mantschourije heerscht eene paniek, niet wegens de komst des vijands evenwel, maar wegens de ongeregeldhedenwaaraan de vluchtende Chineesche soldaten zich allerwege schuldig maken. Letterlijk als redders worden de Japanners ingehaald, die door rechtvaar digheid en zachtheid zich zelfs in 's vijands land populair weten te maken. Volgens berichten uit Chee Fu (Tschitu) komen aldaar honderden welgestelde Chinee- zen aan, die uit Mantschourije gevlucht zijn uit vrees voor de plunderende en moordende Chineesche soldaten. Uit Tientsin wordt voorts aan the Times geseinddat de hooggeplaatste Chineesche staatsambtenaren geheel onverschillig blijken te zijn voor het lot huus lands. Veeleer zijn zij uitsluitend op hun eigen belangen bedacht, o. a. bij leverantiön en contracten. Ook het volk is onverschillig. Onderkoning Li Hung Chang wordt open lijk van hoogverraad en van heulen met den vijand beschuldigd. Ettelijke familie leden van hem zijn verdwenen, en met hem ook vele vergaderde schatten, enz. enz. Bij dit volk past inderdaad uitnemend een keizer, die in de ure des gevaars de hoofd stad verlaat. Laat Japan het nu maar spoedig de rest geven, en hoe minder de mogend heden zich er dan mede bemoeien, des te edelmoediger voorwaarden zal het ongetwij feld bewilligen aan den reeds nu zedelijk geheel overwonnen vijand. Volgens bericht uit Hoenagtjoe gaan de Japanners onophoudelijk voort met zegepralen. Op 4 dezer bestormde maarschalk Ojama's eerste divisie Kintjoe, hetwelk de Chineezen veel te lijden, te oordeelen naar uwe zuchten en kreten. Gij wrongt u in allerlei bochteD, even als eer: doorgesneden worm." „Dat is zonderling," zeide Amanda. „Nooit is mij zoo iets overkomen." „Kwel nu uwen geest niet," hernam de dokter. „Alle gevaar, ik herhaal het, is verdwenen en mijne zorgen zijn geheel overbodig geworden. Ik heb het genoegen u te groeten, madame." Ovidius geleidde den dokter naar buiten. „Zorg wel, mijnheer," sprak de man der weten schap, „aan deze vrouw geen tweede dosis te geven van het Canadeesche vocht, dat gij haar gisteren zoo onvoorzichtig geschonken hebt. Gij zoudt haar doodeuWellicht hadt gij om haar tot spreken te noodzaken redenen, die mij niet aangaan. Doch welke die redenen ook zijn,vergeet niet, dat gij eene strafbare daad gepleegd hebt.' „Het zal de eerste en de laatste keer zijn," zeide Ovidius, en voegde er bij „thans heb ik mijne schuld nog met u te vereffenen." Dokter Richard wenschte geen honorarium te ontvangen. „Het is wel gelukkig, dat zij er het leven niet bij heeft ingeschoten," dacht Ovidius. „Die man zou mij niet gespaard hebben." Amanda had zich gekleed, en op de sofa in het eetzaaltje plaats genomen. Ovidius kwam binnen. „Kom, mijn vriend," sprak Amanda, „nu wij alleen zijn kunt gij openhartig spreken. Wat is er gisteren tus9chen ons beiden voorgevallen? Aan welke oorzaak schrijft gij mijn zenuwaanval toe „Op die vraag heb ik u zooeven reeds geant woord, liefste. Ik weet er niet9 meer van dan gij. Niets, in zoover ik weet, kan niets uw plotseling lijden veroorzaakt hebben. Zeer ODgerust heb ik mij naar buiten gehaast om een dokter te gaan halen." Amanda liet het hoofd op het zachte kussen, dat op de sofa gelegd wa„, nedervallen. „De dokter heeft u op dieet gesteld," ging dan Ovidius voort. „Ik ga daarbinnen in de restau ratie ontbijten en zal u Madeline, de dienstmeid, zenden met limonade. „Goed, doe dat." Het jonge meisje volgde met den blik den ge- waanden baron en dacht. „Neen, neen, dat is niet natuurlijk. Hoe meer ik nadenk, des te meer schijnt mij dit alles ver dacht.... Ik ben zeer ziek geweest.... Ik ben het nauwelijks verdedigdendaar zij terstond vluchtten, den Japanners rijken buiten ach terlatend. Daags daarna beschoot de tweede divisie, zonder de medewerkende Japansche vloot af te wachten, de forten van Talien- hoean. Drieduizend Chineesche verdedigers vloden in verwarring, hunne wapenen weg werpend, naar Port Arthur, toen de Japanners op 6 dezer storm liepen. Reeds wapperde de Japansche vlag van de forten, toen onder gejuich de Japansche vloot de Talienhoeanbai binnenliep. Volgens een telegram in de avondbladen, gedagteekend van Maandag uit Sjanghai, is uit Tsjifoe geseind dat Port Arthur Zondag morgen door de Japanners bijna zonder slag of stoot is genomen. Toen de Japanners, na beschieting, een algemeenen aanval deden legden de Chineezen de wapenen neer en gaven zich over. Men vertelt dat de Chi neesche generaal met zijn staf en andere hooge officieren in den nacht van den 6en dezer de forten hadden verlaten en op een stoomadviesjacht waren ontvlucht. Volgens berichten uit Algerie hebben er te Tlemcen dezer dagen herhaaldelijk ge vechten plaats gehad tusschen inlandsche tirailleurs en jodenwaarbij verscheidene personen van beide partijen gewond zijn en een jood gedood is. Er heerschte dienten gevolge eene groote opgewondenheid onder de bevolking. Bij verscheidene koffiehuizen zijn de ruiten ingeworpen. Volgens de laatste berichten heeft de gendarmerie er de rust hersteld. Een hevige brand heeft Zaterdagmorgeu in de Londensche City gewoed. Er waren slachtoffer geweest eener crisis, waaraan ik heel licht had kunnen bezwijken." Zij beefde van het hoofd tot de voeten bij de gedachte aan den dood, en ging dan toch weer voort „En ik herinner mij niets 1Ja, tochIk had mijn koffie gebruikt en twee glaasjes Char treuse gedronken. Eensklaps werden mijne oogen beneveld. Ik zag, ik hoorde niets meerZou die ellendeling getracht hebben mij te vergeven?' Nauwelijks was dit idéé bij haar opgekomen, of, hare zwakte vergetend sprong zij recht, liep naar de étagère en kreeg de Chartreuseflesch in de handen, die zij aandachtig beschouwde. Maar de flesch was ledig. „En toch heb ik ze niet geheel leeg gedron ken," sprak zij op bijna luiden toon. „Ik herin ner mij nog zeer goed, dat er minstens twee k drie glaasjes in bleven. In de Chartreuse zal de booswicht het vergif gegoten hebben en het over blijvende heeft hij doen verdwijnen om het be wijs zijner misdaad te vernietigen. O, wat had ik redenen in overvloed hem te wantrouwen. De ellendeling heeft begrepen, dat ik hem half ge raden had. Hij heeit zich van mij willen ont doen Dat was zeer praktisch en eenvoudig 1 De dokter heeft niets van mijn plotseling lijden begrepen, doch ik begrijp thans alles, en moet zorgen beter dan ooit op mijne hoede te zijn 1.... Wie mag toch de man wezen, die ook al niet aarzelde Lucia te dooden Ik moet het we ten. Wat het ook kosten moge, ik zal het weten!' Enkele oogenblikken later trad Madeline bin nen met de gevraagde limonade, waarvan zij de dame onmiddellijk eer. glaasje aanbood. „Gaat het nu beter vroeg zij. „Veel beter," antwoordde Amanda. „Morgen zal ik geheel beter zijn." „Wenscht madame niet te ontbijten?" „Neen, de dokter heeft het mij verboden." „Dan heeft madame niets noudig?' „Niets." „Dan kan ik gaan „Hoe maken het de gewonden, die gister hier zijn gebracht." „O, niet „Er wa9 een jongman bij, geloof ik „Ja, madame." „Hoe maakt die het Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1